Regeling van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 25 augustus 2021, nr. PO/29012923, houdende wijziging van de Subsidieregeling uitvoering convenanten lerarentekort PO G5 in verband met de beschikbaarstelling van een aanvullend subsidiebedrag in verband met een loon- en prijsbijstelling voor het kalenderjaar 2021

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling uitvoering convenanten lerarentekort PO G5 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In aanvulling op het eerste lid zijn voor de schooljaren 2021-2022, 2022-2023 en 2023-2024 per G5-gemeente de volgende aanvullende bedragen beschikbaar:

    Gemeente

    Beschikbaar bedrag

    Amsterdam

    € 706.062

    Rotterdam

    € 565.974

    Den Haag

    € 419.292

    Utrecht

    € 236.421

    Almere

    € 160.251

B

Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a. Aanvragen aanvullend bedrag

  • 1. Aanvragen voor subsidie ten laste van het aanvullende bedrag, bedoeld in artikel 4, tweede lid, kunnen door de penvoerder worden ingediend van 1 september 2021 tot en met 1 oktober 2021.

  • 2. De aanvraag gaat vergezeld van een begroting met daarin een korte beschrijving van de te subsidiëren activiteiten, die aansluiten op de activiteiten die zijn opgenomen in het convenant, ten aanzien waarvan artikel 3.5 van de Kaderregeling van overeenkomstige toepassing is.

  • 3. Artikel 3, derde lid, is niet van toepassing op de aanvullende subsidie.

C

Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a. Vaststelling, uitbetaling en verantwoording subsidie aanvullend bedrag

  • 1. De subsidie wordt uiterlijk binnen dertien weken na 1 oktober 2021 direct vastgesteld.

  • 2. De minister betaalt de subsidie in gelijke delen per jaar uit, en volgt daarbij de volgende verdeling:

    Gemeente

    Maximaal uit te betalen bedrag per jaar in 2021, 2022 en 2023

    Amsterdam

    € 235.354

    Rotterdam

    € 188.658

    Den Haag

    € 139.764

    Utrecht

    € 78.807

    Almere

    € 53.417

  • 3. De betaling voor 2021 geschiedt direct na de vaststelling van de subsidie. In 2022 en 2023 wordt het desbetreffende bedrag in september betaald.

  • 4. De penvoerder neemt vanaf 2022 de aanvullende subsidie mee in de, in artikel 7, vierde lid, bedoelde monitor en zelfevaluatie.

  • 5. Artikel 7, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing op de aanvullende subsidie.

  • 6. De verantwoording van de aanvullende subsidie geschiedt tezamen met de subsidie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs met model G, onderdeel 1, zoals bedoeld in richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving.

  • 7. Als de activiteiten zijn uitgevoerd en aan de verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten passend bij het doel zoals beschreven in artikel 2 van het desbetreffende convenant.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van de Subsidieregeling uitvoering convenanten lerarentekort PO G5 (hierna: de subsidieregeling) is subsidie verstrekt aan vijf bevoegd gezagsorganen, gevestigd in een G5-gemeente en optredend als penvoerder, voor de uitvoering van de maatregelen, bedoeld in artikel 3 van het convenant dat voor die G5-gemeente gesloten is, en de daarbij horende resultaten en de gemaakte afspraken, bedoeld in de artikelen 4 en 5 van het convenant dat voor die G5-gemeente gesloten is.

Met de 1e Suppletoire Wet 2021 is voor de subsidieregeling voor 2021 een loon- en prijsbijstelling (LPO) toegekend. Met deze regeling wordt, om die LPO een plaats te geven in de subsidieregeling, per gemeente een aanvullend subsidiebedrag beschikbaar gesteld. Voor deze aanvullende subsidie kan door de betreffende penvoerders in 2021 een subsidieaanvraag worden ingediend bij DUS-I.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Aan artikel 4 van de subsidieregeling wordt een nieuw lid toegevoegd, dat per G5-gemeente een aanvullend subsidiebedrag beschikbaar stelt. Met de beschikbaarstelling van dit aanvullende subsidiebedrag wordt de LPO voor de subsidieregeling, alsmede voor de Subsidieregeling zij-instroom PO G5, verwerkt voor de hele looptijd van de subsidie. Om de administratieve lasten voor de G5-gemeenten zo laag mogelijk te houden, wordt de LPO van beide regelingen (dus ook de LPO van de Subsidieregeling zij-instroom PO G5) verwerkt in deze subsidieregeling. Dit betekent dat het aanvullende subsidiebedrag hoger is dan het LPO-bedrag dat uitsluitend voor de subsidieregeling was bedoeld. Het samenvoegen van de LPO in één regeling is mogelijk doordat in de convenanten zij-instroom ook als activiteit is opgenomen.

Het bedrag is over de G5-gemeenten verdeeld op basis van het aantal leerlingen, het geraamde tekort en benodigde middelen voor de uitvoering van het noodplan. Deze systematiek is ook gebruikt in de subsidieregeling. Voor het aanvullende subsidiebedrag wordt geen cofinanciering vanuit de besturen en gemeente gevraagd.

Artikel I, onderdeel B

De penvoerder van elke G5-gemeente kan vóór 1 oktober 2021 voor het aanvullende bedrag een subsidieaanvraag indienen met een begroting met daarin een korte beschrijving van de te subsidiëren activiteiten, die aansluiten op de activiteiten die zijn opgenomen in het convenant. Deze planning past bij de systematiek van de subsidieregeling, omdat voor 1 oktober de zelfevaluatie en eventuele aanpassingen in de maatregelen uit de convenanten bij DUS-I ingediend moeten worden. De verantwoording van deze aanvullende bedragen loopt mee in de verantwoording op basis van de subsidieregeling.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven