Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 11 maart 2019, nr. 2458243, houdende toestemming tot het verstrekken van justitiële gegevens aan de Immigratie en Naturalisatiedienst ten behoeve van de uitvoering van het bepaalde in artikel 14, tweede lid, onder b, en vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap

De Minister van Justitie en Veiligheid

Overwegende:

Dat het mondiale jihadisme een substantiële bedreiging vormt voor de nationale veiligheid van Nederland, doordat uit Nederland afkomstige jihadisten aansluiting zoeken bij internationale terroristische organisaties als ISIS en aanhangers van het mondiale jihadisme zich ook in ons land openlijk manifesteren; dat in Nederland de jihadistische beweging een gevaarlijke groepering is die geweld propageert als een legitiem middel om haar doelen te realiseren, en dat de dreiging die van deze groep uitgaat substantieel is;

Dat kenmerkend voor jihadistische organisaties is dat zij zich met geweld keren tegen de westerse landen, waaronder Nederland, en dat personen die zich bij deze organisaties hebben aangesloten hiermee hebben laten blijken dat zij geweld niet schuwen bij de verwezenlijking van hun idealen;

Dat bij terugkeer naar Nederland deze personen een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid en dat daarom hun terugkeer moet worden voorkomen1;

Dat het Nederlanderschap kan worden ingetrokken van de persoon die onherroepelijk is veroordeeld in gevallen waarin sprake is van hulp bij het plegen van terroristische activiteiten of bij de voorbereiding van dergelijke activiteiten mogelijk is op grond van artikel 14, tweede lid, onder b, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, omdat het veroordelingen betreft wegens misdrijven die zich richten tegen de essentiële belangen van het Koninkrijk.2; dat het Nederlanderschap voorts kan worden ingetrokken in het belang van de nationale veiligheid wegens deelname aan een terroristische organisatie op grond van artikel 14, vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap;

Dat met de intrekking van het Nederlanderschap de aan het Nederlanderschap gekoppelde rechten ook verloren gaan en dat de betrokkene hiermee het recht op verblijf op en toegang tot Nederlands grondgebied verliest;

Dat dit een belangrijke bijdrage vormt aan de vermindering van de dreiging die uitgaat van het mondiaal jihadisme nu de legale terugkeer naar het Koninkrijk wordt verhinderd en de feitelijke terugkeer wordt bemoeilijkt door intrekking van het Nederlanderschap; dat hiermee wordt bijgedragen aan de bescherming van de nationale veiligheid;

Dat de gedragingen waaruit kan worden afgeleid dat iemand zich heeft aangesloten bij een terroristische organisatie door de Immigratie en Naturalisatiedienst, namens de Minister van Justitie en Veiligheid, worden vastgesteld en gewogen; dat dit gebeurt op basis van verschillende bronnen en dat hiertoe ook justitiële gegevens noodzakelijk zijn om de conclusie te rechtvaardigen dat de betrokkenen een gevaar is voor de nationale veiligheid;

Dat de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens niet voorzien in de structurele verstrekking van justitiële gegevens aan de Immigratie en Naturalisatiedienst ten behoeve van de uitvoering van hun wettelijke taak ingevolge artikel 14, tweede lid onder b en vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap;

Dat in bijzondere gevallen de Minister van Justitie en Veiligheid toestemming kan geven aan de Justitiële Informatiedienst tot verstrekking van justitiële gegevens met het oog op een zwaarwegend algemeen belang en voor bijzondere doeleinden ex artikel 14 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

Dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst door de verstrekking van bepaalde justitiële gegevens uitvoering kan geven aan het in artikel 14, tweede lid, onder b, en vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap bepaalde en dat hiermee een zwaarwegend algemeen belang wordt gediend omdat wordt bijgedragen aan de bescherming van openbare orde en de nationale veiligheid;

Dat aan de verstrekking nadere voorwaarden worden verbonden die in het door de Justitiële Informatiedienst en de Immigratie en Naturalisatiedienst gesloten Convenant zijn vastgelegd;

Dat met dit besluit vooruit wordt gelopen op een voorstel tot aanpassing van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens, zodat dit besluit een tijdelijk karakter heeft.

Gelet op artikel 14 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens,

BESLUIT

Artikel 1

Toestemming wordt verleend tot het structureel verstrekken van de justitiële gegevens zoals bedoeld in de artikelen 6, eerste lid, en 7, eerste lid, onderdeel b, en onderdeel j, onder 1° tot en met 3°, van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens, behorende bij veroordelingen wegens een terroristisch misdrijf en bij misdrijven met een terroristisch oogmerk, aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst, als gemachtigde voor de Minister van Justitie en Veiligheid, ten behoeve van de uitvoering van het bepaalde in artikel 14, tweede lid, onder b, en vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

Artikel 2

Aan de toestemming wordt de voorwaarde verbonden dat de justitiële gegevens uitsluitend worden verstrekt aan personen werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst die hiertoe door de Hoofddirecteur Immigratie- en Naturalisatiedienst zijn geautoriseerd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt op de dag dat in het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in deze verstrekking van justitiële gegevens wordt voorzien.

’s-Gravenhage, 11 maart 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

TK 2015–2016, 34 356 (R 2064), nr. 3

X Noot
2

TK 2013–2014, 34 016 (R2036), nr. 3

Naar boven