NWO-Talentprogramma Veni 2020 Call for proposals, Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Exacte en Natuurwetenschappen Sociale en Geesteswetenschappen

Toegepaste en Technische Wetenschappen Zorgonderzoek en Medische Wetenschappen 2020

Inhoud

1

Inleiding

1

 

1.1

Achtergrond

1

 

1.2

Beschikbaar budget

1

 

1.3

Geldigheidsduur call for proposals

2

2

Doel

2

 

2.1

Veni-doelgroep

2

 

2.2

Stimulering vrouwelijke onderzoekers

2

 

2.3

Kennisbenutting

2

3

Richtlijnen voor aanvragers

3

 

3.1

Wie kan aanvragen

3

 

3.2

Wat kan aangevraagd worden

4

 

3.3

Wanneer kan aangevraagd worden

4

 

3.4

Het opstellen van de aanvraag

4

 

3.5

Specifieke subsidievoorwaarden

5

 

3.6

Het indienen van een vooraanmelding/volledige aanvraag

8

4

Beoordelingsprocedure

9

 

4.1

Procedure

9

 

4.2

Criteria vooraanmelding

11

 

4.3

Criteria volledige aanvraag

12

5

Contact en overige informatie

13

 

5.1

Contact

13

 

5.2

Overzicht instellingen

14

1 Inleiding

1.1 Achtergrond

Vanaf 2020 vormt NWO de Vernieuwingsimpuls om naar het NWO-Talentprogramma. Het programma behelst drie subsidievormen (Veni, Vidi en Vici).

Elke subsidievorm kent één indienronde per jaar. Van jaar tot jaar zijn aanpassingen in de procedures mogelijk, mede naar aanleiding van tussentijdse evaluaties.

Elke subsidievorm heeft een afzonderlijke call for proposals.

NWO is georganiseerd in vier domeinen:

  • Exacte en Natuurwetenschappen (ENW);

  • Sociale en Geesteswetenschappen (SGW);

  • Toegepaste en Technische Wetenschappen (TTW); en

  • Zorgonderzoek en Medische wetenschappen (ZonMw).

De Veni-ronde 2020 kent daarom vier loketten die corresponderen met de domeinen van NWO. Vanaf september 2019 worden domeinoverschrijdende Veni-aanvragen binnen de domeinen beoordeeld.

Drie domeinen – SGW, TTW en ZonMw – lassen in de Veni-ronde 2020 een vooraanmeldingsfase in. Aanvragers in deze domeinen dienen voor de deadline in september 2019 een verkort voorstel in.

Het NWO-domein ENW hanteert geen vooraanmeldingsfase voor de Veni-ronde 2020. Aanvragers in dit domein dienen in januari 2020 een volledig voorstel in.

Let op: indien een aanvrager twijfelt over welk domein het meest geschikt is voor indiening van de aanvraag, dan dient de aanvrager tijdig, voorafgaand aan het indienen van de aanvraag contact op te nemen met NWO.

1.2 Beschikbaar budget

Voor de gehele Vernieuwingsimpulsronde 2020 is een totaalbudget beschikbaar van 150 miljoen euro.

Daarnaast is er 1,5 miljoen euro voor de domeinen TTW en ENW beschikbaar voor het honoreren van additionele voorstellen van vrouwelijke aanvragers in de Veni-ronde 2020.

1.3 Geldigheidsduur call for proposals

De deadline voor het indienen van aanvragen is 9 januari 2020, om 14:00 uur CE(S)T.

2 Doel

Het doel van het NWO-Talentprogramma is het verstrekken van persoonsgerichte stimulering in verschillende carrièrefasen van getalenteerde, gepromoveerde onderzoekers1. Het scheppen van creatieve ruimte voor avontuurlijke, talentvolle, baanbrekende onderzoekers om onderzoek naar hun keuze te doen én het behouden van deze onderzoekers voor het wetenschappelijk onderzoek staan centraal in het NWO- Talentprogramma. Met een persoonsgebonden subsidie kunnen de onderzoekers een eigen vernieuwende onderzoekslijn ontwikkelen die een structurele inbedding kan krijgen binnen een onderzoeksinstelling.

2.1 Veni-doelgroep

De Veni-doelgroep bestaat uit excellente onderzoekers met een opvallend en origineel talent en een grote fascinatie voor het doen van uitdagend en grensverleggend onderzoek. De focus ligt daarbij op vernieuwend en nieuwsgierigheidgedreven onderzoek. Kandidaten staan aan het begin van hun wetenschappelijke carrière, maar hebben al wel aangetoond een opvallend talent te bezitten voor het doen van wetenschappelijk onderzoek. Gezien het doel van het programma is het evident dat onderzoekers in staat moeten zijn zelfstandig een onderzoek te formuleren en uit te voeren.

Ook onderzoekers werkzaam bij een buitenlandse instelling mogen een aanvraag indienen. Het te financieren project dient aan een Nederlandse, door NWO erkende instelling, te worden uitgevoerd.

2.2 Stimulering vrouwelijke onderzoekers

We nodigen vrouwelijke onderzoekers nadrukkelijk uit om voorstellen in te dienen. De vertegenwoordiging en doorstroom van vrouwen in de wetenschap loopt helaas sterk achter bij die van mannen. NWO en het Ministerie van OCW spannen zich gezamenlijk met de KNAW, VSNU en Nederlandse universiteiten in om dit te doorbreken, zodat het percentage vrouwelijke aanvragers uiteindelijk ten minste gelijk is aan het percentage vrouwelijke onderzoekers in de doelgroep.

NWO streeft ernaar dat de honoreringspercentages voor vrouwelijke aanvragers gemiddeld en in meerjarig perspectief ten minste gelijk zullen zijn aan die van mannelijke aanvragers. Bij een ex aequo prioritering van twee of meer aanvragen wordt de voorkeur gegeven aan het voorstel van een vrouwelijke aanvrager.

Daarnaast zijn er extra middelen beschikbaar ter verbetering van de genderbalans in de onderzoeksvelden van de domeinen TTW en ENW (zie paragraaf 1.2). Met deze middelen worden tot maximaal zes extra voorstellen van vrouwelijke onderzoekers gehonoreerd. Voor deze extra middelen komen in aanmerking de voorstellen waarvan de kwalificatie na de interviews minimaal zeer goed is en die niet uit het budget voor het Talentprogramma Veni 2020 kunnen worden gehonoreerd.

2.3 Kennisbenutting

Onder kennisbenutting verstaat NWO de overdracht van kennis die gegenereerd is met behulp van NWO- financiering naar zowel andere wetenschappelijke disciplines als naar gebruikers buiten de wetenschap (maatschappij/bedrijfsleven). NWO vraagt van alle onderzoekers die in aanmerking willen komen voor financiering om met behulp van een aantal vragen (bijvoorbeeld: hoe zal kennisbenutting geïmplementeerd worden en hoe beoogt de onderzoeker kennisbenutting te bevorderen?) een toelichting te geven op de mogelijke kennisbenutting van hun project. Deze toelichting wordt meegewogen in de beoordeling.

Bij de beoordeling wordt onder andere gelet op:

  • een realistische weergave van (het gebrek aan) kennisbenuttingsmogelijkheden;

  • de effectiviteit en mate van concretisering van het plan van aanpak met betrekking tot kennisbenutting.

NWO erkent dat de mogelijkheden voor kennisbenutting per discipline verschillen en dat binnen sommige onderzoeksprojecten weinig tot geen (directe) kennisbenutting kan worden gerealiseerd. In dergelijke gevallen dient een aanvrager uit te leggen waarom er weinig tot geen potentie voor kennisbenutting is. Aan de beoordelaars wordt gevraagd om deze toelichting te beoordelen: als zij ervan overtuigd zijn dat het onderzoeksproject inderdaad weinig tot geen kennisbenuttingsmogelijkheden heeft en de aanvrager dit naar tevredenheid heeft toegelicht, dan dient de algehele beoordelingsscore hierdoor niet negatief beïnvloed te worden.

Voor meer informatie over het NWO beleid inzake kennisbenutting, zie www.nwo.nl/kennisbenutting.

3 Richtlijnen voor aanvragers

3.1 Wie kan aanvragen

Aanvragen kunnen worden ingediend door recent gepromoveerde onderzoekers met of zonder vast dienstverband, afkomstig uit binnen- of buitenland. De aanstelling vindt plaats bij een van de ontvangende onderzoeksinstellingen (zie paragraaf 5.2). NWO vraagt kandidaten om een 'inbeddingsgarantie' (zie paragraaf 3.5.2).

3.1.1 Indientermijn

De Veni-ronde 2020 staat open voor onderzoekers die op 1 januari 2020 maximaal drie jaar geleden gepromoveerd zijn. Ook nog niet gepromoveerde onderzoekers mogen een aanvraag indienen als zij tegelijk met de elektronische indiening van een volledige Veni-aanvraag een officiële verklaring van de voltallige proefschriftcommissie dat het dissertatiemanuscript is goedgekeurd indienen en uiterlijk binnen vier maanden na de indieningsdeadline hun promotie volledig afronden.

3.1.2 Extensieregeling

De genoemde maximumtermijn kan door NWO worden verlengd als er sprake is van langdurig verlof in verband met ziekte, ouderschap, zwangerschap of zorg. De door NWO toe te kennen verlenging aan een aanvrager bedraagt maximaal vijf jaar.

Ouders kunnen extensie krijgen als zij zorg dragen voor een kind. Verlenging is ook mogelijk bij een deeltijdaanstelling in combinatie met zorgtaken of bij een opleiding voor een aantal klinische specialismen. Ook in geval van zorgverlof in combinatie met de opleiding tot klinisch specialist is de toe te kennen verlenging maximaal vijf jaar.

Nadere informatie over deze extensieregeling wordt verstrekt in lijst met veelgestelde vragen op www.nwo.nl/vi. Wilt u gebruik maken van de extensieregeling, neem dan altijd vóór indiening contact op met NWO (zie 5.1).

3.1.3 Tegemoetkomingsregeling kindverlof

In deze subsidieronde kan door aanvragers gebruik worden gemaakt van de NWO Tegemoetkomingsregeling kindverlof. Deze regeling is te vinden op de NWO-website. Wilt u gebruik maken van de tegemoetkomingsregeling, dan kunt u hiervoor per e-mail een verzoek indienen bij de desbetreffende programmasecretaris van uw ronde en/of panel.

3.1.4 Aanvullende voorwaarden

Voor de beoordeling van de aanvragen gelden verder de volgende aanvullende voorwaarden:

  • a. Aanvragen worden gedaan door individuele onderzoekers (niet door duo’s of (onderzoeks)groepen).

  • b. Een kandidaat mag:

    • maximaal één aanvraag indienen in de Veni-ronde 2020;

    • niet voor meerdere subsidievormen tegelijkertijd binnen het NWO-Talentprogramma en/of de Vernieuwingsimpuls het aanvraagproces doorlopen;

    • voor Veni maximaal twee keer een aanvraag indienen.

    • Indien een in behandeling genomen aanvraag tijdens het beoordelingsproces wordt ingetrokken door de aanvrager, telt deze indiening mee voor het maximum aantal indieningen per aanvrager.

  • c. Onderzoekers die eerder een aanvraag gehonoreerd zagen in een bepaalde subsidievorm binnen de Vernieuwingsimpuls mogen voor diezelfde subsidievorm daarna niet opnieuw indienen.

3.1.5 Instellingen

Als begunstigde kennisinstellingen kunnen fungeren de universiteiten in het Koninkrijk der Nederlanden met een onderzoekstaakstelling, de KNAW- en NWO-instituten, en een aantal andere kennisinstellingen. De volledige lijst met kennisinstellingen is na te lezen in paragraaf 5.2.

3.2 Wat kan aangevraagd worden

Voor een Veni-project is financiering beschikbaar van maximaal 250.000 euro voor een periode van drie jaar. Als het voorgestelde onderzoek korter van duur (in maanden) is, wordt dit maximum bedrag evenredig teruggebracht.

De bij de aanvraag in te dienen begroting wordt gebaseerd op de voor het onderzoek subsidiabele directe personeelskosten en directe materiële kosten. Bij de personeelskosten wordt uitgegaan van de werkelijke brutosalarissen en de opslagen opgenomen in het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek (www.nwo.nl/salaristabellen), met uitzondering van de indexering en einde-projectvergoeding. Voor de bepaling van de hoogte van deze opslagen voor de Veni-ronde 2020 gelden de normpercentages uit het Akkoord.

Het aanstellen van additioneel wetenschappelijk personeel voor Veni-onderzoek is niet subsidiabel. Derhalve is het niet toegestaan om in de bij de aanvraag in te dienen begroting salariskosten voor additioneel wetenschappelijk personeel op te nemen. Salariskosten voor overig additioneel (niet- wetenschappelijk) personeel mogen wel in de begroting worden opgenomen. Het daadwerkelijk aanstellen van overig additioneel personeel behoeft de goedkeuring van NWO.

Wanneer de aanvrager niet meer dan 25 procent van de aanstelling aan nevenwerkzaamheden (onderwijs/bestuur/beheer) besteedt en de overige 75 procent aan het Veni-onderzoek, dan mag de aanvrager het gehele salaris ten laste van de subsidie brengen. Wanneer de aanvrager meer dan 25 procent van de aanstelling aan nevenwerkzaamheden besteedt, dan mag de aanvrager alleen de salarislasten voor het deel van de aanstelling dat aan het Veni-onderzoek wordt besteed ten laste van de subsidie brengen.

De directe materiële kosten bestaan uit de algemene materiële kosten, kosten voor kennisoverdracht en kennisbenutting en kosten voor internationalisering. Niet voor vergoeding in aanmerking komen de kosten voor infrastructuur (huisvesting en kantoorautomatisering) en andere overhead.

De ingediende begroting wordt door NWO getoetst. In het geval dat de ingediende begroting het bedrag van de maximale subsidie overschrijdt, dient de kennisinstelling of een derde partij (cofinancier) bij indiening van de aanvraag een garantie af te geven dat zij de overschrijding van het subsidiebedrag dat bij NWO is aangevraagd voor haar rekening neemt. Deze garantstelling wordt getekend door de instituutsmanager/decaan of een andere persoon die tekenbevoegd is.

Voor meer toelichting en informatie over subsidiabele kosten, zie het document ‘Richtlijnen en

verantwoording’ op www.nwo.nl/vionder het financieringsinstrument van het betreffende NWO domein.

3.3 Wanneer kan aangevraagd worden

De deadline voor het indienen van vooraanmeldingen in de domeinen SGW, TTW en ZonMw is 3 september 2019, om 14:00 uur MEZT.

De deadline voor het indienen van volledige aanvragen in alle domeinen is 9 januari 2020, om 14:00 uur MET.

Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC of Mijn ZonMw dient u ook online nog gegevens in te voeren. Het invoeren van deze gegevens en het uploaden van uw aanvraag kan langer duren dan u verwacht. Begin daarom ten minste enkele dagen vóór de deadline van deze call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

3.4 Het opstellen van de aanvraag

De aanvraagformulieren voor de vooraanmelding en de volledige aanvraag van de Veni-subsidie staat ten minste twee maanden voor de deadline op de NWO-website (www.nwo.nl/vi).

3.4.1 Het opstellen van de vooraanmelding voor de domeinen SGW, TTW en ZonMw
  • Download het aanvraagformulier vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO (onderaan de domein-webpagina van het betreffende financieringsinstrument).

  • Vul het aanvraagformulier in.

Sla het formulier op als pdf en upload het in ISAAC (www.isaac.nwo.nl)

De vooraanmelding dient in het Engels te worden geschreven en bevat een:

  • Beschrijving van het academisch profiel van de kandidaat (minimaal 400 tot maximaal 700 woorden);

  • Onderzoeksidee (maximaal 50 woorden);

  • Beschrijving van de key output van de kandidaat (maximaal 10 items, minimaal 400 tot maximaal 700 woorden). Tegelijk met het vooraanmeldingsformulier dient u de ingevulde en ondertekende inbeddingsgarantie (zie ook paragraaf 3.5.1) via ISAAC te uploaden.

3.4.2 Het opstellen van de volledige aanvraag

Download het aanvraagformulier vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO (onderaan de domein-webpagina van het betreffende financieringsinstrument). Let op: het aanvraagformulier voor de volledige aanvraag kan verschillen tussen de domeinen. De domeinen SGW, TTW en ZonMw hanteren een formulier waarbij het CV-onderdeel geheel overeenkomt met onderdelen uit het vooraanmeldingsformulier.

  • Vul het aanvraagformulier in.

  • Sla het formulier op als pdf en upload het in ISAAC (www.isaac.nwo.nl), of voor aanvragen in de medische wetenschappen (ZonMw) in Mijn ZonMw (mijn.zonmw.nl).

De volledige aanvraag dient in het Engels te worden geschreven en bevat een:

  • curriculum vitae van de kandidaat;

  • beschrijving van het onderzoeksvoorstel en ingevulde motivering voor keuze van instelling (maximaal 2000 woorden inclusief verwijzingen naar de literatuurlijst);

  • ingevulde paragraaf kennisbenutting (maximaal 750 woorden);

  • ingevulde paragraaf datamanagement;

  • kostenbegroting.

Aanvragers die nog niet gepromoveerd zijn, kunnen alleen een volledige aanvraag indienen als zij tegelijk met de elektronische indiening van de aanvraag een verklaring van de voltallige manuscriptcommissie meesturen dat het dissertatiemanuscript is goedgekeurd.

Aanvragers in de domeinen SGW, TTW en ZonMw mogen alleen een volledige aanvraag indienen nadat zij bericht hebben ontvangen dat het bestuur van het betreffende domein een positief besluit heeft genomen over de vooraanmelding van de aanvrager. Het is aanvragers niet toegestaan om een uitgewerkte aanvraag in te dienen in de Veni-ronde 2020 na een negatief besluit over de vooraanmelding.

Aanvragers bij het domein ENW dienen tegelijk met de volledige aanvraag de ingevulde en ondertekende inbeddingsgarantie (zie ook paragraaf 3.5.1) via ISAAC te uploaden.

3.5 Specifieke subsidievoorwaarden

Op alle aanvragen zijn de NWO-subsidieregeling 2017 en het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek van toepassing.

Open Access

NWO maakt deel uit van cOAlitie S, een internationale groep van onderzoeksfinanciers die in mei 2019 de definitieve versie van een plan bekend maakte (plan S) voor de versnelling van de transitie naar open access. Kern van het plan is dat alle publicaties voortkomend uit financiering van deze onderzoeksfinanciers gepubliceerd moeten worden in open access tijdschriften en open access platforms. (Zie: https://www.coalition-s.org/) Plan S sluit aan bij de al eerder door NWO doorgevoerde richtlijnen over open access.

Alle wetenschappelijke publicaties van onderzoek dat is gefinancierd op basis van toekenningen voortvloeiend uit deze call for proposals dienen onmiddellijk (op het moment van publicatie) wereldwijd vrij toegankelijk te zijn (Open Access). NWO accepteert geen embargotermijnen. Er zijn verschillende manieren voor onderzoekers om Open Access te publiceren. Een uitgebreide toelichting hierop vindt u op www.nwo.nl/openscience.

Let op: U mag in uw projectbudget onder “Materiaal” kosten opnemen voor Open Access publicaties.

Datamanagement

Bij goed onderzoek hoort verantwoord datamanagement. NWO wil dat onderzoeksdata die voortkomen uit met publieke middelen gefinancierd onderzoek zo veel mogelijk ‘vrij’ en duurzaam beschikbaar komen voor hergebruik door andere onderzoekers. NWO wil bovendien het bewustzijn bij onderzoekers over het belang van verantwoord datamanagement vergroten. Aanvragen dienen daarom te voldoen aan het datamanagementprotocol van NWO. Dit protocol bestaat uit twee stappen:

  • 1. Datamanagementparagraaf

    De datamanagementparagraaf maakt deel uit van de onderzoeksaanvraag. Onderzoekers dienen vier vragen te beantwoorden over datamanagement binnen hun beoogde onderzoeksproject. Zij worden dus gevraagd reeds voor aanvang van het onderzoek te bedenken hoe de verzamelde data geordend en gecategoriseerd moeten worden zodat deze vrij beschikbaar kunnen worden gesteld. Vaak zullen al bij het tot stand komen van de data en de analyse daarvan maatregelen getroffen moeten worden om opslag en deling later mogelijk te maken. Onderzoekers kunnen zelf aangeven welke onderzoeksdata zij voor opslag en hergebruik relevant achten.

  • 2. Datamanagementplan

    Na honorering van een aanvraag dient de onderzoeker de datamanagementparagraaf uit te werken tot een datamanagementplan. Het datamanagementplan is een concrete uitwerking van de datamanagementparagraaf. De onderzoeker beschrijft in het plan of gebruik gemaakt wordt van bestaande data of dat het om een nieuwe dataverzameling gaat en hoe de dataverzameling dan FAIR (vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar) gemaakt wordt. Uiterlijk vier maanden na honorering van de aanvraag moet dat plan via ISAAC zijn ingediend bij NWO. NWO keurt het plan zo snel mogelijk.

    Goedkeuring van het datamanagementplan door NWO is voorwaarde voor de subsidieverlening. Het plan kan tijdens het onderzoek worden bijgesteld.

Meer informatie over het datamanagementprotocol van NWO staat op: www.nwo.nl/datamanagement. Meer informatie over de kerncriteria waarop het format voor datamanagementplannen is gebaseerd vindt u in de 'Practical Guide to the International Alignment of Research Data Management' van Science Europe.

Nagoya Protocol

Het Nagoya Protocol is op 12 oktober 2014 van kracht gegaan en zorgt voor een eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen (Access and Benefit Sharing; ABS). Onderzoekers die voor hun onderzoek gebruikmaken van genetische bronnen in/uit het buitenland dienen zich op de hoogte te stellen van het Nagoya Protocol (www.absfocalpoint.nl). NWO gaat er vanuit dat zij de noodzakelijke acties ten aanzien van het Nagoya Protocol nemen.

Verdeling van IE – rechten

Voor het maken van afspraken over intellectuele eigendomsrechten (IE-rechten) en publicatie (IE&P) geldt het volgende: voor projecten die gehonoreerd worden door SGW, ZonMw en ENW heeft projectleider de regie over de verdeling van de IE-rechten op de projectresultaten.

Voor Veni-aanvragen die gehonoreerd worden door het domein TTW heeft NWO de regie bij de verdeling van IE-rechten op de projectresultaten. Na verlening van de subsidie neemt het NWO-domein TTW contact op met de gebruiker(s) voor het maken van afspraken over de verdeling van IE-rechten en over de publicatie, met inachtneming van de Richtlijnen TTW Gebruikerscommissie.

De NWO-voorwaarden ter zake van de IE-rechten alsmede van de publicatieprocedure staan vermeld in hoofdstuk 4 van de NWO Subsidieregeling 2017.

Gebruikerscommissies

Om te bevorderen dat de kennis uit het onderzoek ook daadwerkelijk en effectief aan gebruikers wordt overgedragen stelt het NWO-domein TTW, voor projecten die bij TTW in beheer zijn, in overleg met de projectleider na verlening van de subsidie een gebruikerscommissie in als bedoeld in artikel 3.3.2a van de NWO Subsidieregeling 2017. De hoofdtaak van de gebruikerscommissie is de projectleider te adviseren over de richting van het project met als doel de toepassing van de onderzoeksresultaten te maximaliseren. De taak en de werkwijze van de gebruikerscommissie zijn opgenomen in de “Richtlijnen TTW Gebruikerscommissie”. Toetreding tot een gebruikerscommissie gebeurt op uitnodiging van het NWO- domein TTW. Door deelname aan een gebruikerscommissie committeren de leden zich aan de “Richtlijnen TTW gebruikerscommissie”. Deelname aan de gebruikerscommissie mag in de projectbegroting niet worden opgevoerd als cofinanciering.

3.5.1 Inbeddingsgarantie

NWO vraagt Veni-kandidaten om een 'inbeddingsgarantie'. Onderzoekers kunnen alleen met steun van hun beoogde onderzoeksinstelling een aanvraag voor een Veni-subsidie indienen.

De inbeddingsgarantie dient vastgelegd te worden in het daartoe opgestelde Veni- inbeddingsgarantieformulier. Dit formulier is te vinden op de webpagina van NWO.

Keuze instelling

De kandidaat is vrij om een goedgekeurde instelling, zoals opgesomd in paragraaf 5.2., te kiezen waar zij/hij het onderzoek gaat uitvoeren, maar de inbedding binnen de instelling dient door middel van ondertekening van de inbeddingsgarantie geregeld te zijn vóór de indiening van de vooraanmelding (SGW, TTW en ZonMw)/aanvraag (ENW).

In overleg met de onderzoeksinstelling in Nederland waar de kandidaat in dienst zal treden, is het mogelijk een deel van het onderzoek in het buitenland uit te voeren. De inbedding van het onderzoek van de kandidaat bij een instelling kan in de beoordeling aan de orde komen.

Afstemming

In alle gevallen en voorafgaand aan de indiening van de Veni-aanvraag is afstemming in een gesprek tussen kandidaat en de ontvangende instelling ten aanzien van de inbedding van het voorgestelde onderzoek vereist. Met nadruk zij gezegd dat de informatie in het Veni-inbeddingsgarantieformulier geen enkele invloed heeft op het selectieproces.

Aanstelling

De aanstelling bij en afstemming met de instelling dient altijd uitgewerkt en geregeld te zijn voordat NWO de subsidie daadwerkelijk uitkeert. Hiervoor sluit de onderzoeker een overeenkomst af met het (college van) bestuur van de instelling.

3.5.2 Ethische aspecten

Voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek is het belangrijk dat onderzoeksvoorstellen die ethische vragen kunnen oproepen zorgvuldig worden behandeld. Voor bepaalde onderzoeksprojecten is een goedkeurende verklaring van een erkende ethische toetsingscommissie, medisch-ethische toetsingscommissie (METC) of de Centrale Commissie Dierproeven (CCD) nodig. Dergelijke commissies kunnen onderzoekers – al dan niet bindend – adviseren over zaken als inzet van en omgang met patiënten, proefpersonen en proefdieren, mogelijke risico’s van het openbaar maken van data, gebruik van menselijke weefsels, risico’s voor het milieu of voor cultureel erfgoed, en mogelijke belangenconflicten. Naast ethische toetsing door een ethische commissie is voor bepaalde onderzoeksvoorstellen een vergunning nodig op grond van de Wet Bevolkingsonderzoek (WBO). Meer informatie over de METC is beschikbaar bij de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO). Bij de Nederlandse Vereniging voor Dierexperimentencommissies (NVDEC) is informatie over CCD beschikbaar. Bij o.a. de Gezondheidsraad is informatie over de WBO beschikbaar.

Een Veni-aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het nagaan of het onderzoeksvoorstel ethische vragen op kan roepen en voor het verkrijgen van een goedkeurende verklaring van de juiste ethische commissie(s) en/ of het verkrijgen van een vergunning op grond van de WBO, of gelijksoortige organisatie(s).

NWO onderschrijft de code Openheid Dierproeven en de code Biosecurity. Voor Veni-aanvragen geldt dat de aanvragers deze bestaande codes moeten onderschrijven en naleven.

Een Veni-project dient binnen zes maanden na toekenning te starten. Een onderzoeksproject kan pas starten als NWO (indien nodig) een kopie van de goedkeurende ethische verklaring en/of vergunning WBO ontvangen heeft. NWO verwacht dat de aanvragers rekening houden met het tijdpad van de Veni beoordeling en de tijd die nodig is voor de toetsing door een ethische commissie of de aanvraag voor een WBO vergunning. Voor complexe vragen op het gebied van ethische vraagstukken, behoudt NWO zich het recht voor een externe adviseur te raadplegen.

3.6 Het indienen van een vooraanmelding/volledige aanvraag

Het indienen van een vooraanmelding/volledige aanvraag bij de domeinen SGW, TTW en ENW kan alleen via het online aanvraagsysteem ISAAC. Aanvragen voor deze domeinen, die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen. Aanvragen bij het domein ZonMw kunnen uitsluitend ingediend worden via het aanvraagsysteem Mijn ZonMw (https://mijn.zonmw.nl). Aanvragen voor ZonMw, die niet via Mijn ZonMw zijn ingediend worden niet in behandeling genomen.

Aanvragers zijn verplicht hun vooraanmelding/volledige aanvraag via hun eigen ISAAC/Mijn ZonMw-account in te dienen. Indien een aanvrager nog geen ISAAC/Mijn ZonMw-account heeft, dient de aanvrager minimaal enkele dagen voor het indienen een account aan te maken. Dit om eventuele aanmeldproblemen op tijd te kunnen verhelpen. Indien de aanvrager al een account bij NWO heeft, hoeft deze geen nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen.

Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC/Mijn ZonMw dient u online enkele aanvullende gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste enkele dagen vóór de deadline(s) van deze call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.

Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC/Mijn ZonMw helpdesk, zie paragraaf 5.1.2.

Keuze NWO-onderdeel

NWO werkt met vier domeinen: Exacte- en Natuurwetenschappen (ENW), Sociale en Geesteswetenschappen (SGW), Toegepaste Technische Wetenschappen (TTW), en ZonMw (Zorgonderzoek en Medische wetenschappen).

Veni-kandidaten dienen hun aanvraag ter behandeling in bij één domein. Indien het onderzoek domeinoverschrijdend van aard is, moet de aanvrager het domein kiezen dat het best bij de aanvraag past. Vanaf september 2019 worden alle Veni-aanvragen binnen één van de domeinen beoordeeld.

Let op: NWO raadt aanvragers aan om tijdig na te denken over welk domein het meest geschikt is als indienloket voor de betreffende aanvraag (rekening houdend met de vooraanmeldingen bij de domeinen SGW, TTW en ZonMw met deadline 3 september 2019). Indien u voor het indienen van uw aanvraag twijfelt tussen domeinen raden we u dringend aan contact op te nemen met NWO. NWO kan mogelijk een advies geven over binnen welk domein de aanvraag kan worden behandeld; de aanvrager maakt op dit punt de definitieve keuze.

Indien, na indiening van een aanvraag, het secretariaat van een NWO-domein van mening is dat een aanvraag beter behandeld kan worden door een andere beoordelingscommissie, zal NWO contact opnemen met de aanvrager. In overleg met de aanvrager kan de behandeling van de aanvraag eventueel overgedragen worden aan een ander NWO-domein

Het is echter niet mogelijk om aanvragen te verplaatsen tussen het domein ENW, dat de traditionele procedure uitvoert, en de domeinen die een procedure met vooraanmelding uitvoeren (SGW, TTW en ZonMw).

Bijlagen

NWO vraagt Veni-kandidaten om een 'inbeddingsgarantie'. Het Veni-inbeddingsgarantieformulier is online beschikbaar.

Het inbeddingsgarantieformulier ontvangt NWO graag als apart PDF-document in de bijlagen via ISAAC/Mijn ZonMw bij indiening tijdens de eerste deadline. In het geval van SGW, TTW en ZonMw moet het inbeddingsformulier bijgevoegd worden bij de indiening van de vooraanmelding. In het geval van ENW dient het inbeddingsformulier bijgevoegd te worden bij indiening van de volledige aanvraag. Het inbeddingsformulier wordt niet doorgestuurd naar referenten en commissieleden en speelt geen rol in de beoordeling van de aanvraag.

In geval van een bijdrage door de onderzoeksinstelling en/of een derde partij dient bij het indienen van de volledige aanvraag een cofinancieringsverklaring bijgevoegd te worden van de partij die bijdraagt. Hierbij is van belang dat deze partij in de garantiebrief de omvang van de bijdrage expliciet aangeeft.

Cofinancieringsverklaringen zijn onvoorwaardelijk en bevatten geen ontbindende bepalingen. Cofinancieringsverklaringen worden bij ENW, SGW en ZonMw niet doorgestuurd naar referenten en commissieleden en worden niet beoordeeld. Bij TTW worden cofinancieringsverklaringen waarin cash- en/ of in-kind steun wordt toegezegd wel meegestuurd naar referenten en commissieleden. Let op: voor cofinancieringsverklaringen dient het domeinspecifieke formulier gebruikt te worden, dat te vinden is op de financieringspagina van het betreffende domein.

In het geval dat een aanvrager nog niet gepromoveerd is dient tegelijk met de elektronische indiening van de aanvraag een verklaring van de voltallige manuscriptcommissie meegestuurd te worden, waarin verklaard wordt dat het dissertatiemanuscript is goedgekeurd.

Buiten de hierboven genoemde bijlagen mogen geen andere bijlagen worden toegevoegd. Publicaties en aanbevelingsbrieven mogen niet met de aanvraag worden ingediend.

4 Beoordelingsprocedure

4.1 Procedure

De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets of de vooraanmelding/volledige aanvraag in behandeling genomen kan worden. Hiervoor worden de voorwaarden zoals beschreven in hoofdstuk 3 van deze call for proposals toegepast.

Voor alle bij de beoordeling en/of besluitneming betrokken personen en betrokken NWO-medewerkers is de Code omgang met persoonlijke belangen van toepassing.

De datamanagementparagraaf in de aanvraag wordt niet beoordeeld en derhalve ook niet meegewogen in de beslissing om een aanvraag al of niet toe te kennen. Zowel de referenten als de beoordelingscommissie kunnen wel advies geven met betrekking tot de datamanagementparagraaf. Na honorering van een aanvraag dient de onderzoeker de paragraaf uit te werken in een datamanagementplan. Aanvragers kunnen hierbij gebruik maken van het eventuele advies van de referenten en beoordelingscommissie. Het project kan van start gaan zodra het datamanagementplan is goedgekeurd door NWO.

De kandidaten worden in een nationale competitie beoordeeld. De beoordeling van Veni-aanvragen vindt plaats binnen de NWO-domeinen. Dit betekent dat aanvragen vanuit verschillende disciplines binnen elk domein in competitie met elkaar zullen worden vergeleken. De domeinen werken met breed samengestelde commissies van wetenschappers die adviseren over kwaliteit en prioriteit van de aanvragen. Bij het schrijven van de aanvraag dient hiermee rekening te worden gehouden. De aanvraag moet ook toegankelijk zijn voor commissieleden uit andere wetenschapsdisciplines binnen het domein. In het geval dat domeinen werken met meerdere beoordelingspanels wordt de (disciplinaire) samenstelling van deze panels op de betreffende domeinpagina verder toegelicht.

NWO voorziet alle uitgewerkte aanvragen van een kwalificatie. Deze kwalificatie wordt aan de aanvrager bekend gemaakt bij het besluit over al dan niet toekennen van financiering.

Voor meer informatie over de kwalificaties zie: http://www.nwo.nl/kwalificaties.

4.1.1 Ontvankelijkheid

NWO beoordeelt de ontvankelijkheid van de aanvraag (d.w.z. of deze aan de formeel gestelde vereisten voldoet, zie hoofdstuk 3). Alleen aanvragen die aan de voorwaarden voldoen, zijn ontvankelijk en worden door NWO in behandeling genomen.

4.1.2 Vooraanmelding

De domeinen SGW, TTW en ZonMw lassen in de Veni-procedure 2020 een proef met vooraanmelding in. Kandidaten die in de Veni-ronde 2020 een aanvraag willen indienen binnen de sociale en geesteswetenschappen, de technische en toegepaste wetenschappen of gezondheidsonderzoek en zorginnovatie, moeten vóór de deadline van 3 september 2019, 14:00u MEZT een vooraanmelding insturen.

De SGW, TTW en ZonMw Veni-commissies beoordelen de vooraanmeldingen aan de hand van de vooraanmeldingscriteria (zie 4.2) vergelijkenderwijs en prioriteren deze naar kansrijkheid, zonder gebruik te maken van externe adviseurs. De domeinen TTW en ZonMw werken met een breed samengestelde multidisciplinaire Veni-commissie. Bij het domein SGW is de Veni-commissie opgedeeld in acht (multi)disciplinair samengestelde panels. De disciplinaire samenstelling van deze panels is te vinden op de NWO-website.

Besluitvorming vooraanmelding

De kandidaten waarvan de vooraanmeldingen door de commissie beoordeeld zijn als minst kansrijk krijgen bericht dat de commissie hun voorstellen niet beoogt te selecteren voor verdere behandeling. Indien kandidaten een gegronde reden hebben om tegen het oordeel van de commissie in te gaan, dan kan een gemotiveerde reactie naar het behandelend domein worden gestuurd. Naar aanleiding van de reactie kan de commissie de kandidaat eventueel alsnog selecteren.

De beoordeling van de vooraanmeldingen door de Veni-commissie resulteert in een advies aan het betreffende domeinbestuur, dat een besluit neemt aanvragers al dan niet uit te nodigen een uitgewerkt voorstel in te dienen. Het besluit van het domeinbestuur is bindend. Aanvragers die een vooraanmelding hebben ingediend in de Veni-ronde 2020 is het niet toegestaan om zonder positief besluit een volledige aanvraag in de Veni-ronde 2020 in te dienen.

4.1.3 Voorselectie

Voorselectie kan plaatsvinden indien het aantal aanvragen minimaal vier keer zo hoog is als het aantal door het betreffende wetenschapsonderdeel te honoreren aanvragen. Als hier niet aan wordt voldaan, worden alle aanvragen zonder voorselectie naar externe referenten gestuurd. De reden voor voorselectie is dat bij een grote aanvraagdruk het aantal te raadplegen referenten te omvangrijk is en de kans van slagen voor veel kandidaten zeer gering is.

Voorselectie gebeurt op basis van de drie voor de Veni-ronde geldende selectiecriteria voor volledige aanvragen (zie 4.2). In geval van voorselectie worden alle aanvragen globaal en vergelijkenderwijs door de beoordelingscommissie beoordeeld en geprioriteerd naar kansrijkheid, zonder gebruik te maken van externe referenten. De kandidaten waarvan de voorstellen door de commissie beoordeeld zijn als minst kansrijk krijgen bericht dat de commissie hun voorstellen niet beoogt te selecteren voor verdere behandeling. Indien kandidaten een gegronde reden hebben om tegen het oordeel van de commissie in te gaan, dan kan een gemotiveerde reactie naar het behandelend domein worden gestuurd. Naar aanleiding van de reactie kan de commissie de kandidaat eventueel alsnog selecteren. Als de kandidaat niet wordt geselecteerd, ontvangt de kandidaat een formeel afwijzingsbesluit over de aanvraag.

Bij de domeinen SGW, TTW en ZonMw zal geen sprake zijn van voorselectie.

4.1.4 Hoor en wederhoor

Alle volledige aanvragen, of, indien van toepassing, de aanvragen die door de voorselectie zijn gekomen, worden voor advies aan externe referenten voorgelegd. Vervolgens krijgt de kandidaat de mogelijkheid om op de geanonimiseerde adviezen te reageren.

Het is mogelijk om (maximaal drie) non-referenten op te geven. Kandidaten kunnen deze non-referenten opgeven in ISAAC, tegelijk met het indienen van de aanvraag. Let op: ook als ISAAC ruimte biedt voor meer non-referenten is het niet toegestaan om meer dan drie non-referenten op te geven. Kandidaten die bij ZonMw een aanvraag indienen, kunnen de (maximaal drie) non-referenten per mail doorgeven (veni@zonmw.nl). NWO zal deze non-referenten niet benaderen om als externe referent de aanvraag te beoordelen.

4.1.5 Interview(selectie)

De volledige aanvragen, de referentenoordelen en het wederhoor worden aan de betreffende beoordelingscommissie voorgelegd. De beoordelingscommissie selecteert een aantal kandidaten voor een interview. De beoordelingscommissie maakt een eigen afweging op basis van de ingewonnen referentenrapporten en de reacties van de kandidaten daarop. Vervolgens ontvangen de hoogst geprioriteerde kandidaten een uitnodiging voor een gesprek, het interview.

Tijdens het interview heeft de beoordelingscommissie de gelegenheid om vragen te stellen, ook nieuwe vragen die nog niet door de referenten zijn opgeworpen. De kandidaat kan hier tijdens het interview in de discussie met de commissie op reageren. Op deze wijze wordt opnieuw hoor- en wederhoor toegepast. Het interview is een belangrijk onderdeel van de beoordeling en kan leiden tot bijstelling van de beoordeling en de score van het voorstel tot dan toe.

4.1.6 Besluitvorming

Na de interviews stelt de beoordelingscommissie haar honoreringsadvies op en legt zij dit voor aan het betreffende domeinbestuur, dat vervolgens het besluit neemt. De voor een ronde beschikbare middelen bepalen het definitieve aantal toe te kennen subsidies aan de aanvragen waarvan de kwalificatie minimaal zeer goed is. Na het besluit van het betreffende domeinbestuur wordt de uitslag bekendgemaakt.

4.1.7 Afwikkeling en verslaglegging

Na het besluit van het betreffende domeinbestuur volgt de afwikkeling van de toekenning of afwijzing. Indien een subsidie wordt toegekend, treedt de laureaat in dienst bij een onderzoeksinstelling naar keuze en worden er afspraken gemaakt over de eindverslaglegging en eventuele begeleiding vanuit het domein (zie ook 3.5.1). Een Veni-project dient binnen zes maanden na toekenning te starten. De toegekende projecten worden in beheer genomen door een van de domeinen van NWO.

4.1.8 Indicatief tijdspad

NWO streeft voor de volledige aanvraagfase van de Veni-ronde 2020 naar een maximale doorlooptijd van zeven maanden. Inclusief de Veni-vooraanmeldingsfase streeft NWO naar een maximale doorlooptijd van elf maanden. Het indicatieve tijdpad ziet er als volgt uit (het exacte tijdpad verschilt per domein):

Vooraanmelding

(Domeinen SGW, TTW en ZonMw)

3 september 2019 tot en met 14:00u MEZT

Bekendmaking uitslag ronde vooraanmelding aan kandidaten

Oktober 2019

Deadline indiening Veni-vooraanmeldingen via het Isaac-systeem/Mijn ZonMw

   

Volledige aanvragen

(alle domeinen)

9 januari 2020 tot en met 14:00u MET

Deadline indiening volledige Veni-aanvragen via het Isaac-systeem/Mijn ZonMw

Tot medio mei 2020 Mei 2020

Raadplegen referenten en inwinnen wederhoor kandidaten Interviewselectie en bekendmaking interviewselectie Interviews

Medio mei/medio juni 2020

Medio juli 2020

Besluit domeinbesturen NWO

Vanaf medio juli 2020

NWO informeert de kandidaten over het besluit.

4.1.9 Aanpassingen procedure

Het kan zijn dat NWO het noodzakelijk acht om tijdens de lopende procedure nog aanpassingen in de werkwijze aan te brengen. Eventuele aanpassingen in de procedure Veni 2020 zullen op de NWO-website worden gepubliceerd. Kijk daarom met enige regelmaat op de NWO-website voor de laatste stand van zaken.

4.2 Criteria vooraanmelding

Alle vooraanmeldingen worden beoordeeld op de criteria:

  • 1. Academisch profiel (zie paragraaf 4.2.1);

  • 2. Onderzoeksidee (zie paragraaf 4.2.2);

  • 3. Key output (zie paragraaf 4.2.3);

Deze criteria wegen respectievelijk 45%, 5% en 50% mee in het totaaloordeel over de vooraanmelding.

4.2.1 Academisch profiel
  • Passendheid qua profiel in de doelgroep;

  • duidelijke visie van de onderzoeker op haar/zijn plaats in de wetenschap;

  • duidelijke situering van het werk van de onderzoeker ten opzichte van wetenschappelijke en (waar mogelijk) publieke thema’s of vragen;

  • (inter)nationale zichtbaarheid;

  • duidelijke indicatie(s) dat de onderzoeker een opvallend talent bezit voor het doen van wetenschappelijk onderzoek;

  • samenwerkingen;

  • indicatie(s) van zelfstandigheid en/of onafhankelijke onderzoekslijn(en);

  • indicaties van overige academische activiteiten, inclusief bijdragen aan Open Science, 'academic citizenschip', onderwijs en de verbinding daarvan met wetenschap;

  • vermogen om de opbrengsten van wetenschappelijke onderzoek ten goede te laten komen aan de potentiële kennisgebruikers zowel buiten het eigen academisch werkveld als richting de maatschappij;

  • overtuigingskracht;

  • aanstekelijke fascinatie voor onderzoek en/of technologie in het algemeen en voor het uitvoeren van het onderzoeksidee in het bijzonder.

4.2.2 Onderzoeksidee
  • Originaliteit van het onderzoeksidee;

  • belang van het onderzoeksidee voor de betreffende vakgebieden, en waar mogelijk voor relevante publieke thema’s of vraagstukken.

4.2.3 Key output
  • Wetenschappelijke excellentie blijkend uit onder meer de kwaliteit van het proefschrift, publicaties en/of andere wetenschappelijke opbrengsten;

  • de kwaliteit van de wetenschappelijke productiviteit in relatie tot wat gangbaar is in de betreffende vakgebieden;

  • steekhoudendheid van de omschrijving waarom de publicaties en/of andere opbrengsten belangrijk zijn voor de betreffende vakgebieden en waar mogelijk voor het onderzoeksidee en/of voor relevante publieke thema’s of vraagstukken.

4.3 Criteria volledige aanvraag

Alle volledige aanvragen worden beoordeeld op de criteria:

  • 1. kwaliteit van de onderzoeker (zie paragraaf 4.3.1);

  • 2. kwaliteit, innovatief karakter en wetenschappelijke impact van het onderzoeksvoorstel (zie paragraaf 4.3.2);

  • 3. kennisbenutting (zie paragraaf 4.3.3).

Deze criteria wegen respectievelijk 40%, 40% en 20% mee in het totaaloordeel.

4.3.1 Kwaliteit van de onderzoeker
  • Passendheid qua profiel in de doelgroep;

  • behorend in internationaal perspectief tot de beste 10 à 20 procent van zijn/haar populatie;

  • wetenschappelijke excellentie, blijkt onder meer uit proefschrift, publicaties en/of andere wetenschappelijke verworvenheden;

  • aanstekelijke fascinatie voor onderzoek en/of technologie;

  • overtuigingskracht;

  • duidelijke indicatie dat de onderzoeker een opvallend talent bezit voor het doen van wetenschappelijk onderzoek.

4.3.2 Kwaliteit, innovatief karakter en wetenschappelijke impact van het onderzoeksvoorstel
  • Inhoudelijke uitdagendheid;

  • originaliteit van de vraagstelling;

  • wetenschappelijk vernieuwende elementen;

  • potentie tot belangrijke bijdragen aan wetenschap;

  • doeltreffendheid van de voorgestelde methode

  • wetenschappelijke inbedding van het onderzoek.

4.3.3 Kennisbenutting

Potentie

  • Bijdrage aan de maatschappij en/of aan andere wetenschapsgebieden;

  • disciplines en organisaties waaraan de resultaten ten goede kunnen komen.

Implementatie

  • Plan van aanpak om de opbrengsten van het onderzoeksproject ten goede te laten komen aan de potentiële kennisgebruikers;

  • of en zo ja, hoe de potentiële kennisgebruikers worden betrokken;

  • (concrete) opbrengsten voor de maatschappij en/of andere wetenschapsgebieden;

  • verwachte termijn voor mogelijke kennisbenutting.

De beoordelingscommissie beoordeelt:

  • of de aanvrager de potentie voor kennisbenutting realistisch heeft weergegeven;

  • indien er inderdaad sprake is van potentie voor kennisbenutting: in hoeverre de aanvrager een concreet en overtuigend plan van aanpak heeft gepresenteerd om de aanwezige potentie te realiseren.

  • Indien er geen sprake is van potentie van kennisbenutting: de argumentatie van de aanvrager waarom het voorgestelde onderzoek zich niet leent voor kennisbenutting

5 Contact en overige informatie

5.1 Contact

5.1.1 Inhoudelijke vragen

Op de website van de Vernieuwingsimpuls/het NWO-Talentprogramma (www.nwo.nl/vi) is de meest recente informatie over de Vernieuwingsimpuls/het NWO-talentprogramma te vinden. Daar staat ook een document met daarin antwoorden op veelgestelde vragen. Kandidaten wordt aangeraden eerst de website te raadplegen voor zij contact opnemen met NWO. Vragen over de Vernieuwingsimpuls/het Talentprogramma kan men richten aan de centrale coördinator van dit subsidieprogramma bij NWO of aan de coördinator van het betreffende NWO-domein. Contactgegevens zijn te vinden op www.nwo.nl/vi/contact.

Vragen met betrekking tot lopende VI-projecten dienen gesteld te worden aan de coördinator van het behandelend NWO-onderdeel (www.nwonl/vi/contact).

Centrale coördinator Vernieuwingsimpuls

Website: www.nwo.nl/vi (informatie over VI financiering) of:

www.nwo.nl/vi-programma (algemene informatie over de Vernieuwingsimpuls)

E-mail: vi@nwo.nl

Telefoon secretariaat: +31 (0)70 344 0707

Adressen

NWO/Vernieuwingsimpuls

Domein ENW

Postbus 93460

2509 AC ’s-Gravenhage

Veni_science@nwo.nl

NWO/Vernieuwingsimpuls

Domein SGW

Postbus 93461

2509 AC ’s-Gravenhage SGW:

sgw-veni@nwo.nl

NWO/Vernieuwingsimpuls

Domein TTW

Postbus 3021

3502 GA Utrecht

veni-ttw@nwo.nl

NWO/Vernieuwingsimpuls

Domein ZonMw

Postbus 93245

2509 AE ’s-Gravenhage

veni@zonmw.nl

5.1.2 Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC

Bij technische vragen over het gebruik van ISAAC kunt u contact opnemen met de ISAAC-helpdesk. Raadpleeg eerst de handleiding, te vinden op https://www.isaac.nwo.nl/nl/help, voordat u de helpdesk om advies vraagt. De ISAAC-helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 17.00 uur op telefoonnummer +31 (0)20 346 71 79. U kunt uw vraag ook per e-mail stellen via isaac.helpdesk@nwo.nl. U ontvangt dan binnen twee werkdagen een reactie.

Bij technische vragen betreffende het gebruik van Mijn ZonMw kunt u contact opnemen met de helpdesk. Deze helpdesk is tijdens kantooruren bereikbaar via telefoonnummer +31 (0)70 349 51 78, of via e-mail servicedesk@zonmw.nl.

5.2 Overzicht instellingen

Hieronder vindt u een overzicht van de begunstigde kennisinstellingen. We raden aanvragers aan om tijdig contact op te nemen met het instituut van hun keuze, in verband met het verkrijgen van de verplichte inbeddingsgarantie.

5.2.1 Universiteiten

Erasmus Universiteit Rotterdam

Open Universiteit Nederland

Protestantse Theologische Universiteit

Radboud Universiteit Nijmegen

Rijksuniversiteit Groningen

Technische Universiteit Delft

Technische Universiteit Eindhoven

Theologische Universiteit Apeldoorn

Theologische Universiteit Kampen

Universiteit Leiden

Universiteit Maastricht

Universiteit Twente

Universiteit Utrecht

Universiteit van Amsterdam

Universiteit van Aruba

Universiteit van Curaçao

Universiteit van Tilburg

Universiteit voor Humanistiek Vrije

Universiteit Amsterdam

Wageningen Universiteit en Researchcentrum

5.2.2 KNAW-instituten

Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen

5.2.3 NWO-instituten (NWO-I)

AMOLF – Physics of functional complex matter

ARCNL – Advanced Research Center for Nanolithography

ASTRON – Netherlands Institute for Radio Astronomy

CWI – Centrum Wiskunde & Informatica

DIFFER – Dutch Institute for Fundamental Energy Research

Nikhef – Nationaal instituut voor subatomaire fysica

NIOZ – Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee

NSCR – Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving

SRON – Netherlands Institute for Space Research

5.2.4 Overig

Prinses Maxima Centrum voor Kinderoncologie

Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek

NCB Naturalis

Nederlands Kanker Instituut


X Noot
1

In deze Call verwijst de term ‘onderzoekers’ naar alle academici.

Naar boven