Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek | Staatscourant 2020, 49758 | Overig |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek | Staatscourant 2020, 49758 | Overig |
ronde 2021–2022
Exacte en Natuurwetenschappen
2021
1 |
Inleiding |
1 |
|
1.1 |
Achtergrond |
1 |
|
1.2 |
Beschikbaar budget |
1 |
|
1.3 |
Geldigheidsduur call for proposals |
2 |
|
2 |
Doel |
2 |
|
3 |
Richtlijnen voor aanvragers |
2 |
|
3.1 |
Wie kan aanvragen |
2 |
|
3.2 |
Wat kan aangevraagd worden |
3 |
|
3.3 |
Wanneer kan aangevraagd worden |
3 |
|
3.4 |
Het opstellen van de aanvraag |
4 |
|
3.5 |
Subsidievoorwaarden |
4 |
|
3.6 |
Het indienen van een aanvraag |
6 |
|
4 |
Beoordelingsprocedure |
6 |
|
4.1 |
Procedure |
6 |
|
4.2 |
Criteria |
8 |
|
5 |
Contact |
10 |
|
5.1 |
Contact |
10 |
|
6 |
Bijlagen |
10 |
|
6.1 |
ENW-onderzoeksgebieden |
10 |
|
6.2 |
Toelichting op budgetmodules |
11 |
NWO bevordert excellent, ongebonden disciplinair, interdisciplinair en multidisciplinair onderzoek. NWO richt zich daarbij op alle wetenschappelijke disciplines en op de hele kennisketen met de nadruk op fundamenteel onderzoek. Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek vormt de basis voor het begrijpen van de wereld om ons heen, voor het begrijpen van het natuurlijke en menselijke verleden en voor belangrijke nieuwe ontdekkingen. Ongebonden fundamenteel onderzoek is nodig voor innovaties die de samenleving economisch succesvol en maatschappelijk veerkrachtig maken. Omgekeerd kunnen vragen vanuit de maatschappij aanleiding geven tot nieuwe fundamentele vragen.
In deze call for proposals vindt u informatie over het indienen van onderzoeksvoorstellen voor nieuwsgierigheidsgedreven, fundamenteel onderzoek op de onderzoeksterreinen van het NWO-domein Exacte en Natuurwetenschappen (ENW). Dit subsidieprogramma staat open voor onderzoeksvoorstellen met een vraagstelling in het (grens)gebied van aardwetenschappen, astronomie, chemie, informatica, levenswetenschappen, natuurkunde en wiskunde. Aanvragen kunnen monodisciplinair, multidisciplinair of interdisciplinair van aard zijn. Het domein ENW kent drie financieringsvormen waarvoor u in open competitie aanvragen kunt indienen. Dit zijn kleinschalige en grootschalige subsidies, en subsidies voor veelbelovende ideeën. Deze call for proposals beschrijft de grootschalige subsidies (ENW-XL, voorheen ENW-GROOT). Voor meer gedetailleerde informatie over de subsidies voor veelbelovende ideeën en de kleinschalige subsidies verwijzen we u naar de call for proposals NWO Open Competitie ENW-XS en ENW-M (voorheen ENW-KLEIN).
Voor toekenning van ENW-XL-subsidies is in de ronde 2021–2022 € 30.000.000 beschikbaar.
Indien aanvullende middelen beschikbaar komen, behoudt NWO zich het recht voor het subsidieplafond te verhogen. In voorkomend geval zal verhoging van het subsidieplafond tijdig bekend worden gemaakt. Aan dit voorbehoud kunnen door derden geen rechten worden ontleend.
Het domeinbestuur ENW heeft geen verdeling van de middelen over (sub)disciplines, noch over het aantal toe te kennen subsidies vastgelegd. Beoordeling en honorering geschiedt conform de Beoordelingsprocedure, weergegeven in paragraaf 4. Alleen onderzoeksvoorstellen met de eindkwalificatie “zeer goed” of “excellent” komen voor honorering in aanmerking.
Deze Call for Proposals is geldig vanaf 1 oktober 2020.
De deadline voor het indienen van vooraanmeldingen is donderdag 15 april 2021, om 14.00 uur CE(S)T.
De deadline voor het indienen van uitgewerkte aanvragen is donderdag 23 december 2021, om 14.00 uur CE(S)T.
De ENW-XL-subsidies zijn bedoeld voor consortia waarin onderzoeksgroepen door samenwerking (gecoördineerde bundeling van expertises en krachten) een meerwaarde creëren ten opzichte van afzonderlijke kleinere projecten, zoals bijvoorbeeld ENW-M-subsidies. De ENW-XL-subsidies geven onderzoekers gelegenheid en vrijheid om excellente, uitdagende en innovatieve onderzoekslijnen te starten, te versterken of uit te breiden.
Aanvragen met een (deels) domeinoverstijgende component worden alleen door het domein ENW in behandeling genomen indien de kern van het onderzoeksvoorstel ligt binnen één of meerdere van de zeven ENW-disciplines.
Hoogleraren, universitair (hoofd)docenten en andere onderzoekers1 met een vergelijkbare aanstelling kunnen een aanvraag indienen als zij:
− in dienst zijn (i.e. een bezoldigde aanstelling hebben) bij één van de onderstaande organisaties:
○ Universiteiten gevestigd in het Koninkrijk der Nederlanden;
○ Universitaire medische centra;
○ KNAW- en NWO-instituten;
○ het Nederlands Kanker Instituut;
○ het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen;
○ de Dubble-bundellijn bij de ESRF te Grenoble;
○ NCB Naturalis;
○ Advanced Research Centre for NanoLithography (ARCNL);
○ Prinses Máxima Centrum
○ Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut;
○ IHE Delft Institute for Water Education.
− én een dienstverband (aanstellingsduur) hebben voor ten minste de looptijd van het onderzoek waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Personeel met een 0-uren aanstelling is uitgesloten van indiening.
Een uitzondering op de vereiste aanstellingsduur kan gemaakt worden voor:
Aanvragers2 met een "tenure track"-aanstelling, die niet de gehele looptijd van het project beslaat. De aanvragers moeten dan met een brief aantonen dat adequate begeleiding voor de volledige duur van het onderzoek gegarandeerd is, voor alle uitvoerders voor wie zij subsidie aanvragen.
Aanvullende voorwaarden:
− Een aanvraag heeft één hoofdaanvrager en minimaal één mede-aanvrager;
− Een onderzoeker mag slechts betrokken zijn (als hoofdaanvrager, of als mede-aanvrager) bij één ENW-XL- aanvraag in ronde 2021–2022;
− In een ENW-XL-project werken onderzoekers van minimaal twee verschillende organisaties (zie bovenstaande lijst van organisaties) samen.
De vertegenwoordiging en doorstroom van vrouwen in de wetenschap loopt sterk achter bij die van mannen. NWO nodigt vrouwen daarom nadrukkelijk uit voorstellen in te dienen.
Samenwerking met Luxemburg
NWO heeft afspraken gemaakt met het Fonds National de la Recherche (FNR) in Luxemburg over de samenwerking met Luxemburgse onderzoekers in ENW-XL projecten. Samenwerking met Luxemburgse onderzoekers is mogelijk door een ENW – XL aanvraag uit te breiden met een Luxemburgse component (gefinancierd door FNR). De buitenlandse bijdrage telt hierbij niet mee voor de bepaling van de minimale en maximale budgetgrootte aan Nederlandse zijde. De Luxemburgse component kan maximaal € 1.000.000 bedragen. NWO behandelt en beoordeelt aanvragen met een Luxemburgse component op dezelfde wijze als reguliere aanvragen zoals beschreven in deze call for proposals. U wordt verzocht met NWO contact op te nemen indien u overweegt een aanvraag met een Luxemburgse component in te dienen of indien u meer informatie wenst.
Onderzoekers uit Luxemburg betrokken bij een ENW-XL aanvraag met Luxemburgse component moeten voldoen aan de voorwaarden van het FNR INTER programma ( https://www.fnr.lu/funding-instruments/inter/ ) en worden verzocht ruim voor de deadline contact op te nemen met de FNR.
Een ENW-XL-subsidie bedraagt minimaal € 1.000.000 en maximaal € 3.000.000. De subsidie moet ingezet worden voor ten minste vier wetenschappelijke posities, in combinatie met de overige, beschikbare budgetmodules. Alles wat u aanvraagt (posities, materieel budget, investeringen) moet in verhouding tot het beoogde onderzoek staan. Met andere woorden, het maximum toegestaan budget hoeft niet altijd aangevraagd te worden.
Budgetmodules
De budgetmodules (inclusief de maximum bedragen) die binnen deze call for proposals beschikbaar zijn, staan vermeld in de tabel hieronder. Vraag gemotiveerd alleen datgene aan wat essentieel is om het onderzoek uit te voeren.
Budgetmodule |
Maximaal bedrag |
---|---|
Promovendus |
volgens VSNU-tarieven of NFU-tarieven1 |
Postdoc |
volgens VSNU-tarieven of NFU-tarieven1 |
Niet-wetenschappelijk personeel (NWP) bij universiteiten |
€ 100.000 per aangevraagde positie, volgens VSNU-tarieven of NFU-tarieven1, in combinatie met promovendi en/of postdoc(s) |
Materiële kosten |
€ 15.000 per jaar per fte wetenschappelijke positie |
Investeringen (t/m € 150.000) |
maximaal € 150.000 |
Investeringen (€ 150.000 t/m € 500.000) |
groter of gelijk aan € 150.000 (voor dataverzamelingen geldt een minimum van € 25.000) en kleiner of gelijk aan € 500.000, met 25% eigen bijdrage door de aanvragende onderzoeksinstelling |
Kennisbenutting |
maximaal 5% van het totale aangevraagde budget |
Internationalisering |
maximaal 5% van het totale aangevraagde budget |
Money follows Cooperation |
maximaal 50% van het totale aangevraagde budget |
Voor personeel in het buitenland worden de lokale tarieven vergoed tot maximaal de VSNU-tarieven.
Een nadere toelichting op de budgetmodules vind u in bijlage 6.2 bij deze call.
Het betrekken van burgers, ‘citizen science’ of ‘burgerwetenschap’ genoemd, kan bijdragen aan de kwaliteit van de wetenschap. Met behulp van burgers kunnen data en inzichten verkregen worden die anders niet beschikbaar zouden zijn voor onderzoek. NWO wil ook citizen science financieren en maakt het vanaf 2020 mogelijk dat onderzoekers via de budgetmodule ‘materieel, projectgebonden goederen/diensten- werk door derden’ een vergoeding kunnen aanvragen voor het betrekken van burgers bij onderzoeksprojecten. De module biedt onderzoekers een mogelijkheid, niet een verplichting. Onderzoekers kunnen zelf besluiten of het zinvol is burgers te betrekken bij het onderzoek en waaraan zij dit budget precies besteden (bijvoorbeeld onkostenvergoeding voor burgers, vaardigheidstrainingen voor burgers of technische hulpmiddelen voor participerende burgers.
De deadline voor het indienen van vooraanmeldingen is 15 april 2021, om 14:00:00 CE(S)T. De deadline voor het indienen van aanvragen is 23 december 2021, om 14:00:00 CE(S)T.
Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC dient u ook online nog gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste één dag vóór de deadline van deze call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen. U kunt aanvragen na de deadline niet meer verbeteren of aanvullen. U heeft wel het recht uw aanvraag in te trekken.
Iedereen die voldoet aan de indieningscriteria zoals beschreven in paragraaf 3.1 kan een vooraanmelding voor een ENW-XL-subsidie (mede) indienen. U kunt een uitgewerkte aanvraag voor een ENW-XL-subsidie alleen (mede) indienen indien het domeinbestuur positief heeft besloten over uw vooraanmelding.
− Download het aanvraagformulier, de budgettabel en overige benodigde formats vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO (onderaan de webpagina van het betreffende financieringsinstrument).
− Stel de aanvraag in het Engels op.
− Gebruik het aanvraagformulier en de budgettabel van ronde 2021–2022.
− Sla de formulieren op als pdf en upload ze in ISAAC.
Bij elke ingediende aanvraag gaat NWO ervan uit dat de aanvrager de kennisinstelling heeft geïnformeerd en dat de universiteit of het instituut de subsidievoorwaarden van dit programma aanvaardt.
ENW-onderzoeksgebieden
Vooraanmeldingen worden beoordeeld in clustercommissies (zie Sectie 4.1.). NWO streeft ernaar om de clustercommissies zodanig samen te stellen dat de deskundigheid van de commissieleden zo goed mogelijk aansluit bij de door de aanvragers aangegeven onderzoeksgebieden. Het is dus van belang dat het aanvragende consortium zorgvuldig één of meerdere onderzoeksgebieden kiest. Dit helpt NWO bij het samenstellen van deskundige clustercommissies. In paragraaf 6.1 vindt u een lijst met de voor ENW relevante onderzoeksgebieden.
Referenten / non-referenten
NWO vraagt u als aanvrager minimaal drie en maximaal vijf suggesties te doen voor mogelijk te raadplegen buitenlandse referenten. De lijst met referentensuggesties mag geen namen van onderzoekers bevatten met wie de hoofdaanvrager of de mede-aanvrager(s) in de laatste drie jaar hebben samengewerkt, momenteel samenwerken, of verwachten samen te werken. De gesuggereerde referenten mogen niet in Nederland werkzaam zijn. De aanvrager kan daarnaast ook maximaal drie namen van personen noemen die niet als referent mogen optreden. Dit is niet verplicht. NWO vraagt u om reeds tegelijk met het indienen van uw vooraanmelding de non-referenten en de suggesties voor referenten op te geven in ISAAC.
Op alle aanvragen zijn de NWO-subsidieregeling 2017en het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek van toepassing.
Open Access
Als ondertekenaar van de Berlin Declaration on Open Access to Knowlegde in the Sciences and Humanities(2003) zet NWO zich in om de resultaten van wetenschappelijk onderzoek dat door NWO gefinancierd wordt vrij toegankelijk te maken via internet (open access). Daarmee geeft NWO invulling aan het beleid van de Nederlandse regering om al het publiek gefinancierde onderzoek open access te maken. Alle wetenschappelijke publicaties van onderzoek dat is gefinancierd op basis van toekenningen voortvloeiend uit deze call for proposals dienen daarom onmiddellijk (op het moment van publicatie) open access beschikbaar te zijn. NWO accepteert daarbij verschillende routes:
− publicatie in een open access tijdschrift,
− deponeren van een versie van het artikel in een repository of
− publicatie in een hybride tijdschrift waarover de VSNU overeenkomsten heeft gemaakt met uitgevers. Zie daarover www.openaccess.nl.
Eventuele kosten voor publiceren in open access tijdschriften kunnen worden begroot in de projectbegroting. NWO vergoedt geen kosten voor publicaties in hybride tijdschriften. Deze voorwaarden geldt voor alle vormen van wetenschappelijke publicaties voortkomend uit deze call for proposals. Ook wetenschappelijke monografieën, edited volumes, proceedings en hoofdstukken. Voor een nadere toelichting op het open access beleid van NWO zie: www.nwo.nl/openscience.
Datamanagement
Resultaten van wetenschappelijk onderzoek moeten kunnen worden gerepliceerd, geverifieerd en gefalsifieerd. In het digitale tijdperk betekent dit dat behalve publicaties ook onderzoeksdata zo veel mogelijk vrij toegankelijk moeten zijn. NWO verwacht dat de onderzoeksdata die voortkomen uit projecten die door NWO zijn gefinancierd zo veel mogelijk vrij beschikbaar komen voor hergebruik door andere onderzoekers. NWO hanteert daarbij het
principe: “zo open als mogelijk, beschermd indien nodig”. Van onderzoekers wordt verwacht dat zij ten minste die data en/of niet-numerieke resultaten die ten grondslag liggen aan de conclusies van binnen het project gepubliceerde werken openbaar maken, gelijktijdig met de publicatie zelf. Eventuele kosten die hiervoor worden gemaakt, kunnen worden meegenomen in de projectbegroting. Onderzoekers maken kenbaar hoe met data voortkomend uit het project wordt omgegaan middels de datamanagementparagraaf in de onderzoeksaanvraag, en het datamanagementplan na honorering.
1. Datamanagementparagraaf
De datamanagementparagraaf maakt deel uit van de onderzoeksaanvraag. Onderzoekers worden dus gevraagd reeds voor aanvang van het onderzoek te bedenken hoe de verzamelde data geordend en gecategoriseerd moeten worden zodat zij vrij beschikbaar kunnen worden gesteld. Vaak zullen al vóór het tot stand komen van de data en de analyse daarvan maatregelen getroffen moeten worden om opslag en deling later mogelijk te maken. Indien niet alle data voortkomende uit het project openbaar gemaakt kunnen worden, bijvoorbeeld om redenen van privacy, ethiek of valorisatie, dient de aanvrager dit beargumenteerd kenbaar te maken in de datamanagementparagraaf.
2. Datamanagementplan
Na honorering van een aanvraag dient de onderzoeker de datamanagementparagraaf uit te werken tot een datamanagementplan. De onderzoeker beschrijft in het plan of gebruik gemaakt wordt van bestaande data of dat het om een nieuwe dataverzameling gaat en hoe de dataverzameling dan FAIR: vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar gemaakt wordt. Het datamanagementplan dient voor indiening te zijn afgestemd met een data steward of vergelijkbare functionaris van de kennisinstelling waar het onderzoek wordt uitgevoerd. Uiterlijk 4 maanden na honorering van de aanvraag moet dat plan via ISAAC zijn ingediend bij NWO. NWO keurt het plan zo snel mogelijk goed. Goedkeuring van het datamanagementplan door NWO is voorwaarde voor de subsidieverlening. Het plan kan tijdens het onderzoek worden bijgesteld.
Meer informatie over het datamanagementprotocol van NWO staat op: www.nwo.nl/datamanagement.
Nagoya Protocol
Het Nagoya Protocol is op 12 oktober 2014 van kracht gegaan en zorgt voor een eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen (Access and Benefit Sharing; ABS).
Onderzoekers die voor hun onderzoek gebruikmaken van genetische bronnen in/uit het buitenland dienen zich op de hoogte te stellen van het Nagoya Protocol (www.absfocalpoint.nl). NWO gaat er vanuit dat zij de noodzakelijke acties ten aanzien van het Nagoya Protocol nemen.
Advisering gehonoreerde ENW-XL-projecten
Na honorering stelt NWO samen met het consortium een externe adviseur aan. De externe adviseur is een onafhankelijke ervaren wetenschapper uit het onderzoeksveld, bijvoorbeeld uit een wetenschappelijke adviescommissie, die niet betrokken is bij het consortium. De advisering heeft tot doel de wetenschappelijke en/of maatschappelijke impact van het project te maximaliseren. Daartoe heeft de projectleider en/of het consortium minstens eenmaal per jaar contact met de externe adviseur.
Ethische aspecten
Voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek is het belangrijk dat onderzoeksvoorstellen die ethische vragen kunnen oproepen zorgvuldig worden behandeld. Voor bepaalde onderzoeksprojecten is een goedkeurende verklaring van een erkende Medisch Ethische Toetsingscommissie (METC) of een Dier Experimenten Commissie (DEC) nodig. Daarnaast is voor bepaalde onderzoeksvoorstellen een vergunning nodig op grond van de Wet Bevolkingsonderzoek (WBO). Meer informatie over de METC is beschikbaar bij de Centrale Commissie Mensgebonden onderzoek (CCMO). Bij de Nederlandse Vereniging voor Dierexperimentencommissies kunt u terecht voor informatie over DEC. Bij onder andere de Gezondheidsraad is informatie over de WBO beschikbaar.
Een aanvrager is in eerste instantie verantwoordelijk voor het nagaan of het onderzoeksvoorstel ethische vragen op kan roepen, en – indien nodig – voor het tijdig verkrijgen van een goedkeurende verklaring van een relevante ethische commissie. In het geval dat een goedkeurende ethische verklaring en/of vergunning noodzakelijk is, wordt bij honorering de subsidie verleend onder de voorwaarde dat de betreffende verklaring en/of vergunning vóór de uiterste startdatum wordt verkregen. Een onderzoeksproject kan pas starten als NWO een kopie van de noodzakelijke ethische verklaring en/of vergunning ontvangen heeft ontvangen.
NWO verwacht dat aanvragers rekening houden met het tijdpad van de beoordelingsprocedure en de tijd die nodig is voor de toetsing door een ethische commissie. Voor complexe vragen op het gebied van ethische vraagstukken, behoudt NWO zich het recht voor een externe adviseur te raadplegen.
Het indienen van een aanvraag kan alleen via het online aanvraagsysteem ISAAC. Aanvragen die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.
Een hoofdaanvrager is verplicht zijn/haar aanvraag via zijn/haar eigen ISAAC-account in te dienen. Indien de hoofdaanvrager nog geen ISAAC-account heeft, dient hij/zij dat minimaal een dag voor het indienen aan te maken. Dit om eventuele aanmeldproblemen op tijd te kunnen verhelpen. Indien de hoofdaanvrager al een account bij NWO heeft, hoeft deze geen nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen.
Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC-helpdesk, zie paragraaf 5.1.2.
Ontvankelijkheid
De eerste stap in de beoordelingsprocedure, zowel in de vooraanmeldingsfase als in de fase voor uitgewerkte aanvragen, is een toets of de aanvraag in behandeling genomen kan worden. Het bureau beoordeelt, in opdracht van het domeinbestuur ENW, de passendheid van de aanvraag binnen ENW en de ENW-onderzoeksgebieden en de volledigheid van de aanvraag. Hiervoor worden de voorwaarden zoals beschreven in hoofdstuk 3 van deze call for proposals toegepast. Als correctie van de aanvraag nodig is, wordt de hoofdaanvrager eenmalig in de gelegenheid gesteld binnen 5 werkdagen de aanvraag aan te passen. Aangepaste aanvragen die tijdig door NWO ontvangen worden en aan de indienvoorwaarden voldoen, worden in behandeling genomen.
Alle ingediende vooraanmeldingen/aanvragen staan met elkaar in onderlinge competitie. De beoordeling vindt plaats in twee stappen.
Stap 1: Vooraanmeldingen
Clustercommissies
Op basis van de door de aanvragers gekozen onderzoeksgebieden worden verschillende clustercommissies samengesteld, waarin op elkaar gelijkende onderzoeksgebieden samenkomen. De exacte samenstelling van de clustercommissies zal afhangen van de (combinaties van) gekozen onderzoeksgebieden en de aantallen ontvankelijke vooraanmeldingen. Leden van een clustercommissie zijn buitenlandse en binnenlandse onderzoekers met expertise op het vlak van de onderzoeksgebieden uit dat cluster.
De vooraanmeldingen worden verdeeld over de verschillende clustercommissies. Indien een (multidisciplinaire) vooraanmelding inhoudelijk bij meerdere clustercommissies past, kan deze bij meerdere, relevante, clustercommissies ingedeeld worden. In een vergadering stellen de clustercommissies een gemotiveerde prioritering op van vooraanmeldingen die in het cluster behandeld worden. De prioritering komt tot stand door een cijfermatige beoordeling van de beoordelingscriteria. Vooraanmeldingen worden enkel beoordeeld op criterium 1 (Wetenschappelijke kwaliteit van het voorstel) en criterium 3 (Kwaliteit van het consortium). NWO streeft ernaar dat alle clustercommissies een percentueel gelijkaardig aantal vooraanmeldingen nomineren voor verdere uitwerking. Uitgangspunt hierbij is dat het totaal aantal nominaties ongeveer tweemaal het verwachte aantal toe te kennen projecten is. Voor nominatie wordt de volgorde van de prioritering gevolgd.
Besluitvorming
De gemotiveerde prioriteringen van de clustercommissies en nominaties van vooraanmeldingen voor verdere uitwerking worden voorgelegd aan het domeinbestuur van ENW. Het domeinbestuur neemt op basis van deze informatie een besluit over toewijzing of afwijzing van de vooraanmelding. De genomineerde vooraanmeldingen per cluster ontvangen een uitnodiging om vóór de deadline een uitgewerkte aanvraag in te dienen.
Opmerking
Vooraanmeldingen worden niet voorgelegd aan referenten. De vooraanmeldingsfase kent dan ook geen weerwoordfase.
Stap 2: Uitgewerkte aanvragen
Referenten en weerwoord
Zodra een uitgewerkte aanvraag in behandeling is genomen, legt NWO deze voor advies voor aan externe referenten. NWO streeft ernaar per aanvraag vier referenten te raadplegen, maar ten minste drie referenten beoordelen elke aanvraag. De referenten beoordelen de aanvraag op de drie beoordelingscriteria, zoals uitgewerkt in paragraaf 4.2, en geven geen cijfermatig oordeel. De referentenrapporten worden, geanonimiseerd, voor schriftelijk wederhoor (weerwoord) verstuurd naar de hoofdaanvrager. Aanvragers dienen binnen 10 werkdagen na het beschikbaar stellen van de referentenrapporten hun weerwoord als pdf via ISAAC in.
Drie beoordelingscommissies en interview
De uitgewerkte aanvragen worden gedistribueerd over drie beoordelingscommissies, die verschillende accenten hebben op basis van de door de aanvragers aangegeven onderzoeksgebieden. NWO streeft ernaar om aan de verschillende beoordelingscommissies een gelijk aantal aanvragen voor te leggen. Aanvragers worden na uitnodiging voor uitwerking (zie Stap 1: vooraanmeldingen) op hoofdlijnen geïnformeerd over hoe de verschillende ENW-disciplines zijn verdeeld over de drie beoordelingscommissies. De commissies kunnen bestaan uit een afvaardiging van clustercommissieleden uit de vooraanmeldingsfase, aangevuld met andere deskundigen.
Alle consortia waarvan de uitgewerkte aanvraag in behandeling is genomen worden uitgenodigd voor een interview. Tijdens het interview licht een afvaardiging (maximaal 3 leden) van het consortium met een presentatie de aanvraag toe aan de beoordelingscommissie. De commissieleden hebben vervolgens de gelegenheid vragen te stellen. Via het interview worden onduidelijkheden over referentenrapporten en weerwoord besproken, en de commissie kan hierbij ook nieuwe vragen stellen betreffende de drie beoordelingscriteria (zie Sectie 4.2), die nog niet door de referenten zijn opgeworpen. Het consortium kan op de gestelde vragen tijdens het interview in de discussie met de commissie reageren, zodat hoor en wederhoor ter plekke plaatsvindt.
Vervolgens baseren de beoordelingscommissies zich op de uitgewerkte aanvragen, de referentenrapporten, het weerwoord en het interview met het consortium om een gemotiveerde prioritering op te stellen van de behandelde aanvragen. De prioritering komt tot stand op basis van een cijfermatig oordeel per beoordelingscriterium (drie criteria, zoals uitgewerkt in paragraaf 4.2).
Taak beoordelingscommissies
Het is de taak van de beoordelingscommissies om op basis van de aanvraag, de referentenrapporten, het weerwoord en het interview een eigen, zelfstandige afweging te maken. Hierbij geldt dat de referentenrapporten in belangrijke mate ‘richtinggevend’ zijn voor de uiteindelijke beoordeling, maar niet onverkort worden overgenomen door de beoordelingscommissies. De beoordelingscommissies wegen de argumenten van de referenten (ook onderling) en bekijken of in het weerwoord een goede reactie is geformuleerd op de kritische opmerkingen uit de referentenrapporten. De beoordelingscommissies hebben bovendien, anders dan de referenten, zicht op de kwaliteit van de overige ingediende aanvragen en weerwoorden. Dit brengt met zich mee dat de beoordelingscommissies tot een andere beoordeling kunnen komen.
Domeinbrede commissie
De domeinbrede commissie bestaat uit afgevaardigden uit de beoordelingscommissies. Op basis van de onafhankelijk van elkaar tot stand gekomen prioriteringen van de drie beoordelingscommissies stelt de domeinbrede commissie één eindprioritering op, waarbij de volgorde van de aanvragen in de prioriteringen van de beoordelingscommissies intact blijft.
Besluitvorming
De domeinbrede commissie adviseert met de gemotiveerde eindprioritering het domeinbestuur van ENW over de kwaliteit van de voorgelegde aanvragen. Het domeinbestuur neemt op basis van dit advies, de beschikbare financiële middelen en eventuele beleidsmatige aspecten (bijvoorbeeld op basis van de ENW-strategie), een besluit over toewijzing of afwijzing van de aanvragen.
Algemeen
Code omgang met persoonlijke belangen
Voor alle bij de beoordeling en/of besluitneming betrokken personen en betrokken NWO-medewerkers is de NWO- Code omgang met persoonlijke belangen van toepassing (www.nwo.nl/code).
Integriteit
NWO heeft in de NWO Subsidieregeling 2017 opgenomen dat al het onderzoek dat NWO financiert, uitgevoerd moet worden in overeenstemming met de nationaal en internationaal aanvaarde normen van wetenschappelijk handelen zoals neergelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit 2018 (VSNU). Meer informatie over het NWO-beleid wetenschappelijke integriteit is te vinden op de website: www.nwo.nl/integriteit.
Stimulering vrouwelijke onderzoekers
In het geval aanvragen een gelijke eindscore (afgerond op 1 decimaal) hebben gekregen, geeft het domeinbestuur de voorkeur aan de aanvraag van een vrouwelijke hoofdaanvrager. Dit geldt voor zowel de vooraanmeldingen als de uitgewerkte aanvragen.
Datamanagement
De datamanagementparagraaf in de aanvraag wordt niet beoordeeld en derhalve ook niet meegewogen in de beslissing om een aanvraag al of niet toe te wijzen. Zowel de referenten als de commissie kunnen wel advies geven met betrekking tot de datamanagementparagraaf. Na toewijzing van een aanvraag dient de onderzoeker de paragraaf uit te werken in een datamanagementplan. Aanvragers kunnen hierbij gebruik maken van het advies van de referenten en commissie. Het project kan van start gaan zodra het datamanagementplan is goedgekeurd door NWO.
Kwalificatie
NWO voorziet alle uitgewerkte aanvragen van een kwalificatie. Deze kwalificatie wordt aan de aanvrager bekend gemaakt bij het besluit over al dan niet toewijzen van financiering. Om voor financiering in aanmerking te kunnen komen, dient een aanvraag ten minste de kwalificatie excellent/zeer goed te krijgen. Voor meer informatie over de kwalificaties zie: http://www.nwo.nl/kwalificaties.
Vooraanmeldingen |
|
15 april 2021, 14.00:00 uur CEST |
Deadline vooraanmeldingen |
Begin September 2021 |
Vergaderingen clustercommissies |
Oktober 2021 |
Besluit vooraanmeldingen; bekendmaking besluit vooraanmeldingen en uitnodiging voor indienen van uitgewerkte aanvragen. |
Uitgewerkte aanvragen |
|
23 december 2021, 14.00:00 uur CEST |
Deadline uitgewerkte aanvragen |
Januari-februari 2022 |
Raadplegen referenten |
Maart 2022 |
Aanvragers kunnen een weerwoord indienen |
April 2022 |
Interviews |
Eind april 2022 |
Vergadering domeinbrede commissie |
Begin juni 2022 |
Besluit bestuur |
Als uitgangspunt voor de beoordeling van aanvragen binnen de ENW Open Competitie ENW – XL geldt dat in de voorstellen helder omschreven moet zijn wat onderzocht gaat worden, wie het onderzoek uitvoert en waarom het onderzoek uitgevoerd moet worden. Vooraanmeldingen worden enkel beoordeeld op criteria 1 en 3. Uitgewerkte aanvragen worden beoordeeld op alle drie criteria.
Criterium 1: Wetenschappelijke kwaliteit van het voorstel (Wat)
Hieronder vallen onder andere:
− helderheid van voorstel, vraagstelling en doelstellingen;
− wetenschappelijk vernieuwende en/of grensverleggende elementen;
− wetenschappelijke benadering: (uitdaging in) de aanpak en haalbaarheid hiervan;
− doeltreffendheid van de voorgestelde methodologie.
Criterium 2: Wetenschappelijke en/of maatschappelijke impact (Waarom)
De aanvragers hebben de keuze of ze in het onderzoeksvoorstel focussen op het bereiken van wetenschappelijke impact, maatschappelijke impact, of een combinatie daarvan.
Onder wetenschappelijke impact valt:
− de potentie en relevantie van de onderzoeksresultaten voor het eigen en aanverwante vakgebied(en);
− de potentie en relevantie van de onderzoeksresultaten voor het bredere wetenschapsveld.
Onder maatschappelijke impact valt:
− de potentie voor maatschappelijke impact op de korte en lange termijn;
− een visie op de manier(en) waarop het voorgestelde onderzoek tot maatschappelijke impact kan leiden.
Naast impact weegt de beoordelingscommissie als onderdeel van dit criterium ook mee:
− de motivering voor de focus op wetenschappelijke impact en/of maatschappelijke impact;
− de aanwezigheid van processen, factoren of plannen om (onvoorziene) kansen voor de niet-gekozen vorm van impact tijdens de looptijd van het project te vergroten.
Het is mogelijk een goede score te krijgen voor dit criterium als de focus van de aanvraag ligt op wetenschappelijke impact, als de focus ligt op maatschappelijke impact, of als de focus verspreid is over beide vormen van impact. De score voor dit criterium is onafhankelijk van de gekozen focus; de ene vorm van impact is dus niet beter of minder dan de andere.
Criterium 3: Kwaliteit van het consortium (Wie)
Hieronder vallen onder andere:
− de meerwaarde van het consortium. Op welke wijze is het geheel van de samenwerking meer dan de som van de individuele onderzoekers?;
− de kwaliteit en wetenschappelijke prestaties van de deelnemende onderzoeksgroepen voor zover relevant voor het succesvol uitvoeren van het ingediende voorstel;
− voldoende kritische massa;
− de helderheid en effectiviteit van de organisatiestructuur van het consortium;
− de passendheid van de expertise en (toegang tot) de benodigde apparatuur;
− diversiteit van het consortium (gender en academische leeftijd), afgewogen tegen de verhoudingen in het desbetreffende onderzoeksveld.
De kwaliteit van het consortium wordt afgewogen op grond van de mate van toegevoegde waarde die de voorgestelde samenwerking (in het kader van een ENW-XL-subsidie) heeft ten opzichte van de huidige situatie. De
huidige situatie kan zijn dat er nog niet, of slechts beperkt, wordt samengewerkt, of dat er reeds een langjarige samenwerking en organisatiestructuur bestaat.
Weging
In de beoordeling worden de criteria als volgt gewogen:
Vooraanmeldingen
Wetenschappelijke kwaliteit van het voorstel maakt 50% van de eindscore uit; de kwaliteit van het consortium 50%.
Uitgewerkte aanvragen
Wetenschappelijke kwaliteit van het voorstel maakt 40% van de eindscore uit, de wetenschappelijke en/of maatschappelijke impact 20% en de kwaliteit van het consortium 40%. Om in aanmerking te komen voor financiering moet de eindbeoordeling van een aanvraag op basis van bovenstaande criteria ‘excellent’ of ‘zeer goed’ zijn.
Voor inhoudelijke vragen over NWO Open Competitie ENW – XL en deze call for proposals neemt u contact op met: Dr. Remko Achten, tel.: +31 (0)70 349 45 65, e-mail: ENW-XL@nwo.nl
Bij technische vragen over het gebruik van ISAAC kunt u contact opnemen met de ISAAC-helpdesk. Raadpleeg eerst de handleiding voordat u de helpdesk om advies vraagt. De ISAAC-helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer +31 (0)20 346 71 79. U kunt uw vraag ook per e-mail stellen via isaac.helpdesk@nwo.nl. U ontvangt dan binnen twee werkdagen een reactie.
Voor aanvragen binnen de reikwijdte van deze call for proposals geldt dat ze op het (grens)gebied van aardwetenschappen, astronomie, chemie, informatica, levenswetenschappen, natuurkunde en wiskunde moeten liggen. In de aanvraag geeft u aan welke van de onderstaande onderzoeksgebieden (minimaal 1) van toepassing zijn, waarbij u voor elk onderzoeksgebied een percentage aangeeft (minimaal 20%, totaal 100%). De aangegeven onderzoeksgebieden gebruikt het ENW-bureau om de ingediende aanvragen te verdelen over de clustercommissies. Het is vanzelfsprekend dat er verschillende vakgebieden zijn die zich niet laten vangen in een disciplinaire indeling. In onderstaande lijst staan daarom enkele onderzoeksgebieden vermeld onder meerdere disciplines; de disciplines dienen er vooral toe de onderzoeksgebieden goed vindbaar te maken. Per aangegeven discipline staan de onderzoeksgebieden op alfabetische volgorde vermeld.
Astronomy
Galaxies
Gravity and the universe High-energy astrophysics
Instrumentation – telescopes, detectors and techniques Planetary sciences
Stars
Very large databases in astronomy: archiving, handling and analysis
Chemistry
Analytical chemistry Biochemistry Biotechnology Catalysis
Chemical biology
Chemical technology, process technology Inorganic chemistry
Macromolecular chemistry, polymer chemistry Materials chemistry
Molecular biology Organic chemistry Physical chemistry Structural biology Synthetic biology
Theoretical, computational and kwantum chemistry
Computer science
Artificial intelligence, expert systems
Algorithms, data structures, complexity, and computability bioinformatics
Computer graphics, computer simulation, virtual reality Computer systems, architectures, networks
Data management, data mining and information theory
Information systems, information storage and retrieval, user interfaces, multimedia Security & privacy
Software engineering, programming languages, formal methods
Earth sciences
Atmosphere sciences Environmental sciences Geochemistry Geophysics
Geodesy, physical geography
Geodynamics, sedimentation, tectonics, geomorphology Geotechnics
Hydrosphere sciences Marine sciences Paleoceanography Paleoclimate Paleontology, stratigraphy
Petrology, mineralogy, sedimentology Planetary sciences
Life sciences
Agronomy
Animal sciences, zoology Biochemistry bioinformatics Biomedical research Biotechnology
Cell biology Developmental biology Ecology
Environmental sciences Evolutionary biology Genetics, omics Immunology
Microbiology, virology, parasitology Molecular biology
Neurosciences Nutrition, food Organismal biology
Pharmaceutics, pharmacology Physics of life
Physiology Plant sciences Systems biology
Theoretical biology, modeling
Mathematics
Algebra, number theory, discrete mathematics Mathematics of data science
Functional analysis, control theory Dynamical systems, differential equations Geometry, topology
Logic, set theory
Numerical analysis, scientific computing Optimization, operations research Probability, statistics
Physics
Atomic, molecular and optical physics Condensed matter, materials and nanophysics Particle and astroparticle physics
Physics of energy
Physics of fluids and soft matter Physics of life
Physics of technology and instrumentation Plasma physics
Kwantum physics and technology Theoretical and mathematical physics
Toelichting op budgetmodules voor personeel
Voor personeel dat een substantiële bijdrage levert aan het onderzoek kan subsidie voor de salariskosten worden aangevraagd. Subsidiëring van deze salariskosten is afhankelijk van het type aanstelling en de organisatie waar het personeel is/wordt aangesteld.
– Voor universitaire instellingen worden salariskosten gefinancierd conform de op het moment van subsidieverlening geldende VSNU-salaristabellen
– Voor universitair medisch centra worden salariskosten gefinancierd conform de op het moment van subsidieverlening geldende NFU-salaristabellen
– Voor personeel van hogescholen en andere instellingen worden salariskosten gefinancierd op basis van de cao inschaling van de betreffende medewerker, gebaseerd op de Handleiding Overheidstarieven 2017.
– Voor de Nederlandse Cariben geldt dat de rijksoverheid in Caribisch Nederland ambtenaren op de BES- eilanden onder andere voorwaarden in dienst neemt dan in Europees Nederland. https://www.rijksdienstcn.com/werken-bij-rijksdienst-caribisch-nederland/arbeidsvoorwaarden.
De tarieven voor alle budgetmodules zijn verwerkt in het begrotingsformat bij het aanvraagformulier. Voor de budgetmodules ‘Promovendus’, en ‘Postdoc’ komt bovenop de salariskosten een eenmalige persoonsgebonden benchfee van € 5.000 ter stimulering van de wetenschappelijke carrière van de door NWO gefinancierde projectmedewerker. Vergoedingen voor promotiestudenten/beursalen aan een Nederlandse universiteit komen niet in aanmerking voor subsidie van NWO.
Promovendus (inclusief MD-PhD)
Een promovendus wordt 48 maanden voor 1,0 fte aangesteld. Het equivalent van 48 voltijdsmaanden, bijvoorbeeld een aanstelling van 60 maanden voor 0,8 fte, is ook mogelijk. Indien voor de uitvoering van het voorgestelde onderzoek een afwijkende aanstellingsduur noodzakelijk wordt geacht, kan, mits goed gemotiveerd, hier van afgeweken worden. De aanstellingsduur moet wel altijd minimaal 48 maanden zijn.
Postdoc
De omvang van de aanstelling van een postdoc is minimaal 6 voltijdsmaanden en maximaal 48 voltijdsmaanden. De inzet kan naar eigen inzicht worden ingericht, maar is altijd minstens 0,5 fte óf de looptijd is minstens 12 maanden. Het product van fte x looptijd dient altijd minimaal 6 voltijdsmaanden te zijn.
Voor een beperktere inzet van een postdoc staat het materieel budget ter beschikking.
Niet-wetenschappelijk personeel (NWP) bij universiteiten
Financiering voor de aanstelling van niet-wetenschappelijk personeel dat noodzakelijk is voor de uitvoering van het onderzoeksproject kan alleen worden aangevraagd als er ook financiering voor een promovendus of postdoc wordt aangevraagd. Voor NWP kan maximaal € 100.000 aangevraagd worden. Het kan hier gaan om student-assistenten, programmeurs, technisch assistenten of analisten. Afhankelijk van het functieniveau kan worden gekozen uit de salaristabellen NWP MBO, NWP HBO en NWP Academisch.
De omvang van de aanstelling is minimaal 6 voltijdsmaanden en maximaal 48 voltijdsmaanden. De inzet kan naar eigen inzicht worden ingericht, maar is altijd minstens 0,5 fte óf de looptijd is minstens 12 maanden. Het product van fte x looptijd dient altijd minimaal 6 voltijdsmaanden te zijn.
Voor een beperktere inzet van NWP staat het materieel budget ter beschikking.
Toelichting op budgetmodule Materieel
Per fte aangevraagde wetenschappelijke positie (promovendus, postdoc, PDEng) kan per jaar van de aanstelling maximaal € 15.000 materieel budget worden aangevraagd. Materieel budget voor kleinere aanstellingen wordt naar rato aangevraagd en door NWO beschikbaar gesteld3.
De verdeling van het totaalbedrag aan materieel budget over de door NWO gesubsidieerde personeelsposities ligt bij de aanvrager. Het aan te vragen materieel budget is gespecificeerd naar de onderstaande drie posten:
Projectgebonden goederen/diensten
− verbruiksgoederen (glaswerk, chemicaliën, cryogene vloeistoffen, etc.)
− meet- en rekentijd (bijv. supercomputertoegang, etc.)
− kosten voor aanschaf of gebruik van dataverzamelingen (bijv. van het CBS), waarvoor het totaalbedrag niet meer dan € 25.000 per aanvraag bedraagt.
− toegang tot grote (inter)nationale faciliteiten (bijv., cleanroom, synchrotron, etc.)
− werk door derden (bijv. laboratoriumanalyses, dataverzameling, etc.)
− personele kosten voor een aanstelling van een postdoc en/of niet-wetenschappelijk personeel voor een kleinere omvang dan aangeboden onder deze personele budgetmodules.
Reis- en verblijfskosten ten behoeve van de aangevraagde personeelsposities
− reis- en verblijfskosten
− congresbezoek (maximaal 2 per jaar per aangevraagde wetenschappelijke personeelspositie)
− veldwerk
− werkbezoek
Uitvoeringskosten
− zelf te organiseren binnenlands symposium/conferentie/workshop
− kosten voor Open Access-publiceren (uitsluitend in full gold Open Access tijdschriften, geregistreerd in de ‘Directory of Open Access Journals’ https://doaj.org/)
− kosten datamanagement
− kosten voor vergunningaanvragen (bijv. dierproeven)
− auditkosten (alleen voor instellingen die niet onderworpen zijn aan het onderwijsaccountantsprotocol van OCW), maximaal € 5.000 per aanvraag; voor projecten van drie jaar of korter maximaal € 2.500 per aanvraag.
Niet aangevraagd kunnen worden:
− basisvoorzieningen binnen de instelling (bijvoorbeeld laptop, kantoormeubilair etc.)
− onderhouds- en verzekeringskosten.
Indien het maximumbedrag van € 15.000 per jaar per fte per aangevraagde wetenschappelijke positie niet toereikend is voor het uitvoeren van het onderzoek, kan, mits goed gemotiveerd in de aanvraag, daarvan afgeweken worden.
Toelichting op budgetmodule Investeringen (tot € 150.000)
In deze budgetmodule kan financiering worden aangevraagd tot maximaal € 150.000 voor investeringen in apparatuur, dataverzamelingen en/of software (bijv. lasers, specialistische computers of computerprogramma's).
Toelichting op budgetmodule Investeringen (van € 150.000 t/m € 500.000)
In deze budgetmodule kan financiering worden aangevraagd voor investeringen in wetenschappelijk vernieuwende apparatuur en/of dataverzameling van (inter)nationaal belang. Het minimaal aan te vragen bedrag is € 150.000.
NWO financiert maximaal 75% van de totale investeringskosten tot een maximum van € 500.000.
De aanvragende instelling moet minimaal 25% bijdragen aan de totale kosten van de investering. Deze bijdrage aan de investering dient schriftelijk bevestigd te worden door de aanvragende instelling bij het indienen van de aanvraag.
De kosten voor investeringen dienen in de aanvraag adequaat gespecificeerd en gemotiveerd te worden. Subsidiabel zijn:
− kosten voor investeringen in wetenschappelijke apparatuur;
− kosten voor investeringen in datasets;
− personeelskosten voor het opzetten van databases en de initiële digitalisering van het bibliografisch apparaat, indien deze niet gekocht kunnen worden;
− personeelskosten voor medewerkers met essentiële technische expertise noodzakelijk voor de ontwikkeling of bouw van een investering.
Bij het aanvragen van financiering voor personeelskosten moet worden onderbouwd waarom deze personeelskosten noodzakelijk zijn. Indien de aanvrager deze expertise niet tot zijn beschikking heeft, moet worden aangegeven dat deze kosten moeten worden ingekocht. De interne inkoopprocedures en/of richtlijnen van de aanvrager zijn van toepassing.
Niet-subsidiabel zijn:
− kosten voor infrastructurele voorzieningen die tot de gebruikelijke infrastructuur gerekend kunnen worden;
− dataverzamelingen en eventuele bijbehorende software en bibliografieën die reeds op andere wijze beschikbaar zijn;
− overige personeelskosten, waaronder personeelskosten voor de exploitatie en het uitvoeren van onderzoek met de faciliteit;
− onderhoud en gebruik van de apparatuur. De kosten voor het gebruik van apparatuur door de onderzoekers die op een project aangevraagd worden kunnen via het materieel budget aangevraagd worden.
Toelichting op budgetmodule Kennisbenutting
Het doel van deze budgetmodule is het bevorderen van de benutting van de uit het onderzoek voortkomende kennis4. Het aangevraagde budget binnen deze module mag niet hoger zijn dan 5% van het totale aangevraagde budget.
Aangezien kennisbenutting in de verschillende wetenschapsgebieden zeer veel verschillende vormen kent, is het aan de aanvrager om te specificeren welke kosten nodig zijn, bijvoorbeeld voor het maken van een lespakket, een haalbaarheidsstudie naar toepassingsmogelijkheden, of kosten voor het indienen van een octrooiaanvraag.
Het aangevraagde budget dient in de aanvraag adequaat gespecificeerd te worden.
Toelichting op budgetmodule Internationalisering
Met budget voor internationalisering wordt het stimuleren van internationale samenwerking beoogd. Het aangevraagde budget binnen deze module mag niet hoger zijn dan 5% van het totale aangevraagde budget. Het aangevraagde bedrag moet gespecificeerd zijn. Indien het maximumbedrag niet toereikend is voor het uitvoeren van het onderzoek, kan, mits goed gemotiveerd in de aanvraag, daarvan afgeweken worden.
Subsidiabel zijn:
− reis- en verblijfskosten voor zover het om directe onderzoekskosten gaat voortvloeiende uit de internationale samenwerking en additionele kosten voor internationalisering die niet op een andere manier – bijvoorbeeld vanuit de benchfee – worden gedekt;
− reis- en verblijfskosten voor buitenlandse gastonderzoekers;
− kosten voor de organisatie van internationale workshops/ symposia / wetenschappelijke bijeenkomsten.
Toelichting op budgetmodule Money follows Cooperation (MfC)
De module Money follows Cooperation geeft de mogelijkheid om een deel van het project aan een kennisinstelling met een publieke taak buiten Nederland uit te voeren. De aanvrager moet overtuigend onderbouwen op welke wijze de onderzoeker van de buitenlandse kennisinstelling specifieke expertise aan het onderzoeksproject bijdraagt die in Nederland niet op het voor het project noodzakelijke niveau beschikbaar is.
Deze voorwaarde geldt niet wanneer NWO een bilaterale overeenkomst omtrent Money follows Cooperation heeft gesloten met de nationale onderzoeksfinancier van het land waar de buitenlandse kennisinstelling zich bevindt. Op deze webpagina van NWOleest u met welke onderzoeksfinanciers NWO een dergelijke overeenkomst heeft gesloten.
Het aangevraagde budget binnen deze module moet minder dan 50% van het totale aangevraagde budget bedragen.
De medeaanvrager van de participerende buitenlandse kennisinstelling dient aan de in paragraaf 3.1 van deze call for proposals gestelde vereisten voor medeaanvragers te voldoen, met uitzondering van de voorwaarde dat de medeaanvrager binnen het Koninkrijk der Nederlanden gevestigd dient te zijn.
De tarieven voor de personele kosten van onderzoekers aan de buitenlandse kennisinstelling worden berekend aan de hand van de correctie-coëfficiënten tabel van de Marie Skłodowska-Curie-beurzen (EU, Horizon 2020), waarbij de Nederlandse VSNU tarieven het uitgangspunt zijn. De tabel is te vinden op deze webpagina van NWO.
De hoofdaanvrager ontvangt de subsidie en is verantwoordelijk voor het overmaken aan de buitenlandse kennisinstelling en het verantwoorden van het MfC-deel van de subsidie. Het MfC-deel van de verantwoording zal onderdeel uitmaken van de totale financiële eindverantwoording van het project.
Per 0.2 fte aangevraagde wetenschappelijk medewerker hogeschool (junior-, medior- en seniorniveau, met minimale aanstelling van 0.2 fte gedurende 12 maanden) kan per jaar van de aanstelling maximaal € 15.000 materieel budget worden aangevraagd.
In deze budgetmodule wordt aangesloten bij de definitie voor “kennisoverdracht” die de Europese Commissie hanteert in de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie (PbEU 2014, C 198).
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-49758.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.