Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 19 december 2019, nr. WJZ/ 19290797, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met in verband met tijdelijke uitbreiding BMKB vanwege PFAS- en stikstofproblematiek

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 5, eerste lid, en 30, vijfde lid, van het Kaderbesluit nationale EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

De bijlagen 3.11.1 en 3.11.2 worden telkens als volgt gewijzigd:

1. In artikel 3, eerste lid, onderdeel k, wordt, onder vervanging van ‘, of ‘ aan het slot van subonderdeel 2° door een puntkomma en onder vervanging van de puntkomma aan het slot subonderdeel 3° door ‘, of ‘, een subonderdeel toegevoegd, luidende:

  • 4°. ten minste 33,3 procent bedraagt van het bedrijfsborgstellingskrediet, indien het bedrijfsborgstellingskrediet wordt verstrekt aan een MKB-ondernemer die een onderneming in stand houdt waarvan de jaaromzet in 2018 of 2019 voor 20 procent of meer is verkregen uit één of meer van de activiteiten die in bijlage 1 bij deze overeenkomst, in voorkomend geval nader geclausuleerd, zijn opgenomen met de daarbij behorende code van de Standaard Bedrijfsindeling;.

2. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘of een bedrijfsborgstellingskrediet’ vervangen door ‘, een bedrijfsborgstellingskrediet’ en wordt na ‘33,3 procent van dit bedrijfsborgstellingskrediet’ ingevoegd ‘of een bedrijfsborgstellingskrediet als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel k, subonderdeel 4°’.

b. In het zevende lid wordt, onder vervanging van ‘, of ‘ aan het slot van onderdeel b, subonderdeel 2°, door een puntkomma en onder vervanging ‘, en’ aan het slot van onderdeel b, subonderdeel 3°, door ‘, of’, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 4°. een MKB-ondernemer en sprake is van een bedrijfsborgstellingskrediet als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel k, subonderdeel 4°, ten minste 33,3 procent bedraagt van de som van de aflossingsbedragen waarvoor de Bank uitstel verleent als bedoeld onder a, en.

3. In artikel 12, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. ten hoogste drie maal de som van de ten tijde van de opzegging van de kredietovereenkomst bestaande en verstrekte bankfaciliteiten van de Bank voor de MKB-ondernemer indien sprake is van een bedrijfsborgstellingskrediet als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel k, subonderdeel 4°.

4. Aan het slot van de bijlagen wordt een bijlage toegevoegd, luidende:

BIJLAGE 1. ACTIVITEITEN MET DE DAARBIJ BEHORENDE CODE VAN DE STANDAARD BEDRIJFSINDELING (SBI), IN VOORKOMEND GEVAL NADER GECLAUSULEERD, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3, EERSTE LID, ONDERDEEL K, SUBONDERDEEL 4°

(01.61) Dienstverlening voor de akker- en/of tuinbouw, voor zover sprake is van gemechaniseerd loonwerk;

(08.1) Winning van zand, grind en klei;

(16.23.1) Vervaardiging van overig timmerwerk voor de bouw;

(16.23.9) Vervaardiging van overig timmerwerk voor de bouw (geen deuren, ramen en kozijnen), voor zover sprake is van:

  • vervaardiging van artikelen van hout die bestemd zijn voor de bouw:

    • * balken, liggers, kepers;

    • * houten scheidingswanden, staaflijsten, dakspanen e.d.;

(22.23) Vervaardiging van kunststofproducten voor de bouw;

(23.11) Vervaardiging van vlakglas;

(23.3) Vervaardiging van keramische producten voor de bouw;

(23.5) Vervaardiging van cement, kalk en gips;

(23.6) Vervaardiging van producten van beton, gips en cement, met uitzondering van 23.69 (vervaardiging van overige producten van beton, gips en cement);

(25.11) Vervaardiging van metalen constructiewerken en delen daarvan, voor zover sprake is van:

  • vervaardiging van metalen constructiewerken en onderdelen daarvan voor de bouw:

    • * metalen overkappingen, dakconstructies, skeletten, brugelementen enz.;

    • * metalen scheidingswanden, vloeren, gevelbeplating, puien enz.;

Eventueel in combinatie met:

  • montage op de bouwplaats van zelfvervaardigde stalen bouwelementen;

(25.12) Vervaardiging van metalen deuren, vensters en kozijnen;

(39.00) Sanering en overig afvalbeheer, met uitzondering van asbestverwijdering en onschadelijk maken van explosieven;

(41) Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw en projectontwikkeling;

(42) Grond-, water- en wegenbouw (geen grondverzet);

(43.1) Slopen van bouwwerken, grondverzet en proefboren;

(43.21) Elektrotechnische bouwinstallatie, voor zover er sprake is van installatie in gebouwen en andere bouwwerken van elektrische bedrading, verlichting en toebehoren;

(43.22.1) Loodgieters- en fitterswerk; installatie van sanitair, voor zover sprake is van aanleg en onderhoud van water- en gasleidingen en van sanitaire installaties in gebouwen;

(43.31) Stukadoren, met uitzondering van ter plekke vervaardigen of aanbrengen van gipsornamenten, lijstwerk e.d. versieringen;

(43.32) Bouwtimmeren;

(43.33) Afwerking van vloeren en wanden, voor zover sprake is van:

  • aanbrengen, plakken, nieten, schieten, spannen van harde en zachte vloer- en wandafwerkingen en -bedekkingen;

  • vloer- en wandtegels van keramische stoffen, beton of gehouwen steen;

    • * vloeren van parket, laminaat, kurk en tapijt;

    • * vloerbedekking van kunststof;

    • * vloerbedekking en wandbekleding van terrazzo, marmer, graniet e.d.;

  • frezen, stofvrij stralen e.d. van vloeren;

(43.34) Schilderen en glaszetten, met uitzondering van:

  • schilderen van weg- en waterbouwkundige werken;

  • aanbrengen van markeringen op wegen;

(43.39) Overige afwerking van gebouwen, voor zover sprake is van reinigen van gebouwen, opruimen van bouwplaatsen na de bouw;

(43.91) Dakdekken en bouwen van dakconstructies;

(43.991) Heien en andere funderingswerkzaamheden;

(43.992) Vlechten van betonstaal;

(43.993) Metselen en voegen;

(43.999) Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw (rest), met uitzondering van:

  • plaatsen van vangrails, hekwerken, afrasteringen e.d.;

  • bouwen van fabrieksschoorstenen;

  • bouwen van industriële ovens van steen;

  • aanleg en onderhoud van glooiingen en beschoeiingen uit allerlei materialen (riet, basalt, hout e.d.) langs oevers en waterkanten van rivieren, kanalen en meren, stranden en duinen e.d.;

  • duikwerkzaamheden voor waterbouw;

(46.63) Groothandel in machines voor de bouw, voor zover sprake is van groothandel in machines voor de bouw, zoals in bouwkranen, bouwlieren, hijskranen, grondverzetmachines, asfalteermachines;

(46.73.1) Groothandel in hout en plaatmateriaal, met uitzondering van groothandel in tuinhout, zoals in tuinhekken, pergola’s, tuinpalen, vlechtschermen, tuinhuisjes, spoorbielzen; maar niet in combinatie met:

  • op ‘stam’ kopen van hout, kappen, schillen, korten, drogen, op maat zagen en schaven van ingekocht hout;

  • conserveren, impregneren, creosoteren, kyaniseren en wolmaniseren van ingekocht hout;

  • bij-fineren van de zaagvlakken van eigen plaatmateriaal;

(46.73.4) Groothandel in vlakglas;

(46.73.5) Groothandel in zand en grind;

(46.73.8) Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen, met uitzondering van groothandel in straatmeubilair;

(46.73.9) Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment;

(49.41) Goederenvervoer over de weg (geen verhuizingen), voor zover sprake is van vervoer van grond, grind, bagger;

(77.32) Verhuur en lease van machines en installaties voor de bouw;

(81.3) Landschapsverzorging;

(91.04.2) Natuurbehoud.

B

Bijlage 3.11.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 3, eerste lid, onderdeel k, wordt, onder vervanging van ‘, of ‘ aan het slot van subonderdeel 2° door een puntkomma en onder vervanging van de puntkomma aan het slot subonderdeel 3° door ‘, of ‘, een subonderdeel toegevoegd, luidende:

  • 4°. ten minste 33,3 procent bedraagt van het bedrijfsborgstellingskrediet, indien het bedrijfsborgstellingskrediet wordt verstrekt aan een MKB-ondernemer die een onderneming in stand houdt waarvan de jaaromzet in 2018 of 2019 voor 20 procent of meer is verkregen uit één of meer van de activiteiten die in bijlage 1 bij deze overeenkomst, in voorkomend geval nader geclausuleerd, zijn opgenomen met de daarbij behorende code van de Standaard Bedrijfsindeling;.

2. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘of een bedrijfsborgstellingskrediet’ vervangen door ‘, een bedrijfsborgstellingskrediet’ en wordt na ‘33,3 procent van dit bedrijfsborgstellingskrediet’ ingevoegd ‘of een bedrijfsborgstellingskrediet als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel k, subonderdeel 4°’.

b. In het zevende lid wordt, onder vervanging van ‘, of ‘ aan het slot van onderdeel b, subonderdeel 2°, door een puntkomma en onder vervanging ‘, en’ aan het slot van onderdeel b, subonderdeel 3°, door ‘, of’, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 4°. een MKB-ondernemer en sprake is van een bedrijfsborgstellingskrediet als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel k, subonderdeel 4°, ten minste 33,3 procent bedraagt van de som van de aflossingsbedragen waarvoor de kredietverstrekker uitstel verleent als bedoeld onder a, en.

3. In artikel 12, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. ten hoogste drie maal de som van de ten tijde van de opzegging van de kredietovereenkomst bestaande en verstrekte financieringsfaciliteiten van de kredietverstrekker voor de MKB-ondernemer indien sprake is van een bedrijfsborgstellingskrediet als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel k, subonderdeel 4°.

4. Aan het slot van de bijlage wordt een bijlage toegevoegd, luidende:

BIJLAGE 1. ACTIVITEITEN MET DE DAARBIJ BEHORENDE CODE VAN DE STANDAARD BEDRIJFSINDELING (SBI), IN VOORKOMEND GEVAL NADER GECLAUSULEERD, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3, EERSTE LID, ONDERDEEL K, SUBONDERDEEL 4°

(01.61) Dienstverlening voor de akker- en/of tuinbouw, voor zover sprake is van gemechaniseerd loonwerk;

(08.1) Winning van zand, grind en klei;

(16.23.1) Vervaardiging van overig timmerwerk voor de bouw;

(16.23.9) Vervaardiging van overig timmerwerk voor de bouw (geen deuren, ramen en kozijnen), voor zover sprake is van:

  • vervaardiging van artikelen van hout die bestemd zijn voor de bouw:

    • * balken, liggers, kepers;

    • * houten scheidingswanden, staaflijsten, dakspanen e.d.;

(22.23) Vervaardiging van kunststofproducten voor de bouw;

(23.11) Vervaardiging van vlakglas;

(23.3) Vervaardiging van keramische producten voor de bouw;

(23.5) Vervaardiging van cement, kalk en gips;

(23.6) Vervaardiging van producten van beton, gips en cement, met uitzondering van 23.69 (vervaardiging van overige producten van beton, gips en cement);

(25.11) Vervaardiging van metalen constructiewerken en delen daarvan, voor zover sprake is van:

  • vervaardiging van metalen constructiewerken en onderdelen daarvan voor de bouw:

    • * metalen overkappingen, dakconstructies, skeletten, brugelementen enz.;

    • * metalen scheidingswanden, vloeren, gevelbeplating, puien enz.;

Eventueel in combinatie met:

  • montage op de bouwplaats van zelfvervaardigde stalen bouwelementen;

(25.12) Vervaardiging van metalen deuren, vensters en kozijnen;

(39.00) Sanering en overig afvalbeheer, met uitzondering van asbestverwijdering en onschadelijk maken van explosieven;

(41) Algemene burgerlijke en utiliteitsbouw en projectontwikkeling;

(42) Grond-, water- en wegenbouw (geen grondverzet);

(43.1) Slopen van bouwwerken, grondverzet en proefboren;

(43.21) Elektrotechnische bouwinstallatie, voor zover er sprake is van installatie in gebouwen en andere bouwwerken van elektrische bedrading, verlichting en toebehoren;

(43.22.1) Loodgieters- en fitterswerk; installatie van sanitair, voor zover sprake is van aanleg en onderhoud van water- en gasleidingen en van sanitaire installaties in gebouwen;

(43.31) Stukadoren, met uitzondering van ter plekke vervaardigen of aanbrengen van gipsornamenten, lijstwerk e.d. versieringen;

(43.32) Bouwtimmeren;

(43.33) Afwerking van vloeren en wanden, voor zover sprake is van:

  • aanbrengen, plakken, nieten, schieten, spannen van harde en zachte vloer- en wandafwerkingen en -bedekkingen;

  • vloer- en wandtegels van keramische stoffen, beton of gehouwen steen;

    • * vloeren van parket, laminaat, kurk en tapijt;

    • * vloerbedekking van kunststof;

    • * vloerbedekking en wandbekleding van terrazzo, marmer, graniet e.d.;

  • frezen, stofvrij stralen e.d. van vloeren;

(43.34) Schilderen en glaszetten, met uitzondering van:

  • schilderen van weg- en waterbouwkundige werken;

  • aanbrengen van markeringen op wegen;

(43.39) Overige afwerking van gebouwen, voor zover sprake is van reinigen van gebouwen, opruimen van bouwplaatsen na de bouw;

(43.91) Dakdekken en bouwen van dakconstructies;

(43.991) Heien en andere funderingswerkzaamheden;

(43.992) Vlechten van betonstaal;

(43.993) Metselen en voegen;

(43.999) Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw (rest), met uitzondering van:

  • plaatsen van vangrails, hekwerken, afrasteringen e.d.;

  • bouwen van fabrieksschoorstenen;

  • bouwen van industriële ovens van steen;

  • aanleg en onderhoud van glooiingen en beschoeiingen uit allerlei materialen (riet, basalt, hout e.d.) langs oevers en waterkanten van rivieren, kanalen en meren, stranden en duinen e.d.;

  • duikwerkzaamheden voor waterbouw;

(46.63) Groothandel in machines voor de bouw, voor zover sprake is van groothandel in machines voor de bouw, zoals in bouwkranen, bouwlieren, hijskranen, grondverzetmachines, asfalteermachines;

(46.73.1) Groothandel in hout en plaatmateriaal, met uitzondering van groothandel in tuinhout, zoals in tuinhekken, pergola’s, tuinpalen, vlechtschermen, tuinhuisjes, spoorbielzen; maar niet in combinatie met:

  • op ‘stam’ kopen van hout, kappen, schillen, korten, drogen, op maat zagen en schaven van ingekocht hout;

  • conserveren, impregneren, creosoteren, kyaniseren en wolmaniseren van ingekocht hout;

  • bij-fineren van de zaagvlakken van eigen plaatmateriaal;

(46.73.4) Groothandel in vlakglas;

(46.73.5) Groothandel in zand en grind;

(46.73.8) Groothandel gespecialiseerd in overige bouwmaterialen, met uitzondering van groothandel in straatmeubilair;

(46.73.9) Groothandel in bouwmaterialen algemeen assortiment;

(49.41) Goederenvervoer over de weg (geen verhuizingen), voor zover sprake is van vervoer van grond, grind, bagger;

(77.32) Verhuur en lease van machines en installaties voor de bouw;

(81.3) Landschapsverzorging;

(91.04.2) Natuurbehoud.

ARTIKEL II

De bijlagen 3.11.1, 3.11.2 en 3.11.3 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies worden telkens als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van artikel 3, eerste lid, onderdeel k, subonderdeel 2°, door ‘, of ‘ en onder vervanging van ‘, of’ aan het slot van subonderdeel 3° door een puntkomma, vervalt subonderdeel 4°.

B

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘, een bedrijfsborgstellingskrediet’ vervangen door ‘of een bedrijfsborgstellingskrediet’ en vervalt ‘of een bedrijfsborgstellingskrediet als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel k, subonderdeel 4°’.

2. In het zevende lid, onderdeel b, vervalt subonderdeel 4°, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel b, subonderdeel 2°, door ‘, of’ en onder vervanging van ‘, of ‘ aan het slot van subonderdeel 3° door ‘, en’.

C

In artikel 12, tweede lid, vervalt onderdeel d, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt.

D

Bijlage 1 vervalt.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020, met uitzondering van artikel II dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 december 2019

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

1. Aanleiding en doel

Met de onderhavige regeling wordt titel 3.11 (Borgstelling MKB-kredieten, hierna: BMKB) van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies gewijzigd. De wijziging houdt verband met steun aan MKB-bedrijven die getroffen zijn door de PFAS-en stikstofproblematiek en is aangekondigd in de brief aan de Tweede Kamer van de Minister voor Milieu en Wonen van 29 november 2019 (Kamerstukken II 2019/20, 35 334, nr. 19) en de brief van de Minister van Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 16 december 2019.1

De regeling is bedoeld voor bedrijven die actief zijn in sectoren die voor hun bedrijfsvoering afhankelijk zijn van het verzet en verwerking van grond of werkzaamheden uitvoeren in de grond of bodem en daardoor geraakt worden door de PFAS-problematiek. De verruiming wordt om die reden opengesteld voor MKB-bedrijven die actief zijn in een aantal (deel)sectoren, zoals het grondverzet, baggersector en de bouw en een substantieel deel van hun activiteiten in die sectoren verrichten. De PFAS-problematiek bepaalt immers de mate waarin en de voorwaarden waaronder grond en bagger mag worden toegepast. Tot deze sectoren kan ook het gemechaniseerd loonwerk worden gerekend dat zorgt voor de aanleg en het onderhoud van openbaar en privaat groen (zoals plantsoenen, parken, sportaccommodaties, tuinen, natuur en recreatie). Daarnaast zijn er sectoren die in meer indirecte zin, maar wel in substantiële mate gevolgen ondervinden van de PFAS-problematiek. Gespecialiseerde bedrijven die zich bezighouden met het saneren van verontreinigde bodems, (onder)waterbodems, verontreinigd grond- of oppervlaktewater en (ondergrondse) opslagtanks, hebben te maken met restricties dan wel gevolgen bij het innemen, afvoeren of aanwenden van grond en bagger. Dat geldt eveneens voor bedrijven die zand, klei en grind winnen, groothandels in zulke materialen en grondbanken. Transporteurs van los gestorte bouwstoffen zoals zand, grond, asfalt, grind, puin, klei merken ook een terugval in werkzaamheden.

Daarnaast heeft de stikstofproblematiek consequenties voor bedrijven die actief zijn in onderdelen van de bouwketen. De verruiming wordt om die reden eveneens opengesteld voor bedrijven die actief zijn in de hiermee verband houdende (deel)sectoren. Deze (deel)sectoren zijn geselecteerd omdat zij een essentieel onderdeel zijn in de bouwketen en vanwege de mate waarin deze activiteiten gehinderd worden door de stikstofproblematiek.

De activiteiten van deze bedrijven moeten zo snel mogelijk weer verder op gang komen, dan wel moet stagnatie hiervan worden voorkomen. Het kabinet maakt met deze wijziging een verruiming van de subsidiemodule borgstelling MKB-kredieten mogelijk voor deze MKB-bedrijven. De subsidiemodule wordt tijdelijk verruimd voor de duur van een jaar.

De overige voorwaarden van deze subsidiemodule, waaronder het vereiste dat de borgstelling alleen wordt verstrekt voor leningen aan bedrijven die levensvatbaar zijn, blijven ongewijzigd.

2. Inhoud van de regeling

De bovengenoemde wijziging vindt plaats door de bij de subsidiemodule behorende modelovereenkomsten op enkele plaatsen te wijzigen (bijlagen 3.11.1, 3.11.2 en 3.11.3). Op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel j, van deze bijlagen, is de financier verplicht om, naast een kredietovereenkomst die onder de borgstelling op grond van deze subsidiemodule wordt gebracht, tegelijkertijd met de MKB-ondernemer een kredietovereenkomst te sluiten, waar geen bedrijfsborgstelling voor geldt. De hoofdregel is dat deze kredietovereenkomst ten minste 100 procent bedraagt van het krediet dat onder de borgstelling wordt gebracht (artikel 3, eerste lid, onderdeel k, aanhef). De verhouding is derhalve 1: 1. Voor bepaalde categorieën MKB-ondernemers geldt een ander percentage. Voor starters is dit bijvoorbeeld 33,3 procent (artikel 3, eerste lid, onderdeel k, aanhef, subonderdeel 3°). Met deze regeling wordt, ook voor de MKB-ondernemingen die actief zijn in de hierboven bedoelde sectoren, dit percentage vastgesteld op 33,3 procent (artikel I, onderdelen A en B, subonderdeel 1). De verhouding wordt daarmee 1:3. Dit geldt voor leningen die voor de duur van de verruiming op grond van deze regeling, derhalve tot 1 januari 2021, worden verstrekt. Om in aanmerking te komen voor de verruiming moet de MKB-ondernemer een substantieel deel van zijn activiteiten in die sectoren verrichten. In het kader van deze regeling is hiervan sprake als de MKB-ondernemer 20 procent van de jaaromzet van 2018 of 2019 uit activiteiten in één of meer van de betrokken sectoren haalt. Voor 2019 is gekozen omdat dit het meest recente omzetjaar is en derhalve representatief kan zijn voor de meest actuele stand van zaken in de onderneming. Afhankelijk van de problemen die het bedrijf heeft ondervonden van de PFAS- en stikstof-problematiek, kan dit echter ook een jaar zijn waar een omzet wordt behaald die niet representatief is voor het betrokken bedrijf. Om die reden kan ook worden uitgegaan van de omzet uit 2018, zijnde het jaar direct voorafgaand aan het ontstaan van de problematiek.

De betrokken sectoren zijn opgesomd in de bijlagen 1 bij de bijlagen (artikel I, onderdelen A en B, subonderdeel 4). De lijst met sectoren is opgesteld aan de hand van aan de hand van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek gehanteerde systeem van de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). Deze SBI-code is ook vermeld op de lijst. Elke code omvat een omschrijving van de bedrijfsactiviteiten die onder code vallen en soms ook welke activiteiten er niet onder vallen en door de verwijzing hiernaar in de regeling, de reikwijdte hiervan. Deze omschrijving is terug te vinden op:

https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-diensten/methoden/classificaties/activiteiten/sbi-2008-standaard-bedrijfsindeling-2008/de-toelichting-op-de-sbi-2008-versie-2019

https://sbi.cbs.nl/cbs.typeermodule.typeerservicewebapi/content/angular/app/#/

Bij de afbakening van de sectoren ten behoeve van deze regeling is een aantal SBI-codes een nadere afbakening gegeven, omdat deze activiteiten weliswaar onder de SBI-code vallen, maar geen of onvoldoende relatie hebben met de PFAS- en stikstofproblematiek, zodat deze van de regeling worden uitgezonderd (zie ook de toelichting onder paragraaf 1).

Met deze regeling wordt voorts voorzien in de wijziging van enkele andere bepalingen de modelovereenkomsten die verband houden met deze verruiming. Hierdoor hebben deze bepalingen ook werking voor het bovengenoemde bedrijfsborgstellingskrediet (artikel I, onderdelen A en B, subonderdelen 2 en 3). Voor de goede orde wordt opgemerkt dat de wijzigingen in de bijlagen inhoudelijk gezien hetzelfde zijn, maar om redactionele redenen in een ander onderdeel zijn opgenomen. De reden hiervoor is dat de bijlagen 3.11.1 en 3.11.2 betrekking hebben op kredietverstrekking door een bank en bijlage 3.11.3 op kredietverstrekking door andere aangewezen kredietverstrekkers, hetgeen gevolgen heeft voor de gebruikte terminologie. Dit speelt niet bij het weer laten vervallen van de wijzigingen, zodat die wijziging in één onderdeel kan plaatsvinden (artikel II).

Deze regeling voorziet er ook in dat deze wijzing met ingang van 1 januari 2021 weer vervalt (de artikelen II en III). Op grond van artikel 5.4 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, waarvan deze module onderdeel uitmaakt, blijft op aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van een wijziging van deze regeling, op subsidies die voor dat tijdstip zijn verleend en op subsidies die voor dat tijdstip zijn vastgesteld, deze regeling van toepassing zoals deze luidde voor dat tijdstip tenzij de wijziging met terugwerkende kracht in werking treedt. Dit geldt eveneens voor leningen die onder de borgstelling worden of zijn gebracht.

3. Regeldruk

Met de onderhavige wijziging van deze regeling worden de informatieverplichtingen niet inhoudelijk gewijzigd, derhalve leidt de wijziging van deze regeling evenmin tot een wijziging van de administratieve lasten per aanvrager.

4. Staatssteun

De BMKB bevat staatssteun en wordt gerechtvaardigd door de algemene de-minimisverordening (artikel 3.11.11 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies). De wijzigingen die in deze subsidiemodule worden aangebracht, hebben hiervoor geen gevolgen.

5. Inwerkingtreding

Artikel I van de regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020 (artikel III). Dit is een vast verandermoment als bedoeld in aanwijzing 4.17, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Wel wordt afgeweken van de regel dat tussen de publicatiedatum en het tijdstip van inwerkingtreding een termijn van minimaal twee maanden in acht wordt genomen. Deze afwijking wordt gerechtvaardigd doordat de doelgroep van deze regeling gebaat is bij een spoedige inwerkingtreding, waarvoor afwijking volgens aanwijzing 4.17 wegens de eerste uitzonderingsgrond van het vijfde lid in dit geval is toegestaan. Artikel II van de regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021. Daarmee wordt volledig voldaan aan de bovengenoemde aanwijzing.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven