Verlagen maximumsnelheid naar 60 km/h op de N915b (zuidzijde) van km 22,0 tot km 22,2 te Ridderkerk

Logo Rijkswaterstaat - Dienst Zuid-Holland

 

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

 

BESLUIT

Door het verwijderen dan wel het plaatsen van de borden A1 en A2 van bijlage 1 van het RVV 1990, de maximumsnelheid te verlagen naar 60 km/h op het wegtraject van de N915b (zuidzijde), tussen km 22,0 en km 22,2 in de gemeente Ridderkerk (ook ter plaatse bekend als de Rotterdamsweg)

OVERWEGINGEN TEN AANZIEN VAN HET BESLUIT

1. Wettelijke basis

Op grond van artikel 15, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna “WVW”) dient een verkeersbesluit te worden genomen voor het plaatsen of verwijderen van verkeerstekens zoals deze genoemd zijn in artikel 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (hierna “BABW”), voor zover daardoor een verbod of gebod wordt ingesteld of gewijzigd. Op grond van artikel 18, eerste lid, onder a, van de WVW, ben ik bevoegd dit verkeersbesluit te nemen voor wegen in beheer bij het Rijk.

2. Doel

Basisnet

Het Basisnet is een landelijk aangewezen netwerk voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het beoogt een duurzaam evenwicht te creëren en te handhaven tussen de belangen van het vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, hoofdspoorwegen en binnenwateren, de bebouwde omgeving langs die wegen, hoofdspoorwegen en binnenwateren en de veiligheid van omwonenden. Het Basisnet waarborgt een basisbeschermingsniveau voor mensen die wonen, werken en recreëren langs transportroutes waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd, door ervoor te zorgen dat zich geen zogenaamde kwetsbare objecten bevinden in de zone langs de infrastructuur waar het risico vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen groter is dan maatschappelijk aanvaardbaar wordt geacht. De norm die voor het Basisnet is vastgelegd voor dit zogenaamde plaatsgebonden risico is 10-6. Dat wil zeggen een kans op overlijden als gevolg van een ongeluk met gevaarlijke stoffen van één op de miljoen per jaar.

Om te voorkomen dat de zone langs de infrastructuur waar het plaatsgebonden risico groter is dan 10-6, zich uitstrekt tot over kwetsbare objecten heen, zijn in de Regeling Basisnet langs wegen, spoorwegen en vaarwegen die worden gebruikt voor het doorgaande vervoer van gevaarlijke stoffen, risicoplafonds vastgesteld.

De minister van IenW dient er op basis van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) voor te zorgen dat het vervoer van gevaarlijke stoffen binnen deze risicoplafonds blijft. Deze risicoplafonds zijn vastgelegd in de vorm van afstanden vanaf de infrastructuur waar het plaatsgebonden risico ten hoogste 10-6 mag zijn.

Het risico dat het vervoer van gevaarlijke stoffen met zich meebrengt voor de omgeving van de infrastructuur is niet alleen afhankelijk van de omvang en de samenstelling van dat vervoer maar ook van het wegtype. In risicoberekeningen wordt conform de Handleiding Risicoanalyse Transport (zie: www.rivm.nl/Onderwerpen/E/Externe_Veiligheid/Transport/Handleiding_Risicoanalyse_Transport_HART) onderscheid gemaakt tussen drie wegtypes: autosnelwegen, wegen met een maximumsnelheid van 50 km (zogenaamde “binnen de bebouwde kom”-wegen) en overige wegen (zogenaamde “buiten de bebouwde kom”-wegen). Bij “buiten de bebouwde kom”-wegen gaat het meestal om wegen met een maximumsnelheid van 80 km/h, waar géén fysieke scheiding is aangebracht tussen de rijrichtingen (en dus kop-kop botsingen kunnen optreden).

De kans op een ongeval waarbij tankwagens met gevaarlijke stoffen zijn betrokken en daarmee het risico op het vrijkomen of verbranden van zo’n stof, is op “buiten de bebouwde kom”-wegen groter dan op de overige wegtypen. Door van een “buiten de bebouwde kom”-weg een “binnen de bebouwde kom”-weg te maken, neemt het risico voor omwonenden af.

N915 (Rotterdamseweg)

De N915 loopt parallel aan de A15 en is voor het verkeer dat geen gebruik mag maken van de Noordtunnel de aangewezen route. De N915 is een onderdeel van het Basisnet. Onderhavig gedeelte van de N915b is een wegtraject voor éénrichtingverkeer met één strook.

Met het verlagen van de maximumsnelheid op de N915b vanaf de afrit van de A15 (km 22,0 tot aan km 22,2) van 80 naar 60 km/h wordt beoogd de risico’s vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen voor omwonenden aan de Pruimendijk te beperken.

Strikt genomen leidt het terugbrengen van de maximumsnelheid tot 60 km/h op het bovengenoemde wegdeel van de N915b nog niet tot een “binnen de bebouwde kom”-weg. Vanwege de bijzondere situatie ter plekke, die de ongevalskans en daarmee het risico voor omwonenden nog verder omlaag brengt dan de snelheidsmaatregel alleen, kan het betreffende wegdeel in risicotechnisch opzicht gelijk worden gesteld aan een “binnen de bebouwde kom”-weg. Die bijzondere lokale omstandigheden zijn het feit dat vrachtverkeer vanwege de haakse bocht aan het einde van de afrit van de A15 nagenoeg vanuit stilstand moet optrekken waardoor de snelheid feitelijk lager zal zijn dan de maximumsnelheid en het feit dat er op dat wegdeel, omdat het verkeer slechts in één richting kan rijden, geen tegenliggers zijn waarmee in botsing kan worden gekomen.

3. Effecten

Het aanpassen, c.q. verlagen van de maximumsnelheid naar 60 km/h op het onderhavige deel van de N915b is onderzocht op de aspecten (verkeers)veiligheid en risico’s voor omwonenden.

Met het beperken van de snelheid op de N915b vanaf de afrit van de A15 (km 22,0 tot aan km 22,2) tot maximaal 60 km/h zal de verkeersveiligheid op dit wegvak iets worden vergroot en zullen risico’s vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen voor omwonenden worden beperkt.

In de Regeling Basisnet is, uitgaande van een “binnen de bebouwde kom”-weg, het risicoplafond voor de N915b vanaf de afrit van de A15 (km 22,0 tot aan km 22,1) vastgesteld op 15 meter. Het weggedeelte waarvoor dit risicoplafond geldt, zal op basis van dit verkeersbesluit worden uitgebreid tot km 22,2. Met dit risicoplafond wordt geborgd dat het plaatsgebonden risico ter hoogte van de woningen aan de Pruimendijk lager is dan de norm van 10-6.

Bij het verlagen van de maximumsnelheid op de N915b zijn geen milieubelangen betrokken. Er is geen toename van geluidemissie en er worden geen grenswaarden voor luchtkwaliteit overschreden. Verder is geen sprake van aantasting van natuurlijke waarden.

4. Belangenafweging

Met het verlagen van de maximumsnelheid wordt de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen verhoogd en wordt het risico voor omwonenden langs het onderhavig traject beperkt. Dit weegt ruim op tegen het beperken van de maximumsnelheid voor personen- en vrachtverkeer over een dergelijk kort traject.

De maatregel is zo beperkt van omvang dat er geen andere belangen worden geschaad.

5. Gevolgde procedure

Overeenkomstig artikel 24 BABW is overleg gepleegd met de Nationale Politie, die geen bezwaar heeft tegen publicatie van dit verkeersbesluit.

6. Bekendmaking

Artikel 3:40 Awb bepaalt dat een besluit niet in werking treedt voordat het is bekendgemaakt.

Het onderhavige verkeersbesluit wordt geplaatst in de Staatscourant van 21 februari 2019.

Rotterdam,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

namens deze,

Het hoofd van de afdeling Vergunningverlening van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid,

N.C. Knaap

 

MEDEDELINGEN

Inzien stukken

Het verkeersbesluit met bijlagen ligt van 22 februari tot en met 4 april 2019 tijdens kantooruren ter inzage op het kantoor van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, Boompjes 200, 3011 XD Rotterdam.

Informatie

Voor nadere informatie over dit besluit kunt u terecht bij mevr. mr. F.S. de Waal.

Mail: sandra.de.waal@rws.nl

Telefoon: 06 — 270 73 120

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunt u tot en met 4 april 2019 tegen dit besluit schriftelijk bezwaar maken. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, p/a de Hoofdingenieur-Directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, t.a.v. de afdeling Werkenpakket, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam.

 

Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en tenminste bevatten:

a. uw naam en adres;

b. de dagtekening;

c. de vermelding van dit besluit (kopie bijvoegen);

d. de gronden van het bezwaar (motivering).

Let op: een per e-mail toegezonden stuk geldt niet als bezwaarschrift.

Voorlopige voorziening

Gelijktijdig met of na de indiening van het bezwaarschrift kunt u —bij een spoedeisend belangverzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening. Dit verzoek moet worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank (Sector Bestuursrecht) in uw regio.

 

Het verzoek moet zijn ondertekend en tenminste bevatten:

a. uw naam en adres;

b. de dagtekening;

c. de vermelding van dit besluit (kopie bijvoegen);

d. de gronden van het verzoek (motivering).

Stuur bovendien een kopie van het bezwaarschrift mee.

 

Het verzoek kan ook worden gedaan via de site http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de site voor de precieze voorwaarden.

Kosten

Voor de behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffierecht geheven. De griffier van de rechtbank zal u daar na indiening op wijzen en u berichten binnen welke termijn en op welke wijze het bedrag moet worden voldaan.

 

Naar boven