Autorisatiebesluit NSCR in verband met het onderzoek “It’s about time”, Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Datum: 2 oktober 2018

Kenmerk: 2018-0000745670

In het verzoek van 26 juli 2018, ontvangen op 13 augustus 2018, 2018-0000715794, heeft het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving, onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met het verrichten van het onderzoek‘It’s about time. Time-Specific Offender Awareness Spaces and their impact on Criminal Decision-Making’ (‘It’s about time’).

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.13 van de Wet basisregistratie personen en artikel 44 van het Besluit basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de onderzoeksinstelling:

het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving, onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO);

b. de Wet BRP:

de Wet basisregistratie personen;

c. het Besluit BRP:

het Besluit basisregistratie personen;

d. de basisregistratie personen:

de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;

e. de systematische verstrekking:

de systematische verstrekking, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

f. systeembeschrijving:

de systeembeschrijving, bedoeld in artikel 1 van het Besluit BRP;

g. de persoonslijst:

de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;

h. de ingezetene:

de ingezetene, bedoeld in artikel 1.1, onder f, van de Wet BRP;

i. autorisatietabelregel:

de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;

j. de afnemersindicatie:

de codering die de onderzoeksinstelling aanduidt in verband met de uitvoering van dit besluit en die is vermeld in de autorisatietabelregel;

k. de verstrekking van gegevens op verzoek:

de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;

l. een actueel gegeven:

een gegeven dat overeenkomstig de systeembeschrijving als actueel gegeven in de basisregistratie personen is vermeld;

m. de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens:

de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

n. het onderzoek ‘It’s about time. Time-Specific Offender Awareness Spaces and their impact on Criminal Decision-Making’:

het onderzoek zoals beschreven in bijlage I van dit besluit.

Paragraaf 2. De verstrekking van gegevens op verzoek aan de onderzoeksinstelling

Artikel 2

  • 1. Aan de onderzoeksinstelling wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingezetene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit.

  • 2. De onderzoeksinstelling verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II bij dit besluit indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een deelnemer aan het onderzoek zoals omschreven in bijlage I.

  • 3. Aan de onderzoeksinstelling worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de onderzoeksinstelling bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is opgenomen in bijlage II bij dit besluit.

Paragraaf 3. Overige verstrekkingen aan de onderzoeksinstelling

Artikel 3

  • 1. Indien een verstrekking aan de onderzoeksinstelling op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek.

  • 2. De verstrekking van gegevens aan de onderzoeksinstelling die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.

  • 3. Indien aan de onderzoeksinstelling gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 4

  • 1. De onderzoeksinstelling verstrekt aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.

  • 2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:

    • a. het onderzoek of de wijze van uitvoering van het onderzoek van de onderzoeksinstelling;

    • b. de regelgeving ten aanzien van het onderzoek of de wijze van uitvoering van het onderzoek van de onderzoeksinstelling;

    • c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het onderzoek van de onderzoeksinstelling.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van 2 oktober 2018 en werkt terug tot en met 1 oktober 2018.

Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 2 oktober 2018

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, R. Maas Directeur Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.

BIJLAGE I

Bijlage bij artikel 1 van dit besluit.

ONDERZOEKSPROJECT: ‘It’s about time. Time-Specific Offender Awareness Spaces and their impact on Criminal Decision-Making’.

Het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) verricht wetenschappelijk onderzoek naar de ruimtelijke en temporele spreiding van criminaliteit. Een belangrijke vraag die onderzoekers in de geografische criminologie al decennialang bezig houdt is waarom daders hun delicten op bepaalde plekken en tijdstippen plegen, maar niet elders of op andere momenten? In het onderzoeksveld is tot op heden echter vooral onderzoek verricht naar de ruimtelijke doelwitkeuzes van daders, terwijl aan de timing van deze keuzes nauwelijks aandacht is besteed. De aantrekkelijkheid van locaties voor het plegen van bijvoorbeeld een woninginbraak varieert over de dag, maar hoe weet een dader of een bepaalde plek aantrekkelijk is op een bepaald tijdstip van de dag? Ook over de vraag hoe daders uiteindelijk – bewust dan wel onbewust – tot bepaalde pleeglocaties en pleegtijden zijn gekomen is nog nauwelijks iets bekend. Waren ze onderweg naar bijvoorbeeld hun werk of sportlocatie en deed zich toevallig een onverwachte mogelijkheid voor criminaliteit voor (opportunistisch gedrag) of was het gehele proces van tevoren gepland (gepland gedrag)? Momenteel wordt daarom gewerkt aan een nieuw onderzoeksproject met de titel ‘It's About Time. Time-Specific Offender Awareness Spaces and Their Impact on Criminal Decision-Making’. Met de bestaande data zoals gebruikt in hedendaagse onderzoeken kunnen deze onderzoeksvragen echter niet worden beantwoord. Hiervoor zijn nieuwe data nodig die meer inzicht geven in de tijd-specifieke routine activiteitenpatronen en het ruimtelijk-temporele keuzeproces van daders. Het is daarom noodzakelijk om daders over deze patronen en hun gemaakte en potentiële keuzes te bevragen.

Voor de uitvoering van dit onderzoek wordt er gebruik gemaakt van politiegegevens uit het politiesysteem Basisvoorziening Handhaving (BVH) over verdachten en delicten, waarbij een steekproef van 4000 respondenten wordt benaderd voor deelname aan een online enquête. Dit betreft personen die in 2017 van het plegen van ten minste één delict verdacht zijn geweest. De respondenten worden door de onderzoekers random geselecteerd uit het BVH van de Eenheid Den Haag en de Eenheid Noord-Holland van de Nederlandse politie. Gegevens uit de basisregistratie personen zijn noodzakelijk om de doelgroep van respondenten een uitnodigingbrief voor deelname aan het onderzoek te kunnen sturen op hun meest actuele woonadres.

PROBLEEMSTELLING VAN HET ONDERZOEK:

Het doel van het onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de vragen:

  • 1. waarom daders hun delicten op bepaalde plekken en tijdstippen plegen, maar niet elders of op ander momenten;

  • 2. hoe daders uiteindelijk – bewust dan wel onbewust – tot bepaalde pleeglocaties en pleegtijden zijn gekomen.

Een beter inzicht in de tijd-specifieke routine activiteitenpatronen en het ruimtelijk-temporele keuzeproces van daders helpt niet enkel de omgevingscriminologie vooruit, maar biedt tevens aanknopingspunten voor het oplossen en voorkomen van criminaliteit.

ONDERZOEKSGROEP:

De totale groep van personen waarover gegevens opgevraagd zullen worden, betreft 4000 ingezetenen die in 2017 als verdachte geregistreerd stonden voor het plegen van ten minste één delict in het BVH van de Eenheid Den Haag en de Eenheid Noord-Holland van de Nederlandse Politie.

UITVOERING ONDERZOEK:

De verkregen gegevens worden gebruikt om kwantitatieve analyses te verrichten. Over de resultaten van het onderzoek zal tussen 2019-2023 worden gepubliceerd in onderzoeksrapporten, wetenschappelijke tijdschriften en vaktijdschriften. Op geen enkel moment tijdens het onderzoek worden individuele zaken (personen noch delicten) herkenbaar gerapporteerd.

PRIVACY:

Om de privacy van de respondenten te waarborgen worden de vragenlijstgegevens voorzien van niet-identificerende respondentnummers. Deze respondentnummers zijn via een apart bewaarde overzichtslijst te herleiden naar een lijst met personalia en NAW-gegevens, waardoor de respondenten kunnen worden gekoppeld aan de onderzoeksgegevens. Deze lijst zal na afloop van het onderzoek apart worden bewaard in een afgesloten kluis. De verkregen digitale gegevensbestanden worden op het instituutsadres beheerd en zullen conform het datamanagementbeleid van het NSCR uitsluitend toegankelijk zijn voor bij het project betrokken onderzoekers en datamanagers. Het NSCR heeft voorts een Functionaris gegevensbeheer in dienst.

Het NSCR bevindt zich in een afgesloten deel van het Initiumgebouw van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit Amsterdam. De computersystemen van het NSCR zijn niet geïntegreerd met die van de Vrije Universiteit Amsterdam en zijn goed beveiligd tegen datalekken.

De onderzoekers en alle eventuele studenten die ten behoeve van afstudeerdoeleinden meewerken aan het onderzoek, zullen een Verklaring Omtrent het Gedrag dienen te overleggen aan het NSCR. Tevens zullen zij een geheimhoudingsverklaring ondertekenen, waarin zij verklaren de persoons- en onderzoeksgegevens niet aan derden te zullen verstrekken.

BIJLAGE II

Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.

RUBRIEK

OMSCHRIJVING

   

01

PERSOON

   

01.02.10

Voornamen persoon

01.02.20

Adellijke titel/predikaat persoon

01.02.30

Voorvoegsel geslachtsnaam persoon

01.02.40

Geslachtsnaam persoon

01.03.10

Geboortedatum persoon

01.04.10

Geslachtsaanduiding

   

07

INSCHRIJVING

   

07.70.10

Indicatie geheim

   

08

VERBLIJFPLAATS

   

08.09.10

Gemeente van inschrijving

08.11.10

Straatnaam

08.11.20

Huisnummer

08.11.30

Huisletter

08.11.40

Huisnummertoevoeging

08.11.50

Aanduiding bij huisnummer

08.11.60

Postcode

08.11.70

Woonplaatsnaam

08.12.10

Locatiebeschrijving

TOELICHTING

1. Algemeen

Inleiding

De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.

De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.

Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.

De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.

Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking

Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.

Het autorisatiebesluit

Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.

Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.

Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.

2. Toelichting op de wijzen van verstrekken

De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manier plaats:

De verstrekking op verzoek

Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.

Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen onder meer gebeurt indien een ingezetene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatie de in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.

3. Het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving

Dit autorisatiebesluit is genomen ten behoeve van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving, onderdeel van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) (in deze toelichting genoemd: de onderzoeksinstelling).

Het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving is een onderzoeksafdeling van het overheidsorgaan NWO, als bedoeld in artikel 44, eerste lid, onder a, van het Besluit BRP jo. artikel 2 van de Wet NWO.

De NWO is een zelfstandig bestuursorgaan. Het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving wordt daarom als onderdeel van NWO, aangemerkt als een onderzoeksafdeling van een overheidsorgaan.

Om als onderzoeksinstelling voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen in aanmerking te komen, moet zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • het onderzoek moet een algemeen belang dienen,

  • de gegevens uit de basisregistratie personen moeten noodzakelijk zijn voor het betreffende onderzoek,

  • de verzoeker dient te hebben aangetoond dat de nodige voorzieningen zijn getroffen teneinde te verzekeren dat verdere verwerking van de verstrekte gegevens uitsluitend geschiedt ten behoeve van het onderzoek en dat ook overigens is voorzien in zodanige waarborgen dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene niet onevenredig wordt geschaad,

  • de gegevens mogen slechts in geanonimiseerde vorm aan derden beschikbaar worden gesteld, tenzij de ingezetene uitdrukkelijk met de voorgenomen openbaarmaking van de hem betreffende gegevens heeft ingestemd,

  • de verzoeker moet hebben aangetoond dat de systematische verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor een goede uitvoering van het onderzoek, en

  • de Autoriteit Persoonsgegevens is over het verzoek om systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen gehoord.

Het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving voldoet aan deze voorwaarden.

3.1. Het onderzoek van de onderzoeksinstelling

Een toelichting op het onderzoek waarvoor de onderzoeksinstelling gegevens verstrekt krijgt uit de basisregistratie personen is opgenomen in bijlage I van dit besluit.

3.2 Wijze van verstrekken aan de onderzoeksinstelling

De onderzoeksinstelling krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan de onderzoeksinstelling vindt plaats door middel van gegevensverstrekking op verzoek. Tot de doelgroep van de onderzoeksinstelling behoren alleen ingezetenen.

De verstrekking van gegevens op verzoek aan de onderzoeksinstelling

De onderzoeksinstelling mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlage II. De onderzoeksinstelling mag gegevens opvragen over deelnemers aan het onderzoek.

3.3 Toelichting te verstrekken gegevens

De onderzoeksinstelling gebruikt de gegevens uit de categorie 01 Persoon om de ingezetene te identificeren en op de juiste wijze aan te kunnen schrijven.

Aan de onderzoeksinstelling wordt het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” verstrekt. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan de onderzoeksinstelling aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.

De actuele adresgegevens uit categorie 08 Verblijfplaats zijn noodzakelijk om de onderzoeksgroep correct aan te kunnen schrijven.

4. Inlichtingenplicht

Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de onderzoeksinstelling tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in het onderzoek, in de regelingen waarop het onderzoek is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het onderzoek. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de onderzoeksinstelling om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de onderzoeksinstelling.

5. Publicatie

Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, publicaties.rvig.nl.

Naar boven