Verkeersbesluit, instellen parkeerschijfzones, Paul Scholtenrode, gemeente Zoetermeer

Logo Zoetermeer

0637484214

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

daartoe bevoegd op grond van:

  • artikel 18, lid 1, sub d, van de Wegenverkeerswet 1994,

  • het mandaatbesluit van burgemeester en wethouders waarbij die bevoegdheid is gemandateerd aan de directeur van de hoofdafdeling Stad en diens besluit tot het verlenen van ondermandaat, de manager van de afdeling Stadsbeheer,

gehoord de verkeersadviseur van de Politie Den Haag als lid van de verkeerscommissie waarmee is voldaan aan de instructie zoals opgenomen in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

gelet op hetgeen ten aanzien hiervan overigens in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (hierna te noemen RVV 1990) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (hierna te noemen BABW) is bepaald;

gelet vervolgens op het gegeven dat de in dit besluit aan de orde komende wegen, straten of parkeervoorzieningen openbaar in de zin van de Wegenwet zijn en binnen de bebouwde kom als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994 van Zoetermeer liggen;

BESLUIT:

  • 1.

    door plaatsing van zoneborden E10 en E11 van bijlage 1 van het RVV 1990 met daarop vermeld de toegestane maximale parkeerduur en het aanbrengen van blauwe strepen als bedoeld in artikel 25 van het genoemde reglement, een parkeerschijfzone vast te stellen in de Paul Scholtenrode geldend voor het parkeerterrein bestaande uit 22 parkeervakken ter hoogte van perceel Paul Schotenrode 6-20 (hierna te noemen ‘betreffende parkeerterrein’);

  • 2.

    bij sub 1 aan te tekenen dat bij inachtneming van de regels van artikel 25 van het RVV 1990 de parkeerschijfzone geldt van maandag tot en met vrijdag van 08.00 uur tot 16.00 uur met een toegestane maximum parkeerduur van 1,5 uur;

  • 3.

    vast te leggen dat aan deze verkeersmaatregel de volgende overwegingen ten grondslag liggen:  

de bestaande situatie en de aanleiding: 

  • naar aanleiding van overleg met de winkeliersvereniging Buytenwegh blijkt dat het betreffende parkeerterrein doordeweks de hele dag vol staat met geparkeerde auto’s van Randstadrail reizigers;

  • het betreffende parkeerterrein is echter bedoeld voor ‘kort parkeren’ met name bedoeld voor bezoekers van het winkelcentrum Buytenwegh;

  • bezoekers van het winkelcentrum kunnen daardoor niet meer dicht bij de winkels parkeren en dat leidt tot klantverlies;

  • dat parkeergedrag veroorzaakt een zekere onbalans in de parkeersituatie die ter plaatse voor ogen staat en die in verband met het functioneren van het winkelcentrum gewenst is;

  • die onbalans resulteert onder meer in een beperkte parkeerruimte voor de bezoekers tijdens de openingstijden van het betreffende winkelcentrum;

  • de beschreven onbalans kan worden weggenomen door over te gaan tot instelling van een parkeerschijfzone (blauwe zone) geldend van maandag tot en met vrijdag en met een beperkte parkeerduur van 1,5 uur; 

  • gevolg daarvan is, dat voor het parkeren op de betreffende parkeerplaats gebruik moet worden gemaakt van een duidelijk zichtbare parkeerschijf waarop het tijdstip staat aangegeven waarop met parkeren is begonnen;  

de verkeerskundige aspecten: 

  • op de parkeervakken waarop de regels van een parkeerschijfzone van toepassing zijn, mogen als gevolg van de status van parkeerschijfzone uitsluitend motorvoertuigen op meer dan twee wielen worden geparkeerd wanneer het motorvoertuig is voorzien van een duidelijk zichtbare parkeerschijf, waarop het tijdstip staat aangegeven waarop met het parkeren is begonnen en voor zover de op de borden aangegeven toegestane parkeerduur niet is verstreken;

  • bij de vaststelling van verkeersmaatregelen gaat het onder meer om verkeerskundige belangen waarvoor in artikel 2, lid 1, van de Wegenverkeerswet 1994 de volgende doelstellingen zijn geformuleerd:

  • sub a: het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • sub b: het beschermen van de weggebruikers en passagiers;

  • sub c: het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg;

  • sub d: het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer;

  • in dit geval is met name het waarborgen van de bruikbaarheid van de weg en dan in dit geval in het bijzonder de bruikbaarheid van het betreffende parkeerterrein aan de orde;  

de zorgvuldigheid: 

  • aan dit besluit is een uitvoerig en zorgvuldig onderzoek voorafgegaan;

  • tevens is hierover gecommuniceerd met de Wijkverkeerswerkgroep, waarin bewoners zitting hebben en met de winkeliersvereniging Buytenwegh;

  • dit onderwerp is vervolgens behandeld door personen die door hun deskundigheid een goed oordeel ter zake kunnen geven;

  • die personen beschikken – vanwege hun plaatselijke bekendheid, al dan niet aangevuld met visuele waarnemingen ter plaatse – voorts over de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen; 

  • de ambtelijke verkeerscommissie, waarin die personen zitting hebben en waar tevens de politie in is vertegenwoordigd, heeft op grond van de bedoelde expertise op 29 november 2018 geadviseerd om de in sub 1 en sub 2 beschreven maatregel vast te stellen;

  • die beoordeling heeft vervolgens geleid tot het in sub 1 en sub 2 beschreven besluit;

  • met de hiervoor beschreven handelwijze is dan ook gehandeld conform de instructienorm in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht;   

de belangenafweging: 

  • bij de afweging van de belangen gaat om een afweging van de belangen binnen het kader van de hiervoor vermelde verkeerskundige doelstellingen;

  • daarbij zijn de belangen van enerzijds de bezoekers van het winkelcentrum en van anderzijds degenen die er langduriger en zonder gebruikmaking van een parkeerschijf willen parkeren zorgvuldig tegen elkaar afgewogen;

  • daarbij is geconcludeerd, dat met onderhavig besluit, geen sprake is van een besluit met onevenredig nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • daarbij is in ogenschouw genomen, dat voor degenen die er langduriger en zonder gebruikmaking van een parkeerschijf ook op iets grotere loopafstand parkeerruimte zonder een parkeerduurbeperking aanwezig is;

Zoetermeer, 16 juli 2019

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

de manager van de afdeling Stadsbeheer.

N.B.

  • 1.

    Belanghebbenden die zich niet met dit besluit kunnen verenigen, hebben op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de mogelijkheid om binnen zes weken na publicatie van dit besluit een gemotiveerd bezwaar in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer (postbus 15, 2700 AA Zoetermeer). Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Hiertoe kan op grond van het bepaalde in artikel 8:81 Awb een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank ’s Gravenhage (sector bestuursrecht, postbus 20302, 2500 EH Den Haag). In dat geval is het vereist dat een bezwaarschrift tegen het besluit is ingediend en dat sprake is van een spoedeisend belang bij het treffen van die voorziening

  • 2.

    Op aanvraag kan een indicatieve situatieschets worden verkregen.

Naar boven