Besluit van 9 juli 2020, nr. 2020001376 houdende wijziging van het Besluit benoeming en vergoeding Adviescollege Veiligheid Groningen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze van Economische Zaken en Klimaat en gedaan mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 juli 2020, nr. WJZ / 20142380;

Gelet op artikel 2, eerste en tweede lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 2, eerste lid, van het Besluit benoeming en vergoeding Adviescollege Veiligheid Groningen komt te luiden als volgt:

  • 1. Aan de voorzitter wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal is vastgesteld op schaal 18 van paragraaf 6.3 van de CAO Rijk en de arbeidsduurfactor op:

    • a. 0,556: voor de periode 15 september 2019 tot en met 31 mei 2020;

    • b. 0,111: voor de periode 1 juni 2020 tot en met 31 december 2020;

    • b. 0,333: voor de periode 1 januari 2021 tot 15 september 2021.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 september 2019.

Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 9 juli 2020

Willem-Alexander

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

In het Besluit benoeming en vergoeding Adviescollege Veiligheid Groningen van 17 december 2019 is de arbeidsduurfactor van de voorzitter op 0,556 bepaald. Na de evaluatie van de tijdsbesteding van de leden van het College is gebleken dat deze factor te hoog is. Om deze factor over geheel 2020 gelijk te trekken met de daadwerkelijke omvang van de werkzaamheden zal deze tot het eind van 2020 worden teruggebracht naar 0,111. Per januari 2021 wordt de arbeidsduurfactor van de voorzitter op 0,333 bepaald. Hiermee blijft de voorzitter voor deze en overige benoemingen in adviescolleges en commissies ook onder de grens van geldende maximale vergoedingen volgens de Wet normering topinkomens (WNT).

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven