Beleidsregel van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 17 maart 2020, nr. PO/BenS/23740115, houdende wijziging van Beleidsregel experiment ruimte in onderwijstijd in verband met aanpassing van de periode waarin de aanvraag wordt gedaan

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 2 van de Experimentenwet onderwijs en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING BELEIDSREGEL EXPERIMENT RUIMTE IN ONDERWIJSTIJD

De Beleidsregel experiment Ruimte in onderwijstijd wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, tweede lid, wordt ‘1 april 2020 tot en met 30 april 2020’ vervangen door: 1 mei 2020 tot en met 31 mei 2020.

B

In artikel 6 wordt ‘12 juni 2020’ vervangen door: 13 juli 2020.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

TOELICHTING

I. Algemene toelichting

Met deze beleidsregel wordt de Beleidsregel experiment Ruimte in onderwijstijd aangepast.1 In de originele beleidsregel staat van welke wet- en regelgeving kan worden afgeweken door scholen die deelnemen aan het experiment. Die beleidsregel bepaalt daarmee aan welke randvoorwaarden en waarborgen de scholen moeten voldoen die willen deelnemen aan het experiment, hoe zij dit moeten aantonen, wat de looptijd van het experiment is en onder welke condities het experiment wordt beëindigd.

De hiervoor genoemde originele beleidsregel stelt de deelnemers aan het experiment ruimte in onderwijstijd op grond van de Experimentenwet onderwijs worden in de gelegenheid om zelf de regie te voeren op het aantal, de lengte en de planning van vakanties (artikel 15, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs (Wpo)), om zelf te besluiten over het aantal, de lengte en de planning van eventuele schoolweken korter dan vijf dagen (artikel 8, negende lid, aanhef, onder b, onder 2°, van de Wpo) en om zelf een beperkt deel van de onderwijstijd, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag en in samenspraak met het team, door een andere professional te laten invullen (artikel 3, eerste lid, onder b, derde en vierde lid, van de Wpo). Dit geeft scholen de mogelijkheid om de onderwijstijd anders in te vullen of te organiseren.

Gezien de maatregelen die genomen worden in het kader van het Coronavirus en de weerslag die het op het onderwijs heeft, is besloten de termijn voor het kunnen indienen van een aanvraag om mee te kunnen doen aan het experiment Ruimte in onderwijstijd te verschuiven naar 1 mei 2020 tot en met 31 mei 2020. Daarmee verschuift de uiterlijke datum waarop de minister een besluit neemt over de aanvragen naar 13 juli 2020. Om voorgaande mogelijk te maken is deze wijzing van de beleidsregel opgesteld.

De coronacrisis maakt veel onvoorspelbaar en zal nog een zeker een tijd aanhouden. Het is niet ondenkbaar dat te zijner tijd blijkt dat ook de nieuwe aanvraagperiode voor scholen te vroeg komt en het aantal van twintig deelnemers niet gehaald wordt. In dat geval zal een tweede cohort gestart worden per 1 januari 2021. De aanpassing van de beleidsregel daartoe zal dan volgen.

Voorgaande is de enige wijziging die is gemaakt. Dat wil zeggen dat al de andere informatie zoals gegeven in het kader van het experiment Ruimte in onderwijstijd en de daarbij behorende beleidsregel nog geldig is. Denk daarbij in ieder geval maar niet exclusief aan de informatie over de aan te leveren informatie en experimenteerplan, de voorrangsregels, het begeleidend onderzoek, de afwijkmogelijkheden en alles rond administratieve lasten en aanverwanten.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Dit artikel wijzigt de data waarin een aanvraag voor deelname aan het experiment Ruimte in onderwijstijd gedaan kan worden van ‘1 april 2020 tot en met 30 april 2020’ naar ‘1 mei 2020 tot en met 31 mei 2020’. Daarmee schuift, naar aanleiding van de situatie omtrent het Coronavirus, de termijn dat een aanvraag kan worden ingediend een maand op in het jaar.

Daarnaast wijzigt dit artikel de uiterlijke datum waarop de minister besluit over de aanvragen tot deelname aan het experiment van ‘12 juni 2020’ naar ‘13 juli 2020’. Dit in lijn met de verschuiving van de data voor het kunnen doen van een aanvraag. De inzet is en blijft wel om wanneer mogelijk ver voor 13 juli 2020 te besluiten zodat de scholen voldoende tijd hebben hun aanvraag ook op hun school in te voeren.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven