Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 20 november 2019, nr. IENW/BSK-2019/233997, houdende vaststelling van een plafondbesluit op grond van de Tijdelijke subsidieregeling stimulering goederenvervoer per spoor

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 4, tweede lid van de Kaderwet Subsidies I en M, artikel 8, tweede lid van het Kaderbesluit Subsidies I en M en artikel 5, tweede lid van de Tijdelijke subsidieregeling stimulering goederenvervoer per spoor;

BESLUIT:

Artikel 1

Het subsidieplafond, bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Tijdelijke subsidieregeling stimulering goederenvervoer per spoor, wordt voor het jaar 2020 vastgesteld op € 14,8 miljoen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

De subsidieregeling waarvoor het plafond is ingesteld, beoogt spoorgoederenvervoerders te stimuleren hun marktpositie ten opzichte van andere vervoersmodaliteiten te verbeteren. De regeling heeft een werking van vijf jaar. Voorafgaand aan het jaar waarin de vervoersactiviteiten zullen plaatsvinden, wordt het subsidieplafond voor het desbetreffende jaar vastgesteld. Voor 2020 bedraagt het plafond € 14,8 miljoen. Het budget dat thans nog resteert voor de resterende drie jaren (2021–2023), komt daarmee op € 40,9 miljoen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Naar boven