Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging Commissariaat voor de Media 2019

Het College van het Commissariaat voor de Media,

gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op artikel 7.5, tweede lid, van de Mediawet 2008,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. het Commissariaat voor de Media:

het Commissariaat voor de Media, als bedoeld in artikel 7.1, eerste lid, van de Mediawet 2008;

b. het College:

de voorzitter en de leden van het Commissariaat voor de Media, als bedoeld in artikel 7.3, eerste lid, van de Mediawet 2008;

c. mandaat:

de bevoegdheid op basis van artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht om in naam van het College besluiten te nemen;

d. volmacht:

de bevoegdheid op basis van artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht, juncto artikel 3:60 van het Burgerlijk Wetboek om in naam van het College privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

e. machtiging:

de bevoegdheid op basis van artikel 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht om in naam van het College handelingen te verrichten die noch een publiekrechtelijke rechtshandeling, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2. Afdeling Onderzoek & Toegang

De afdeling Onderzoek & Toegang is belast met alle onderzoektaken met betrekking tot media-instellingen. Daarnaast draagt zij zorg voor vergunningen, toestemmingen, aanwijzingen, registraties en ontheffingen. De afdeling wordt geleid door de manager Onderzoek & Toegang.

Artikel 3. Afdeling Juridische Zaken & Handhaving

De afdeling Juridische Zaken & Handhaving is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van (handhavings)beleid, de uitwerking daarvan in beleidsregels en het treffen van maatregelen bij overtreding van normen waarop het Commissariaat voor de Media toezicht houdt. De afdeling behandelt alle bezwaar- en (hoger) beroepsprocedures en bereidt besluiten voor in het kader van verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. De afdeling wordt geleid door de manager Juridische Zaken & Handhaving.

Artikel 4. Afdeling Risicomanagement & Bedrijfsvoering

De afdeling Risicomanagement & Bedrijfsvoering ondersteunt de bedrijfsprocessen van het Commissariaat voor de Media op het gebied van financiën, ICT, P&O en facilitaire zaken. De afdeling wordt geleid door de manager Risk & Control.

Artikel 5. Algemeen directeur

De algemeen directeur geeft ambtelijk leiding aan het Commissariaat voor de Media. De algemeen directeur is manager van de afdeling Externe Betrekkingen & Advisering. Deze afdeling is belast met het onderhouden van externe contacten, waaronder het verzorgen van woordvoering en (pers)voorlichting en beleidsadvisering. Voor werkzaamheden die niet bij een van de afdelingen zijn belegd, bepaalt de algemeen directeur welke afdeling deze werkzaamheden uitvoert.

Artikel 6. Algemene mandatering van bevoegdheden, volmacht en machtiging

  • 1. Aan de algemeen directeur, de manager van de afdeling Onderzoek & Toegang, de manager van de afdeling Juridische Zaken & Handhaving en de manager van de afdeling Risicomanagement & Bedrijfsvoering (samen het managementteam vormend), de secretaris van het College, dan wel bij hun afwezigheid de (senior) projectleider(s) van de afdelingen Onderzoek & Toegang en Juridische Zaken & Handhaving, de senior projectleider beleidsadvisering en het hoofd bedrijfsvoering, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend ten aanzien van aangelegenheden die tot het werkterrein behoren van de afdeling waarvoor zij werkzaam zijn, dan wel, bij afwezigheid van zowel de manager als de (senior) projectleider(s) van de betrokken afdeling, aan een manager of, bij afwezigheid daarvan, een (senior) projectleider van een andere afdeling.

  • 2. De algemeen directeur, de manager van de afdeling Onderzoek & Toegang, de manager van de afdeling Juridische Zaken & Handhaving en de manager van de afdeling Risicomanagement & Bedrijfsvoering zijn bevoegd op te treden als ‘hoofd van dienst’ in de zin van artikel 4, eerste lid, onder b, van het ARAR, als ‘bestuurder’ in de zin van artikel 1, eerste lid, onder e, van de WOR waarbij zij in onderling overleg bepalen wie van hen op welk moment het overleg met de ondernemingsraad voert en als ‘werkgever’ in de zin van artikel 1, eerste lid, onder a, van de ARBO wet ten aanzien van de medewerkers van het Commissariaat voor de Media;

  • 3. De algemeen directeur, de manager van de afdeling Onderzoek & Toegang, de manager van de afdeling Juridische Zaken & Handhaving en de manager van de afdeling Risicomanagement & Bedrijfsvoering zijn bevoegd tot het schorsen van een ambtenaar.

Artikel 7. Specifieke mandaten

  • 1. Aan de manager van de afdeling Onderzoek & Toegang wordt mandaat verleend tot het afdoen van:

    • a. verzoeken om ontheffing van programmaquota als bedoeld in artikel 2.122, eerste lid, van de Mediawet 2008,

    • b. besluiten tot het vaststellen van toezichtkosten als bedoeld in artikel 3.30, eerste lid, van de Mediawet 2008 voor commerciële media-instellingen;

    • c. verzoeken om voor beperkte tijd een omroepzender met beperkt bereik als bedoeld in artikel 6.9, eerste lid, van de Mediawet 2008 te gebruiken ten behoeve van een evenement bedrijfsondersteunende dienst, het intrekken van een aanwijzing of een toestemming op eigen verzoek;

    • d. verzoeken om aangewezen te worden als lokale publieke media-instelling als bedoeld in artikel 2.61, eerste lid, van de Mediawet 2008;

    • e. verzoeken om een commerciële media-instelling toestemming te verlenen als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 alsmede de verlenging van deze toestemming;

    • f. verzoeken om een commerciële mediadienst op aanvraag te registreren als bedoeld in artikel 3.29b, eerste lid, van de Mediawet 2008 alsmede de intrekking hiervan, verzoeken om ontheffing van het vereiste percentage Europese producties als bedoeld in artikel 3.20, eerste lid, van de Mediawet 2008; en

    • g. verzoeken om ontheffing van het vereiste percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties als bedoeld in artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008.

  • 2. Aan de manager van de afdeling Juridische Zaken & Handhaving wordt mandaat verleend tot het afdoen van:

    • a. meldingen van nevenactiviteiten als bedoeld in artikel 2.132, eerste lid, van de Mediawet 2008, inclusief het opnemen in het register van nevenactiviteiten;

    • b. bezwaarschriften tegen de vaststelling van toezichtskosten als bedoeld in artikel 3.30 van de Mediawet 2008;

    • c. intrekkingen van toestemmingen van commerciële media-instellingen als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, onder b, van de Mediawet 2008;

    • d. verzoeken om informatie op grond van artikel 3 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 3. Aan de manager van de afdeling Risicomanagement & Bedrijfsvoering wordt mandaat verleend tot het afdoen van besluiten tot uitstel van betaling.

Artikel 8. Aangelegenheden van het College

Onverminderd de mogelijkheid van mandatering overeenkomstig artikel 7 zijn de volgende handelingen voorbehouden aan het College:

  • 1. het nemen van besluiten van het Commissariaat voor de Media, waaronder in ieder geval de besluiten tot:

    • a. het vaststellen van de begroting van het Commissariaat voor de Media;

    • b. het vaststellen van het jaarverslag en de financiële verantwoording beheer van het Commissariaat voor de Media;

    • c. het toewijzen, intrekken of weigeren van aanwijzingen voor het verzorgen van media- aanbod voor de landelijke en regionale publieke mediadienst met uitzondering van het intrekken of wijzigen van de aanwijzing op verzoek van de media-instelling;

    • d. het vaststellen, wijzigen en intrekken van beleidsregels, regelingen en praktijkhandreikingen;

    • e. het opleggen van een administratieve sanctie dan wel een last onder dwangsom;

    • f. het aanbrengen van wijzigingen in de organisatiestructuur van het Commissariaat voor de Media.

  • 2. het uiten van het voornemen tot oplegging van een administratieve sanctie.

  • 3. de aangelegenheden betreffende:

    • a. de hoofdlijnen van het personeelsbeleid, waaronder begrepen:

      • het vaststellen van kaders voor het te voeren arbeidsvoorwaardenbeleid;

      • het vaststellen van kaders voor het te voeren sociaal beleid;

    • b. de hoofdlijnen van het algemene communicatiebeleid, waaronder begrepen de bekendmaking van belangrijke (voorgenomen) besluiten en de daarmee verband houdende communicatiestrategieën;

    • c. de hoofdlijnen van het formatiebeleid;

    • d. het aanstellen, ontslaan, daartoe gerekend het al dan niet verlengen van een tijdelijke aanstelling, en het schorsen van leden van het managementteam

  • 4. de afdoening van stukken gericht aan:

    • a. de ministers en staatssecretarissen;

    • b. de Eerste en Tweede Kamer;

    • c. de Algemene Rekenkamer;

    • d. de Nationale ombudsman.

Artikel 9. Volmacht

De uitoefening van bevoegdheden waardoor namens het College en binnen de kaders van de door het College vastgestelde begroting financiële verplichtingen tot een bedrag van € 10.000,00 worden aangegaan, is voorbehouden aan de individuele leden van het managementteam en het hoofd communicatie en het hoofd bedrijfsvoering. De uitoefening van bevoegdheden waardoor namens het College en binnen de kaders van de door het College vastgestelde begroting financiële verplichtingen tussen een bedrag van € 10.000,00 en € 50.000,00 worden aangegaan, is voorbehouden aan de leden van het Managementteam. De uitoefening van bevoegdheden waardoor financiële verplichtingen boven een bedrag van € 50.000,00 worden aangegaan, is voorbehouden aan het College.

Artikel 10. Ondertekening

  • 1. Het in een document vastleggen van een besluit, een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling door of namens het College, dient te geschieden op briefpapier van het Commissariaat voor de Media met het hoofd ‘Commissariaat voor de Media’ en onder vermelding aan het slot van ‘Commissariaat voor de Media’, gevolgd door de naam en functie van de voorzitter en het lid van het College wiens aandachtsgebied het betreft.

  • 2. Een document als bedoeld in het eerste lid, vastgesteld door het College, wordt ondertekend door de voorzitter en het lid van het College wiens aandachtsgebied het betreft. In het geval dat het onderwerp binnen het aandachtsgebied van de voorzitter valt, wordt het document ondertekend door de voorzitter en één van de twee andere leden van het College, ongeacht het aandachtsgebied.

  • 3. Bij ontstentenis van de voorzitter of het lid van het College wiens aandachtsgebied het betreft, wordt het door het College vastgestelde document ondertekend door de voorzitter dan wel het lid van het College wiens aandachtsgebied het betreft en het andere lid van het College onder toevoeging van ‘bij afwezigheid’ (b.a.).

  • 4. Bij ontstentenis van twee leden van het College kan het door het College vastgestelde document worden ondertekend door het aanwezige lid van het College onder toevoeging van ‘bij afwezigheid’ (b.a.) en de secretaris van het College onder toevoeging van ‘in opdracht’ (i.o.).

  • 5. Bij ontstentenis van alle leden van het College kan het door het College vastgestelde document ondertekend worden door de secretaris van het College onder toevoeging van ‘in opdracht’ (i.o.) en een lid van het Managementteam wiens werkterrein het betreft als bedoeld in artikel 7 onder toevoeging van ‘in opdracht’ (i.o.).

  • 6. Bij ontstentenis van alle leden van het College en de secretaris van het College kan het door het College vastgestelde document ondertekend worden door een lid van het Managementteam wiens werkterrein het betreft als bedoeld in artikel 3 onder toevoeging van ‘in opdracht’ (i.o.)

Artikel 11. Slotbepalingen

Hilversum, 11 juni 2019

Het Commissariaat voor de Media, M. de Cock Buning voorzitter

J.G.C.M. Buné commissaris

Naar boven