Advies ‘Voorontwerp Wet Deelgezag’, Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ)

Uitgebracht aan: Minister voor Rechtsbescherming

Datum: 18 juni 2020

Samenvatting

De Afdeling advisering van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (hierna: de RSJ) is gevraagd op het voorontwerp van de Wet deelgezag te reageren. In zijn reactie ontraadt de RSJ de Minister voor Rechtsbescherming het wetsontwerp in deze vorm in te dienen. Het wetsontwerp dient de belangen van het kind te weinig. De RSJ vraagt zich af of de Wet deelgezag de gewenste uitwerking in de praktijk zal hebben, en of het daarmee een zinvolle wijziging van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek betreft.

Bescherming relatie tussen (mede)opvoeder en kind

Het wetsontwerp beoogt bescherming te bieden ten aanzien van de relatie tussen het kind en een derde (en vierde) volwassene die betrokken is bij de opvoeding en verzorging van het kind. Het wettelijk beschermen van deze relatie kan volgens de RSJ inderdaad in het belang van het kind zijn. De RSJ waardeert dat de continuïteit in de opvoedingsrelatie in dit wetsontwerp het uitgangspunt vormt. Daarnaast staat de RSJ achter het uitgangspunt dat een wijziging in het gezagsrecht zo min mogelijk moet leiden tot een toename van het aantal conflicten rond het kind.

Knelpunten

Tegelijkertijd constateert de RSJ, ten aanzien van vijf onderwerpen, een groot aantal knelpunten bij dit wetsontwerp. Zo acht de RSJ onder meer de vestiging van (met name) procedurele rechten voor de derde (en vierde) opvoeder, in plaats van het geven van een inhoudelijke betekenis aan de relatie tussen deze opvoeder en het kind, niet in het belang van het kind. Het kind kan daardoor bij onnodige formele conflicten betrokken raken. Naar oordeel van de RSJ wordt het kind bovendien onvoldoende betrokken bij het vestigen en eindigen van de wettelijke positie van deze opvoeder.

Aanbevelingen

In geval het wetsontwerp toch in deze vorm wordt ingediend, doet de RSJ enkele aanbevelingen ter verbetering.

Zo adviseert de RSJ om de term ‘deelgezag’ te vervangen door ‘opvoedingsgezag’, omdat de invulling van deelgezag met name gaat over de verzorgings- en opvoedingsrelatie en minder over de gezagsrelatie. Verder adviseert de RSJ om bij ‘opvoedingsgezag’ enkel te voorzien in de bevoegdheid tot het nemen van dagelijkse beslissingen en geen formele rechten te creëren die conflictversterkend kunnen werken. Tot slot adviseert de RSJ om een rol te beleggen bij de Raad voor de Kinderbescherming in geval beide gezagdragende ouders van het kind komen te overlijden.

Het advies kunt u raadplegen op de website van de RSJ, www.rsj.nl onder Adviezen.

Naar boven