Autorisatiebesluit NSCR – Levensloop LVB-ers, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum: 27 september 2018

Kenmerk: 2018-0000744695

In het verzoek van 9 augustus 2018, 2018-0000703112, heeft het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving, onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met het verrichten van onderzoek naar de levensloop van licht verstandelijk beperkten in het strafrecht en in de zorg (Levensloop LVB-ers).

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.13 van de Wet basisregistratie personen en artikel 44 van het Besluit basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de onderzoeksinstelling:

het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving, onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO);

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. de systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingeschrevene:

de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de afnemersindicatie:

de codering die de onderzoeksinstelling aanduidt in verband met de uitvoering van dit besluit en die is vermeld in de autorisatietabelregel;

k. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

l. een actueel gegeven:

een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;

m. de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens:

de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

n. het onderzoek naar de levensloop van licht verstandelijk beperkten in het strafrecht en in de zorg:

het onderzoek zoals beschreven in bijlage I van dit besluit.

Paragraaf 2. De verstrekking van gegevens op verzoek aan de onderzoeksinstelling

Artikel 2

  • 1. Aan de onderzoeksinstelling wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit.

  • 2. De onderzoeksinstelling verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een deelnemer aan het onderzoek zoals omschreven in bijlage I.

  • 3. Aan de onderzoeksinstelling worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de onderzoeksinstelling bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage II bij dit besluit.

Paragraaf 3. Overige verstrekkingen aan de onderzoeksinstelling

Artikel 3

  • 1. Indien een verstrekking aan de onderzoeksinstelling op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.

  • 2. De verstrekking van gegevens aan de onderzoeksinstelling die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 3. Indien aan de onderzoeksinstelling gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 4

  • 1. De onderzoeksinstelling verstrekt aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. het onderzoek of de wijze van uitvoering van het onderzoek van de onderzoeksinstelling;

    • b. de regelgeving ten aanzien van het onderzoek of de wijze van uitvoering van het onderzoek van de onderzoeksinstelling;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het onderzoek van de onderzoeksinstelling.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 2018.

Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 25 september 2018

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, R. Maas Directeur Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE I

Bijlage bij artikel 1 van dit besluit.

ONDERZOEKSPROJECT: ‘De levensloopstudie van licht verstandelijk beperkten in het strafrecht en in de zorg

Het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR)verricht een levensloopstudie van Licht Verstandelijk Beperkten (LVB) in het strafrecht en in de zorg. De laatste jaren zijn er steeds meer signalen dat LVB’ers en zwakbegaafden oververtegenwoordigd zijn in het strafrecht. Over de effecten van opgelegde straffen en maatregelen bij de groep LVB’ers is nog weinig bekend in het werkveld. Wel blijkt uit het onderzoek Verraderlijk Gewoon (Teeuwen, 2012) dat de helft van de onderzoekspopulatie (120 LVB’ers met een jeugdreclasseringsmaatregel) tijdens de jeugdreclasseringsmaatregel recidiveert.

Het onderzoek bestaat uit drie onderdelen: een retrospectief deel, een prospectief deel en een literatuurstudie. De aanvraag voor gegevens uit de basisregistratie personen heeft betrekking op het retrospectieve onderdeel waarin een follow-up studie wordt gedaan naar de 120 LVB-delinquenten uit het onderzoek Verraderlijk Gewoon (2012). Hiervoor verzamelt NSCR onder andere gegevens uit reclasseringsdossiers en justitiële documentatie en neemt NSCR interviews af met de (ex-)delinquenten.

Voor het retrospectieve deel is de gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen noodzakelijk om:

  • 1. vast te stellen wat het meest recente woonadres is van deze (ex-) delinquenten;

  • 2. vast te stellen wat het verhuisgedrag is van de (ex-)delinquenten;

  • 3. vast te stellen wanneer de (ex-)delinquenten een huwelijk of geregistreerd partnerschap hebben gesloten of hebben laten ontbinden;

  • 4. vast te stellen of en wanneer de (ex-)delinquenten kinderen hebben gekregen;

  • 5. vast te stellen of en wanneer een of meerdere van de (ex-)delinquenten zijn overleden.

De informatie uit deze gegevens moet beschouwd worden als aanwijzingen voor eventuele wendingen in de levensloop (life events) en is typerend voor levenslooponderzoek.

PROBLEEMSTELLING VAN HET ONDERZOEK:

Belangrijk is de vraag in hoeverre een bejegening in de strafprocedure die geen of onvoldoende rekening houdt met de verstandelijke beperking, van invloed kan zijn op de (criminele) loopbaan van de verdachte. In deze levensloopstudie wordt daarom onderzocht in welke mate contacten met het jeugdstrafrecht een positieve dan wel negatieve invloed hebben op de levensloop. Justitieel ingrijpen kan positieve gevolgen hebben wanneer het bijvoorbeeld de hulpverlening op gang brengt, leidt tot passende begeleiding en risicofactoren zoals een zorgwekkende financiële situatie of psychosociale problemen kan verminderen. Justitieel ingrijpen kan echter ook negatieve gevolgen hebben, bijvoorbeeld wanneer een verstandelijke beperking bij een verdachte niet of onvoldoende wordt herkend en er dientengevolge geen op maat gesneden interventie plaatsvindt. Hierdoor kunnen aanwezige risicofactoren (niet of) ontoereikend worden gereduceerd. Ook kan de jongere door zijn justitiecontacten problemen ondervinden bij het vinden of behouden van werk, woning en wederhelft.

ONDERZOEKSGROEP:

Voor het retrospectieve deel van dit onderzoek zijn gegevens nodig van de volgende doelgroep:120 licht verstandelijk beperkte (LVB) (ex-)delinquenten.

Bovenstaande personen kunnen zowel ingezetenen als niet-ingezetenen

zijn. De informatie van beide groepen is relevant voor dit onderzoek.

UITVOERING ONDERZOEK:

De verkregen gegevens worden gebruikt om kwantitatieve en kwalitatieve analyses te verrichten en de levensloop van betrokkenen (verder) in kaart te brengen. De bevindingen van dit onderzoek worden ter publicatie aangeboden bij nationale en internationale vaktijdschriften. Op geen enkele wijze worden tijdens en na uitvoering van het onderzoek individuele gegevens (persoons- en delictgegevens) herkenbaar gerapporteerd. Gegevens worden bovendien versleuteld en gescheiden opgeslagen, niet toegankelijk voor derden.

PRIVACY:

Om de privacy van de respondenten te waarborgen worden de afgenomen interviews voorzien van niet-identificerende respondentnummers. Deze respondentnummers zijn via een apart bewaarde overzichtslijst te herleiden naar een lijst met personalia en NAW-gegevens, waardoor de respondenten kunnen worden gekoppeld aan de onderzoeksgegevens. Deze lijst zal na verzending van de brieven apart worden bewaard in een afgesloten kluis. De verkregen digitale gegevensbestanden worden op het instituutsadres beheerd en zullen conform het datamanagementbeleid van het NSCR uitsluitend toegankelijk zijn voor bij het project betrokken onderzoekers en datamanagers. De onderzoekers en eventuele studenten die ten behoeve van afstudeerdoeleinden meewerken aan het onderzoek, zullen een Verklaring Omtrent het Gedrag dienen te overleggen aan het NSCR. Tevens zullen zij een geheimhoudingsverklaring ondertekenen, waarin zij verklaren de persoons- en onderzoeksgegevens niet aan derden te zullen verstrekken. NSCR heeft een Functionaris gegevensbeheer (Dhr. Aad van der Klaauw) in dienst.

Het NSCR bevindt zich in een afgesloten deel van het Initium, het gebouw van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit Amsterdam. De computersystemen van het NSCR zijn niet geïntegreerd met die van de Vrije Universiteit Amsterdam en zijn goed beveiligd tegen datalekken.

BIJLAGE II

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predikaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.03.20

Geboorteplaats persoon

01.03.30

Geboorteland persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

01.85.10

Ingangsdatum geldigheid

   

51

PERSOON (HISTORISCH)

   

51.02.10

Voornamen persoon

51.02.20

Adellijke titel/predikaat persoon

51.02.30

Voorvoegsel (geslachts)naam persoon

51.02.40

(Geslachts)naam persoon

51.04.10

Geslachtsaanduiding

51.85.10

Ingangsdatum geldigheid

   

05

HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

   

05.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

05.07.10

Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

05.07.40

Reden ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap

05.15.10

Soort verbintenis

   

55

HUWELIJK/GEREGISTREERDPARTNERSCHAP (HISTORISCH)

   

55.06.10

Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap

   

06

OVERLIJDEN

   

06.08.10

Datum overlijden

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.10.10

Functie adres

08.10.30

Datum aanvang adreshouding

08.11.10

Straatnaam

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.12.10

Locatiebeschrijving

08.13.10

Land adres buitenland

08.13.20

Datum aanvang adres buitenland

08.13.30

Regel 1 adres buitenland

08.13.40

Regel 2 adres buitenland

08.13.50

Regel 3 adres buitenland

   

58

VERBLIJFPLAATS (HISTORISCH)

   

58.09.10

Gemeente van inschrijving

58.10.10

Functie adres

58.10.30

Datum aanvang adreshouding

58.11.10

Straatnaam

58.11.20

Huisnummer

58.11.30

Huisletter

58.11.40

Huisnummertoevoeging

58.11.50

Aanduiding bij huisnummer

58.11.60

Postcode

58.11.70

Woonplaatsnaam

58.12.10

Locatiebeschrijving

58.13.10

Land adres buitenland

58.13.20

Datum aanvang adres buitenland

58.13.30

Regel 1 adres buitenland

58.13.40

Regel 2 adres buitenland

58.13.50

Regel 3 adres buitenland

   

09

KIND

   

09.03.10

Geboortedatum Kind

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatie-tabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manier plaats:

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen onder meer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

3. Het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving

Dit autorisatiebesluit is genomen ten behoeve van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving, onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) (in deze toelichting genoemd: de onderzoeksinstelling).

Het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving is een onderzoeksafdeling van het overheidsorgaan NWO, als bedoeld in artikel 44, eerste lid, onder a, van het Besluit BRP jo. art. 2a van de Wet NWO. De NWO is namelijk een zelfstandig bestuursorgaan, waar het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving een onderdeel van is.

De NWO is namelijk op grond van art. 2 Wet NWO een zelfstandig bestuursorgaan. Het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving wordt daarom als onderdeel van NWO, aangemerkt als een onderzoeksafdeling van een overheidsorgaan.

Om als onderzoeksinstelling voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen in aanmerking te komen, moet zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • het onderzoek moet een algemeen belang dienen,

  • de gegevens uit de basisregistratie personen moeten noodzakelijk zijn voor het betreffende onderzoek,

  • de verzoeker dient te hebben aangetoond dat de nodige voorzieningen zijn getroffen teneinde te verzekeren dat verdere verwerking van de verstrekte gegevens uitsluitend geschiedt ten behoeve van het onderzoek en dat ook overigens is voorzien in zodanige waarborgen dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet onevenredig wordt geschaad,

  • de gegevens mogen slechts in geanonimiseerde vorm aan derden beschikbaar worden gesteld, tenzij de ingeschrevene uitdrukkelijk met de voorgenomen openbaarmaking van de hem betreffende gegevens heeft ingestemd,

  • de verzoeker moet hebben aangetoond dat de systematische verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het onderzoek, en

  • de Autoriteit Persoonsgegevens is over het verzoek om systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen gehoord.

Het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving voldoet aan deze voorwaarden.

3.1. Het onderzoek van de onderzoeksinstelling

Een toelichting op het onderzoek waarvoor de onderzoeksinstelling gegevens verstrekt krijgt uit de basisregistratie personen is opgenomen in bijlage I van dit besluit.

3.2 Wijze van verstrekken aan de onderzoeksinstelling

De onderzoeksinstelling krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van het hierboven beschreven onderzoek op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan de onderzoeksinstelling vindt plaats door middel van gegevensverstrekking op verzoek. Tot de doelgroep van de onderzoeksinstelling behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan de onderzoeksinstelling

De onderzoeksinstelling mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlage II. De onderzoeksinstelling mag gegevens opvragen over deelnemers aan het onderzoek.

3.3 Toelichting te verstrekken gegevens

De gegevens uit de categorie 01 Persoon en 51 Persoon (historisch) worden verstrekt aan de onderzoeksinstelling om de ingeschrevene te identificeren en op de juiste wijze aan te kunnen schrijven. Deze gegevens worden eveneens gebruikt voor een correcte koppeling aan de andere gegevens die de onderzoeksinstelling gebruikt voor het in kaart brengen van de levensloop van de onderzoeksgroep, zoals de justitiële documentatie en de informatie uit reclasseringsdossiers.

Gegevens uit categorie 05 Huwelijk en/of geregistreerd partnerschap en categorie 55 Huwelijk en/of geregistreerd partnerschap (historisch) worden verstrekt aan de onderzoeksinstelling om te bepalen of en wanneer de (ex-)delinquenten een huwelijk of geregistreerd partnerschap hebben gesloten (en eventueel laten ontbinden). Uit eerder onderzoek is gebleken dat het sluiten of laten ontbinden van een huwelijk invloed kan hebben op de ontwikkeling van de (criminele) levensloop.

Het overlijdensgegeven uit categorie 06 Overlijden is noodzakelijk om te kunnen voorkomen dat een persoon wordt aangeschreven die is overleden.

Aan de onderzoeksinstelling wordt het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” verstrekt. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan de onderzoeksinstelling aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.

De actuele adresgegevens uit categorie 08 Verblijfplaats zijn noodzakelijk om de onderzoeksgroep correct aan te kunnen schrijven. Personen die tot de onderzoeksgroep horen kunnen ook woonachtig zijn in het buitenland. De onderzoeksinstelling krijgt daarom ook de adresgegevens van niet-ingezetenen verstrekt. De historische adresgegevens gebruikt de onderzoeksinstelling om het verhuisgedrag van de (ex)delinquenten in kaart te brengen. Eerder onderzoek toont aan dat verhuizen een belangrijke factor is in de ontwikkeling van (criminele) levensloop.

Tevens heeft de onderzoeksinstelling de geboortedata van de kinderen van de 120 (ex-)delinquenten nodig. Eerder onderzoek toont aan dat het krijgen van kinderen een belangrijke factor is in de ontwikkeling van de (criminele) levensloop.

Bovenstaande gegevens zijn noodzakelijk voor de totstandkoming van een volledig en accuraat beeld van de levensloop van de 120 (ex-)delinquenten met een licht verstandelijke beperking.

4. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de onderzoeksinstelling tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in het onderzoek, in de regelingen waarop het onderzoek is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het onderzoek. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de onderzoeksinstelling om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de onderzoeksinstelling.

5. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, publicaties.rvig.nl.

Naar boven