Verkeersbesluit, uitbreiding maximum snelheid 30 km/h, Van der Hagenstraat, gemeente Zoetermeer

Logo Zoetermeer

0637483274

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

daartoe bevoegd op grond van:

  • artikel 18, lid 1, sub d, van de Wegenverkeerswet 1994,

  • het mandaatbesluit van burgemeester en wethouders waarbij die bevoegdheid is gemandateerd aan de directeur van de hoofdafdeling Stad en diens besluit tot het verlenen van ondermandaat, de manager van de afdeling Stadsbeheer, 

gehoord de verkeersadviseur van de Politie Den Haag als lid van de verkeerscommissie waarmee is voldaan aan de instructie zoals opgenomen in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer; 

gelet op hetgeen ten aanzien hiervan overigens in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer is bepaald; 

gelet vervolgens op het gegeven dat de in dit besluit aan de orde komende wegen, straten of parkeervoorzieningen openbaar in de zin van de Wegenwet zijn en binnen de bebouwde kom als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994 van Zoetermeer liggen;  

BESLUIT: 

  • 1.

    door plaatsing of verplaatsing van borden A1 en A2 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met de opschriften “30” en “zone”, voor de Van der Hagenstraat, het gedeelte vanaf de bocht ter hoogte van perceel Van der Hagenstraat 9-9 en 11-11a tot aan het fietspad ter hoogte van perceel Van der Hagenstraat 36, (hierna te noemen ‘het betreffende weggedeelte’) een maximum snelheid van 30 km/h vast te stellen;

  • 2.

    vast te leggen dat aan dit verkeersbesluit de volgende overwegingen ten grondslag liggen: 

de aanleiding:

  • vertegenwoordigers van de sportverenigingen gevestigd in het van Tuyllpark hebben aangegeven dat de verkeersituatie op een aantal plekken op de Van der Hagenstraat gevaarlijk en complex is;

  • de Raad heeft in vervolg daarop besloten om de onveilige plekken te verbeteren; 

de verkeerskundige aspecten: 

  • het betreffende weggedeelte is een weggedeelte dat kan worden omschreven als een gebied met een verblijfsfunctie;

  • op het betreffende weggedeelte bedraagt de maximum snelheid 50 km/h;

  • na ongeveer 175 meter vanaf de Oostweg liggen aan de noordzijde van het betreffende weggedeelte twee parkeerterreinen;

  • deze parkeerterreinen worden rechtstreeks via vele aansluitingen ontsloten op het betreffende weggedeelte;

  • op dit gedeelte van de Van der Hagenstraat vinden derhalve veel autobewegingen plaats;

  • om het autoverkeer ordentelijker te laten verlopen en daarmee ook voor het overige verkeer een veiligere situatie te creëren, is besloten te stimuleren dat het autoverkeer op het oostelijke parkeerterrein zo veel mogelijk in één richting gaat rijden door het aanbrengen van een wegversmalling en pijlsymbolen op de weg;

  • daardoor ontstaat als het ware een circuit;

  • uit oogpunt van verkeersveiligheid is het daarnaast wenselijk voor het betreffende weggedeelte een lagere maximum snelheid vast te stellen;

  • aan dit besluit liggen ten grondslag de doelstellingen met betrekking tot de verkeersveiligheid en het beschermen van de weggebruikers, zoals geformuleerd in artikel 2, lid 1, sub a en b, van de Wegenverkeerswet 1994;

  • daaraan kan worden toegevoegd, dat het betreffende weggedeelte conform de vereisten die in punt 4 van § 4 van de uitvoeringsvoorschriften behorende bij het BABW met zijn omgeving wordt aangepast om te voorkomen dat met het oog op snelheidsbeperking en attentieverhoging verdergaande maatregelen nodig zijn en nog moeten worden getroffen;

  • daarmee krijgt het betreffende weggedeelte een weginrichting die in overeenstemming is met het wegbeeld dat past bij een maximum snelheid van 30 km/h;

  • daarmee is tevens voldaan aan het gestelde in punt 1 van § 4 van de uitvoeringsvoorschriften behorende bij het BABW, waarin is bepaald dat de in te stemmen maximumsnelheid in overeenstemming moet zijn met het wegbeeld ter plaatse;

  • in dit geval kunnen borden met zonale werking als bedoeld in artikel 9, lid 1, worden geplaatst, omdat sprake is van een gesloten netwerk van straten met een maximum snelheid van 30 km/h bestaat;

  • aan dit besluit liggen ten grondslag de doelstellingen met betrekking tot de verkeersveiligheid en het beschermen van de weggebruikers, zoals geformuleerd in artikel 2, lid 1, sub a en b, van de Wegenverkeerswet 1994;  

de zorgvuldigheid: 

  • de situatie is beoordeeld door personen, die door hun deskundigheid een goed oordeel ter zake kunnen geven en die – vanwege hun plaatselijke bekendheid, aangevuld met visuele waarnemingen ter plaatse – beschikken over de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen;

  • de ambtelijke verkeerscommissie, waarin die personen zitting hebben en waar tevens de politie in is vertegenwoordigd, heeft op grond van de bedoelde expertise op 16 maart 2019 geadviseerd om de in sub 1 beschreven maatregel vast te stellen;

  • die beoordeling heeft vervolgens geleid tot het in sub 1 beschreven besluit;

  • met de hiervoor beschreven handelwijze is dan ook gehandeld conform de instructienorm in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht;   

de belangenafweging: 

  • bij de afweging van de belangen gaat het om verkeerskundige aspecten, in dit geval de verkeersveiligheid en het beschermen van de weggebruikers, zoals geformuleerd in artikel 2, lid 1, sub a en b, van de Wegenverkeerswet 1994;

  • er zijn geen aanwijzingen voor opvattingen dat met de vaststelling van dit besluit sprake is

  • van een besluit met onevenredig nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht.

Zoetermeer, 16 juli 2019

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

de manager van de afdeling Stadsbeheer.

N.B.

  • 1.

    Belanghebbenden die zich niet met dit besluit kunnen verenigen, hebben op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de mogelijkheid om binnen zes weken na publicatie van dit besluit een gemotiveerd bezwaar in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer (postbus 15, 2700 AA Zoetermeer). Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Hiertoe kan op grond van het bepaalde in artikel 8:81 Awb een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank ’s Gravenhage (sector bestuursrecht, postbus 20302, 2500 EH Den Haag). In dat geval is het vereist dat een bezwaarschrift tegen het besluit is ingediend en dat sprake is van een spoedeisend belang bij het treffen van die voorziening.

  • 2.

    Op aanvraag kan een indicatieve situatieschets worden verkregen.

Naar boven