Afwijzing registratie aanduiding en logo politieke groepering voor de Tweede Kamerverkiezing; Plaatselijke Politieke Groeperingen

De Kiesraad heeft in zijn vergadering van 10 februari 2020 besloten het verzoek tot opneming van de aanduiding ‘Plaatselijke Politieke Groeperingen’ in het register van aanduidingen ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal af te wijzen op grond van artikel G 1, vierde lid, onder c, van de Kieswet, omdat de aanduiding anderszins misleidend is voor de kiezers. De Kiesraad heeft hiertoe besloten omdat met inschrijving van de aanduiding ‘Plaatselijke Politieke Groeperingen’ bij de kiezers ten onrechte de indruk zou kunnen ontstaan dat de plaatselijke politieke groeperingen in Nederland tezamen deelnemen aan de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Met inschrijving van de aanduiding zou bij de kiezers voorts ten onrechte de indruk kunnen ontstaan dat de politieke groepering gelieerd is aan de Vereniging voor Plaatselijke Politieke Groeperingen.

De Kiesraad heeft in zijn vergadering van 10 februari 2020 voorts besloten het verzoek tot registratie van het logo bij de aanduiding ‘Plaatselijke Politieke Groeperingen’ in het register van aanduidingen ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal af te wijzen.

De Kiesraad heeft hiertoe besloten omdat de aanduiding ‘Plaatselijke Politieke Groeperingen’ niet in vorenbedoeld register opgenomen is en een ingediend verzoek tot registratie daarvan is afgewezen.

Eenieder wiens belang rechtstreeks bij bovenvermelde besluiten betrokken is, kan hiertegen op grond van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht juncto artikel G 5, eerste lid, van de Kieswet beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Postbus 20019, 2500 EA Den Haag). Het beroepschrift moet uiterlijk op de zesde dag, na dagtekening van de Staatscourant waarin deze mededeling is opgenomen, worden ingediend, Het beroepschrift moet op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn ondertekend en dient ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, alsmede de gronden waarop het beroep rust, te bevatten. Indien beroep wordt ingesteld, is griffierecht verschuldigd.

’s-Gravenhage, 10 februari 2020

J.G.C. Wiebenga, voorzitter Kiesraad

Naar boven