Verkeersbesluit opheffen (brom)fietspad Zuster Rebelpad

Logo Haarlem

Nr. 2021/197197

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

gelet op de Wegenwet, de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994), het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990), het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: Uitvoeringsvoorschriften BABW).

Overwegende:

dat het Zuster Rebelpad gelegen is binnen de bebouwde kom van Haarlem;

dat het Zuster Rebelpad in beheer is bij de gemeente Haarlem;

dat het Zuster Rebelpad een weg is als bedoeld in artikel 18, lid 1 onder d van de WVW 1994;

dat gelet op dit artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze wegen;

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan het afdelingshoofd Beheer en Beleid Openbare Ruimte;

dat de gemeentelijke wegencategorisering van Haarlem is opgenomen in de Structuurvisie Openbare Ruimte (hierna: SOR);

dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijke beleid Duurzaam Veilig;

dat het Zuster Rebelpad gecategoriseerd is als erftoegangsweg binnen de bebouwde kom en de weg daarmee deel uitmaakt van het verblijfsgebied;

dat het Zuster Rebelpad in de huidige situatie is aangewezen en ingericht als verplicht (brom)fietspad;

dat het terrein ‘Sint Jacob’, gelegen aan de Boerhaavelaan, wordt herontwikkeld;

dat het Zuster Rebelpad valt binnen de grenzen van het ontwikkelgebied;

dat met een ontrekkingsbesluit het pad uit de openbaarheid zal worden ontrokken en verwijderd;

dat het verplichte (brom)fietspad, de 30 km/uur zone en de voorrangsregeling op het Zuster Rebelpad daarvoor kunnen worden opgeheven;

dat de hiervoor beschreven verkeersmaatregelen worden gerealiseerd door middel van het verwijderen van de verkeersborden A1, A2, B6 en G12A van bijlage 1 van het RVV 1990 inclusief verwijderen van wegdekmarkering;

dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen of verwijderen van de hiervoor genoemde verkeersborden en verkeerstekens een verkeersbesluit is vereist;

dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de hiervoor genoemde verkeersmaatregel strekt tot het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte aantasting van het karakter van de functie van objecten of gebieden;

dat geen van de overige in artikel 2 van de WVW 1994 genoemde belangen in het geding is bij het treffen van deze verkeersmaatregel;

dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregelen;

Het besluit:

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

- door middel van het verwijderen van de verkeersborden G12A van bijlage 1 van het RVV 1990 het verplichte (brom) fietspad op te heffen op het Zuster Rebelpad tussen de Boerhaavelaan en de Westermanstraat;

- door middel van het verwijderen van de verkeersborden A1 (begin zone 30) en A2 (eind zone 30) van bijlage 1 van het RVV 1990 de 30 km/uur zone op het Zuster Rebelpad op te heffen;

- door middel van het van het verkeersbord B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 inclusief het verwijderen van haaietanden op het wegdek de voorrangsregeling op te heffen op de fietsoversteek tussen het Zuster Rebelpad en de Boerhaavelaan;

Situatieschets:

Te verwijderen bebording en markering

Aldus vastgesteld te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,

Sylvia van Egmond

Hoofd afdeling Beheer en Beleid Openbare Ruimte

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in de Staatscourant. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in de Staatscourant bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres

vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit

niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.

Naar boven