Instelling tijdelijk gebied met beperkingen Hoek van Holland (RPAS-vluchten)

16 juli 2020

Kenmerk BS 2020014332

Nr. MLA/125/2020

De Minister van Defensie,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelezen het verzoek van de Nationale Politie, Eenheid Den Haag, District Westland-Delft van maandag 13 juli 2020;

Gelet op artikel 9 van het Besluit luchtverkeer 2014;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Ten behoeve van vluchten met het Remotely Piloted Aircraft System (RPAS) type Puma in het kader van bijstandverlening aan de Nationale Politie wordt als inzetgebied het tijdelijke gebied met beperkingen (TGB) Hoek van Holland aangewezen, begrensd door de volgende coördinaten en hoogten:

    TGB Hoek van Holland

    van 51°58'42.62"N 004°07'10.53"E naar 52°02'54.90"N 004°12'24.34"E, naar 51°59'33.51"N 004°18'43.55"E, naar 51°56'10.01"N 004°12'47.59"E, terug naar 51°58'42.62"N 004°07'10.53"E, van grondniveau tot 2000ft AMSL (zie figuur).

  • 2. Het TGB Hoek van Holland, genoemd in het eerste lid, wordt ingesteld op vrijdag 17 juli 2020 van 12:00 uur tot 24:00 uur lokale tijd.

    Figuur: TGB Hoek van Holland

    Figuur: TGB Hoek van Holland

Artikel 2

Voor het gebruik van het TGB Hoek van Holland gelden de volgende regels:

  • a. het uitvoeren van andere dan bij de inzet betrokken vluchten in het TGB Hoek van Holland is niet toegestaan, met uitzondering van gecoördineerde vluchten door luchtvaartuigen die vooraf toestemming hebben verkregen van Amsterdam FIC, en met uitzondering van door tussenkomst van Amsterdam FIC gecoördineerde HEMS- en SAR-vluchten en vluchten van de Landelijke Eenheid, Dienst infrastructuur, afdeling Luchtvaart buiten het plaatselijke luchtverkeersleidingsgebied (CTR) van Rotterdam;

  • b. het uitvoeren van andere dan bij de inzet betrokken vluchten in het TGB Hoek van Holland is niet toegestaan, met uitzondering van door tussenkomst van de door plaatselijke luchtverkeersleiding van Rotterdam gecoördineerde vluchten binnen de CTR van Rotterdam;

  • c. gedurende de uitvoering van de vluchten met het RPAS dient te allen tijde contact mogelijk te zijn tussen de uitvoerende eenheid, plaatselijke luchtverkeersleiding van Rotterdam en Amsterdam FIC;

  • d. aanvang en beëindiging van de vluchten met het RPAS in de CTR van Rotterdam worden gecoördineerd met plaatselijke luchtverkeersleiding van Rotterdam;

  • e. aanvang en beëindiging van de vluchten met het RPAS buiten de CTR van Rotterdam worden gecoördineerd met Amsterdam FIC;

  • f. de plaatselijke luchtverkeersleiding van Rotterdam en het FIC Amsterdam coördineren alle in- en uitgaande vluchten met de RPAS Commandant;

  • g. tijdens de uitvoering van de vluchten met het RPAS worden de in het “Operations Manual” en “Permit to fly” opgenomen beperkingen in acht genomen;

  • h. het uitvoeren van de vluchten met het RPAS boven aaneengesloten bebouwing en mensenverzamelingen wordt vermeden, tenzij dit voor het doel van de vlucht noodzakelijk is;

  • i. voor aanvang van de vluchten met het RPAS stelt de vluchtuitvoerder zich op de hoogte met betrekking tot plaatsen die geschikt zijn voor het uitvoeren van een noodlanding;

  • j. de vliegroute en vlieghoogte worden zodanig gekozen dat in geval van een noodlanding het risico voor derden zoveel mogelijk wordt beperkt;

  • k. de maximale vlieghoogte binnen het TGB bedraagt 1500ft AMSL.

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking met ingang van vrijdag 17 juli 2020 en vervalt met ingang van zaterdag 18 juli 2020.

Deze beschikking zal achteraf met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en zal vooraf bekend worden gemaakt door middel van een NOTAM.

De Minister van Defensie voor deze De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit J.P. Apon Commodore

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, DienstenCentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

Sinds enkele jaren heeft het Ministerie van Defensie de beschikking over verschillende typen Remotely Piloted Aircraft Systems (RPAS). Een RPAS kan conform de Regeling vluchten militaire onbemande luchtvaartuigen worden gebruikt in militaire plaatselijke luchtverkeersleidingsgebieden, restricted areas en tijdelijke gebieden met beperkingen (TGB’s). In deze beschikking is op grond van artikel 9 van het Besluit luchtverkeer 2014 een TGB aangewezen. Binnen dit TGB zullen in het kader van bijstandverlening aan de Nationale Politie vluchten met een RPAS worden uitgevoerd. De grenzen van het TGB zullen daarbij niet worden overschreden.

Gecoördineerde vluchten door luchtvaartuigen die vooraf toestemming hebben verkregen en gecoördineerde HEMS- en SAR-vluchten en vluchten van de Landelijke Eenheid, Dienst infrastructuur, afdeling Luchtvaart mogen het tijdelijke gebied met beperkingen binnenvliegen na toestemming van Amsterdam FIC of de plaatselijke luchtverkeersleiding van Rotterdam.

In verband met het bijzondere karakter van deze inzet zal deze beschikking pas na beëindiging hiervan worden gepubliceerd. Via een vooraf gepubliceerde Notice to Airmen is het vliegverkeer gewaarschuwd dat het betrokken luchtruim verboden gebied is.

Naar boven