Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 april 2020, kenmerk 1666858-203598-DMO houdende wijziging van de Stimuleringsregeling E-health Thuis in verband met de uitbraak van COVID-19

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies en artikel 1.3 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

ARTIKEL I

De Stimuleringsregeling E-health Thuis wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid wordt op alfabetische volgorde het volgende onderdeel ingevoegd, luidende:

coronacrisis:

de crisis die zich vanaf de eerste COVID-19-besmetting in Nederland aan het ontwikkelen is als gevolg van de verspreiding van het coronavirus;

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Voor de toepassing van artikel 3b wordt onder zorg ook verstaan jeugdhulp als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

B

Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In afwijking van het tweede lid geldt voor e-health toepassingen die bijdragen aan de continuïteit van ondersteuning of zorg als bedoeld in artikel 3b dat er sprake is van voldoende ambitie in verhouding tot het subsidiebedrag.

C

Na artikel 3a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3b. Subsidie e-health toepassingen die bijdragen aan continuïteit van ondersteuning, zorg of jeugdhulp

  • 1. De Minister kan subsidie verstrekken voor activiteiten in het kader van de aanschaf, lease en implementatie van e-health toepassingen die bijdragen aan de continuïteit van ondersteuning, zorg of jeugdhulp op afstand voor thuiswonende cliënten ten tijde van de coronacrisis of om de belemmeringen die het gevolg van deze crisis zijn op te heffen.

  • 2. Subsidie wordt verstrekt aan aanbieders van ondersteuning of zorg en jeugdhulpaanbieders als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

  • 3. Geen subsidie wordt verstrekt aan aanvragers die op 31 december 2019 een onderneming in moeilijkheden als bedoeld in artikel 2, punt 18 van Verordening (EU) nr. 651/2014 waren.

  • 4. Op grond van deze regeling wordt slechts subsidie verstrekt voor activiteiten die worden verricht na 27 februari 2020.

  • 5. De projectperiode bedraagt maximaal 9 maanden.

  • 6. Een activiteit komt slechts eenmaal voor subsidie op grond van onderhavige regeling in aanmerking.

  • 7. Aanbieders, bedoeld in het tweede lid, kunnen maximaal twee keer subsidie als bedoeld in het eerste lid aanvragen.

  • 8. Een tweede aanvraag als bedoeld in het zevende lid komt voor subsidie in aanmerking indien de activiteiten van de eerste aanvraag zijn afgerond.

  • 9. Subsidie kan worden aangevraagd tot 1 juni 2020.

D

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. voor e-health toepassingen die bijdragen aan de continuïteit van ondersteuning of zorg als bedoeld in artikel 3b:

    • 1°. de kosten voor de aanschaf van e-health toepassingen;

    • 2°. de lease- en licentiekosten van e-health toepassingen;

    • 3°. loonkosten van professionals;

    • 4°. kosten voor het verstrekken van advies en procesbegeleiding door kennisinstellingen of onafhankelijke adviesorganisaties.

E

Aan artikel 5 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. Het subsidiebedrag voor e-health toepassingen die bijdragen aan continuïteit van ondersteuning of zorg als bedoeld in artikel 3b bedraagt maximaal € 50.000, waarvan het percentage subsidie voor de aanschafkosten of de lease- en licentiekosten van e-health toepassingen maximaal 50% van het totale subsidiebedrag bedraagt.

F

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het subsidieplafond voor 2020 bedraagt € 28.000.000 en voor 2021 € 5.000.000.

2. Onder vernummering van het tweede naar het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Het subsidieplafond voor subsidies als bedoeld in artikel 3b bedraagt € 23.000.000.

G

Aan artikel 7 worden drie leden toegevoegd, luidende:

  • 4. De aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 3b bedraagt een vast bedrag van € 50.000.

  • 5. Artikel 3.2, tweede lid, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS is niet van toepassing op de aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 3b.

  • 6. De Minister verleent bij het besluit tot verlening van de subsidie als bedoeld in artikel 3b een voorschot van 100 procent van het bedrag van de verlening, dat direct zal worden uitbetaald.

H

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. De verplichtingen als bedoeld in het eerste lid zijn niet van toepassing indien de subsidieontvanger subsidie op grond van artikel 3b ontvangt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 25 maart 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

TOELICHTING

Algemeen

De uitbraak van het COVID-19 virus vraagt van aanbieders van zorg, ondersteuning en jeugdhulp extra inzet om de zorg aan ouderen, kinderen of mensen met een chronische ziekte of beperking die thuis wonen te continueren. Ook kan er aangepaste en extra zorg of ondersteuning nodig zijn om te voorkomen dat mensen ziek worden of acute zorg nodig hebben. Daarbij krijgen organisaties te maken met voorschriften over ‘social distancing’ en met uitval van personeel door ziekte. Door ‘social distancing’, ook wel sociale onthouding genoemd, is er minder contact met anderen en houdt men afstand tot anderen. Hierdoor is de kans kleiner dat mensen elkaar besmetten met het COVID-19 virus.

E-health toepassingen die ondersteuning of zorg op afstand mogelijk maken, kunnen uitkomst bieden in deze situatie. Voorbeelden van e-health toepassingen die ondersteuning of zorg op afstand mogelijk maken zijn beeldschermzorg, het stellen van een indicatie via een app en het aanreiken van medicatie via medicijndispensers.

Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS

De Stimuleringsregeling E-health Thuis (hierna: SET) is een aanvulling op de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (hierna: Kaderregeling). Dit betekent dat de Kaderregeling van toepassing is op subsidies op grond van onderhavige wijzigingsregeling.

De subsidie op grond van artikel 3b is een subsidie als bedoeld in artikel 1.5, onder c, sub 2°, van de Kaderregeling. De subsidieontvanger toont aan de hand van een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten als bedoeld in artikel 1.1 van de Kaderregeling aan dat de activiteiten zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de verleende subsidie verbonden verplichtingen.

De Kaderregeling bepaalt in artikel 6.1, derde lid, dat bij beschikking kan worden afgeweken van het gelijkmatig uitbetalen van de voorschotten. Bij het besluit tot verlening van de subsidie wordt een voorschot van 100% van het subsidiebedrag verleend. Het voorschot wordt in een keer betaald.

Staatssteun

De Europese Commissie heeft – vanwege de uitbraak van COVID-19 – de Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak (hierna: Tijdelijke kaderregeling) afgekondigd. Op grond van dit tijdelijke steunkader kan staatssteun voor een beperkte periode verenigbaar met de interne markt worden verklaard op grond van artikel 107, derde lid, onder b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Hiermee kunnen overheden ondernemingen steunen om de verstoringen ten gevolge van de COVID-19-uitbraak tegen te gaan.

Deze wijziging van de SET-regeling vanwege de coronacrisis voldoet aan de voorwaarden die de Europese Commissie in de Tijdelijke kaderregeling stelt:

  • a. De steun bedraagt niet meer dan € 100.000 per onderneming in de vorm van rechtstreekse subsidies;

  • b. Er wordt een subsidieplafond gehanteerd bij het verlenen van de subsidies;

  • c. De steun mag worden verleend aan ondernemingen die niet in moeilijkheden verkeren en/of aan ondernemingen die op 31 december 2019 niet in moeilijkheden verkeerden maar vervolgens met moeilijkheden te kampen hadden of in moeilijkheden kwamen als gevolg van de uitbraak van COVID-19. Op grond van deze regeling geldt de voorwaarde dat een onderneming ten tijde van 31 december 2019 nog geen onderneming in moeilijkheden was conform artikel 2, punt 18, van Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (hierna: Algemene Groepsvrijstellingsverordening);

  • d. De steun wordt uiterlijk op 1 juni 2020 aangevraagd;

  • e. De verslaglegging geschiedt conform artikel 9 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

De Europese Commissie heeft op 3 april 2020 de steun voor e-health toepassingen die bijdragen aan de continuïteit van ondersteuning of zorg tijdens de uitbraak van COVID-19 bij besluit SA.56915 (2020/N) goedgekeurd met toepassing van artikel 107, derde lid, onder b), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikelsgewijs

Subsidie voor e-health toepassingen die bijdragen aan de continuïteit van ondersteuning, zorg of jeugdhulp tijdens de uitbraak van COVID-19 (onderdelen A tot en met H)

Om aanbieders van ondersteuning, zorg of jeugdhulp op afstand te helpen bij de huidige opgave als gevolg van de coronacrisis, is een tijdelijke uitbreiding van de SET beschikbaar (de huidige SET blijft ook beschikbaar). Deze tijdelijke uitbreiding van de SET stelt per aanvraag een vast subsidiebedrag van € 50.000 beschikbaar voor de aanschaf, lease en implementatie van e-health toepassingen die bijdragen aan de continuïteit van ondersteuning of zorg op afstand voor thuiswonende cliënten ten tijde van de coronacrisis. E-health toepassingen die er op gericht zijn om mantelzorgers te ondersteunen bij hun zorgtaken komen ook in aanmerking voor de regeling. Bij implementatieactiviteiten valt te denken de coördinatie van de implementatie door een projectleider, aan het scholen van cliënten en personeel en het aanpassen van de werkprocessen.

Voor de toepassing van deze regeling wordt onder ‘thuiswonende cliënten’ ook verstaan cliënten die vanwege medische redenen tijdelijk niet thuis kunnen wonen, zogenoemd tijdelijk verblijf. Tijdelijk verblijf is het verblijf voor (kortdurende) geneeskundige zorg die onder de verantwoordelijkheid valt van een huisarts, een specialist ouderengeneeskunde (SO) of een arts verstandelijk gehandicapten (AVG). Tijdelijk verblijf wordt bekostigd vanuit de Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg of de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. De verwachting is dat het slechts om een zeer beperkte doelgroep gaat.

De subsidie kan worden aangevraagd door aanbieders van ondersteuning of zorg en jeugdhulpaanbieders als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet. Het gaat hierbij om aanbieders van ondersteuning als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015), aanbieders van zorg als bedoeld in de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet (Zvw) en jeugdhulpaanbieders als bedoeld in de Jeugdwet. Hieronder vallen ook aanbieders van tijdelijk verblijf op grond van de Wmo 2015, de Wlz en de Zvw.

Het is belangrijk dat aanbieders van ondersteuning, zorg en jeugdhulp direct aan de slag kunnen met de aanschaf, lease en implementatie van e-health. Om deze reden is geregeld dat subsidiabele activiteiten die sinds de eerste COVID-19 besmetting in Nederland zijn gestart, met terugwerkende kracht onder een subsidieaanvraag kunnen worden gebracht.

De projectperiode bedraagt maximaal negen maanden. De aanvang van de projectperiode ligt altijd na 27 februari 2020, de dag van de eerste COVID-19-besmetting in Nederland. De tijdelijke uitbreiding van de SET geeft aanbieders van ondersteuning, zorg of jeugdhulp de mogelijkheid om een tweede subsidieaanvraag voor nieuwe activiteiten in te dienen als de activiteiten waarvoor de eerste subsidie is aangevraagd, zijn afgerond en de coronacrisis nog aanhoudt.

Aanvragen voor subsidie voor digitale toepassingen die bijdragen aan de continuïteit van ondersteuning of zorg tijdens de uitbraak van COVID-19 kunnen worden ingediend tot uiterlijk 1 juni 2020 en zolang het subsidieplafond nog niet bereikt is.

Subsidiabele kosten zijn kosten voor de aanschaf, lease en licentie van digitale toepassingen (deze kosten bedragen maximaal 50% van het totale subsidiebedrag, dus maximaal € 25.000), loonkosten van professionals die verband houden met de implementatie van e-health en kosten voor het verstrekken van advies en procesbegeleiding door kennisinstellingen of onafhankelijke adviesorganisaties. Om ervoor te zorgen dat aanbieders van ondersteuning, zorg of jeugdhulp e-health toepassingen snel in kunnen zetten in hun organisatie zijn een aantal oorspronkelijke eisen, zoals cofinanciering, de ondergrens van minimaal tien gebruikers van de e-health toepassing en het betrekken van de inkoper, voor deze tijdelijke uitbreiding van de regeling losgelaten.

Het subsidieplafond voor subsidie op grond van artikel 3b bedraagt € 23.000.000. Hiermee is een noodbudget beschikbaar om de urgente behoefte van aanbieders van ondersteuning, zorg of jeugdhulp tijdens de coronacrisis tegemoet te komen. De middelen van 2021 worden vervroegd vrijgemaakt om in 2020 in te kunnen zetten voor e-health toepassingen tijdens de coronacrisis. Dit betekent dat het subsidieplafond voor 2021 op een lager bedrag wordt vastgesteld. Het subsidieplafond van € 28.000.000 voor 2020 voor de huidige SET blijft beschikbaar. Het subsidieplafond voor de huidige SET betreft het bedrag wat in totaal kan worden toegekend in een jaar, (een deel van) de betaling van het toegekende bedrag kan plaatsvinden in de jaren volgend op het jaar dat de subsidie is toegekend.

Er hoeft voor deze aanvraag geen samenwerkingsverklaring bijgevoegd te worden en de beoordelingscriteria in de Bijlage bij de SET zijn ook niet van toepassing op deze subsidie.

Dit is een tijdelijke uitbreiding van de regeling. De regeling werkt terug tot 25 maart 2020, de datum waarop aanvragers een aanvraag in kunnen dienen bij RVO. Aanvragen kunnen ingediend worden tot 1 juni 2020.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Naar boven