Mandaatbesluit uitvoering defensiespecifieke uitkeringsregelingen 2019

7 oktober 2019

nr. BS/2019017919

De Staatssecretaris van Defensie

Besluit

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. bestuur:

het bestuur van de Stichting Pensioenfonds ABP;

b. De Staatssecretaris:

de Staatsecretaris van Defensie.

Artikel 2

De Staatssecretaris verleent aan het bestuur mandaat om namens hem besluiten te nemen ter uitvoering en op grond van de onderstaande regelingen:

  • a. De Kaderwet militaire pensioenen, alsmede het daarop steunende Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen met uitzondering van de artikelen 8a en 11a en het Besluit bijzondere militaire pensioenen met uitzondering van artikel 11a;

  • b. Voor zover na die datum nog noodzakelijk, de voor 1 juni 2001 geldende militaire pensioenwetten of -regelingen;

  • c. De Uitkeringswet gewezen militairen;

  • d. De Regeling inkomsten Uitkeringswet gewezen militairen;

  • e. De artikelen 124 en 125 van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR);

  • f. De Regeling procesverbaal van ongeval en rapportage medische aangelegenheden, artikel 147 AMAR;

  • g. De Voorzieningenregeling voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers;

  • h. De Faciliteitenregeling;

  • i. De Regeling dienstverbandaanspraken geneeskundige verzorging, artikel 104 AMAR;

  • j. De Regeling onkostenvergoeding gewezen defensiepersoneel;

  • k. Voor zover de Minister zich de uitvoering daarvan niet heeft voorbehouden, de Conversieregeling militaire pensioenen en de daarmee samenhangende berichtgeving bedoeld in artikel 3, vijfde lid, van de Kaderwet militaire pensioenen;

  • l. De Uitkeringswet tegemoetkoming twee tot vijfjarige diensttijd veteranen;

  • m. De artikelen 19 tot en met 25 van het Veteranenbesluit;

  • n. De Regeling berekeningsgrondslag inkomensvoorziening;

Artikel 3

Het bestuur legt een voorgenomen besluit, voor zover dit voortkomt uit de uitvoering van in artikel 2 genoemde defensieregelingen voor aan de Staatssecretaris indien:

  • a. het bestuur gerede twijfels heeft over het in een individueel geval toepassen van een regeling, genoemd in artikel 2 en

  • b. het naar het oordeel van het bestuur een geval betreft dat grote beleidsmatige of financiële gevolgen kan hebben voor het Ministerie van Defensie, dan wel kan leiden tot precedentwerking.

  • c. het door de Staatssecretaris nader aan te wijzen gevallen betreft die van belang zijn voor de beleidsvorming dan wel in het kader van kwaliteitstoetsing en -verbetering.

Artikel 4

De Staatssecretaris verleent mandaat aan het bestuur om te beslissen op bezwaarschriften aangaande ingevolge artikel 2 genomen besluiten. Een en ander met dien verstande dat degene die betrokken is bij het besluitvormingsproces ten aanzien van het bezwaarschrift niet ook betrokken is geweest bij het besluitvormingsproces in eerste aanleg. Het gestelde in artikel 3 is daarbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5

  • a. De Staatssecretaris verleent aan het bestuur bevoegdheid in rechte op te treden indien tegen een ingevolge artikel 2 dan wel artikel 4 genomen besluit beroep wordt ingesteld.

  • b. Indien het een zaak betreft met een kennelijk aanzienlijk financieel of rechtspositioneel belang, stelt het bestuur geen hoger beroep in dan na verkregen instemming van de Staatssecretaris met betrekking tot de gronden voor het hoger beroep. Het bestuur is in dat geval bevoegd om vooruitlopend hierop zo nodig voorlopig hoger beroep in te stellen.

Artikel 6

  • a. Het bestuur kan het aan artikel 2, artikel 4 en artikel 5 ontleende mandaat geheel of gedeeltelijk ondermandateren.

  • b. De verlening van een ondermandaat door het bestuur geschiedt schriftelijk.

Artikel 7

Het bestuur houdt een register bij betreffende verleende ondermandaten. Het register bevat de namen van de functionarissen van het fonds die op basis van het ondermandaat besluiten kunnen nemen, alsmede gegevens omtrent de inhoud van het ondermandaat. Het betreffende register en iedere wijziging daarvan wordt onverwijld door het bestuur aan de Staatssecretaris kenbaar gemaakt.

Artikel 8

De stukken die op grond van dit besluit worden afgedaan en ondertekend, vermelden aan het slot:

Namens de Staatssecretaris van Defensie

de Stichting Pensioenfonds ABP,

voor deze,

... (handtekening en naam van de functionaris)

... (de functie van de ondertekenaar)

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit uitvoering defensiespecifieke uitkeringsregelingen 2019.

Artikel 10

Het mandaatbesluit uitvoering defensiespecifieke uitkeringsregelingen 2017 (publicatie in Staatscourant 2018 nr. 5576 op 5 februari 2018) komt te vervallen.

Artikel 11

Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum van ondertekening. Dit besluit wordt gepubliceerd in de serie Ministeriële Publicaties van het Ministerie van Defensie en zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Defensie voor deze, De Hoofddirecteur Personeel, P.F.M. Reesink Schout-bij-nacht

TOELICHTING

Per 1 januari 2019 is de toekenning van uitkeringen op grond van artikel 62 van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie (BARD) en artikel 120 van het Algemeen militair ambtenarenreglement defensie (AMAR) niet meer in uitvoering gemandateerd aan de Stichting Pensioenfonds ABP. Daarnaast is het mandaatbesluit aangepast doordat bepaalde ‘regelingen’ niet meer van kracht zijn dan wel voor de uitvoering niet meer relevant zijn. Dit betreft:

  • Wet verbetering rechtspositie verzetsmilitairen;

  • De artikelen 84 en 85 van het Reglement rechtstoestand dienstplichtigen (Rrdpl);

  • Het Verzorgstersfonds, beschikking Staatssecretaris van 16 juli 1973;

  • De Compensatieregeling motorrijtuigenbelasting, besluiten van 20 juni 1984 en 3 september 1986;

  • Artikel 53 Rrdpl (geneeskundige verstrekkingen gewezen dienstplichtigen;

  • De Regeling tegemoetkoming in reis- en verblijfkosten van naaste betrekkingen in geval van ziekte of overlijden van de militair;

  • De Regeling geneeskundige verzorging gepensioneerde militairen;

  • De Uitkeringswet financiële compensatie langdurige militaire dienst.

Dit mandaatbesluit vindt zijn grondslag in de overeenkomst ABP – Defensie inzake de uitvoering van diverse uitkeringsregelingen (JFZ/03.1239).

Naar boven