Besluit van de Minister voor Rechtsbescherming van 9 juli 2019 nr. BOACAT2019/033, tot wijziging van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar van 17 november 2016, kenmerk BOACAT2016/056

De Minister voor Rechtsbescherming,

Gelezen het verzoek van de directeur van Staatsbosbeheer van 13 mei 2019 en de adviezen van de hoofdofficier van justitie bij het Functioneel Parket en de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012 waaruit blijkt dat de noodzaak tot het wijzigen van het eerder genoemde categoriale besluit aanwezig is;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 7, zevende lid, van de Politiewet 2012;

  • artikel 55b van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2, van de Wet op de economische delicten.

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar van 17 november 2016, kenmerk BOACAT2016/056 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 5, lid 2, komt te luiden:

Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012.

Artikel 6 komt te luiden:

  • 1. Maximaal 179 personen van de buitengewoon opsporingsambtenaren genoemd in artikel 4 zijn bevoegd om bij de opsporing van strafbare feiten waarvoor zij zijn beëdigd, gebruik te maken van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 7, eerste, derde en vierde lid (vervoersfouillering), van de Politiewet 2012 en daarbij gebruik te maken van handboeien, een wapenstok en pepperspray.

  • 2. Één buitengewoon opsporingsambtenaar genoemd in artikel 4 en die voorheen werkzaam was bij Groenservice Zuid Holland, in de functie van Handhaver Natuur & Recreatie, niet zijnde de persoon genoemd in dit artikel in het eerste lid, is bevoegd om bij de opsporing van de strafbare feiten waarvoor hij is beëdigd, gebruik te maken van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 7, eerste, derde en vierde lid (vervoersfouillering), van de Politiewet 2012 en daarbij gebruikmaken van handboeien, een (korte) wapenstok, pepperspray en een surveillancehond. Deze bevoegdheden mogen slechts worden uitgeoefend in het voormalig beheersgebied van Groenservice Zuid-Holland.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Den Haag, 9 juli 2019

De Minister voor Rechtsbescherming, namens deze, S. Gobardhan Operationeel manager V&T

Bezwaar maken

U kunt bij de Minister voor Rechtsbescherming tegen deze beslissing bezwaar maken. U doet dit door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na bekendmaking van deze beslissing. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Justis

Afdeling V&T

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde laten indienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de datum waarop u het bezwaarschrift schrijft;

  • een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar wilt maken. U kunt ook een kopie van de beslissing meesturen;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

Voor meer informatie kunt u op www.rijksoverheid.nl de brochure “Bezwaar en beroep tegen beslissingen van de overheid” downloaden.

Naar boven