Beschikking van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, houdende aanwijzing van een tijdelijk gebied met beperkingen en hoogteontheffing voor een energievlieger op de droneluchthaven Valkenburg, Inspectie Leefomgeving en Transport

Datum 7 januari 2020

Nummer ILT-2020/744

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gelezen:

het verzoek van de TU Delft (Kitepower Reach project) om vluchten uit te mogen voeren met een kabelvlieger, ontvangen op 12 november 2019, kenmerk ILT-2019/57043

Overwegende dat:

  • − het doel van de vluchten is het uitvoeren van testvluchten met een kabelvlieger die energie opwekt (hierna: ‘energievlieger’);

  • − volgens de Luchthavenregeling voor het RPAS testcentrum op voormalig vliegkamp Valkenburg vluchten met Remotely Piloted Aircraft (RPA) mogelijk zijn op de locatie die voor de energievlieger wordt gebruikt;

  • − coördinatie noodzakelijk is voor een veilig gebruik van de energievlieger en de luchthaven;

  • − een vlieger normaliter niet hoger mag worden opgelaten dan 100 meter boven grond of water (Regeling kabelvliegers en kleine ballons) en niet mag worden opgelaten binnen 3 km van de grens van een ongecontroleerde luchthaven;

Gelet op artikel 5.5, derde lid, van de Wet luchtvaart en artikel 9 van het Besluit luchtverkeer 2014;

BESLUIT:

Artikel 1

  • 1. Aan TU Delft (Kitepower Reach project) wordt ontheffing verleend van het verbod om een kabelvlieger te gebruiken:

    • a. boven de in artikel 2, onderdeel a, van de Regeling kabelvliegers en kleine ballons voorgeschreven maximumhoogte van 100 meter boven de grond of het water;

    • b. binnen de in artikel 2, onderdeel b, van de Regeling kabelvliegers en kleine ballons voorgeschreven minimum afstand van 3 km tot de grens van een luchthaven.

  • 2. De ontheffingen, genoemd in het eerste lid, gelden voor de locatie in Valkenburg (ZH) in een straal van 1,5 nautische mijl rondom het coördinaat 52°10'01.60"NB 004°25'12.37"OL (zie figuur 1).

Artikel 2

Ter bescherming van het luchtverkeer tijdens het testen van de energievlieger in Valkenburg (ZH) wordt het volgende tijdelijke gebied met beperkingen ingesteld, begrensd door de volgende coördinaten en hoogten, hierna te noemen TGB Valkenburg (zie figuur 1):

  • – een cirkel met een straal van 1,5 nautische mijl rondom het coördinaat 52°10'01.60"NB 004°25'12.37"OL;

  • – vanaf de grond tot een hoogte van 450 meter boven gemiddeld zeeniveau (1476 ft AMSL).

Figuur 1

Figuur 1

Artikel 3

Aan de ontheffing, bedoeld in artikel 1, eerste lid, zijn de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

  • a. de energievlieger mag niet hoger vliegen dan 450 meter boven gemiddeld zeeniveau (1476 ft AMSL) en niet in of door de laagste bewolking, inclusief flarden;

  • b. de energievlieger mag alleen boven de 100 meter worden opgelaten wanneer het grondzicht en het vliegzicht1 5 km of meer bedragen en de energievlieger buiten de wolken blijft;

  • c. de opstelplaats van de lier wordt dusdanig gekozen dat de energievlieger altijd in het tijdelijke gebied met beperkingen zweeft en zowel kabel als energievlieger niet boven de N206 zweven;

  • d. in geval van gebruik buiten de uniforme daglichtperiode (UDP), gepubliceerd in de luchtvaartgids onder GEN 2.7 (zie www.ais- netherlands.nl), wordt de energievlieger verlicht met ten minste 2 witte lichten op de kabel die rondom zichtbaar zijn en op die manier een indicatie geven van de positie van de kabel;

  • e. de energievlieger mag alleen worden opgelaten wanneer er geen andere luchtvaartactiviteiten plaatsvinden op de droneluchthaven Valkenburg, tenzij deze activiteiten zijn gecoördineerd met de exploitant van de luchthaven en op veilige afstand van elkaar kunnen plaatsvinden, rekening houdend met de veiligheidsbuffers in de vergunning van de desbetreffende drone operator; de energievlieger mag alleen worden opgelaten na toestemming van het Rijksvastgoedbedrijf of de exploitant van de droneluchthaven Valkenburg;

  • f. TU Delft (Kitepower Reach project) neemt ten minste 30 minuten voor het oplaten van de energievlieger en direct na het neerhalen ervan contact op met de Operationele Helpdesk LVNL (tel. 020-406 2201) onder vermelding van het telefoonnummer (06-28333616) waarop de organisatie bereikbaar is tijdens de activiteit;

  • g. aanwijzingen van de Landelijke eenheid, afdeling luchtvaart, LVNL of de Inspectie Leefomgeving en Transport in het kader van de veiligheid van het luchtverkeer, moeten worden nagekomen.

Artikel 4

Voor het uitvoeren van vluchten in het tijdelijke gebied met beperkingen gelden de volgende beperkingen:

  • a. het is verboden vluchten uit te voeren binnen het TGB Valkenburg, tenzij het gaat om:

    • 1°. testvluchten van de TU Delft (Kitepower Reach project) met genoemde energievlieger;

    • 2°. vluchten die worden uitgevoerd door of in opdracht van de Landelijke eenheid, afdeling Luchtvaart, vluchten voor zoek- en reddingsacties (SAR) of spoedeisende medische vluchten (HEMS);

    • 3°. (test)vluchten met onbemande luchtvaartuigen, na coördinatie met en goedkeuring van het Rijksvastgoedbedrijf, uitgevoerd door organisaties die over een ROC of ROC light beschikken of over een ROC ten behoeve van testcentra; deze (test)vluchten worden uitgevoerd volgens de afstanden en hoogtes, genoemd in de Regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen (Roabl) in combinatie met de beperkingen uit de desbetreffende ROC- of ROC light-vergunning;

  • b. het testen van de energievlieger wordt stilgelegd wanneer de luchtverkeersleiding dat heeft aangegeven in verband met een vlucht door of in opdracht van de Landelijke eenheid, afdeling Luchtvaart, vluchten voor zoek- en reddingsacties of een spoedeisende medische vlucht.

Artikel 5

  • 1. Minimaal twee dagen van tevoren laat TU Delft (Kitepower Reach project) het tijdelijke gebied met beperkingen activeren door middel van het uitgeven van een NOTAM. Uitgifte van deze NOTAM wordt door TU Delft (Kitepower Reach project) aangevraagd bij de Operationele Helpdesk LVNL (020-406 2201).

  • 2. Indien een NOTAM is uitgegeven, maar de activiteit niet doorgaat, laat TU Delft (Kitepower Reach project) deze NOTAM intrekken.

Artikel 6

Het niet of niet volledig nakomen van de voorschriften of beperkingen kan aanleiding zijn de ontheffing, genoemd in artikel 1, eerste lid, in te trekken.

Artikel 7

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 april 2020 en vervalt met ingang van 31 maart 2021. Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, namens deze, De Inspecteur ILT/Luchtvaart,

Bezwaarmogelijkheid

Indien u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u hiertegen op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden, schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • – de naam en het adres van de indiener;

  • – de dagtekening;

  • – een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • – de gronden van het bezwaar.

Tevens ontvangen wij graag uw telefoonnummer dan wel e-mailadres.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Afdeling Juridische zaken

Postbus 16191

2500 BD DEN HAAG

TOELICHTING

TU Delft (Kitepower Reach project) test al een aantal jaren een kabelvlieger die energie opwekt. TU Delft (Kitepower reach project) wil daar ook in 2020/2021 mee doorgaan. Hiertoe is het noodzakelijk om de energievlieger op te laten op een hoogte tussen 0 en 450 meter boven zeeniveau. Om deze tests mogelijk te maken moet een ontheffing worden verkregen van het verbod om een kabelvlieger te gebruiken boven de in artikel 2, onderdeel a, van de Regeling kabelvliegers en kleine ballons voorgeschreven maximumhoogte van 100 meter boven de grond of het water. Deze beschikking voorziet in deze ontheffing.

Om te voorkomen dat door deze tests een gevaarlijke situatie ontstaat in het luchtruim wordt ten tijde van iedere test een tijdelijk gebied met beperkingen (TGB) ingesteld dat er voor zorgt dat het overige luchtverkeer op voldoende afstand blijft van de locatie waar de test plaatsvindt. Voor Landelijke eenheid afdeling Luchtvaart-, trauma- en andere spoedeisende medische vluchten en vluchten in het kader van zoek- en reddingsacties zijn de beperkingen van het TGB niet van toepassing.

TU Delft (Kitepower reach project) heeft in de aanvraag voor deze ontheffing ook aangegeven testen te willen uitvoeren wanneer er laaghangende bewolking is of verminderd zicht (slecht weer/IMC conditions). Dit is niet toegekend. Er is geen wettelijke basis voor het ontheffen van vliegen in IMC (slecht weer) door luchtvaartuigen, in dit geval de energievlieger, die alleen aan de SERA eisen voor zichtvliegvoorwaarden voldoen (VFR).

Omdat ook (test)vluchten met RPA mogelijk zijn op luchthaven Valkenburg is de toegang van RPA tot het TGB in deze beschikking geregeld. RPA dienen zich wat betreft afstanden en hoogtes te houden aan de in de Roabl gepubliceerde waardes en mogen alleen vliegen na toestemming van het Rijksvastgoedbedrijf, dat vluchten op het luchthaventerrein Valkenburg coordineert als exploitant.

X Noot
1

Volgens KNMI METAR GA.

Naar boven