Verkeersbesluit opheffen eenrichtingsverkeer Ludenweg te Blaricum

Logo Blaricum

Burgemeester en wethouders van Blaricum,

Gelet op:

• artikel 18, lid 1 onder d van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna: WVW 1994) dat verkeersbesluiten worden genomen door burgemeester en wethouders voor zover zij betreffen het verkeer op wegen, welke niet in beheer zijn bij het Rijk, de provincie of een waterschap;

• artikel 15, lid 1 van WVW 1994, dat de plaatsing van de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verkeerstekens en onderborden, voor zover daarvoor een gebod of een verbod ontstaat, geschiedt krachtens een verkeersbesluit;

• artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (hierna: BABW) dat de verwijdering van de verkeerstekens C2 en C3 van bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) – en onderborden waarmee de werkingssfeer beperkt wordt – moet geschieden krachtens een verkeersbesluit;

• artikel 24 van het BABW dat verkeersbesluiten worden genomen na overleg met de politie Eenheid Midden Nederland, district Gooi en Vechtstreek, cluster Noord;

 

Overwegende dat:

• de Ludenweg door de gemeente Blaricum is gecategoriseerd als erftoegangsweg;

• op de Ludenweg, op het wegvak tussen de Deisel en de Meentzoom, eenrichtingsverkeer is ingesteld waarbij een uitzondering daarop geldt voor fietsen en bromfietsen;

• de verblijfsfunctie op die weg belangrijker is dan de verkeersfunctie;

• door het verkeersbureau Royal Haskoning DHV in opdracht in 2018 verkeerstellingen zijn gehouden op de Ludenweg;

• uit die metingen onder andere is gebleken dat door een flink deel van de getelde motorvoertuigen het eenrichtingsverkeer wordt genegeerd;

• bestuurders rijdend in een onverwachte richting zorgen voor schrikreacties in het verkeer en de kans op ongevalsrisico’s vergroten;

• tevens is gebleken dat in veel gevallen sprake is van een onevenredig grote omrijfactor;

• in het gemeentelijk verkeer en vervoersplan 2017-2021 één van de vijf deelplannen het opheffen van het inrijverbod (eenrichtingsverkeer) op de Ludenweg en Statenkamer is;

• dit deelplan is voorgelegd aan een destijds gevormde klankbordgroep Oude dorp Noord;

• de klankbordgroep op deze voorgestelde maatregelen positief heeft geadviseerd, onder voorwaarde dat na 1 jaar na de invoering de maatregel wordt geëvalueerd;

• de uitvoering van deze plannen kan worden gerealiseerd door het van de Ludenweg verwijderen van de borden C2 en C3 van de bijlage 1 van het RVV 1990, alsmede de daarbij behorende onderborden;

• dat niet verwacht wordt dat het opheffen van het eenrichtingsverkeer leidt tot een forse toename van het autoverkeer op deze weg;

• het opheffen van de maatregelen tot doel heeft om omrijden te beperken en bestemmingsverkeer via een korte en veilige route naar hun bestemming te laten rijden en bestuurders niet gebonden zijn aan een verplichte rijroute maar meer vrijheid krijgen in hun routekeuze;

• het de verwachting is dat dit leidt tot een betere verdeling van bestemmingsverkeer en dus een betere leefbaarheid en verkeersveiligheid;

• de weg voldoende breed is en voldoende uitwijkmogelijkheden heeft om in twee richtingen te worden bereden;

• de aanwezigheid van tegenliggers kan leiden tot een verlaging van de gereden snelheden;

• de hoeveelheid bestemmingen in het dorp niet veranderen doch alleen de routekeuze minder wordt beperkt;

• na een jaar na invoering van deze maatregelen opnieuw tellingen worden uitgevoerd die worden vergeleken met de eerdere (nul-)meting;

• bovengenoemde verkeersmaatregel, conform artikel 2 lid 1 onder a, b, c en d van de WVW 1994, strekt tot:

-- het verzekeren van de veiligheid op de weg (lid 1.a);

-- het beschermen van weggebruikers en passagiers (lid 1.b);

-- het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid (lid 1.c);

-- het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer (lid 1.d);

• de in dit verkeersbesluit onder 'besluit' genoemde weg in beheer is bij de gemeente Blaricum, en gelegen is binnen de bebouwde kom;

• overeenkomstig artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer overleg hierover heeft plaatsgevonden met de politie Eenheid Midden Nederland, district Gooi en Vechtstreek, cluster Noord, en dat positief is geadviseerd;

BESLUIT

  • 1.

    door het van de Ludenweg te Blaricum verwijderen van de aldaar geplaatste borden model C2 en C3 van de bijlage 1 van het RVV 1990, alsmede de daaronder aangebrachte onderborden het eenrichtingsverkeer op te heffen;

  • 2.

    een en ander overeenkomstig onderstaande situatietekening.

 

 

Situatietekening:

 

Eemnes, 30 september 2020

Namens het college van Blaricum,

Mw. drs. K.I. de Graaf

Teamleider Ruimtelijke Ontwikkeling & Openbare Ruimt

BEL Combinatie

Mededelingen

Tegen dit besluit kan iedere belanghebbende op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag van openbare kennisgeving een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Blaricum, via het gemeenschappelijke postadres voor de gemeenten Blaricum, Eemnes en Laren: Postbus 71, 3755 ZH EEMNES, onder vermelding van ‘bezwaarschrift’. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en moet tenminste het volgende bevatten:

- naam en adres;

- de datum;

- tegen welke beslissing bezwaar wordt gemaakt;

- wat de bezwaren tegen die beslissing zijn.

Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Degenen die een bezwaarschrift hebben ingediend kunnen, indien er sprake is van spoedeisend belang, bij de "voorzieningenrechter" van de Arrondissementsrechtbank een verzoekschrift indienen om een voorlopige voorziening te vragen. Het verzoekschrift moet worden gestuurd aan Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling bestuursrecht, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht, onder vermelding van ‘voorlopige voorzieningen’. U dient er rekening mee te houden dat aan het indienen van verzoekschrift voor een voorlopige voorziening kosten zijn verbonden (griffierecht).

 

Naar boven