Verkeersbesluit, oplaadpunt voor elektrische voertuigen op Willem van Cleeflaan, Zoetermeer

Logo Zoetermeer

0637475205

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer, daartoe bevoegd op grond van:

  • artikel 18, lid 1, sub d, van de Wegenverkeerswet 1994,

  • het mandaatbesluit waarbij die bevoegdheid is gemandateerd aan de directeur van de directie Stad en diens besluit tot het verlenen van ondermandaat, de manager van de afdeling Stadsbeheer, 

gehoord de verkeersadviseur van Politie Eenheid Den Haag waarmee is gehandeld overeenkomstig de instructie zoals opgenomen in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer; 

gelet op hetgeen ten aanzien hiervan overigens in de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994), het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990), het Besluit administratieve bepalingen (BABW) en de Uitvoeringsvoorschriften BABW is bepaald, alsmede op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb); 

gelet vervolgens op het gegeven dat de in dit besluit aan de orde komende wegen, straten of parkeervoorzieningen openbaar in de zin van de Wegenwet zijn en binnen de bebouwde kom van Zoetermeer als bedoeld in artikel 20a van de WVW 1994 liggen;

 

BESLUIT: 

  • 1.

    door plaatsing van bord of borden E4 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met een onderbord met de tekst “uitsluitend voor en gedurende het opladen van elektrische voertuigen” twee in de woonwijk Palenstein gelegen parkeervakken op de rij parkeervakken langs rijbaan van de Willem van Cleeflaan, nabij lichtmastnummer G7394, ten noordoosten van het flatgebouw langs die straat, aan te duiden als een parkeerplaats voor uitsluitend het opladen van elektrische voertuigen, tevens parkeerverbod voor andere voertuigen en verbod voor langer parkeren dan voor het opladen noodzakelijk is;

  • 2.

    vast te leggen dat aan de in sub 1 beschreven besluit de volgende overwegingen ten grondslag liggen:

 

de aanleiding en de verkeerskundige en juridische aspecten: 

  • in samenhang met de toename van het aantal elektrische voertuigen is ook de behoefte aan oplaadpunten voor dergelijke voertuigen toegenomen;

  • gelet op de doelstelling als bedoeld in artikel 2, lid 3, sub a, van de Wegenverkeerswet 1994, inhoudend het bevorderen van doelmatig en zuinig energiegebruik, is het in verband daarmee noodzakelijk te bewerkstelligen dat er op openbare locaties mogelijkheden aanwezig zijn om deze elektrische voertuigen op te laden;

  • met behulp van een digitaal communicatiesysteem is informatie verstrekt en verkregen met betrekking tot de mogelijke locaties voor het plaatsen van oplaadpalen;

  • voorts is er een registratie van mensen die een verzoek hebben gedaan voor het plaatsen van een oplaadpaal in de buurt van hun woning;

  • met inachtneming van het bedoelde communicatiesysteem en de bedoelde registratie is het besluit genomen zoals in sub 1 is beschreven;

  • de aanduiding van deze parkeervakken gebeurt met borden E4 van Bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en met een onderbord daaronder met de tekst “uitsluitend voor en gedurende het opladen van elektrische voertuigen”;

  • daarbij wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de wegenverkeerswetgeving in artikel 8, lid 2, sub a, sub b en sub d, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer biedt;

  • aan de in sub 1 beschreven verkeersbesluiten is de aangehaalde doelstelling als bedoeld in artikel 2, lid 3, sub a, van de Wegenverkeerswet 1994 aan de orde, alsmede de doelstelling in artikel 2, lid 1, sub c, van deze wet, voor zover het gaat om de bruikbaarheid van de weg, in dit geval voor degenen die hun elektrische auto op de openbare weg willen en moeten opladen;  

 

de zorgvuldigheid: 

  • aan het in sub 1 beschreven verkeersbesluit is, conform de instructienorm in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht een zorgvuldige voorbereiding voorafgegaan door personen die door hun deskundigheid een goed oordeel ter zake kunnen geven;

  • bij de besluitvorming is onder meer gebruik gemaakt van de informatie die medewerkers van de gemeente hebben verkregen tijdens de diverse parkeeronderzoeken in de gemeente en van de informatie die verzoeken en meldingen van bewoners hebben opgeleverd;

  • die medewerkers beschikken vanwege hun plaatselijke bekendheid, al dan niet aangevuld met visuele waarnemingen ter plaatse en nachtelijke parkeertellingen over de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen en zij hebben op grond van die expertise geadviseerd tot de realisering van het betreffende oplaadpunt en de beschreven aanduiding van de betreffende parkeervakken over te gaan;

  • daarbij is gestreefd naar een verdeling en locatiekeuze die enerzijds beantwoordt aan ontvangen verzoeken om een openbare locatie voor het opladen van elektrische auto’s en anderzijds naar een evenwichtige spreiding van dergelijke locaties over de stad, waarmee een goed en functioneel verzorgingsgebied wordt gerealiseerd;

  • voorts is gelet op:

    • de parkeerdruk ter plaatse,

    • de bereikbaarheid en de toegankelijkheid van de parkeerplaatsen,

    • de verkeersveiligheid ter plaatse,

    • de zichtbaarheid van de elektrische oplaadpaal in verband met de vindbaarheid,

    • de sociale veiligheid (ter voorkoming van vernieling door vandalisme)

    • en de kwetsbaarheid van de te plaatsen paal (hoe groot is de kans dat een parkeerder de paal aanrijdt als gevolg waarvan het oplaadpunt defect raakt).

  • daarbij is ook gekeken naar de technische mogelijkheden voor de aansluiting van de oplaadpaal op het stroomnet;

  • met inachtneming van die boordelingscriteria is het hiervoor vermelde communicatiesysteem tot stand gebracht;

  • vanaf 23 maart 2017 tot en met 13 april 2017 zijn mensen via dat systeem in de gelegenheid gesteld te reageren op de daarin opgenomen locatiekaart met beoogde locaties voor laadpalen;

  • de locatie kaart is op de “Doemee website” geplaatst, waarop mensen per locatie een reactie konden plaatsen;

  • mensen zijn opgeroepen om te reageren via het Streekblad (tweemaal), de website, twitter en facebook;

  • er is daarnaast een facebookadvertentie uitgegaan naar alle facebookgebruikers wonende in Zoetermeer;

  • de reacties op de “Doemee website” waren voor iedereen zichtbaar, zodat mensen ook op elkaar konden reageren;

  • in een “tweekolommenstuk” is een overzicht van de reacties en het antwoord van de gemeente per locatie vastgelegd;

  • dit document is openbaar gemaakt via de website van de gemeente;

  • in dit geval zijn er geen reacties ontvangen;

 

de afweging van belangen: 

  • bij de voorbereiding van dit besluit zijn de belangen van de bewoners met een elektrisch voertuig en van de bewoners zonder zo’n voertuig zo zorgvuldig mogelijk gewogen;

  • de belangen van de eerstgenoemde bewoners zijn daarbij als meest zwaarwegend aangemerkt en tevens is rekening gehouden met de parkeermogelijkheden voor andere auto’s van de omwonenden;

  • daarbij is aangenomen, dat dit verkeersbesluit geen besluit is met onevenredig nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht, mede omdat in de nabijheid van in sub 1 vermelde parkeervakken voldoende parkeerruimte voor andere dan de elektrische voertuigen aanwezig blijft.

Zoetermeer, 18 juni 2019.

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

de manager van de afdeling Stadsbeheer,

N.B.

Belanghebbenden die zich niet met een besluit kunnen verenigen, kunnen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen zes weken na publicatie van dit besluit een gemotiveerd bezwaar in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer (Postbus 15, 2700 AA Zoetermeer). Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Hiertoe kan op grond van het bepaalde in artikel 8:81 Awb een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank ’s Gravenhage (sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag). In dit geval is het wel vereist dat een bezwaarschrift tegen het besluit is ingediend en dat sprake is van een spoedeisend belang bij het treffen van die voorziening.

 

Naar boven