VERKEERSBESLUIT 689-2019

Logo Utrecht

 

Provincie Utrecht, 68 9 -2019 , gemeente Bunnik, N229 parallelweg , verlaging maximum snelheid tussen Bunnik en Odijk.

 

Besluit van de provincie Utrecht van 1 oktober 2019, nummer 81F6861F, tot vaststelling van verkeers-maatregelen ten behoeve van de verlaging van de maximumsnelheid voor alle verkeer op de parallelweg van de provinciale weg N229 tussen Bunnik en Odijk in de gemeente Bunnik, Provincialeweg hmp. 7.020 en hmp. 6.275.

 

Gebruikte afkortingen

RVV = Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990

BABW = Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer

 

Overwegingen

In december 2016 is de beleidsuitwerking ‘Snelheidsregimes op provinciale wegen’ gereedgekomen. Aanleiding is het Mobiliteitsplan provincie Utrecht 2015-2028 geweest. In deze beleidsuitwerking wordt nadere uitleg gegeven over de snelheidsregimes die de provincie op haar wegen hanteert, waarom de provincie terughoudend is met de verlaging van de maximumsnelheid en onder welke voorwaarden verlaging van de maximumsnelheid bespreekbaar is. Bij het bepalen van het juiste snelheidsregime voor een weg wordt rekening gehouden met de landelijke wet- en regelgeving, de principes van “Duurzaam Veilig” en de wegcategorisering provincie Utrecht zoals aangegeven in het Mobiliteitsplan 2015-2028.

 

Naar aanleiding van een dodelijk ongeval op de parallelweg van de N229 en klachten van bewoners is besloten om de snelheid op de parallelweg van de N229 tussen Bunnik en Odijk te verlagen van 60 naar 30 km/uur. Dit doen we vooruitlopend op het groot onderhoud aan de N229 in 2020, waarbij fysieke maatregelen worden genomen om de snelheidsverlaging te ondersteunen.

 

Noodzaak en doelstelling verkeersbesluit

Op grond van artikel 15, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het BABW moet voor het nemen van verkeersmaatregelen en het aanbrengen van borden van bijlage I van het RVV 1990 en verkeerstekens op het wegdek een verkeersbesluit worden genomen. De doelstellingen van dit verkeersbesluit zijn het verzekeren van de veiligheid op de weg en het beschermen van weggebruikers en passagiers, het in stand houden van de weg en waarborgen van de bruikbaarheid van de weg en het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van verkeer. Deze belangen zijn genoemd in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994.

 

Verplicht overleg politie

Zoals in artikel 24 van het BABW is voorgeschreven, is overleg gepleegd met de korpschef van de nationale politie over deze verkeersmaatregel. De gemandateerde Verkeersspecialist van de politie eenheid Midden Nederland heeft positief geadviseerd over de maatregelen om de maximumsnelheid te verlagen, echter, het openbaar ministerie stelt zich op het standpunt dat 30 kilometerzones slechts worden ingesteld op wegvlakken waar zodanig infrastructurele maatregelen zijn getroffen dat deze zones zelf handhavend zijn. Handhaving door de politie zal plaatsvinden na reconstructie van de parallelweg overeenkomstig het 30 km/uur regime.

 

Afweging belangen

De aanwonenden en de gemeente Bunnik zijn groot voorstander van invoering van snelheidsverlaging.

Regelmatig komen klachten binnen over de onveilige situatie voor de schoolgaande jeugd.

Om herhaling van een dodelijk ongeval op de parallelweg van de N229 te voorkomen en om tegemoet te komen aan klachten van bewoners is besloten om de snelheid op de parallelweg van de N229 tussen Bunnik en Odijk te verlagen van 60 naar 30. Dit doen we vooruitlopend op het groot onderhoud aan de N229 waarbij ook fysieke maatregelen worden genomen om de snelheidsverlaging te ondersteunen.

 

De maatregelen zullen leiden tot een veiliger verkeersafwikkeling op de parallelweg van de N229. Dit dient de belangen van de schoolgaande jeugd en overige weggebruikers. Gelet hierop en het gegeven dat de maatregelen in overleg met de omwonenden en de gemeente Bunnik tot stand zijn gekomen, verwachten wij niet dat door de maatregelen belangen onevenredig zullen worden geschaad. De maatregelen dragen tevens bij aan een betere leefbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en bereikbaarheid van de medeweggebruikers en bewoners langs de parallelweg van de provinciale weg N229.

 

Bevoegdheid

De weggedeelten waar deze maatregelen worden getroffen, zijn in beheer bij de provincie Utrecht. Daarom zijn wij, Gedeputeerde Staten van Utrecht, op grond van artikel 18, lid 1, sub b, van de Wegenverkeerswet 1994 het bevoegde bestuursorgaan om dit verkeersbesluit te nemen.

 

Besluit

In overeenstemming met het aangehechte en van dit verkeersbesluit deel uitmakende beeldmateriaal genaamd ‘N229.borden.snelheidsverlaging.parallelw.2019.pdf’, worden de volgende concrete fysieke maatregelen uitgevoerd op de provinciale weg ten behoeve van de verlaging van de maximumsnelheid voor alle verkeer op de parallelweg van de provinciale weg N229 tussen Bunnik en Odijk in de gemeente Bunnik, hmp. 7.020 en hmp. 6.275:

 

Plaatsen:

  • 1.

    Bord A1-30 (30 km/uur) van bijlage 1 van het RVV 1990 waarmee een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur in de richting van Bunnik wordt ingesteld. Plaatsing ter hoogte van hmp. 7.020;

  • 2.

    Bord A1-30 (30 km/uur) van bijlage 1 van het RVV 1990 waarmee een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur in de richting van Odijk wordt ingesteld. Plaatsing ter hoogte van hmp. 6.275.

 

Hiermee wordt op de parallelweg van het wegvak 7.020 - 6.275 van de N229 een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur ingesteld.

 

Aandachtspunt

Dit besluit laat de eventuele toepassing van de Wegenverordening provincie Utrecht 2010 onverlet.

 

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

namens hen,

 

 

 

 

Cock van Dijk

Teamleider domein Mobiliteit

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bekendmaking

Dit verkeersbesluit ligt met bijbehorende tekening vanaf 14 oktober 2019 gedurende zes weken ter inzage in het provinciehuis van Utrecht en is in te zien na telefonische afspraak via +31302582949. Het besluit wordt ook elektronisch gepubliceerd in de Staatscourant via www.officielebekendmakingen.nl. Tevens hebben wij dit verkeersbesluit openbaar gemaakt via het internetdomein van de provincie Utrecht: http://www.provincie-utrecht.nl.

 

Rechtsbescherming

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden binnen zes weken na de dag van verzending een bezwaarschrift bij het college van Gedeputeerde Staten van Utrecht indienen:

  • Digitaal: gebruikt u hiervoor het formulier “Bezwaar tegen beslissing provinciaal bestuur met DigiD”. Uw DigiD geldt als ondertekening. U vindt het formulier via: www.provincie-utrecht.nl/formulierbezwaar.

  • Schriftelijk: t.a.v. de secretaris van de Awb-adviescommissie van PS en GS, postbus 80300, 3508 TH Utrecht. Het bezwaarschrift moet in ieder geval bevatten, uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht (indien mogelijk, onder vermelding van het besluitnummer) de reden van bezwaar, ondertekening.

     

Aan de behandeling van een bezwaarschrift zijn voor de indiener geen kosten verbonden. Overigens schort het indienen van een bezwaarschrift de werking van het besluit niet op. Als u niet kunt wachten op de normale behandeling van uw bezwaarschrift, hebt u de mogelijkheid om een voorlopige voorziening aan te vragen bij de rechtbank. U moet op dat moment ook al een bezwaarschrift hebben ingediend. Het verzoek om een voorlopige voorziening richt u aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, Sector bestuursrecht, postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Daarbij is een griffierecht verschuldigd (zie ook: www.rechtspraak.nl/Procedures/Tarieven-griffierecht/ voor de hoogte van het griffierecht). U kunt ook digitaal een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor dient u te beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Naar boven