Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van 21 april 2022, nr. WJZ/ 22007309, tot wijziging van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie in verband met wijzigingen in aan te leveren gegevens en enkele andere wijzigingen

De Minister voor Klimaat en Energie,

Gelet op de artikelen 56, zesde lid, en 62, vierde lid, van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie;

Besluit:

ARTIKEL I

De Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsbepalingen cumulatietoets, garantie van oorsprong en groen gas hub vervallen.

2. In de begripsomschrijving van nuttig aangewende koolstofdioxide wordt na ‘tuinbouwkassen’ ingevoegd ‘, voor zover daarmee het gebruik van fossiele brandstoffen voor koolstofdioxidebemesting wordt voorkomen’.

3. In de alfabetische volgorde een begripsbepaling ingevoegd, luidende:

productie-uren:

som van de tijdsperioden waarin een productie-installatie in deellast of op vol vermogen produceert;

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De aanvraag om subsidieverlening gaat vergezeld van vergunningen die noodzakelijk zijn voor de realisatie van de productie-installatie.

2. Het derde lid vervalt onder vernummering van het vierde tot en met zevende lid tot derde tot en met zesde lid.

3. In het vierde lid (nieuw) en zesde lid (nieuw) vervalt na ‘In afwijking van het eerste lid’ telkens ‘, aanhef en onderdeel a,’.

C

In artikel 2a, zevende lid, onderdeel b, wordt na ‘financieringsplan’ ingevoegd ‘met uitgesplitste begroting van alle noodzakelijke kosten’.

D

Artikel 2b wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel h komt te luiden:

  • h. indien de aanvraag betrekking heeft op een productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbare warmte of koolstofdioxide-arme warmte uit zonne-energie een gedetailleerde tekening op schaal van de locatie van de productie-installatie waarop de zonnepanelen of zonnecollectoren nauwkeurig zijn ingetekend;

2. Na onderdeel n wordt onder vervanging van de punt in onderdeel n door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • o. indien de aanvraag betrekking heeft op een productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbare warmte of koolstofdioxide-arme warmte uit zonne-energie, waarbij sprake is van plaatsing op daken of bevestiging aan gevels, een verklaring van een constructeur over de belastbaarheid van het dak of de gevel volgens het Bouwbesluit 2012 met gebruikmaking van het middel dat door de minister beschikbaar wordt gesteld.

E

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt na de eerste zin een zin ingevoegd, luidende:

Het overzicht wordt gezonden met gebruikmaking van een middel dat door de minister beschikbaar wordt gesteld.

2. In het zevende lid wordt na ‘elektroboiler’ ingevoegd ‘of een industriële warmtepomp met 3.000 vollasturen’ en wordt na ‘de afvang of het gebruik van koolstofdioxide’ toegevoegd ‘of de productie van hernieuwbare warmte of hernieuwbare elektriciteit en hernieuwbare warmte door middel van thermische conversie van vaste of vloeibare biomassa waarvoor via verlengde levensduur opnieuw subsidie is gegeven’.

3. In het negende lid wordt na ‘de productie-installatie voor’ ingevoegd ‘de productie van hernieuwbare warmte of koolstofdioxide-warmte door middel van geothermie, voor’ en wordt ‘binnen 30 maanden’ vervangen door ‘binnen 36 maanden’.

F

Aan artikel 7g worden na het eerste lid twee leden toegevoegd, luidende:

  • 2. Het meetrapport bevat voor een productie-installatie voor waterstof uit elektrolyse met een aansluiting op het elektriciteitsnet de meetgegevens van de in- en uitgaande energiestromen van het elektrolyseproces en het aantal productie-uren.

  • 3. Het meetrapport bevat voor een productie-installatie voor de productie van koolstofdioxide-arme warmte met een elektroboiler voor warmte het aantal productie-uren.

G

Artikel 7i wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. Er wordt twee leden toegevoegd, luidende:

  • 2. Bij een productie-installatie voor restwarmtebenutting met een warmtepomp wordt de productie gemeten bij de uitgang van de warmtepomp.

  • 3. Bij een productie-installatie voor de productie van koolstofdioxide-arme warmte door middel van elektriciteit in een hybride glasoven worden alleen de ingaande energiestromen gemeten.

H

Na artikel 7i wordt onder vernummering van de artikelen 7j tot en met 7n tot 7k tot en met 7o een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7j

  • 1. De artikelen 7d tot en met 7h zijn niet van toepassing op een productie-installatie die waterstof produceert met behulp van elektrolyse met een directe aansluiting op een productie-installatie die elektriciteit produceert met behulp van windenergie of een productie-installatie die elektriciteit produceert uit zonlicht door middel van fotovoltaïsche zonnepanelen.

  • 2. Het aantal kg verminderde broeikasgas dat in elk kalenderjaar voor subsidie in aanmerking komt bij een productie-installatie die waterstof produceert als bedoeld in het eerste lid wordt bepaald op basis van het aantal kWh waarvoor garanties van oorsprong zijn verstrekt die aantonen dat de producent met de hiervoor bedoelde productie-installatie in het betreffende kalenderjaar een hoeveelheid waterstof heeft geproduceerd met een directe aansluiting op een productie-installatie die elektriciteit produceert met behulp van windenergie of een productie-installatie die elektriciteit produceert uit zonlicht door middel van fotovoltaïsche zonnepanelen.

I

In artikel 8, vierde lid, vervalt ‘, voor voorschotten betaald tot en met 2012,’.

J

Na artikel 14g wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 14h

  • 1. Op beschikkingen tot subsidieverlening die zijn afgegeven op aanvragen voor subsidie die zijn ontvangen voor inwerkingtreding van de Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van datum 2022, nr. WJZ/ 22007309, tot wijziging van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie in verband met wijzigingen in aan te leveren gegevens en enkele andere wijzigingen (Stct. nummer, 2022) blijft artikel 3, negende lid, van toepassing zoals dat luidde van toepassing op beschikkingen tot subsidieverlening die zijn afgeven voor de inwerkingtreding van die regeling.

  • 2. Op beschikkingen tot subsidieverlening die zijn afgegeven op aanvragen voor subsidie die zijn ontvangen voor inwerkingtreding van de Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van datum 2022, nr. WJZ/ 22007309, tot wijziging van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie in verband met wijzigingen in aan te leveren gegevens en enkele andere wijzigingen (Stct. nummer, 2022), is artikel 7g, tweede en derde lid, is niet van toepassing.

K

Bijlage 1 komt te luiden:

Bijlage 1. behorende bij artikel 3, derde lid, van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie

Dit formulier is te vinden op www.rvo.nl/sde

 

Dit formulier is verstrekt door en moet worden ingediend bij:

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Postbus 10073

8000 GB Zwolle

T 088 042 42 42

 

Bezoekadres

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Hanzelaan 310

8017 JK Zwolle

Toelichting

Met dit formulier kan de accountant een verklaring afgeven als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie. Het betreft een overzicht van de investeringskosten en de overige subsidies en steunsituatie. Deze laatste is noodzakelijk in verband met de EU-steunregels ten behoeve van het milieu (EU-milieusteunkader).

Deze accountantsverklaring is nodig wanneer aan de subsidieontvanger op grond van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie een subsidie is verstrekt van meer dan € 125.000,-. De accountantsverklaring moet worden opgestuurd naar Rijksdienst voor Ondernemend Nederland binnen een jaar na ingebruikname van de productie-installatie.

In dit document is ook het controleprotocol opgenomen.

Waar u schrijfruimte tekort komt, mag u een bijlage toevoegen.

Opdracht

Wij hebben het bijgevoegde overzicht van investeringskosten en de steunsituatie van [.....naam aanvrager.....] te [.....statutaire vestigingsplaats.....] gewaarmerkt en gecontroleerd.

Voor de gesubsidieerde activiteiten is met aanvraagnummer [.....nr.....] bij brief van [.....datum.....] met kenmerk [.....kenmerk.....] door de Minister voor Klimaat en Energieeen subsidie verleend. Deze subsidie is verleend in het kader van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie.

Het overzicht van de investeringskosten en steunsituatie is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van [.....naam huishouding.....]

Werkzaamheden

Onze controle is verricht in overeenstemming met de algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de aanvraag geen onjuistheden van materieel belang bevat.

Een controle omvat onder meer een onderzoek (eventueel door middel van deelwaarnemingen) naar de gegevens in de aanvraag met betrekking tot de steunsituatie van het project en het bijgevoegde overzicht van investeringskosten. De controle is uitgevoerd met inachtneming van het bij deze verklaring behorende controleprotocol. Tevens omvat de controle de beoordeling dat de investeringskosten voldoen aan de eisen zoals opgenomen de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie 2022 (PbEU 2022/C 80/01). Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Oordeel

Wij zijn van oordeel dat de verstrekte informatie voldoet aan de daaraan te stellen eisen. [.....c.q. andere oordelen.....].

Ondergetekende, [naam, titel], verklaart dat de investeringskosten van de gesubsidieerde activiteiten gevestigd te [.....], locatiegegevens van de installatie [....], in totaal EUR [.....]. hebben bedragen.

Toelichtende paragraaf

[.....indien van toepassing toelichting op de verklaring en eventuele specifieke bevindingen.....]

Ondertekening door accountant

Plaats en datum:

Naam accountantskantoor:

Vestigingsplaats:

Telefoonnummer:

Naam accountant (RA/AA):

Inschrijfnummer NOVAA of NIVRA:

Ondertekening:

CONTROLE-PROTOCOL

1. Doelstelling

Dit controleprotocol heeft als doel het geven van aanwijzingen aan de accountant, die is belast met de controle van de door de subsidieontvanger aan de Minister voor Klimaat en Energiete verstrekken onderbouwing van de investeringskosten en de steunsituatie ingevolge de algemene uitvoeringsregels voor de subsidieverstrekking op grond van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie.

De controle kan worden uitgevoerd door een registeraccountant (RA) of een accountant-administratieconsulent (AA). De gevraagde verklaring kan ook worden verstrekt door een niet als openbaar accountant optredende intern accountant.

2. Toleranties en gewenste zekerheid

Voor de strekking van de accountantsverklaring, goedkeurend, met beperking, afkeurend of oordeelonthouding, zijn de volgende toleranties bepalend:

 

Procentuele onjuistheden

(in de verantwoording)

Procentuele onzekerheden

(in de controle)

 

Goedkeuring

Beperking

Afkeuring

Goedkeuring

Beperking

Oordeelonthouding

uitkomst van de controle in een percentage van de projectkosten

< 1

≥ 1 en < 3

≥ 3

< 3

≥ 3 en < 10

≥ 10

Deze toleranties zijn gebaseerd op percentages die gelden voor de financiële verantwoording van departementen, op grond van de richtlijnen van het Interdepartementaal Overleg Departementale Accountantsdiensten.

Gewenste mate van zekerheid

De accountantscontrole verschafteen redelijke mate van zekerheid aan de gebruiker van de verklaring. Volgens de richtlijnen voor de accountantscontrole betekent dit dat de accountant een (relatief) hoge, maar geen absolute mate van zekerheid verschaft. Indien dit begrip ten behoeve van het gebruik van statistische technieken moet worden gekwantificeerd, dan dient een betrouwbaarheid van 95% te worden gehanteerd.

Omgaan met geconstateerde fouten

Inzake het omgaan met geconstateerde fouten geldt de gedragslijn, dat geconstateerde fouten, die invloed hebben op de omvang van de subsidie van de Minister voor Klimaat en Energie en die herstelbaar zijn, moeten worden gecorrigeerd. Dat geldt ook voor fouten waarbij de tolerantiegrens niet wordt overschreden. De niet herstelde fouten wegen mee in de oordeelsvorming over de aanvraag.

3. Reikwijdte en intensiteit van de accountantscontrole

Dit controleprotocol dient om de reikwijdte en het object van de accountantscontrole nader aan te geven. Niet beoogd wordt een aanpak van de accountantscontrole voor te schrijven. Veelal zal de accountant zich immers bij zijn controle baseren op een (risico)analyse van de administratieve organisatie en interne controle bij de te controleren subsidie-ontvanger en op basis daarvan komen tot een optimale afweging van de in te zetten controlemiddelen.

Bij de controle wordt vastgesteld, dat de vermelde investeringskosten juist zijn. Er wordt nagegaan of er ook andere subsidies (steunsituatie) zijn verkregen. Hieronder zijn nadere aanwijzingen voor de controle verstrekt.

De accountant controleert of de aanvraag voldoet aan de volgende eisen:

  • De investeringskosten zijn gemaakt en daadwerkelijk betaald en zijn rechtstreeks toe te rekenen aan het project ter zake waarvan subsidie is verleend;

  • De bij de aanvraag verstrekte informatie omtrent de door andere bestuursorganen of door de Europese Commissie verstrekte subsidies (en indien van toepassing bijdragen van andere derden) ter zake van de kosten van de gesubsidieerde activiteiten is juist en volledig weergegeven;

  • De verstrekte informatie over het al dan niet in aftrek kunnen brengen van de BTW is juist.

4. Review van de accountantscontrole

De auditdienst van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat kan een review uitvoeren op de uitgevoerde accountantscontrole inzake deze subsidie. De accountant, die de controle uitvoert, verstrekt de auditdienst desgevraagd alle inlichtingen en bescheiden op een wijze zoals deze dienst dat gewenst acht. De eventuele extra kosten van de externe accountant van de subsidieontvanger in verband met de review zijn voor rekening van de subsidieontvanger.

5. Verslaglegging

De accountant legt de uitkomsten van de controle vast in een accountantsverklaring. Voor deze verklaring dient de tekst te worden gehanteerd conform de model verklaring.

Naast zijn oordeel over de financiële verantwoording vermeldt de accountant in een toelichtende paragraaf eventuele specifieke bevindingen, die naar het oordeel van de accountant van belang (kunnen) zijn voor de Minister voor Klimaat en Energie.

L

Bijlage 5 komt te luiden:

Bijlage 5. behorende bij artikel 10 van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie

Vaststellingsformulier

Dit formulier is te vinden op www.rvo.nl/sde

 

Dit formulier is verstrekt door en moet worden ingediend bij:

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Postbus 10073

8000 GB Zwolle

T 088 042 42 42

 

Bezoekadres

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Hanzelaan 310

8017 JK Zwolle.

Toelichting

Dit formulier is bedoeld om een verzoek in te dienen tot vaststelling van de subsidie op grond van het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie aan het eind van de subsidieperiode.

Waar u schrijfruimte tekort komt, mag u een bijlage toevoegen.

1. Gegevens aanvrager

a. Naam organisatie1:

 

b. Ondernemingsvorm2:

 

c. Vertegenwoordigd door:

 

d. Functie:

 

e. Adres:

 

f. Postcode en plaats:

 

g. Postbusnummer:

 

h. Postcode en plaats:

 

i. Land:

 

j. Telefoonnummer:

 

k. E-mailadres:

 
X Noot
1

Indien u een particulier bent vult u hier uw volledige naam in. Vraag 1b t/m 1d slaat u dan over.

X Noot
2

Naamloze vennootschap, maatschap, besloten vennootschap, commanditaire vennootschap, coöperatieve vereniging, onderlinge waarborgmaatschappij, vereniging, stichting, Europees economisch samenwerkingsverband, eenmanszaak.

2. Gegevens contactpersoon (indien afwijkend van onder 1 ingevulde gegevens)

a. Naam organisatie:

 

n. Naam contactpersoon:

 

c. Functie:

 

d. Adres:

 

e. Postcode en plaats:

 

f. Land:

 

g. Telefoonnummer(s):

 

h. E-mailadres:

 

3. Dossiergegevens

a. Kenmerk subsidietoezegging:

 

b. EAN-code van het aansluitpunt3:

□□□□□□□□□□□□□□□□□□

X Noot
3

Dit dient dezelfde code te zijn als de code waarop garanties van oorsprong of certificaten worden geregistreerd of het hernieuwbare gas of de hernieuwbare warmte wordt gemeten.

4. Rekeninggegevens

a. Naam rekeninghouder:

 

b. Postcode en plaats:

 

c IBAN:

NL□□ □□□□ □□□□□□□□□□

d. BIC-code:

□□□□ NL □□

5. Wijzigingen

Zijn er ten opzichte van de bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland opgegeven gegevens wijzigingen opgetreden op de volgende punten?

Opgesteld vermogen van de installatie:

O nee

O ja, namelijk:

   

Ten aanzien van het eigendom van de installatie

O nee

O ja, namelijk:

   

Ten aanzien van de brandstoffenmix

O nee

O ja, namelijk:

   

Overige essentiële wijzigingen

O nee

O ja, namelijk:

   

U dient er hier echter rekening mee te houden dat u in uw aanvraagformulier hebt verklaard, door deze te ondertekenen, dat u Rijksdienst voor Ondernemend Nederland onverwijld schriftelijk melding zal doen van essentiële wijzigingen: gewijzigde datum van ingebruikname, gewijzigde aanvangsdatum van subsidieperiode, uitbedrijfname, renovatie en uitbreiding, langdurige stilstand, indien van toepassing ingrijpende wijzigingen van de brandstofmix, wijzigingen van de technische specificatie van de installatie, et cetera en daarnaast van wijzigingen in de gegevens van de aanvrager en de steunsituatie.

6. Algemene informatie

Is voor de aanvrager surseance van betaling aangevraagd?

O nee

O ja, namelijk op:

...-...-..... (dd-mm-jj)

     

Is voor de aanvrager faillissement aangevraagd?

O nee

O ja, namelijk op:

...-...-..... (dd-mm-jj)

     

Is voor de aanvrager een verzoek ingediend voor de schuldsaneringregeling natuurlijke personen?

O nee

O ja, namelijk op:

...-...-..... (dd-mm-jj)

     

Zijn er subsidies of fiscale faciliteiten voor het project verstrekt?

O nee

O ja, namelijk

 
 

Naam regeling:

 
 

Voor een bedrag van:

 
 

Verstrekt op:

...-...-..... (dd-mm-jj)

U dient er hier echter rekening mee te houden dat u in uw aanvraagformulier hebt verklaard, door deze te ondertekenen, dat u Rijksdienst voor Ondernemend Nederland onverwijld schriftelijk melding zal doen van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot verlening van surséance van betaling of tot verzoek faillietverklaring of wanneer een verzoek is ingediend voor de schuldsaneringregeling natuurlijke personen of andere zaken die van invloed zijn op de subsidieverstrekking.

7. Opmerkingen

Zijn er nog andere gegevens, die voor de aanvraag om vaststelling van belang kunnen zijn?

O nee

O ja, namelijk:

 

8. Ondertekening

Dit formulier moet worden ondertekend door de aanvrager. Indien dit formulier wordt ondertekend door een ander dan de aanvrager moet een machtiging van de aanvrager worden bijgevoegd.

Aldus naar waarheid ingevuld,

Naam ondertekenaar:

 

Plaats:

 

Datum:

 

Handtekening:

 

Bij dit formulier voor aanvraag om vaststelling moet u de volgende bijlageneen machtiging meesturen indien dit formulier is ondertekend door een ander dan de aanvrager.

Controleer voordat u de aanvraag verstuurt of:

  • het formulier volledig is ingevuld;

  • het formulier is ondertekend met een originele handtekening;

  • alle bijlagen zijn bijgevoegd.

M

Bijlage 8 komt te luiden:

Bijlage 8. behorende bij artikel 7d van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie

Verzoek tot oordeel omtrent geschiktheid

Verzoek tot oordeel omtrent de geschiktheid van een productie-installatie voor:

  • de opwekking van koolstofdioxide-arme warmte en mededeling van meetgegevens van koolstofdioxide-arme warmte;

  • de productie van waterstof en mededeling van meetgegevens van waterstof;

  • de afvang en permanente opslag van koolstofdioxide en mededeling van meetgegevens van de afvang en permanente opslag van koolstofdioxide;

  • de afvang en het gebruik van koolstofdioxide en mededeling van meetgegevens van de afvang en het gebruik van koolstofdioxide;

  • de productie van geavanceerde hernieuwbare brandstof voor transport en mededeling van meetgegevens van geavanceerde hernieuwbare brandstof;

de productie van koolstofdioxide-arme warmte door middel van elektriciteit in een hybride glasoven.

Toelichting

Met dit formulier verklaart u:

  • koolstofdioxide-arme warmte op te wekken of waterstof te produceren of koolstofdioxide af te vangen en permanent op te slaan of koolstofdioxide af te vangen en te gebruiken of geavanceerde hernieuwbare brandstof te produceren; en

  • verzoekt u het toegelaten meetbedrijf vast te stellen of uw productie-installatie geschikt is voor de opwekking van koolstofdioxide-arme warmte of de productie van waterstof of het afvangen en permanent opslaan van koolstofdioxide of het afvangen en gebruiken van koolstofdioxide of de productie van geavanceerde brandstof voor transport en of uw meetinrichting geschikt is voor de meting van elektriciteit, koolstofdioxide-arme warmte, waterstof, koolstofdioxide of geavanceerde hernieuwbare brandstof; en

  • verzoekt u het toegelaten meetbedrijf de meetgegevens met betrekking tot de door u geproduceerde koolstofdioxide-arme warmte of waterstof of geavanceerde hernieuwbare brandstof of de afvang en permanente opslag van koolstofdioxide of de afvang en het gebruik van koolstofdioxide of de gebruikte elektriciteit voor de productie van koolstofdioxide-arme warmte door middel van elektriciteit in een hybride glasoven als zodanig mede te delen aan de Minister voor Klimaat en Energie.

Dit formulier dient te allen tijde volledig, juist en ondertekend door zowel producent als meetbedrijf en – voor zover van toepassing – voorzien van de noodzakelijke bijlage(n) te worden ingediend.

Indien zich meerdere productie-installaties achter één aansluiting bevinden, dient u tevens een systeemgrens van de productie-installaties te bepalen. Deze systeemgrens kan meerdere productie-eenheden omvatten.

1. Gegevens producent

  • a. Tenaamstelling installatie:..........

  • b. Contactpersoon:..........

  • c. Adres:..........

  • d. Postcode:..........

  • e. Plaats:..........

  • f. Telefoonnummer:..........

  • g. E-mailadres contactpersoon:..........

  • h. BSN-nummer.......... of KvK-nummer:..........

Factuurgegevens:

  • i. Naam contactpersoon:..........

  • j. E-mailadres:..........

  • k. Referentienummer factuur:..........

2. Correspondentieadres:

  • a. Bedrijfsnaam:..........

  • b. Contactpersoon:..........

  • c. Adres:..........

  • d. Postcode:..........

  • e. Plaats:..........

  • f. Telefoonnummer:..........

  • g. E-mailadres contactpersoon:..........

3. Gegevens productie-installatie

  • a. Adres installatie:..........

  • b. Postcode:..........

  • c. Plaats:..........

  • d. ean-code van productie-installatie:..........

  • e. Projectnummer SDEK-beschikking: SDEK..........

4. Typegegevens productie-installatie

Kruis aan om wat voor soort installatie het gaat bij deze aanvraag. Er is slechts één antwoord mogelijk.

  • a. De aanvraag betreft een productie-installatie voor opwekking van koolstofdioxide-arme warmte door middel van:

    • ○. geothermie (systeemgrens incl. warmtepomp)

    • ○. daglichtkas (incl. warmtepomp)

    • ○. thermische energie uit oppervlaktewater (systeemgrens incl. warmtepomp)

    • ○. thermische energie uit afval- of drinkwater (systeemgrens incl. warmtepomp)

    • ○. elektrische boiler

    • ○. warmtepompen

    • ○. restwarmte

    • ○. fotovoltaïsch-thermische panelen (inclusief warmtepomp)

    • ○. hybride glasoven

  • b. De aanvraag betreft een productie-installatie voor:

    • ○. de productie van waterstof

    • ○. de afvang en permanente opslag van koolstofdioxide

    • ○. de afvang en het gebruik van koolstofdioxide

    • ○. de productie van geavanceerde hernieuwbare brandstof

  • c. Datum waarop de installatie in gebruik is/wordt genomen:..........

  • d. Ingangsdatum van uw inschrijving:..........

  • e. Vermogen of capaciteit van de installatie:..........

5. Algemene verklaring

U verklaart door het invullen en ondertekenen van dit formulier:

  • a. Dat de in dit formulier bedoelde installatie voorzien is van (een) meter(s) die voldoe(t)(n) aan de meetvoorwaarden in de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie, dat door het toegelaten meetbedrijf, in het geval van de productie van koolstofdioxide-arme warmte, de nuttige warmte eenduidig kan worden gemeten, dan wel uit een combinatie van metingen eenduidig kan worden berekend;

  • b. Dat u te allen tijde zult meewerken aan door het meetbedrijf uit te voeren controles van de in dit formulier bedoelde installatie en de bijbehorende meter(s), voor zover deze controles betrekking hebben op dit verzoek om een oordeel omtrent de geschiktheid van een productie-installatie voor de opwekking van koolstofdioxide-arme warmte, de productie van waterstof, het afvangen en permanent opslaan van koolstofdioxide, het afvangen en gebruik van koolstofdioxide en de productie van geavanceerde hernieuwbare brandstof en mededeling van meetgegevens omtrent koolstofdioxide-arme warmte, waterstof, koolstofdioxide, geavanceerde hernieuwbare brandstof of de gebruikte elektriciteit;

  • c. Dat u, in het geval dat één van de zaken zoals door u aangegeven bij de vragen 2, 3, 4 of 5 verandert, hiervan vooraf melding maakt door dit formulier opnieuw in te vullen en te doen toekomen aan het meetbedrijf;

  • d. Dat u deze verklaring naar waarheid heeft ingevuld.

6. Ondertekening aanvrager (producent)

Plaats:..........

Datum:..........

Handtekening aanvrager:..........

Let op! Maak een kopie van deze ingevulde verklaring voor eigen gebruik.

Ruimte voor opmerkingen producent:

7. Ondertekening meetbedrijf

Plaats:..........

Datum:..........

Naam meetbedrijf:..........

Handtekening meetbedrijf:..........

Ruimte voor opmerkingen meetbedrijf:

N

Bijlage 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘behorende bij de artikelen 7e, 7f en 7j’ vervangen door ‘behorende bij de artikelen 7e, 7f en 7k’.

2. In onderdeel 2.2, subonderdeel h, wordt ‘NEN-EN 1434-2:2007’ vervangen door ‘NEN-EN 1434-2:2015+A1:2018’.

3. In onderdeel 2.4 wordt na ‘geavanceerde hernieuwbare brandstof’ ingevoegd ‘of gebruikte elektriciteit voor de productie van koolstofdioxide-arme warmte in een hybride glasoven’.

4. In paragraaf 4 4 wordt aan het slot een subparagraaf toegevoegd, luidende:

Productie van koolstofdioxide-arme warmte door middel van elektriciteit in een hybride glasoven

  • 4.22. De productie wordt gemeten met (een) meter(s) die voldoe(t)(n) aan de criteria gesteld in de Meetcode Elektriciteit.

  • 4.23 Alle hoeveelheden elektriciteit worden bepaald met een meetinrichting die voldoet aan de bepalingen met betrekking tot de nauwkeurigheidseisen die de Meetcode Elektriciteit stelt voor een meetinrichting op een aansluiting.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 april 2022

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

TOELICHTING

1. Inleiding

Onderhavige regeling wijzigt de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie (hierna: de regeling). De wijzigingen houden verband met de geplande openstelling op 28 juni 2022 van de subsidies onder het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie (hierna: Besluit SDEK). Bij de openstelling van de SDE++ in de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie en klimaattransitie 2022 worden enkele nieuwe technieken ter vermindering van broeikasgas gestimuleerd, welke ook wijzigingen in de regeling vereisen. Deze wijzigingsregeling voorziet daarin. Daarnaast wijzigt deze enkele andere onderdelen van de regeling, waaronder de indieningseisen voor bepaalde categorieën.

2. Toelichting op de wijzigingen

2.1 Wijzigingen in begripsbepalingen (artikel I, onderdeel A)

Naast het schrappen van enkele verouderde begrippen wordt het begrip ‘nuttig aangewende koolstofdioxide’ verduidelijkt. Het gaat niet alleen om de inzet van koolstofdioxide in de tuinbouwkassen, maar ook om inzet in het productieproces in die tuinbouwkassen. Hiermee wordt het gebruik van fossiele brandstoffen voor koolstofdioxidebemesting voorkomen, wat leidt tot de reductie van koolstofdioxide.

Verder wordt een begripsbepaling toegevoegd van het begrip ‘productie-uren’. Dit is nodig in verband met de komende openstelling van de SDE++ in 2022. Bepaalde categorieën productie-installaties mogen niet meer dan een maximum aantal productie-uren draaien. Onderdeel F van onderhavige wijzigingsregeling gaat hierop in.

2.2 Bijlagen bij aanvraag (artikel I, onderdeel B)

Op grond van het huidige artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de regeling wordt de aanvraag van de vergunning krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht vereist. Deze vergunningsaanvraag omvat echter zeer omvangrijke bijlages die voor de beoordeling van de subsidieaanvraag niet van bepalend belang zijn. Daarom is gekozen om de eis te laten vervallen. Waar de vergunningaanvraag en bijlagen bij de beoordeling van de subsidieaanvraag wel nodig zijn, kunnen deze ook afzonderlijk tijdens die beoordeling opgevraagd worden.

2.3 Draagkracht dakconstructie en gedetailleerde tekening op schaal (artikel I, onderdelen C en D)

Voor productie-installaties voor de productie van hernieuwbare elektriciteit of warmte of koolstofdioxide-arme warmte door middel van fotovoltaïsche panelen, zonthermie of PVT wordt een verklaring over de draagkracht van de constructie (bij plaatsing op dak of gevel) geëist. Dit wordt geregeld in het nieuwe onderdeel o bij het eerste lid van artikel 2b. Nu blijkt bij projecten met een subsidiebeschikking soms dat het dak qua constructie niet geschikt is voor de beoogde productie-installatie. Met de verklaring wordt geborgd dat dit aan de voorkant is gecontroleerd. Hierdoor wordt voorkomen dat subsidie wordt verleend aan projecten, die uiteindelijk vanwege de dakconstructie niet kunnen worden gerealiseerd. De verklaring van een constructeur over de belastbaarheid van het dak of de gevel wordt gemaakt volgens het Bouwbesluit 2012 en dient te worden verstrekt met gebruikmaking van het middel dat door de minister beschikbaar wordt gesteld. Dit middel wordt beschikbaar gesteld op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO).

In verband hiermee wordt ook artikel 2a, zevende lid, onderdeel b, aangepast. RVO kan daarmee extra informatie vragen over de kosten, zoals kosten voor dakversteviging en dakrenovatie. Als de constructeur aangeeft dat de constructie moet worden aangepast, is de aanvrager bekend met deze kosten en moet die deze meenemen in de haalbaarheid van het project.

Verder wordt artikel 2b, onderdeel h, aangepast zodat RVO zich op basis van een gedetailleerde tekening op schaal een beeld kan vormen over de haalbaarheid van de aanvraag om subsidie voor productie-installaties voor de productie van hernieuwbare elektriciteit of warmte of koolstofdioxide-arme warmte door middel van fotovoltaïsche panelen, zonthermie of PVT.

2.4 Overzicht kosten na één jaar (artikel I, onderdeel E, subonderdeel 1)

De minister stelt een middel ter beschikking om het overzicht zoals bedoeld in artikel 3, derde lid, te sturen, te vinden op de website van RVO. Dit is reeds bestaande praktijk, maar was nog niet in deze regeling opgenomen.

2.5 Toets passende stimulering (artikel I, onderdeel E, subonderdeel 2)

Overstimulering door middel van het verstrekken van te veel subsidie dient voorkomen te worden volgens de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie 2022 (PbEU 2022/C 80/01). Dit speelt met name voor technieken waarbij in Nederland nog weinig ervaring is opgedaan en waar een relatief grote variatie in projecten zichtbaar is. Om deze vorm van overstimulering te voorkomen, toetst de minister of sprake is van overstimulering met de zogenoemde toets passende stimulering. Deze is ook in punt 58 van de goedkeuringsbeschikking van de Europese Commissie (State Aid SA.100461 (2021/N) – The Netherlands Broadening of the SDE++ scheme 15 december 2021) opgenomen. De productie van koolstofdioxide-arme warmte met een industriële warmtepomp met 3.000 vollasturen en de productie van hernieuwbare elektriciteit waarvoor via verlengde levensduur opnieuw subsidie is gegeven, worden altijd getoetst, ook als geen sprake is van andere steun, en worden zodoende in het zevende lid toegevoegd.

2.6 Opdrachten voor de levering van onderdelen voor de bouw (artikel I, onderdelen E, subonderdeel 3, en J)

Voor alle categorieën geldt op basis van artikel 3, eerste lid, van de regeling dat de opdrachten voor de levering van onderdelen voor de bouw binnen 18 maanden moet plaatsvinden. Artikel 3, negende lid, regelt de uitzondering hierop, welke met deze wijzigingsregeling wordt uitgebreid. De uitzondering geldt niet meer alleen voor de afvang en de permanente opslag van koolstofdioxide en de afvang en het gebruik van koolstofdioxide maar ook voor geothermie. Ook wordt voor die categorieën de periode verlengd naar 36 maanden. Dit alles geldt alleen voor aanvragen vanaf 2022, wat wordt geborgd in het nieuwe artikel 14h, eerste lid. De reden hiervan is dat de realisatietermijnen voor deze categorieën in de Regeling aanwijzing categorieën stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie 2022 ruimer zijn geworden, waardoor projecten ook gerealiseerd kunnen worden als de opdracht voor de levering van onderdelen voor de bouw op een later moment (binnen 36 maanden) wordt gegeven.

2.7 Aanvullende gegevens meetrapport waterstof met aansluiting op het elektriciteitsnet en elektroboiler (artikel 1, onderdelen F en J)

In artikel 7g, eerste lid, van de regeling wordt reeds een maandelijks meetrapport voorgeschreven. Voor aan aantal categorieën geldt voor eerst in de Regeling aanwijzing categorieën stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie 2022 een maximaal aantal toegestane productie-uren. In deze wijzigingsregeling wordt daarom geregeld dat hierover op maandbasis in het meetrapport moet worden gerapporteerd. Op deze manier kan door RVO worden gecontroleerd of deze voorwaarde niet wordt overschreden. Aanvullend moeten voor productie-installaties voor de productie van waterstof door middel van elektrolyse met aansluiting op het elektriciteitsnet eveneens de meetgegevens van de in- en uitgaande energiestromen onderdeel zijn van het meetrapport. Deze verplichtingen geldt op grond van artikel 14h, tweede lid, voor aanvragen vanaf 2022.

2.8 Meetketen hybride glasoven (artikel I, onderdelen G, subonderdeel 2, M en N)

Met een hybride glasoven wordt glas geproduceerd. Op basis van deze output kan niet goed worden gemeten hoeveel er is geproduceerd en welke combinatie van elektriciteit en gas hiervoor is gebruikt. De hoeveelheid productie die voor subsidie in aanmerking komt, wordt daardoor bepaald door alle ingaande energiestromen te meten.

Bijlage 8 en 9 zijn aangepast aan de nieuwe categorie hybride glasoven. Bijlage 8 wordt in verband met de leesbaarheid volledig vervangen. Met de aanpassingen van bijlage 9 wordt geregeld dat de hoeveelheden elektriciteit worden bepaald met een meetinrichting die voldoet aan de bepalingen met betrekking tot de nauwkeurigheidseisen die de Meetcode Elektriciteit stelt voor een meetinrichting op een aansluiting.

2.9 Meten bij restwarmte met warmtepompsysteem (artikel I, onderdeel G, subonderdeel 3)

Ter verduidelijking is bepaald dat bij een productie-installatie voor restwarmte met een warmtepompsysteem de productie wordt gemeten bij de uitgang van de warmtepomp.

2.10 Meetketen waterstof met een directe lijn met een wind- of zonnepark (artikel I, onderdeel H)

In 2022 wordt de SDE++ voor het eerst opengesteld voor de productie van waterstof door middel van elektrolyse voor een directe aansluiting op een wind- of zonnepark. Doordat er een directe link is met de productie van hernieuwbare elektriciteit, is het mogelijk om de meetketen in te richten op basis van garanties van oorsprong. De onderliggende regelgeving over de uitgifte van garanties van oorsprong wordt nader vormgegeven in de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong. De hoeveelheid kWh aan garanties van oorsprong bepaalt de hoeveelheid waterstof die voor subsidie in aanmerking komen.

2.11 Verrekening teveel betaalde voorschotten (artikel I, onderdeel I)

In artikel 8, vierde lid, van de regeling is reeds geregeld dat teveel betaalde voorschotten kunnen worden verrekend met de te betalen voorschotten, voor wat betreft voorschotten betaald tot en met 2012. Met onderdeel I van deze wijzigingsregeling wordt de beperking tot betaald voorschotten tot en met 2012, opgeheven. Hiermee kan het vooraf verrekenen van teveel betaalde voorschotten ook worden toegepast in de huidige voorschotverlening, wat nodig wordt geacht in verband met de actuele stijging van de energieprijzen in Nederland. In plaats van dat de producent bijvoorbeeld twee maanden geen voorschot krijgt, kan de minister bepalen dat hij vier maanden lang de helft van het voorschot krijgt, zodat het te veel verkregen budget wel in mindering wordt gebracht, maar over een langere periode. Zo wordt voorkomen dat te veel betaalde bedragen tot hoge bedragen kunnen oplopen. Dit kan er in die gevallen toe leiden dat de tijd dat geen voorschotten meer worden betaald dusdanig lang wordt, dat het financiële problemen kan opleveren voor bedrijven. De verrekening van de te veel betaalde bedragen kan over een langere periode worden gespreid, waardoor producenten minder snel in de problemen komen. Daarbij kan RVO bepalen welke voorschot passend is, als evenwicht tussen het belang van de producent en de overheid.

2.12 Bijlagen 1 en 5 (artikel I, onderdelen K en L)

De bijlagen 1 en 5 zijn integraal vervangen vanwege de benodigde actualisatie van verouderde begrippen, zoals het Besluit stimulering duurzame energieproductie dat inmiddels het Besluit stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie is. Er zijn geen inhoudelijke wijzigingen beoogd.

3. Regeldruk

In 2020 is in de toelichting van het Besluit SDEK, waarop onderhavige regeling is gebaseerd, zeer uitgebreid ingegaan op de administratieve lasten van de SDE++ (Stct. 2020, 340). Deze wijzigingsregeling betreft aanpassing van de regeling die verband houden met de mogelijkheid om subsidie aan te vragen in 2022 en de regeldruk moet daarom in samenhang worden gezien met de parallelle invoering van de Regeling aanwijzing categorieën stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie 2022.

Op grond van de Regeling aanwijzing categorieën stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie 2022 zullen er subsidieaanvragen worden ingediend voor in complexiteit en investeringsbedrag zeer uiteenlopende projecten. Het bepalen van de administratieve lasten verbonden aan die regeling is alleen mogelijk door van in omvang gemiddelde projecten uit te gaan. Relevant daarbij is dat het openstellingsbudget fors hoger is dan in eerdere jaren.

Kenmerkend is dat er voor een lange periode subsidie (veelal voor vijftien jaar) wordt verleend. Een producent doet eenmaal een subsidieaanvraag en ontvangt vervolgens voor vele jaren subsidie. De administratieve lasten bestaan uit eenmalige kosten die gemaakt worden voor het indienen van een subsidieaanvraag en uit jaarlijkse kosten gedurende de subsidieperiode. De administratieve lasten zullen zich daarom concentreren in het jaar van aanvraag van de subsidie.

De kosten voor het indienen voor een subsidieaanvraag bestaan uit het invullen van een digitaal aanvraagformulier en het verzamelen van de benodigde verplichte bijlagen, zoals verleende vergunningen en een haalbaarheidsstudie. De bijlagen zelf zijn vaak niet alleen benodigd voor het indienen van de subsidieaanvraag, maar behoren ook bij de projectvoorbereiding zelf en zijn noodzakelijk om een project te kunnen realiseren. Ook een haalbaarheidsstudie is gangbaar bij een goede voorbereiding van een project. In die zin is er voor de haalbaarheidsstudie vooral sprake van meerkosten na te gaan of alle verplichte onderdelen van de haalbaarheidsstudie die zijn vereist, aanwezig zijn. Om dit te vergemakkelijken biedt RVO een standaard format aan. In 2022 wordt er een rapport over de dakconstructie bij zon-op-dak verplicht gesteld. Bij deze techniek is het aantal uur dat nodig is voor een aanvraag verhoogd van 10 naar 14 uur.

RVO stuurt jaarlijks een onderbouwde berekening over voorschot en bijstelling. In de lastenberekening is tijd opgenomen voor partijen om hiervan kennis te nemen.

Op basis van de aanvragen die in de vorige openstellingsronde van de SDE++ zijn ingediend, zijn de verwachte administratieve lasten van deze openstellingsronde als opgenomen in onderstaande tabel. Hierbij wordt uitgegaan van een uurtarief van € 60, waarbij bij de aanvraag eenmalig tien tot veertien uur tijd nodig is en er voor de jaarlijkse verplichtingen vier uur per jaar (of twee uur bij aanvragen voor zon-pv) nodig zijn.

Categorie

aantal aanvragen

Gemiddelde uitval projecten

Goedgekeurde aanvragen

EENMALIG

PER JAAR

JAARLIJKS TOTAAL

Hernieuwbare elektriciteit

3.045

20%

80%

7.662.000

296.640

4.449.600

Hernieuwbaar gas

15

20%

80%

159.000

2.880

34.560

Hernieuwbare warmte

20

20%

80%

212.000

3.840

48.960

CO2-arme warmte

75

20%

80%

796.200

14.400

216.000

CO2-arme productie

45

20%

80%

484.200

8.640

123.840

Totaal van projecten

3.200

   

9.273.400

326.400

4.827.960

Gezien het beschikbare subsidiebudget van € 13.000.000.000,- wordt opengesteld, gaat het om 0,11% van het subsidiebudget. Dit percentage regeldruk is lager dan de vorige openstelling van de SDE++ in 2021 in verband met het hogere openstellingsbudget (toen was dit 0,27% bij een openstellingsbudget van € 5.000.000.000,-).

Overigens is windenergie op zee buiten beschouwing gelaten in de berekening van de regeldruk, omdat er op dit moment alleen subsidieloze tenders worden opengesteld. Deze wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers, omdat zij naar verwachting geen projecten met subsidie krachtens het Besluit SDEK zullen uitvoeren.

Onderhavige wijzigingsregeling is aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) voorgelegd. ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

4. Technische voorschriften

Deze wijzigingsregeling is gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen ter voldoening aan artikel 5, eerste lid, van richtlijn 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (codificatie) (PbEU 2015, L 241). Het gaat hier om technische specificaties of andere eisen die verbonden zijn met fiscale of financiële maatregelen. Hiervoor geldt op grond van artikel 7, vierde lid, van de richtlijn 2015/1535 geen standstill-termijn.

5. Vaste verandermomenten

Deze wijzigingsregeling treedt in werking op 1 juni 2022. Dat is niet in lijn met het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten. Ook wordt afgeweken van de termijn van twee maanden tussen publicatiedatum en tijdstip van inwerkingtreding. Deze afwijkingen zijn nodig omdat de eerste fase van openstelling reeds op 28 juni 2022 is voorzien, wat belangrijk is voor het halen van de doelstelling omtrent de reductie van CO2, en omdat vanwege de benodigde voorbereiding en afstemming voor deze regeling eerdere publicatie niet mogelijk was.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Naar boven