Bestuursreglement van de Rechtbank Noord-Nederland

zoals na wijziging vastgesteld op 12 januari 2021

Vooraf: de aanleiding voor wijziging van dit reglement is de wijziging in de organisatiestructuur en – per 1 april 2021 – de inwerkingtreding van de Code Zaakstoedeling.

Artikel 1. Zittingsplaatsen en zetel van het gerechtsbestuur

De Rechtbank Noord-Nederland heeft de volgende zittingsplaatsen:

  • a. zittingsplaats Groningen, tevens zetel van het bestuur;

    Guyotplein 1, 9712 NX Groningen

  • b. zittingsplaatsen Assen en Leeuwarden (zittingsplaats met griffiefunctie);

    Brinkstraat 4, 9401 HZ Assen

    Zaailand 102, 8911 BN Leeuwarden

Artikel 2. Openingstijden griffies

De griffies van het gerecht zijn in de zittingsplaatsen Groningen, Assen en Leeuwarden geopend van maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 17.00 uur.

Artikel 3. Organisatiestructuur

Het gerecht is onderverdeeld in de navolgende organisatorische eenheden:

  • a. het bestuur;

  • b. teams bestuursrecht, teams strafrecht, teams familie en jeugd, teams handel/kanton, teams CBM, teams administratie en teams bedrijfsvoering.

Artikel 4. Indeling in kamers en vaststelling van de bezetting

  • 1. Het bestuur stelt jaarlijks per 1 januari een overzicht vast waarin wordt aangegeven welke categorieën zaken door elk van de teams worden behandeld. Het schema wordt gepubliceerd op www.rechtspraak.nl en ligt op iedere zittingsplaats van het gerecht ter inzage.

  • 2. Het bestuur stelt jaarlijks per 1 januari de bezetting van de teams vast en voorts welke teams enkelvoudige en meervoudige kamers vormen.

    Het gerecht kent enkelvoudige en meervoudige kamers voor de behandeling van zaken als bedoeld in de artikelen 46 tot en met 48 en 50 tot en met 53 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Degenen die deel uitmaken van een team dat is belast met de behandeling van zaken als bedoeld in de genoemde artikelen 46 tot en met 48 en 50 tot en met 53 van de Wet op de rechterlijke organisatie, zijn aangewezen als lid van de enkelvoudige en meervoudige kamers, bedoeld in die artikelen.

  • 3. Tussentijdse wijzigingen in het overzicht, bedoeld in het eerste lid, worden door het bestuur binnen een maand na de wijziging in het schema verwerkt.

  • 4. Teams kunnen, in afwijking van de gepubliceerde indeling, incidenteel onderscheidenlijk tijdelijk worden belast met de behandeling van een zaak of zaken uit een ander team, indien dit als gevolg van bezettingsproblemen, om opleidingsredenen, vanwege bijzondere kennis, of om enige andere reden noodzakelijk en/of nuttig wordt geoordeeld. De teamvoorzitters oefenen deze bevoegdheid uit met betrekking tot de indeling binnen hun team en doen dit gezamenlijk binnen de teams van het eigen rechtsgebied. Het bestuur is in overige gevallen bevoegd en kan zijn bevoegdheid mandateren aan teamvoorzitters.

Artikel 5. Toedeling van zaken

  • 1. Zaken worden toegedeeld volgens de door het bestuur vastgestelde zaakstoedelingsregelingen per rechtsgebied, die als bijlagen aan dit bestuursreglement zijn toegevoegd. Deze zaakstoedelingsregelingen volgen de uitgangspunten, principes en beginselen van de Code Zaakstoedeling van de Rechtspraak.

  • 2. Namens het bestuur worden in de teams roosters gemaakt. Rechters worden daarin ingedeeld afhankelijk van de omvang van hun aanstelling en de werkbelasting die met de behandeling van de onderscheiden categorieën zaken en zittingen is gemoeid.

Artikel 6. Bevordering van juridische kwaliteit en uniforme rechtstoepassing

  • 1. Het bestuur heeft het kwaliteitsbeleid van het gerecht vastgelegd in een of meer afzonderlijke documenten.

  • 2. Het bestuur bevordert de juridische kwaliteit en de uniforme rechtstoepassing en voert daartoe periodiek – en wel tenminste een maal per jaar – overleg met door de gerechtsvergadering aangewezen afvaardigingen op het terrein van de verschillende rechtsgebieden.

  • 3. Het bestuur draagt zorg voor uitvoering van de Wet gebruik Friese taal1 in het gerecht.

Artikel 7. Externe gerichtheid en externe contacten

  • 1. Het gerechtsbestuur voert een aantal keren per jaar overleg met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, het openbaar bestuur, de wetenschap of uit het bedrijfsleven, waardoor externe contacten worden verbreed en geïntensiveerd. Het versterken van de kernwaarden van de rechtspraak en het verbeteren van de eigen organisatie en bedrijfsvoering zijn daarbij relevante thema’s.

  • 2. Het bestuur overlegt periodiek – en steeds ten minste eenmaal per jaar – met in ieder geval de volgende externe overlegpartners:

    • A. de deken respectievelijk de Raad van Toezicht van de orde van advocaten in het arrondissement;

    • B. de hoofdofficier van Justitie in het arrondissement.

Artikel 8. Verantwoording

  • 1. Het bestuur besteedt in het jaarverslag, bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie, aandacht aan:

    • a. de wijze waarop het bestuur bij de beleidsvorming en de beleidsuitvoering acht heeft geslagen op hetgeen leeft in de maatschappij;

    • b. de wijze waarop het bestuur bij de beleidsvorming en de beleidsuitvoering acht heeft geslagen op hetgeen in de in lid 1 bedoelde voorziening is opgemerkt en geadviseerd.

Artikel 9. Slotbepalingen

Dit reglement is vastgesteld door het gerechtsbestuur op 12 januari 2021. Dit reglement komt in de plaats van het bestuursreglement van 25 april 2014.

Dit reglement wordt gepubliceerd in de Staatscourant en treedt in werking met ingang van 1 april 2021.

Groningen, 12 januari 2021

Het bestuur van de Rechtbank Noord-Nederland Namens deze: A.R. van der Winkel, president

De Raad voor de Rechtspraak heeft op 3 februari 2021 met dit gewijzigde Bestuursreglement ingestemd.

ZAAKSTOEDELINGSREGELING

Rechtbank Noord-Nederland – Bestuursrecht, eerste aanleg

Algemeen

  • 1. Deze regeling ziet op de toedeling van bestuursrechtzaken in Rechtbank Noord Nederland (RNN).

  • 2. In deze regeling wordt onder rechters tevens rechters-plaatsvervanger verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.

Onderscheid in en toedeling van zaken

  • 3. Binnen RNN zijn de volgende teams met de behandeling van zaken in het bestuursrecht met de volgende aandachtsgebieden belast:

    • Team 1: Studiefinanciering, Varia (inclusief Toeslagen), Omgevingsrecht, Belastingen, Aardbevingen.

    • Team 2: Sociale zekerheid, Bijstand, Ambtenaren, Vreemdelingen, Mulder.

    Voor specifieke aandachtsgebieden kunnen binnen de teams kleinere werkeenheden worden ingericht.

    Zaken die onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden aan het team / werkeenheid dat deze zaken behandelt toegedeeld. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden evenredig over de/het team(s) of de werkeenhe(i)d(en) verdeeld.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9. vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3. genoemde teams plaats door of namens de teamvoorzitter onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één team.

  • 5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.

  • 6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.

Zaken die geen toedeling op maat vergen

  • 7. Zaken die geen toedeling op maat vergen, worden aselect al dan niet via een geautomatiseerd systeem aan de rechters toegedeeld door plaatsing van de zaak op een vooraf opgesteld zittingsrooster van rechters.

Zaken die toedeling op maat vergen

  • 8. De zaken uit de navolgende zaakstromen vergen toedeling op maat:

    • Sociale voorzieningen;

    • Sociale verzekeringen;

    • Bijstand;

    • Ambtenaren;

    • Studiefinanciering;

    • Varia (inclusief toeslagen);

    • Omgevingsrecht;

    • Vreemdelingen;

    • Lokale belastingen;

    • Rijksbelastingen;

    • Aardbevingszaken;

    • Mulderzaken.

    Binnen de zaakstroom worden de zaken in beginsel aselect toegedeeld.

    In algemene zin vergen de volgende zaken ook toedeling op maat:

    • (potentieel) geruchtmakende zaken;

    • megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;

    • team- of rechtsgebied overstijgende zaken;

    • clusters van zaken;

    • vervolgzaken, daarmee worden zaken bedoeld tussen dezelfde partijen waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn;

    • zaken waarin een beroep op artikel 8:29 van de Awb wordt gedaan;

    • 8:54 en 8:55 Awb-zaken;

    • 8:55b en 8:75a zaken;

    • specialistische zaken;

    • opleidingszaken, dit zijn zaken die door bijvoorbeeld rechters in opleiding worden behandeld en specifiek daartoe worden geselecteerd;

    • spoedeisende zaken.

    Indien zaken op maat toegedeeld dienen te worden aan een combinatie van rechters uit meerdere rechtbanken, vindt toedeling aan die rechters plaats overeenkomstig de zaakstoedelingsregeling van de rechtbank die relatief competent is met betrekking tot de toe te delen zaak.

  • 9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:

    • senioriteit;

    • evenwichtige samenstelling van de combinatie;

    • ervaring met (media)druk.

    De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van een andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.

  • 10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. Voor raadsheren in opleiding, rechters in opleiding en rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.

Het roosteren en plannen van zaken

  • 11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.

  • 12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:

    • het clusteren van zaken;

    • het voegen van zaken;

    • samenhangende zaken;

    • de verhinderdata van partijen;

    • als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld;

    • prioritering van zaaksstromen;

    • doelmatigheidsoverwegingen.

Zaak volgt rechter

  • 13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval een van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste (meervoudige) mondelinge behandeling heeft/hebben gedaan. Is dat om welke reden dan ook niet (meer) mogelijk, dan wordt dit onder opgave van reden(en) en de beoogde uitspraakdatum aan partijen medegedeeld, en dan kunnen partijen vragen om een nieuwe mondelinge behandeling.

  • 14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter’ zijn:

    • Indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak.

    • Bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan het in sommige gevallen de voorkeur hebben dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt.

    • Indien een zaak naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen.

    • Indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen.

    • Bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.

Bekendmaking

  • 15. Uiterlijk twee werkdagen voor de zitting wordt de naam van de rechter die de zaak behandelt bekend gemaakt. In spoedzaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking vindt per brief dan wel op elektronische wijze plaats. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.

  • 16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld. Onder zwaarwegende redenen vallen in ieder geval:

    • i. ziekte

    • ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstig verkeersongeval e.d.)

    • iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i en ii.

  • 17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15. en 16. vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.

Verschoning

  • 18. Voor alle zaken geldt dat een rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.

  • 19. Indien de rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.

Slotbepalingen

  • 20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze zaakstoedelingsregeling.

  • 21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 april 2021.

Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de Rechtbank Noord-Nederland op 4 maart 2021.

ZAAKSTOEDELINGSREGELING

Rechtbank Noord-Nederland – Kanton en handel

Algemeen

  • 1. Deze regeling ziet op de toedeling van civiele handels- en kantonzaken in de rechtbank Noord-Nederland.

  • 2. In deze regeling worden onder rechters tevens rechters-plaatsvervangers verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt ook voor een (zittings)combinatie van rechters.

Onderscheid in en toedeling van zaken

  • 3. In de rechtbank Noord Nederland is op iedere locatie een handel/kanton team met een eigen teamvoorzitter en door die teams worden handelszaken en kantonzaken behandeld die conform het zaaksverdelingsreglement aldaar aanhangig zijn gemaakt. Aan de leden van ieder team kunnen ook zaken van een andere locatie worden toebedeeld. Dat laatste geldt in het bijzonder voor zaken/aandachtsgebieden waarvoor door het cluster bovenlokale kamers zijn ingericht, zoals de aardbevingskamer, letselschadekamer, grondzakenkamer, erfrechtkamer, IE-kamer en de kamer voor aanbestedings-, mededingings- en staatssteunzaken.

    Zaken die onder een specifiek aandachtsgebied vallen, worden aan een rechter die lid is van de kamer die deze zaken behandelt toegedeeld. Zaken die niet onder een specifiek aandachtsgebied vallen, worden evenredig binnen de teams verdeeld.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3 genoemde teams plaats door of namens de teamvoorzitter onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één team.

  • 5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.

  • 6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.

Zaken die geen toedeling op maat vergen

  • 7. Zaken die geen toedeling op maat vergen, worden aselect al dan niet via een geautomatiseerd systeem rechtstreeks aan de rechters toegedeeld.

Zaken die toedeling op maat vergen

  • 8. De volgende zaken vergen in ieder geval toedeling op maat:

    • a. Zaken die in beginsel worden behandeld door individuele leden of combinaties van de volgende bovenlokale kamers als bedoeld onder 3:

      • IE-kamer;

      • Letselschadekamer;

      • Aardbevingskamer;

      • Grondzakenkamer;

      • Erfrechtkamer;

      • Financiële kamer;

      • Kamer voor aanbestedings- en mededingingszaken en/of staatssteunzaken;

    • b. Complexe arbeidszaken;

    • c. Complexe huurzaken;

    • d. Appartementsrechtzaken;

    • e. Hoger beroep als bedoeld in artikel 67 Faillissementswet.

    In algemene zin vergen de volgende zaken ook toedeling op maat:

    • (potentieel) geruchtmakende zaken;

    • megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;

    • team- of rechtsgebied overstijgende zaken;

    • clusters van zaken;

    • vervolgzaken, daarmee worden nieuwe zaken bedoeld tussen dezelfde partijen waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn;

    • spoedzaken, zoals kort gedingen en WWZ die dienen te worden toebedeeld op basis van beschikbaarheid.

  • 9. Zaken, die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:

    • senioriteit;

    • evenwichtige samenstelling van de combinatie;

    • ervaring met (media)druk.

    De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van een andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.

  • 10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. Voor rechters-plaatsvervangers, raadsheren in opleiding, rechters in opleiding en rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.

Het roosteren en plannen van zaken

  • 11. Zaken, die gereed zijn voor behandeling ter zitting, worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.

  • 12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:

    • het clusteren van zaken;

    • het voegen van zaken;

    • samenhangende zaken;

    • de verhinderdata van partijen;

    • als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld;

    • doelmatigheidsoverwegingen.

Zaak volgt rechter

  • 13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval één van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste meervoudige mondelinge behandeling hebben gedaan. Is dat om welke reden dan ook niet (meer) mogelijk dan wordt aan partijen gevraagd of zij een nieuwe mondelinge behandeling wensen.

  • 14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter’ zijn:

    • Indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak.

    • Indien een rechter alleen voor de toedeling van de zaak een vonnis in een incident heeft gewezen.

    • Bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan het in sommige gevallen de voorkeur hebben dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt.

    • Indien een zaak naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen.

    • Indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen.

    • Bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.

Rechterswisseling

Bekendmaking
  • 15. Uiterlijk twee werkdagen voor de zitting wordt in handels- en kantonzaken de naam van de rechter die de zaak behandelt bekend gemaakt. In spoedeisende zaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking gebeurt in het tussenvonnis waarbij een mondelinge behandeling wordt bepaald of in een brief dan wel op elektronische wijze. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.

  • 16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld. Onder de ‘de zwaarwegende reden’ in artikel 16 van het model vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):

    • i. ziekte;

    • ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);

    • iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i en ii.

  • 17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15. en 16. vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.

Verschoning

  • 18. Voor alle zaken geldt dat een rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.

  • 19. Indien de rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.

Slotbepalingen

  • 20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze zaakstoedelingsregeling.

  • 21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 april 2021.

Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de Rechtbank Noord- Nederland op 4 maart 2021.

ZAAKSTOEDELINGSREGELING

Rechtbank Noord-Nederland – Familie & Jeugd, eerste aanleg

Algemeen

  • 1. Deze regeling ziet op de toedeling van zaken in het rechtsgebied Familie en Jeugd in de Rechtbank Noord-Nederland.

  • 2. In deze regeling wordt onder rechters tevens rechters-plaatsvervanger verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.

Onderscheid in en toedeling van zaken

  • 3. Binnen de rechtbank Noord-Nederland zijn de volgende teams met de behandeling van zaken in het rechtsgebied Familie en Jeugd met de volgende aandachtsgebieden belast:

    Team 1: Assen

    Team 2: Groningen

    Team 3: Leeuwarden

    Voor specifieke aandachtsgebieden kunnen binnen de teams kleinere werkeenheden worden ingericht.

    Zaken die onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden aan het team dat deze zaken behandelt toegedeeld. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden over de teams 1 tot en met 3 verdeeld op basis van het schema zaaksverdeling zoals dat is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9. vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3. genoemde teams plaats door of namens de teamvoorzitter onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één team.

  • 5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.

  • 6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.

Zaken die geen toedeling op maat vergen

  • 7. Zaken die geen toedeling op maat vergen, worden aselect al dan niet via een geautomatiseerd systeem als volgt aan de rechters toegedeeld:

    • Verstekken, refertes, meldbriefbeschikkingen, kindbrieven, gemeenschappelijke verzoeken echtscheiding en overige familie- en jeugdzaken waarin geen behandeling op zitting wordt bepaald worden rechtstreeks aan (een) rechter(s) toegedeeld.

    • Spoedzaken worden rechtstreeks op basis van beschikbaarheid aan (een) rechter(s) toegedeeld.

    • Overige zaken: door plaatsing van de zaak op een vooraf opgesteld zittingsrooster van rechters.

Zaken die toedeling op maat vergen

  • 8. In algemene zin vergen de volgende zaken toedeling op maat:

    • (potentieel) geruchtmakende zaken;

    • megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;

    • team- of rechtsgebied overstijgende zaken;

    • clusters van zaken;

    • samenhangende dan wel vervolgzaken daarmee worden zaken bedoeld tussen dezelfde partijen waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn;

    • zaken waarin het uitgangspunt ‘één gezin, één rechter’ van toepassing is.

    Indien zaken op maat toegedeeld dienen te worden aan een combinatie van rechters uit meerdere rechtbanken, vindt toedeling aan die rechters plaats overeenkomstig de zaakstoedelingsregeling van de rechtbank die relatief competent is met betrekking tot de toe te delen zaak.

  • 9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:

    • senioriteit;

    • evenwichtige samenstelling van de combinatie;

    • ervaring met (media)druk.

    De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van een andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.

  • 10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. Voor rechters in opleiding, raadsheren in opleiding en rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.

Het roosteren en plannen van zaken

  • 11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.

  • 12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:

    • het clusteren van zaken;

    • het voegen van zaken;

    • samenhangende zaken;

    • de verhinderdata van partijen;

    • als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld;

    • doelmatigheidsoverwegingen;

    • regievoering.

Zaak volgt rechter

  • 13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval een van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste (meervoudige) mondelinge behandeling heeft/hebben gedaan. Is dat om welke reden dan ook niet (meer) mogelijk, dan wordt dit onder opgave van reden(en) en de beoogde uitspraakdatum aan partijen medegedeeld, en dan kunnen partijen vragen om een nieuwe mondelinge behandeling.

  • 14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter’ zijn:

    • Indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak.

    • Bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan er aanleiding zijn dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt.

    • Indien een zaak van of naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen.

    • Indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen.

    • Bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.

    • Indien een zaak niet binnen een redelijke termijn door dezelfde rechter (op zitting) kan worden behandeld.

Bekendmaking

  • 15. Uiterlijk twee dagen voorafgaand aan de behandeling van de zaak op zitting, wordt/worden de naam/namen van de rechter(s) die de zaak behandelt/behandelen, bekend gemaakt. In spoedeisende zaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking vindt per brief dan wel op elektronische wijze plaats. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.

  • 16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld. Onder de ‘zwaarwegende reden’ in artikel 16 van het model vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):

    • i. ziekte;

    • ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);

    • iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.

  • 17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15. en 16. vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van artikelen 5 en/of 9.

Verschoning

  • 18. Voor alle zaken geldt dat een rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.

  • 19. Indien de rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.

Slotbepalingen

  • 20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze zaakstoedelingsregeling.

  • 21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 april 2021.

Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de rechtbank Noord-Nederland op 4 maart 2021.

ZAAKSTOEDELINGSREGELING

Rechtbank Noord-Nederland – Insolventies

Algemeen

  • 1. Deze regeling ziet op de toedeling van faillissementszaken, schuldsaneringszaken, moratoria, dwangakkoorden, voorlopige voorzieningen, de Betalingsuitstelwet en zaken betreffende de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (hierna: insolventiezaken) in de rechtbank Noord-Nederland.

  • 2. In deze regeling wordt onder rechters tevens rechters-plaatsvervangers verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.

Onderscheid in en toedeling van zaken

  • 3. Binnen de rechtbank Noord-Nederland zijn de volgende teams met de behandeling van insolventiezaken met de volgende aandachtsgebieden belast:

    • Team 1: Team handel/kanton locatie Leeuwarden voor de behandeling van de insolventiezaken voor de locatie Leeuwarden.

    • Team 2: Team handel/kanton locatie Groningen voor de behandeling van de insolventiezaken voor de locaties Groningen en Assen.

    • Team 3: Team handel/kanton locatie Assen voor de behandeling van de insolventiezaken (niet zijnde toezichtzaken) voor de locatie Assen.

    Binnen genoemde teams 1 en 2 is een onderdeel Insolventies ingericht. Dit onderdeel houdt zich, naast de behandeling van de in artikel 1. vermelde insolventiezaken, bezig met het toezicht houden in faillissements- en schuldsaneringszaken op de locaties Leeuwarden respectievelijk Groningen en Assen.

    Zaken die onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden aan het team dat deze zaken behandelt toegedeeld. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden evenredig over de teams verdeeld.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3. genoemde teams plaats door of namens de teamvoorzitter van het inhoudelijke team (hierna: de teamvoorzitter) onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één team.

  • 5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.

    Voor insolventiezaken geldt dat de hoedanigheid van rechter-commissaris in een zaak in de weg staat aan vervolgens fungeren als rechter in de rechtbank in diezelfde zaak.

  • 6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.

Zaken die geen toedeling op maat vergen

  • 7. Zaken die geen toedeling op maat vergen, worden aselect al dan niet via een geautomatiseerd systeem aan de rechters toegedeeld.

    Voor insolventiezaken geldt:

    • door plaatsing van de zaak op een vooraf opgesteld zittingsrooster van rechters.

    Het betreft de navolgende insolventiezaken:

    • behandeling verzoeken tot faillietverklaring;

    • behandeling verzoeken tot toelating Wsnp;

    • zittingen moratorium, dwangakkoord, voorlopige voorziening;

    • (tussentijdse) beëindigingszittingen Wsnp;

    • spoedverzoeken;

    • clusters van zaken.

Zaken die toedeling op maat vergen

  • 8. De volgende zaken vergen toedeling op maat:

    • megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;

    • specialistische zaken;

    • team- of rechtsgebied overstijgende zaken;

    • (potentieel) geruchtmakende zaken;

    • indien zaken op maat toegedeeld dienen te worden aan een combinatie van rechters uit meerdere rechtbanken, vindt toedeling aan die rechters plaats overeenkomstig de zaakstoedelingsregeling van de rechtbank die relatief competent is met betrekking tot de toe te delen zaak.

    Voor insolventiezaken geldt bovendien:

    • zaken betrekking hebbend op de Wet Homologatie Onderhands Akkoord;

    • vervolgzaken, daarmee worden zaken bedoeld tussen dezelfde partijen waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn, bijvoorbeeld in geval van clusters van faillissementen;

    • surseances van betaling.

  • 9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechter toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:

    • senioriteit;

    • evenwichtige samenstelling van de combinatie;

    • ervaring met (media)druk;

    • specialisme.

    De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van een andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.

  • 10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. De Professionele Standaard Insolventie wordt hierbij gevolgd. Voor rechters in opleiding en rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.

Het roosteren en plannen van zaken

  • 11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.

  • 12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:

    • het clusteren van zaken;

    • het voegen van zaken;

    • samenhangende zaken;

    • de verhinderdata van partijen;

    • doelmatigheidsoverwegingen;

    • als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld.

Zaak volgt rechter

  • 13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval een van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste (meervoudige) mondelinge behandeling heeft/hebben gedaan. Is dat om welke reden dan ook niet (meer) mogelijk, dan wordt dit onder opgave van reden(en) en de beoogde uitspraakdatum aan partijen medegedeeld, en dan kunnen partijen vragen om een nieuwe mondelinge behandeling.

  • 14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter zijn:

    • indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak;

    • bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan het in sommige gevallen de voorkeur hebben dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt;

    • indien een zaak naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen

    • indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen;

    • bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.

    Voor insolventiezaken geldt bovendien:

    • indien de behandeling van een verzoek tot toelating tot de Wsnp, of een verzoek tot faillietverklaring wordt aangehouden op verzoek van één of meer partijen, zolang een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak.

Bekendmaking

  • 15. Uiterlijk 2 werkdagen voor de zitting wordt de naam van de rechter die de zaak behandelt bekend gemaakt. In spoedeisende zaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking vindt per brief dan wel op elektronische wijze plaats. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.

  • 16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld. Onder de ‘zwaarwegende reden’ in artikel 16 van het model vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):

    • i. ziekte;

    • ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);

    • iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.

  • 17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15. en 16. vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.

Verschoning

  • 18. Voor alle zaken geldt dat een rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.

  • 19. Indien de rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.

Slotbepalingen

  • 20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit zaakstoedelingsregeling.

  • 21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 april 2021.

Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de rechtbank Noord-Nederland op 4 maart 2021.

ZAAKSTOEDELINGSREGELING

Rechtbank Noord-Nederland – Curatele, bewind en mentorschap

Algemeen

  • 1. Deze regeling ziet op de toedeling van curatele, bewind en mentorschap zaken (hierna: CBM-zaken) aan rechters (hierna ook: CBM-rechters) in de Rechtbank Noord-Nederland.

  • 2. In deze regeling wordt onder CBM-rechter tevens rechters-plaatsvervangers verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een CBM-rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van CBM-rechters.

Onderscheid in en toedeling van zaken

  • 3. Binnen de Rechtbank Noord-Nederland zijn de volgende teams met de behandeling van CBM-zaken met de volgende aandachtsgebieden belast:

    • Team CBM-zaken locatie Assen, voor de behandeling van CBM-verzoeken en voor toezicht en beheer in CBM-dossiers voor de locaties Assen en Groningen;

    • Team CBM-zaken locatie Leeuwarden, voor de behandeling van CBM-verzoeken en voor toezicht en beheer in CBM-dossiers voor de locatie Leeuwarden.

    Voor specifieke aandachtsgebieden kunnen binnen de teams kleinere werkeenheden worden ingericht.

    Zaken die onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden aan het team dat deze zaken behandelt toegedeeld. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden evenredig over de teams verdeeld.

  • 4. Van de onder 3. genoemde CBM-teams maken geen rechters deel uit. Onverminderd het bepaalde in artikel 9 vindt de toedeling van zaken plaats aan rechters die deel uitmaken van de teams handel/kanton op de locaties Assen, Groningen en Leeuwarden en die met de behandeling van CBM-zaken zijn belast. Toedeling wordt gedaan door of namens de teamleiders van de onder 3. genoemde teams, onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één team.

  • 5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.

  • 6. De zaken worden door of namens de teamleider verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.

Zaken die geen toedeling op maat vergen

  • 7. Zaken die geen toedeling op maat vergen, worden aselect al dan niet via een geautomatiseerd systeem aan de rechters toegedeeld.

    Voor CBM-zaken geldt:

    • zaken die daarvoor op grond van in het gerecht door de CBM-rechter en de teamleider/rechter van het CBM-team vastgestelde criteria lenen voor toewijzing zonder zitting, worden uitgesproken door de CBM-rechter die op grond van het rooster is aangewezen (hierna: de CBM-rechter van dienst)

    • overige CBM-zaken: door plaatsing van de zaak op een vooraf opgesteld zittingsrooster van kantonrechters c.q. CBM-rechters die met de behandeling van CBM-zaken zijn belast.

Zaken die toedeling op maat vergen

  • 8. De volgende zaken vergen toedeling op maat:

    • megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;

    • specialistische zaken;

    • spoedverzoeken;

    • team- of rechtsgebied overstijgende zaken;

    • clusters van zaken;

    • (potentieel) geruchtmakende zaken;

    • indien zaken op maat toegedeeld dienen te worden aan een combinatie van rechters uit meerdere rechtbanken, vindt toedeling aan die rechters plaats overeenkomstig de zaakstoedelingsregeling van de rechtbank die relatief competent is met betrekking tot de toe te delen zaak.

    Voor CBM-zaken geldt bovendien:

    • aansprakelijkheidszaken met grote schade;

    • ontslag van een professionele bewindvoerder/curator/mentor in alle zaken;

    • (potentieel) geruchtmakende zaken.

  • 9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamleider rechtstreeks aan de CBM-rechter toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:

    • senioriteit;

    • evenwichtige samenstelling van de combinatie;

    • ervaring met (media)druk;

    • specialisme.

    De teamvoorzitter/-leider deelt, zonder voorafgaande instemming van een andere teamvoorzitter/-leider, geen zaken aan zichzelf toe.

  • 10. Elke CBM-rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. De professionele standaarden CBM worden hierbij gevolgd. Voor CBM-rechters in opleiding en CBM-rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld.

Het roosteren en plannen van zaken

  • 11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.

  • 12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:

    • het clusteren van zaken;

    • het voegen van zaken;

    • samenhangende zaken;

    • de verhinderdata van partijen;

    • doelmatigheidsoverwegingen;

    • als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld.

Zaak volgt rechter

  • 13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de CBM-rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval één van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de CBM-rechter(s) die de laatste (meervoudige) mondelinge behandeling heeft/hebben gedaan. Is dat om welke reden dan ook niet (meer) mogelijk, dan wordt dit onder opgave van reden(en) en de beoogde uitspraakdatum aan partijen medegedeeld, en dan kunnen partijen vragen om een nieuwe mondelinge behandeling.

  • 14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter’ zijn:

    • indien een CBM-rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak;

    • bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan het in sommige gevallen de voorkeur hebben dat een andere CBM-rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt;

    • indien een zaak naar een meervoudige kamer of naar een andere CBM-rechter wordt verwezen;

    • indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen;

    • bij ontstentenis van een CBM-rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.

Bekendmaking

  • 15. Uiterlijk twee werkdagen voor de zitting wordt de naam van de CBM-rechter die de zaak behandelt bekend gemaakt. In spoedeisende zaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking vindt per brief dan wel op elektronische wijze plaats. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.

  • 16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamleider. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld.

    Onder de ‘zwaarwegende reden’ in dit artikel vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):

    • i. ziekte;

    • ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);

    • iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.

  • 17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15. en 16. vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.

Verschoning

  • 18. Voor alle zaken geldt dat een CBM-rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een CBM-rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de CBM-rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.

  • 19. Indien de CBM-rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de CBM-rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de CBM-rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamleider. De teamleider zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere CBM-rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de CBM-rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.

Slotbepalingen

  • 20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze zaakstoedelingsregeling.

  • 21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 april 2021.

Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de Rechtbank Noord-Nederland op 4 maart 2021.

ZAAKSTOEDELINGSREGELING

Rechtbank Noord-Nederland – Strafrecht, eerste aanleg

Algemeen

  • 1. Deze regeling ziet op de toedeling van strafzaken in de Rechtbank Noord-Nederland.

  • 2. In deze regeling wordt onder rechters tevens rechters-plaatsvervanger verstaan. Wat in deze regeling ten aanzien van een rechter wordt bepaald, geldt mutatis mutandis voor een (zittings)combinatie van rechters.

Onderscheid in en toedeling van zaken

  • 3. Binnen de Rechtbank Noord-Nederland zijn de volgende teams met de behandeling van strafzaken met de volgende aandachtsgebieden belast:

    • Team Assen, Team Groningen en Team Leeuwarden: alle strafzaken die niet vallen in één van de hieronder vermelde aandachtsgebieden;

    • Team fraude: zaken waarin de verdenking in overwegende mate betrekking heeft op fraude gerelateerde delicten;

    • Team mensenhandel: zaken waarin de verdenking in overwegende mate betrekking heeft op delicten betreffende mensenhandel;

    • Team economische delicten: zaken waarin de verdenking in overwegende mate betrekking heeft op economische delicten;

    • Team internationale zaken;

    • Team WWTCG;

    • Team schadevergoedingen.

    Voor specifieke aandachtsgebieden kunnen binnen de teams kleinere werkeenheden worden ingericht.

    Zaken die onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden aan het team dat deze zaken behandelt toegedeeld. Zaken die niet onder een bepaald aandachtsgebied vallen, worden evenredig over de teams verdeeld, waarbij het zaaksverdelingsreglement beslissend is voor de verdeling van de zaken over de teams Assen, Groningen en Leeuwarden.

  • 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 9, vindt de toedeling van zaken aan rechters die deel uitmaken van de hiervoor in artikel 3. genoemde teams plaats door of namens de teamvoorzitters onder eindverantwoordelijkheid van het gerechtsbestuur. Rechters kunnen werkzaam zijn in meer dan één team.

  • 5. Bij de toedeling van zaken wordt rekening gehouden met de beschikbaarheid, de belastbaarheid, de ervaring en de deskundigheid van de rechters in relatie tot de zwaarte van de zaak.

  • 6. De zaken worden door of namens de teamvoorzitter verdeeld in (categorieën van) zaken die geen toedeling op maat en zaken die wel toedeling op maat vergen.

Zaken die geen toedeling op maat vergen

  • 7. Zaken die geen toedeling op maat vergen worden aselect al dan niet via een geautomatiseerd systeem als volgt aan de rechter(s) toegedeeld: door plaatsing van de zaak door de Verkeerstoren, een strafgriffie van de rechtbank of, onder verantwoordelijkheid van een teamvoorzitter van de rechtbank, de administratie van het Openbaar Ministerie op een vooraf opgesteld rooster van zittingsdagdelen.

Zaken die toedeling op maat vergen

  • 8. In algemene zin vergen de volgende zaken toedeling op maat:

    • meervoudig te behandelen: fraudezaken, mensenhandelzaken en economische zaken;

    • enkelvoudig te behandelen economische zaken;

    • (potentieel) geruchtmakende zaken;

    • Megazaken, meerdaagse zaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte;

    • team- of rechtsgebied overstijgende zaken;

    • clusters van zaken;

    • vervolgzaken, daarmee worden zaken bedoeld tussen dezelfde partijen, waarin samenhangende feiten of belangen aan de orde zijn.

    Indien zaken op maat toegedeeld dienen te worden aan een combinatie van rechters uit meerdere rechtbanken, vindt toedeling aan die rechters plaats overeenkomstig de zaakstoedelingsregeling van de rechtbank die relatief competent is met betrekking tot de toe te delen zaak.

  • 9. Zaken die toedeling op maat vergen, worden door of namens de teamvoorzitter rechtstreeks aan de rechters toegedeeld. Daarbij kan, naast de in artikel 5. genoemde criteria, rekening worden gehouden met:

    • senioriteit;

    • evenwichtige samenstelling van de combinatie;

    • ervaring met (media)druk.

    De teamvoorzitter deelt, zonder voorafgaande instemming van een andere teamvoorzitter, geen zaken aan zichzelf toe.

  • 10. Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het (deel)rechtsgebied waarin hij/zij werkzaam is te kunnen behandelen. Voor rechters in opleiding en rechters die nog maar kort binnen het betrokken rechts- of aandachtsgebied werkzaam zijn, kan een specifiek pakket van zaken worden samengesteld. Dit geldt ook voor raadsheren in opleiding die in het kader van hun opleiding tijdelijk bij de rechtbank werkzaam zijn.

Het roosteren en plannen van zaken

  • 11. Zaken die gereed zijn voor behandeling ter zitting worden voor zittingen indien mogelijk geagendeerd op basis van het principe ‘first in, first out’.

  • 12. Het volgende kan aanleiding zijn om af te wijken van het principe ‘first in, first out’:

    • het clusteren van zaken;

    • het voegen van zaken;

    • samenhangende zaken;

    • de verhinderdata van procesdeelnemers;

    • als een maatschappelijk belang (zoals spoedeisendheid of schending van de redelijke termijn) meebrengt dat de zaak bij voorrang moet worden behandeld;

    • doelmatigheidsoverwegingen (zoals beperkte zittingscapaciteit).

Zaak volgt rechter

  • 13. Een zaak volgt in geval van aanhouding in beginsel de rechter aan wie de zaak is toegedeeld. Indien een zaak meervoudig wordt behandeld, volgt de zaak in ieder geval een van de leden van de zittingscombinatie, bij voorkeur de zaaksvoorzitter. De beslissing wordt genomen door de rechter(s) die de laatste (meervoudige) mondelinge behandeling heeft / hebben gedaan.

  • 14. Uitzonderingen op het principe ‘zaak volgt rechter zijn:

    • Indien een rechter nog geen inhoudelijke beslissing heeft genomen of alleen een omkeerbare onderzoekshandeling heeft verricht in de zaak.

    • Bij samenhangende zaken en vervolgzaken kan het de voorkeur hebben dat een andere rechter de samenhangende of de vervolgzaak behandelt.

    • Indien een zaak naar een meervoudige kamer of naar een andere rechter wordt verwezen.

    • Indien een verschonings- of wrakingsverzoek is toegewezen.

    • Bij ontstentenis van een rechter, bijvoorbeeld wegens roulatie, langdurige afwezigheid, ziekte of bij defungeren.

Bekendmaking

  • 15. Uiterlijk twee werkdagen voor de zitting wordt de naam van de rechter(s) die de zaak behandelt/en bekend gemaakt. In spoedeisende zaken gebeurt dit zo snel als mogelijk. De bekendmaking vindt per brief dan wel op elektronische wijze plaats. Vanaf deze bekendmaking is in beginsel géén rechterswisseling mogelijk, anders dan na een toegewezen formeel verschonings- of wrakingsverzoek.

  • 16. Een zwaarwegende reden kan, in afwijking van artikel 15, aanleiding zijn voor een rechterswisseling, mits met instemming van de desbetreffende rechter, alsmede met instemming van de teamvoorzitter. De wisseling wordt onder vermelding van de reden(en) uiterlijk op de zitting aan partijen medegedeeld. Onder de ‘zwaarwegende reden’ in artikel 16 van het model vallen (niet limitatief, maar wel indicatief):

    • i. ziekte;

    • ii. onverwachte afwezigheid om plotseling opgekomen omstandigheden (waaronder calamiteitenverlof, overlijden in naaste kring, ernstige verkeershinder e.d.);

    • iii. de rechter moet invallen in een andere zaak waarin de oorspronkelijk aangewezen rechter verhinderd is als gevolg van omstandigheden als bedoeld onder i. en ii.

  • 17. Bij een rechterswisseling als bedoeld in de artikelen 15. en 16. vindt de toedeling van de zaak aan een andere rechter plaats met toepassing van de artikelen 5 en/of 9.

Verschoning

  • 18. Voor alle zaken geldt dat een rechter zelf zal nagaan of zijn/haar (voormalige) hoofd- en nevenfuncties of de Leidraad Nevenfuncties en onpartijdigheid aanleiding geven om een zaak niet te behandelen. Indien een rechter bij een toegedeelde zaak volgens wettelijke bepalingen gehouden is een verschoningsverzoek in te dienen, kan de rechter zich niet meer informeel terugtrekken, maar volgt een verschoningsprocedure.

  • 19. Indien de rechter tot de conclusie komt dat hij of zij de zaak niet kan behandelen, maar zijn of haar bemoeienis nog niet verplicht tot het indienen van een verschoningsverzoek, kan de rechter besluiten zich terug te trekken van de behandeling van de zaak. In dat geval meldt de rechter dit zo spoedig mogelijk aan de teamvoorzitter. De teamvoorzitter zal de zaak, met inachtneming van het voorgaande, aan een andere rechter toedelen, tenzij hij of zij meent dat de rechter geen goede reden heeft voor terugtreding of dat alsnog een verschoningsverzoek moet worden ingediend.

Slotbepalingen

  • 20. Eerdere zaakstoedelingsregelingen komen te vervallen met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze zaakstoedelingsregeling.

  • 21. Deze zaakstoedelingsregeling treedt in werking op 1 april 2021.

Vastgesteld door het gerechtsbestuur van de Rechtbank Noord Nederland op 4 maart 2021.


X Noot
1

Wet van 2 oktober 2013, houdende regels met betrekking tot het gebruik van de Friese taal in het bestuurlijke verkeer en in het rechtsverkeer (Wet gebruik Friese taal). Staatsblad 382, hoofdstuk 3.

Naar boven