Besluit van de Autoriteit Consument en Markt van 1 juli 2021, kenmerk ACM/UIT/556198 tot wijziging van de voorwaarden als bedoeld in artikel 31 van de Elektriciteitswet 1998 betreffende correctie van de overgangstermijn power park modules

Zaaknummer: ACM/21/052369

Herstel artikel 14.5

De Autoriteit Consument en Markt,

Gelet op artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

ARTIKEL I

De Netcode elektriciteit wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 14.5, veertiende lid, wordt gewijzigd en komt te luiden:

  • 14. Tenzij sprake is van de situatie zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Verordening (EU) 2016/631 (NC RfG), zijn de artikelen 3.19, 3.26 en 3.30, niet van toepassing op de elektriciteitsproductie-eenheden die:

    • a. voor 1 juli 2021 op het net zijn aangesloten; of

    • b. na 1 juli 2021 maar voor 1 januari 2024 op het net zijn aangesloten, indien de eigenaar voor 1 juli 2021 een definitief en bindend contract heeft gesloten voor de aankoop van het belangrijkste onderdeel van de elektriciteitsproductie-installatie en hij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet uiterlijk 30 september 2021 op de hoogte heeft gesteld van dat contract.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 juli 2021

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: M.R. Leijten bestuurslid

Als u rechtstreeks belanghebbende bent, kunt u bezwaar maken tegen dit besluit. Stuur uw gemotiveerde bezwaarschrift naar de Autoriteit Consument en Markt, Juridische Zaken, postbus 16326, 2500 BH Den Haag. Graag ontvangen wij uw bezwaarschrift binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt. In uw bezwaarschrift kunt u de Autoriteit Consument en Markt verzoeken in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter.

TOELICHTING

1 Samenvatting

  • 1. Met dit besluit wijzigt de Autoriteit Consument en Markt de Netcode elektriciteit. Dit besluit herstelt de bepaling betreffende de overgangstermijn voor power park modules in de Netcode elektriciteit. Door een tweetal codewijzigingen die onlangs genomen zijn, is er rechtsonzekerheid ontstaan, die met dit besluit wordt opgeheven.

  • 2. Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit in bezwaar.

2 Aanleiding en gevolgde procedure

  • 3. De Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) stelt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 regelgeving vast voor de energiemarkt. De Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) geeft de ACM de mogelijkheid op grond van artikel 32, tweede lid, van de E-wet de Netcode elektriciteit ambtshalve te wijzigen.

  • 4. Op 16 juli 2020 heeft de ACM een codewijzigingsbesluit over blindstroomeisen voor power park modules genomen. 1 Met dit besluit is een nieuw veertiende lid aan artikel 14.5 van de Netcode elektriciteit toegevoegd.

  • 5. Op 4 februari 2021 heeft de ACM een codewijzigingsbesluit over eisen aan HVDC systemen genomen.2 In dit besluit heeft de ACM ambtshalve artikel 14.5, veertiende lid, van de Netcode gewijzigd.

  • 6. Naar nu blijkt heeft de ACM met deze ambtshalve wijziging onbedoeld rechtsonzekerheid gecreëerd. Met dit besluit heft de ACM dit op.

  • 7. De ACM is van mening dat het voorstel geen technische voorschriften bevat bedoeld in Richtlijn 2015/1535. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aangeboden.

3 Beoordeling

3.1 Inhoudelijk

  • 8. De ACM heeft op 27 november 2018 een openbaar besluit genomen, als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Verordening (EU) 2016/631, Requirements for Generators (hierna: RfG Verordening). Hierin heeft de ACM onder andere bepaald dat power park modules die op 27 april 2019 al in bedrijf waren, als bestaand moeten worden beschouwd en daardoor niet hoeven te voldoen aan de nieuwe eisen uit de RfG Verordening. Voor deze bestaande power park modules blijven de oude voorwaarden gelden. Uit dit besluit volgt dat power park modules, die na deze datum in bedrijf zijn genomen, als nieuw moeten worden beschouwd en daardoor wel aan de RfG Verordening moeten voldoen.

  • 9. In een aanvullend besluit van 27 april 2019 over blindstroomeisen constateerde de ACM dat de blindvermogen-eisen nog niet waren vastgesteld, waardoor de situatie ontstond dat nieuwe power park modules na 27 april 2019 moeten voldoen aan de eisen uit de RfG Verordening van vóór die datum, zonder dat bekend was hoe de bepalingen over de frequentiegradiënt en het blindvermogen toen luidden. De ACM was van oordeel dat deze onduidelijkheid over de eisen in strijd was met de belangen bedoeld in artikel 36, eerste lid onderdeel h, van de E-wet en artikel 7, derde lid, onderdeel b, van de RfG Verordening. Daarom heeft de ACM een nieuwe bepaling aan artikel 14.5 van de Netcode elektriciteit toegevoegd. Hierin is bepaald dat power park modules die gestart zijn tussen 27 april 2019 en de inwerkingtredingsdatum van het besluit, niet hoeven te voldoen aan de artikelen die met ditzelfde besluit zijn vastgesteld. Wel moeten power park modules die in die periode gestart zijn, hun uitzonderingspositie aan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet melden.

  • 10. Bij nader inzien bleek deze bepaling een open einde te bevatten. De eigenaar van de elektriciteitsproductie-installatie die voor 1 juli 2021 een definitief en bindend contract heeft gesloten voor de aankoop van het belangrijkste onderdeel van de productie-installatie hoefde slechts de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet binnen een termijn van 6 maanden na het afsluiten van het contract uit de eerste volzin op de hoogte stellen van het afsluiten van dat contract, zonder daadwerkelijk tot aansluiten over te gaan. Daarmee hoefde de eigenaar van de elektriciteitsproductie-installatie ook niet aan de nieuwe blindstroomeisen te voldoen. Zolang het contract voor de betreffende datum is afgesloten en gemeld, kan de datum van aansluiting dus ver in de toekomst liggen. Dit was een ongewenste situatie.

  • 11. Met het besluit van 4 februari 2021 over eisen aan HVDC systemen heeft de ACM dit opgelost door een einddatum op te nemen, maar zich daarbij onvoldoende rekenschap gegeven van de inhoud van de vigerende bepaling. Daarmee werd onbedoeld rechtsonzekerheid gecreëerd. Eigenaren van elektriciteitsproductie-eenheden die op grond van de oude bepaling bezig waren contracten af te sluiten werden geconfronteerd met de nieuwe bepaling, waarbij het niet meer mogelijk was om na de datum van 1 juli 2021 aan te sluiten zonder aan de nieuwe eisen te moeten voldoen.

  • 12. De ACM herstelt dit door de overgangsbepaling grotendeels te herstellen, maar onder toevoeging van een datum waarvoor de eigenaar van de elektriciteitsproductie-installatie aangesloten moet zijn. Daarnaast lost de ACM de ontstane rechtsonzekerheid op door de datum waarop het contract bij de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet gemeld moest worden met twee maanden te verlengen.

3.2 Conclusie

  • 13. De ACM komt tot het oordeel dat de wijziging van deze voorwaarde niet in strijd is met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 36, eerste en tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998.

’s-Gravenhage, 1 juli 2021

Autoriteit Consument en Markt, namens deze: M.R. Leijten bestuurslid


X Noot
1

Kenmerk: ACM/18/034719.

X Noot
2

Kenmerk: ACM/UIT/543830.

Naar boven