Besluit van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van 12 februari 2019 nr. VO/1422321, over het ambtshalve verlenen van een ontheffing aan personen die beschikken over een getuigschrift van de pedagogische academie voor het basisonderwijs en over een certificaat ‘Groepsleraar onderbouw basis- en kaderberoepsgerichte leerweg voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs’ om les te mogen geven in de onderbouw van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (Besluit ontheffing gecertificeerde pabo-gediplomeerden voor de onderbouw vmbo basis- en kader)

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 33, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 80, vijfde lid, van de Wet voortgezet onderwijs BES;

Besluit:

1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

certificaat:

certificaat ‘Groepsleerkracht onderbouw vmbo basis- en kader’ dat is afgegeven door een lerarenopleiding van een instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel g, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, waaruit blijkt dat de ontvanger buitengewoon bekwaam is om onderwijs te geven in de onderbouw van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg in het vmbo;

getuigschrift:

getuigschrift afgegeven krachtens de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, waaruit blijkt dat ten aanzien van dat onderwijs of ten aanzien van een of meer bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen daartoe behorende onderwijsactiviteiten als bedoeld in artikel 9 van de Wet op het primair onderwijs is voldaan aan de bekwaamheidseisen die zijn vastgesteld krachtens artikel 32a, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs;

minister:

Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media;

ontheffing:

ontheffing als bedoeld in artikel 33, tweede lid, van de wet;

vmbo basis- en kader:

voorbereidend beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 10b van de wet;

wet:

Wet op het voortgezet onderwijs.

2. Ontheffing ‘Groepsleerkracht onderbouw vmbo basis- en kader’

  • 1. De minister verleent ambtshalve een ontheffing voor het geven van onderwijs in de vakken Nederlands, rekenen en wiskunde en de vakken gekozen bij het certificaat, te weten Engels en vakken uit het leergebied Mens en Maatschappij en Mens en Natuur in de onderbouw van het vmbo basis- en kader, aan personen die beschikken over een getuigschrift op de dag dat zij hun certificaat behalen.

  • 2. De minister verleent ambtshalve een ontheffing aan personen die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit al beschikken over een getuigschrift en een certificaat op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

3. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ontheffing gecertificeerde pabo-gediplomeerden voor de onderbouw vmbo basis- en kader.

Toelichting

Om les te mogen geven in het voortgezet onderwijs (hierna: vo), moet een leraar bevoegd zijn. In de Wet op het voortgezet onderwijs (hierna: WVO) is geregeld onder welke voorwaarden iemand bevoegd is. Het uitgangspunt is dat leraren over een getuigschrift moeten beschikken, waaruit blijkt dat zij voldoen aan de bekwaamheidseisen die gelden voor het onderwijs dat zij geven. Daarnaast bepaalt artikel 33, tweede lid, van de WVO dat de minister in bijzondere gevallen een ontheffing van die voorwaarden kan verlenen aan personen die door buitengewone bekwaamheid uitmunten in een bepaald vak of onderdeel daarvan. Dit besluit is in aanvulling op de wijziging van de Beleidsregel ontheffing benoembaarheidsvereisten en bekwaamheidserkenning vo (hierna: de beleidsregel), waardoor leraren uit het primair onderwijs met een aanvullend certificaat les kunnen geven in de onderbouw van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (hierna: vmbo).

Leraren met een getuigschrift van de pedagogische academie voor leraren in het basisonderwijs (hierna: pabo) zijn bevoegd om les te geven in het basisonderwijs. In de onderbouw van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo leveren pabo-gediplomeerden ook een belangrijke bijdrage, doordat de pedagogische en didactische vaardigheden goed aansluiten op de individuele behoeften van leerlingen in dit deel van het vmbo. Door hun kennis met behulp van nascholing op niveau te brengen, kunnen pabo-gediplomeerden zich kwalificeren om als groepsleraar les te geven in de onderbouw vmbo basis- en kader. In het verleden waren pabo-gediplomeerden die hun diploma vóór 1 augustus 2006 hadden behaald, bevoegd om les te geven aan leerlingen met een indicatie voor leerwegondersteunend onderwijs (hierna: lwoo) in het vmbo. Door het vervallen van de landelijke criteria en de individuele indicering van lwoo-leerlingen verdwijnt deze grondslag. De bekwaamheid van deze groep leraren en de behoefte eraan vervalt echter niet. De pabo-gediplomeerde met certificaat geeft les in een specifiek deel van het tweedegraads gebied waarvoor geen reguliere opleiding is. Voor een verdere toelichting op dit besluit wordt verwezen naar het besluit van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media nr. VO/1439588, tot wijziging van de Beleidsregel ontheffing benoembaarheidsvereisten en bekwaamheidserkenning vo in verband met het toevoegen van een gesloten ontheffingscategorie voor pabo-gediplomeerden met een aanvullend certificaat.

Algemene ontheffing door een besluit van algemene strekking

De ontheffing geldt voor pabo-gediplomeerden die het certificaat in het verleden hebben behaald of in de toekomst behalen vanaf de dag van verstrekking van het certificaat. De ontheffing levert geen administratieve lasten op, omdat er geen individuele ontheffing hoeft te worden ingediend. Doorgaans wordt een ontheffing per casus verleend. In dit geval betreft het een algemene ontheffing voor de groep pabo-gediplomeerden die een certificaat ‘Groepsleerkracht onderbouw vmbo basis/kader’ hebben. Dit wordt met dit besluit van algemene strekking geregeld.

Bezwaar en beroep

Een belanghebbende kan tegen het besluit tot ontheffing bezwaar maken binnen zes weken na inwerkingtreding van dit besluit. De belanghebbende dient daartoe een bezwaarschrift in bij de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, onder vermelding van ‘Bezwaar’, ter attentie van Dienst Uitvoering Onderwijs, Afdeling Bezwaar, Beroep en Klachten, postbus 50081, 9702 EA, Groningen.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven