Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 september 2021, nr. 2021-0000063178, tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering ventilatie in scholen in verband met de verhoging van het uitkeringsplafond en het openen van een nieuwe aanvraagronde

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering ventilatie in scholen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het plafond voor het totaal van aanvragen voor specifieke uitkeringen bedraagt € 197.217.000.

2. Het derde lid vervalt.

B

In artikel 7, tweede lid, wordt aan het slot toegevoegd ‘en van 1 oktober 2021 tot en met 31 januari 2022’.

C

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘1 januari 2022’ vervangen door ‘31 augustus 2022’ en wordt ‘31 december 2023’ vervangen door ‘31 augustus 2024’.

2. In het tweede lid wordt ‘op 30 juni 2024’ vervangen door ‘op 28 februari 2025’.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De in een beschikking, gegeven op grond van deze regeling vóór 1 september 2021, opgenomen uiterste datums voor het starten en het afronden van de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, worden als ‘31 augustus 2022’ respectievelijk ‘31 augustus 2024’ gelezen.

D

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a vervalt ‘of’.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door ‘; of’ wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. er voor een project als bedoeld in artikel 4, eerste lid, reeds een specifieke uitkering op basis van deze regeling is verstrekt.

E

In artikel 14 wordt ‘1 juli 2024’ vervangen door ‘28 februari 2025’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

1. Inhoud van deze regeling

Deze regeling verhoogt het uitkeringsplafond van de Regeling specifieke uitkering ventilatie in scholen (hierna: SUViS) en opent een nieuwe aanvraagronde voor deze uitkeringen van 1 oktober 2021 tot en met 31 januari 2022. De SUViS voorziet in het verstrekken van specifieke uitkeringen aan gemeenten voor projecten betreffende het verbouwen van bestaande schoolgebouwen in het funderend onderwijs waarin in ieder geval noodzakelijke en energiezuinige maatregelen worden getroffen om het binnenklimaat te verbeteren. Hieronder vallen ook maatregelen met betrekking tot ventilatie van schoolgebouwen.

Het uitkeringsplafond van de SUViS is opgehoogd met een bedrag van € 98.500.000. Het kabinet heeft besloten deze middelen vanuit 2023 naar voren te halen. De middelen zijn een onderdeel van het totale budget van € 360.000.000 dat beschikbaar is gesteld voor het verbeteren van ventilatie op scholen1.

Daarnaast is met deze regeling de looptijd van de projectperiode aangepast. Een project waarvoor een uitkering wordt verleend dient uiterlijk 31 augustus 2022 aan te vangen en uiterlijk 31 augustus 2024 afgerond te zijn. Ook voor aanvragen die reeds beschikt zijn is de projectperiode aangepast. Een deel van de ontvangende gemeenten heeft aangegeven dat de beoogde aanvangsdatum niet gehaald wordt. De achterliggende reden hiervan zijn de volle orderportefeuilles binnen de utiliteitsbouwsector en wachtlijsten die op kunnen lopen tot ruim 10 maanden, terwijl scholen vooral gedurende schoolvakanties de mogelijkheid hebben om maatregelen uit te laten voeren. De overige randvoorwaarden in de SUViS blijven ongewijzigd en van toepassing op aanvragen die worden ingediend in de tweede aanvraagperiode.

Aanleiding voor het aanpassen van de regeling op de voorgestelde wijze betreft het debat gevoerd in de Tweede Kamer op 14 juli 2021 over de ontwikkelingen rondom het coronavirus. Tijdens dit debat is de ventilatie van scholen nadrukkelijk aan bod gekomen. Bij het debat is door Kamerleden Westerveld en Kuiken een motie ingediend, welke is aangenomen2. De motie verzoekt de regering om 260 miljoen euro voor ventilatie van scholen, die nu gereserveerd staat voor 2022 en 2023, extra beschikbaar te maken voor dit jaar en om urgentie te betrachten in het oplossen van ventilatieproblemen bij scholen. De motie roept verder op deze zomer al extra inzet hierop te plegen. Deze regeling betreft uitvoering van deze motie. Het geld dat niet beschikbaar komt via de huidige SUViS zal worden gebruikt voor een vervolgregeling.

Door het ophogen van het uitkeringsplafond van de SUViS en het opnieuw openstellen van een aanvraagronde komt extra geld beschikbaar voor gemeenten en (via de gemeente) schoolbesturen om projecten met betrekking tot het verbeteren van de ventilatie in schoolgebouwen uit te voeren. Het betreft slechts een uitbreiding van de eenmalige uitkering op basis van de SUViS, er is daarom geen sprake van een nieuwe eenmalige uitkering voor reeds ingediende projecten.

De eerste aanvraagronde voor uitkeringen op grond van de SUViS is op 4 januari 2021 opengesteld en op 30 juni 2021 gesloten. Gemeenten hebben intensief gebruik gemaakt van deze mogelijkheid, waardoor de aanvragen het plafondbedrag van € 98.717.000 ruimschoots hebben overstegen. Een aantal binnengekomen aanvragen zijn zodoende niet meer beoordeeld en beschikt door Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (hierna: RVO). Het sluiten van de regeling op 30 juni 2021 heeft er daarnaast toe geleid dat een groot aantal aanvragen die wel in voorbereiding waren niet meer zijn ingediend. Door de aanvraagperiode nu opnieuw open te stellen krijgen gemeenten die een aanvraag in voorbereiding hadden of nog niet gedaan hadden alsnog de mogelijkheid om een aanvraag te doen. Gemeente die reeds voor 30 juni een aanvraag hadden ingediend, maar geen specifieke uitkering konden ontvangen vanwege overschrijding van het plafond, kunnen ook gebruik maken van het nieuwe budget.

2. Verhouding tot hoger recht

Deze regeling is gebaseerd op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet. Dat artikellid geeft de grondslag voor het stellen van regels over de verstrekking van eenmalige specifieke uitkeringen. Deze regeling geeft geen nieuw kader voor een specifieke uitkering, maar sluit aan bij de eenmalige specifieke uitkering die op grond van de SUViS verleend kan worden. Er is zodoende geen sprake van een nieuwe eenmalige specifieke uitkeringsregeling of een tijdelijke uitkering (artikel 17, derde lid, Financiële-verhoudingswet). Omdat dezelfde voorwaarden van toepassing zijn, kunnen projecten dan ook niet voor een tweede keer gesubsidieerd worden.

3. Administratieve en bestuurlijke lasten

Een aanvraag kan worden ingediend op de website van de RVO. Voor een toelichting op de administratieve lasten voor het doen van de aanvraag wordt verwezen naar de toelichting bij de SUViS.3 De bestuurlijke lasten voor RVO voor het uitvoeren van deze regeling bedragen € 1.500.000.

4. Uitvoering en handhaving

De regeling wordt uitgevoerd RVO in naam van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De aanvragen worden op volgorde van binnenkomst in behandeling genomen om toekenning zo spoedig mogelijk te laten plaatsvinden. De maximale beoordelingstermijn van de aanvraag is acht weken na ontvangst van de aanvraag door RVO, mogelijk eenmalig te verlengen met acht weken, maar gestreefd wordt deze termijn zoveel korter te laten zijn als mogelijk. De beoordeling zal door de RVO worden uitgevoerd.

Na verstrekking van de uitkering wordt door de gemeenten verantwoording afgelegd via de ‘single information, single audit’-systematiek (SiSa). Dit betekent dat de verantwoording verloopt via de jaarrekening van de gemeente en via SiSa geleverd wordt aan RVO. RVO kan aan de hand van die informatie de uitkering achteraf vaststellen of, indien van toepassing, handhaven op eventuele overtreding van de voorwaarden in de SUViS of beschikking.

5. Consultatie en advies

Deze regeling is niet openbaar geconsulteerd en evenmin voorgelegd aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR), omdat er geen gevolgen te verwachten zijn voor burgers en bedrijven en de regeling geen administratieve lasten met zich meebrengt.

Eerder hebben de PO-Raad, de VO-raad en de VNG bij de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media aandacht gevraagd voor signalen uit het veld over de SUViS-regeling. Deze signalen focussen zich met name op de reikwijdte van de regeling en de wijze cofinanciering. Deze signalen zullen worden meegenomen bij de inrichting van een vervolgregeling op de SUViS.

6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking de dag na publicatie ervan in de Staatscourant, waardoor wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en de minimuminvoeringstermijn. Hiertoe is besloten omdat een spoedige openstelling van een tweede aanvraagronde en verhoging van het plafond nodig zijn om de aanvragen tijdig te kunnen beoordelen en gemeenten hun projecten binnen de daartoe gestelde tijd te kunnen laten uitvoeren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Brief regering 2020, nr. 31293-555

X Noot
2

Motie Tweede Kamer 2021, nr. 25295-1368

Naar boven