Autorisatiebesluit voor de Dopingautoriteit, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum 21 juli 2021

Kenmerk 2021-0000340544

In het verzoek van 15 juni 2021, met het kenmerk 2021-0000328954, heeft de Dopingautoriteit verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met het uitvoeren van de taken als omschreven in artikel 5 lid 1 van de Wet uitvoering antidopingbeleid.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de Dopingautoriteit:

de Dopingautoriteit als bedoeld in artikel 4 van de Wet uitvoering antidopingbeleid;

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

k. de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens:

de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

l. de Wuab;

de Wet uitvoering antidopingbeleid;

m. Nationaal Dopingreglement:

dopingreglement als bedoeld in artikel 1 van de Wuab;

n. sporter:

sporter als bedoeld in artikel 1 van de Wuab, die uitkomt op nationaal niveau B;

o. nationaal niveau B:

seniorenniveau van nationale competities, wedstrijden, evenementen, kampioenschappen of andere nationale categorieën, ongeacht of het een team- of individuele sport betreft, onder het nationale topniveau. De Dopingautoriteit legt in het Nationaal Dopingreglement periodiek vast wat er precies onder nationaal niveau B valt;

p. begeleider:

begeleider van een sporter als bedoeld in 2, onderdeel 5, van het Internationaal verdrag tegen doping in de sport, Parijs, 19-10-2005.

Paragraaf 2. De verstrekking van gegevens op verzoek aan de Dopingautoriteit

Artikel 2

  • 1. Aan de Dopingautoriteit wordt op haar verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

  • 2. De Dopingautoriteit verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit, indien de verstrekking van gegevens noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taken zoals omschreven in artikel 5 lid 1 van de Wuab, en het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over:

    • a. de ingeschrevene die een sporter is;

    • b. de ingeschrevene die een begeleider van een sporter is.

  • 3. Aan de Dopingautoriteit worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de Dopingautoriteit bij haar verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Paragraaf 3. Overige verstrekkingen aan de Dopingautoriteit

Artikel 3

  • 1. De verstrekking van gegevens aan de Dopingautoriteit die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 2. Indien aan de Dopingautoriteit gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

  • 3. Bij de afvoering van een persoonslijst uit de basisregistratie personen worden aan de Dopingautoriteit indien de code “fout” als omschrijving reden opschorting bijhouding op de persoonslijst is vermeld en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld, de volgende gegevens verstrekt:

    • a. A-nummer persoon;

    • b. omschrijving reden opschorting bijhouding;

    • c. datum opschorting bijhouding.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 4

  • 1. De Dopingautoriteit verstrekt aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Dopingautoriteit;

    • b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Dopingautoriteit;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van de Dopingautoriteit.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 augustus 2021.

Het besluit en de bijlage bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

’s-Gravenhage, 21 juli 2021

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, F.G.A M. Jacob Directeur Uitvoering Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.01.20

Burgerservicenummer persoon

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predicaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.61.10

Aanduiding naamgebruik

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.02.40

Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.10.10

Functie adres

08.11.10

Straatnaam

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

Overige verstrekkingen

Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden.

Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan melding gedaan.

Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen onder meer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst mee verstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, mee verstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

3. De Dopingautoriteit

Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van het bestuur van de Dopingautoriteit (in deze toelichting genoemd: de Dopingautoriteit).

De Dopingautoriteit is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1. 1, onder t, van de Wet BRP.

3.1. Taken van de Dopingautoriteit

De Dopingautoriteit is een zelfstandig bestuursorgaan, dat in de Wet uitvoering antidopingbeleid is aangewezen als de nationale antidopingorganisatie van Nederland. De missie van de Dopingautoriteit is het realiseren van dopingvrije sport in Nederland. De Dopingautoriteit is verantwoordelijk voor het bestrijden van doping in de sport, het uitvoeren van het dopingcontroleproces, het verzamelen en onderzoeken van informatie over mogelijke overtredingen van een dopingreglement, het geven van voorlichting over doping en andere aan de Dopingautoriteit opgedragen taken die verband houden met het bestrijden van toepassing van doping in de sport.

De wettelijke taken van de Dopingautoriteit zijn neergelegd in de Wet uitvoering antidopingbeleid en de Wereld Anti-Doping Code. Voor de feitelijke uitvoering van deze wettelijke taken is het Nationaal Dopingreglement leidend. Dit reglement wordt opgesteld door de Dopingautoriteit. Niet alleen sporters, maar ook begeleiders van sporters zijn gebonden aan dit reglement.

Het dopingcontroleproces houdt het proces tot vaststelling van een mogelijke overtreding van een dopingreglement in. In dit kader voert de Dopingautoriteit dopingcontroles uit. Deze controles vinden plaats zonder vooraankondiging aan de sporter, zodat er geen eventuele handelingen kunnen worden verricht die de kwaliteit van het monster aantasten. De Dopingautoriteit doet ook onderzoek naar mogelijke dopingovertredingen door begeleiders van sporters. Dopingovertredingen die begeleiders van sporters kunnen begaan, zijn onder meer het vertonen van opzettelijk gedrag dat het dopingcontroleproces ondermijnt, het bezit van een stof of methode die verboden is op basis van het dopingreglement en medeplichtigheid aan een dopingovertreding. Ook de controles op deze overtredingen vinden zonder vooraankondiging plaats.

De Dopingautoriteit stuurt daarnaast stukken met informatie, in verband met het dopingcontroleproces, op naar sporters. Zo heeft de Dopingautoriteit als taak de sporter te informeren dat hij/zij in de regionale testpool wordt opgenomen en dus onder toezicht van de Dopingautoriteit kan komen te staan. Daarnaast moet de Dopingautoriteit juridische stukken versturen naar sporters, bijvoorbeeld in het geval dat er door herzieningen van wet- en regelgeving een mogelijkheid is tot herziening van de schorsing van een sporter. Verder moet de Dopingautoriteit de testuitslagen van dopingcontroles versturen naar sporters. Ook neemt de Dopingautoriteit contact op met begeleiders van sporters, in verband met (hun medewerking aan) het dopingcontroleproces.

3.2. Wijzen van verstrekken aan de Dopingautoriteit

De Dopingautoriteit krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan de Dopingautoriteit vindt plaats door middel van gegevensverstrekking op verzoek. Tot de doelgroep van de Dopingautoriteit behoren zowel ingezetenen als niet ingezetenen.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan de Dopingautoriteit

De Dopingautoriteit mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit. De Dopingautoriteit mag gegevens opvragen over sporters en begeleiders van sporters.

Met sporter wordt bedoeld een sporter als bedoeld in artikel 1 van de Wuab, die uitkomt op nationaal niveau B. Met nationaal niveau B wordt bedoeld het seniorenniveau van nationale competities, wedstrijden, evenementen, kampioenschappen of andere nationale categorieën, ongeacht of het een team- of individuele sport betreft, onder het nationale topniveau. De Dopingautoriteit legt in het Nationaal Dopingreglement periodiek vast wat er precies onder nationaal niveau B valt.

3.3. Toelichting te verstrekken gegevens

Categorie 01 Persoon

De Dopingautoriteit gebruikt het gegeven “01.01.20 burgerservicenummer persoon” om koppelingen aan te leggen tussen de verschillende verstrekkingen die uit de basisregistratie personen worden ontvangen en voor een juiste identificatie van personen.

De naamgegevens worden gebruikt voor identificatie en een juiste aanschrijving van personen.

De gegevens “01.03.10 geboortedatum persoon” en “01.04.10 geslachtsaanduiding” worden gebruikt voor een juiste identificatie van personen, op het moment dat het burgerservicenummer van de persoon niet tot de beschikking van de Dopingautoriteit staat. Het gegeven “01.04.10 geslachtsaanduiding” wordt tevens gebruikt voor een juiste aanschrijving van personen.

Categorie 05 Huwelijk

Huwelijksgegevens worden gebruikt om personen op een juiste manier aan te schrijven, naar gelang het naamgebruik waarvoor zij op basis van het gegeven “01.61.10 aanduiding naamgebruik” gekozen hebben.

Categorie 06 Overlijden

Het gegeven “06.08.10” datum overlijden is nodig om te bepalen of een persoon is overleden.

Categorie 07 Inschrijving

Het gegeven “07.70.10 indicatie geheim” is nodig zodat de Dopingautoriteit weet dat een persoon bij de gemeente heeft aangegeven dat zijn of haar gegevens niet aan bepaalde derden mogen worden verstrekt. Indien dit het geval is kan de Dopingautoriteit aanvullende maatregelen treffen om de privacy van betrokkenen te waarborgen.

Categorie 08 Verblijfplaats

De adresgegevens van personen zijn nodig om personen aan te schrijven en het uitvoeren van dopingcontroles op een woonadres. Het gegeven “08.10.10 functie adres” is ook nodig bij het uitvoeren van dopingcontroles, om te bepalen of het adres een woonadres of briefadres betreft.

Buitenlandse adresgegevens zijn nodig om sporters die als niet-ingezetene staan ingeschreven, die onder de verantwoordelijkheid van de Dopingautoriteit vallen, op het buitenlandse adres aan te kunnen schrijven. Ook zijn de buitenlandse adresgegevens van sporters nodig om te kunnen verstrekken aan een buitenlandse dopingautoriteit, indien die op dat moment autoriteit over de sporter heeft en het dopingcontroleproces moet verrichten.

4. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de Dopingautoriteit tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in haar taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de Dopingautoriteit om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de Dopingautoriteit.

5. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, publicaties.rvig.nl.

Naar boven