Besluit van 31 augustus 2020, nr. 2020001704, houdende benoeming en vergoeding van leden van het Adviescollege huis- en hobbydierenlijst

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 27 augustus 2020, nr. WJZ/20065999;

Gelet op de artikelen 3 en 4 van het Besluit instelling Adviescollege huis- en hobbydierenlijst, artikel 11 van de Kaderwet adviescolleges en artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Te rekenen vanaf 22 juli 2019 worden voor een periode van vier jaar benoemd tot lid van het Adviescollege huis- en hobbydierenlijst:

  • a. de heer mr. drs. J. (Jan) Staman, te Utrecht, tevens voorzitter;

  • b. de heer dr. J.J.M. (Jacques) van Alphen, te Leiden;

  • c. de heer ir. M.S.P. (Marc) Damen, te Rotterdam;

  • d. de heer prof. dr. J.M. (Jaap) Koolhaas, te Groningen;

  • e. mevrouw drs. T. (Tineke) Kramer, te Wageningen;

  • f. de heer ing. D.R. (Dennis) Lammertsma, te Ede.

Artikel 2

  • 1. Aan de voorzitter wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op het maximum van schaal 18 van paragraaf 6.3 van de CAO Rijk en de arbeidsduurfactor op 0,21.

  • 2. Aan de andere leden wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op het maximum van schaal 16 van paragraaf 6.3 van de CAO Rijk en de arbeidsduurfactor op 0,21.

  • 3. De gastdeskundigen ontvangen een vergoeding per vergadering van € 279 voor het jaar 2019 en € 299 voor het jaar 2020.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 22 juli 2019.

Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en dat in afschrift zal worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage, 31 augustus 2020

Willem-Alexander

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

TOELICHTING

Met dit besluit worden de voorzitter en de andere leden van het Adviescollege huis- en hobbydierenlijst benoemd (hierna: het college). De leden zijn gekozen op basis van hun deskundigheid op het gebied van de zoölogie. Een aantal leden waren lid van de Wetenschappelijke Adviescommissie Positieflijst van Wageningen University & Research (hierna: WUR). Deze commissie heeft geadviseerd over een systematiek voor het beoordelen van zoogdieren voor de huis- en hobbydierenlijst. Doordat een aantal leden van de WUR-commissie ook plaatsnemen in het college, wordt voorzien in een goede continuering van de wetenschappelijke advisering ten aanzien van de huis- en hobbydierenlijst.

De Kaderwet adviescolleges bepaalt dat bij de benoeming van leden van adviescolleges moet worden gestreefd naar evenredige deelneming aan adviescolleges van vrouwen en personen behorende tot etnische of culturele minderheidsgroepen. Gezien het beperkte aantal deskundigen op het gebied van de zoölogie, is het niet gelukt om hier meer dan in beperkte mate aan tegemoet te komen.

In artikel 2 van dit besluit zijn de vergoeding en de arbeidsduurfactor vastgesteld. De vergoedingen van de leden zijn conform de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies en het Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies.

Het college wordt met terugwerkende kracht vanaf 22 juli 2019 ingesteld. De collegeleden zijn vanaf deze datum begonnen met hun werkzaamheden. De Minister moest namelijk, vooruitlopend op de nieuwe huis- en hobbydierenlijst, uiterlijk op 10 januari 2020 een besluit nemen over de plaatsing van drie diersoorten op de huidige huis- en hobbydierenlijst. Voor deze besluitvorming was het noodzakelijk om te beschikken over een wetenschappelijke beoordeling van de drie diersoorten. Aangezien de collegeleden nog ervaring moesten opdoen met het beoordelen van de diersoorten in overeenstemming met het nieuwe toetsingskader, was het noodzakelijk de werkzaamheden op tijd te starten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven