Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 17 juli 2018, nr. IENW/BSK-2018/147628, tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij en de Regeling geurhinder en veehouderij (wijzigingen rendement geur voor bepaalde luchtwassystemen en periodieke actualisatie emissiefactoren voor ammoniak en geur)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 1, eerste lid, van de Wet ammoniak en veehouderij en de artikelen 1 en 10 van de Wet geurhinder en veehouderij;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Bijlage 1 bij de Regeling ammoniak en veehouderij wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel A 1, diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de rijen met Rav-codes A 1.11, A 1.12, A 1.15, A 1.16 en A 1.17 wordt in de vierde kolom ‘19’ vervangen door ‘28’.

2. De rij met Rav-code A 1.19 komt te luiden:

A 1.19

ligboxenstal met roostervloer met hellende groeven of hellend gelegd, voorzien van afdichtkleppen in de roosterspleten en met mestschuif

BWL 2012.05.V3

 

11

3. In de rij met Rav-code A 1.23 wordt in de derde kolom ‘BWL 2013.04.V2’ vervangen door ‘BWL 2013.04.V3’.

4. De rij met Rav-code A 1.27 komt te luiden:

A 1.27

ligboxenstal met roostervloer met hellende groeven of hellend gelegd, voorzien van afdichtkleppen in de roosterspleten, met mestschuif en vernevelsysteem

BWL 2014.02.V2

 

8

5. Na de rij met Rav-code A 1.30 worden twee regels ingevoegd, luidende:

A 1.31

ligboxenstal met sleufvloer met dichte hellende vloer met geprofileerde rubber tegels, met mestschuif

BWL 2018.02

19

8,1

A 1.32

ligboxenstal met vlakke betonnen vloerplaten met sleuven, voorzien van profiel met 1% hellende groeven richting een centrale giergoot met giergaten en mestverwijdering

BWL 2018.03

19

9,1

B

Onderdeel A 4, diercategorie vleeskalveren tot circa 8 maanden, komt te luiden:

A 4

diercategorie vleeskalveren tot circa 8 maanden

     

A 4.1

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie

BWL 2013.08.V3

 

0,35

A 4.2

mechanisch geventileerde stal met een biologisch luchtwassysteem met 70% emissiereductie

BWL 2004.01.V7; BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2008.01.V6; BWL 2008.02.V6; BWL 2008.03.V6; BWL 2008.04.V6; BWL 2008.05.V6; BWL 2008.12.V6; BWL 2009.13.V6; BWL 2009.20.V5; BWL 2009.21.V4; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2011.12.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

1,1

A 4.3

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem met 70% emissiereductie

BWL 2004.02.V6; BWL 2005.01.V8; BWL 2006.04.V5; BWL 2006.05.V6; BWL 2008.06.V7; BWL 2008.07.V5; BWL 2009.01.V6; BWL 2010.25.V4; BWL 2011.14.V5; BWL 2014.01.V4

3

1,1

A 4.4

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem met 95% emissiereductie

BWL 2007.05.V7; BWL 2008.08.V6; BWL 2008.09.V6; BWL 2010.26.V4

3

0,18

A 4.5

mechanisch geventileerde stal met een luchtwassysteem anders dan biologisch of chemisch

     

A 4.5.1

mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser

BWL 2006.14.V7

3

0,53

A 4.5.2

mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2006.15.V8

3

1,1

A 4.5.3

mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2007.01.V8

3

0,53

A 4.5.4

mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4; BWL 2010.02.V6

3

0,53

A 4.5.5

mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie

BWL 2011.07.V5

3

0,53

A 4.5.6

mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter

BWL 2011.08.V5

3

0,35

A 4.6

mechanisch geventileerde stal met een biologisch luchtwassysteem 85% emissiereductie

BWL 2012.07.V5

3

0,53

A 4.7

mechanisch geventileerde stal met hellende roostervloer in combinatie met hellende schijnvloer onder de roostervloer

BWL 2012.09.V1

19

2,5

A 4.8

stal met roostervloer voorzien van een bolle rubber toplaag en afdichtflappen in de roosterspleten

BWL 2018.04

19

1,9

A 4.100

overige huisvestingssystemen

   

3,5

C

Onderdeel C 1, diercategorie geiten ouder dan 1 jaar, komt te luiden:

C 1

diercategorie geiten ouder dan 1 jaar

     

C 1.1

mechanisch geventileerde gesloten stal (BWL 2017.07) met een luchtwassysteem

BWL 2017.07.V1

   

C 1.1.1

biologisch luchtwassysteem met 70% emissiereductie

BWL 2004.01.V7; BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2008.01.V6; BWL 2008.02.V6; BWL 2008.03.V6; BWL 2008.04.V6; BWL 2008.05.V6; BWL 2008.12.V6; BWL 2009.13.V6; BWL 2009.20.V5; BWL 2009.21.V4; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2011.12.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

30

0,64

C 1.1.2

chemisch luchtwassysteem met 70% emissiereductie

BWL 2004.02.V6; BWL 2005.01.V8; BWL 2006.04.V5; BWL 2006.05.V6; BWL 2008.06.V7; BWL 2008.07.V5; BWL 2009.01.V6; BWL 2010.25.V4; BWL 2011.14.V5; BWL 2014.01.V4

30

0,64

C 1.1.3

chemisch luchtwassysteem met 95% emissiereductie

BWL 2007.05.V7; BWL 2008.08.V6; BWL 2008.09.V6; BWL 2010.26.V4

30

0,19

C 1.1.4

luchtwassysteem anders dan biologisch of chemisch

     

C 1.1.4.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser

BWL 2006.14.V7

30

0,37

C 1.1.4.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2006.15.V8

30

0,64

C 1.1.4.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2007.01.V8

30

0,37

C 1.1.4.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4; BWL 2010.02.V6

30

0,37

C 1.1.4.5

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie

BWL 2011.07.V5

30

0,37

C 1.1.4.6

gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met biologische en chemische wasser en biofilter

BWL 2011.08.V5

30

0,28

C 1.1.5

biologisch luchtwassysteem met 85% emissiereductie

BWL 2012.07.V5

30

0,37

C 1.1.6

chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie

BWL 2013.08.V3

30

0,28

C 1.100

overige huisvestingssystemen

   

1,9

D

Onderdeel C 2, diercategorie opfokgeiten van 61 dagen tot en met één jaar, komt te luiden:

C 2

diercategorie opfokgeiten van 61 dagen tot en met één jaar

     

C 2.1

mechanisch geventileerde gesloten stal (BWL 2017.07) met een luchtwassysteem

BWL 2017.07.V1

   

C 2.1.1

biologisch luchtwassysteem met 70% emissiereductie

BWL 2004.01.V7; BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2008.01.V6; BWL 2008.02.V6; BWL 2008.03.V6; BWL 2008.04.V6; BWL 2008.05.V6; BWL 2008.12.V6; BWL 2009.13.V6; BWL 2009.20.V5; BWL 2009.21.V4; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2011.12.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

30

0,27

C 2.1.2

chemisch luchtwassysteem met 70% emissiereductie

BWL 2004.02.V6; BWL 2005.01.V8; BWL 2006.04.V5; BWL 2006.05.V6; BWL 2008.06.V7; BWL 2008.07.V5; BWL 2009.01.V6; BWL 2010.25.V4; BWL 2011.14.V5; BWL 2014.01.V4

30

0,27

C 2.1.3

chemisch luchtwassysteem met 95% emissiereductie

BWL 2007.05.V7; BWL 2008.08.V6; BWL 2008.09.V6; BWL 2010.26.V4

30

0,08

C 2.1.4

luchtwassysteem anders dan biologisch of chemisch

     

C 2.1.4.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser

BWL 2006.14.V7

30

0,15

C 2.1.4.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2006.15.V8

30

0,27

C 2.1.4.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2007.01.V8

30

0,15

C 2.1.4.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4; BWL 2010.02.V6

30

0,15

C 2.1.4.5

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie

BWL 2011.07.V5

30

0,15

C 2.1.4.6

gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met biologische en chemische wasser en biofilter

BWL 2011.08.V5

30

0,12

C 2.1.5

biologisch luchtwassysteem met 85% emissiereductie

BWL 2012.07.V5

30

0,15

C 2.1.6

chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie

BWL 2013.08.V3

30

0,12

C 2.100

overige huisvestingssystemen

   

0,8

E

Onderdeel C 3, diercategorie opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen, komt te luiden:

C 3

diercategorie opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen

     

C 3.1

mechanisch geventileerde gesloten stal (BWL 2017.07) met een luchtwassysteem

BWL 2017.07.V1

   

C 3.1.1

biologisch luchtwassysteem met 70% emissiereductie

BWL 2004.01.V7; BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2008.01.V6; BWL 2008.02.V6; BWL 2008.03.V6; BWL 2008.04.V6; BWL 2008.05.V6; BWL 2008.12.V6; BWL 2009.13.V6; BWL 2009.20.V5; BWL 2009.21.V4; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2011.12.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

26, 30

0,07

C 3.1.2

chemisch luchtwassysteem met 70% emissiereductie

BWL 2004.02.V6; BWL 2005.01.V8; BWL 2006.04.V5; BWL 2006.05.V6; BWL 2008.06.V7; BWL 2008.07.V5; BWL 2009.01.V6; BWL 2010.25.V4; BWL 2011.14.V5; BWL 2014.01.V4

26, 30

0,07

C 3.1.3

chemisch luchtwassysteem met 95% emissiereductie

BWL 2007.05.V7; BWL 2008.08.V6; BWL 2008.09.V6; BWL 2010.26.V4

26, 30

0,02

C 3.1.4

luchtwassysteem anders dan biologisch of chemisch

     

C 3.1.4.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser

BWL 2006.14.V7

26, 30

0,04

C 3.1.4.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2006.15.V8

26, 30

0,07

C 3.1.4.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2007.01.V8

26, 30

0,04

C 3.1.4.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4; BWL 2010.02.V6

26, 30

0,04

C 3.1.4.5

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie

BWL 2011.07.V5

26, 30

0,04

C 3.1.4.6

gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met biologische en chemische wasser en biofilter

BWL 2011.08.V5

26, 30

0,03

C 3.1.5

biologisch luchtwassysteem met 85% emissiereductie

BWL 2012.07.V5

26, 30

0,04

C 3.1.6

chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie

BWL 2013.08.V3

26, 30

0,03

C 3.100

overige huisvestingssystemen

 

26

0,2

F

Onderdeel D 1.1, diercategorie biggenopfok (gespeende biggen), wordt als volgt gewijzigd:

1. De rijen met Rav-codes D 1.1.9 en D 1.1.10 komen te luiden:

D 1.1.9

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2004.01.V7; BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2008.01.V6; BWL 2008.02.V6; BWL 2008.03.V6; BWL 2008.04.V6; BWL 2008.05.V6; BWL 2008.12.V6; BWL 2009.13.V6; BWL 2009.20.V5; BWL 2009.21.V4; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2011.12.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

0,21

D 1.1.10

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2004.02.V6; BWL 2005.01.V8; BWL 2006.04.V5; BWL 2006.05.V6; BWL 2008.06.V7; BWL 2008.07.V5; BWL 2009.01.V6; BWL 2010.25.V4; BWL 2011.14.V5; BWL 2014.01.V4

3

0,21

2. De rijen met Rav-codes D1.1.14 tot en met D1.1.17 komen te luiden:

D 1.1.14

chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie

BWL 2007.05.V7; BWL 2008.08.V6; BWL 2008.09.V6; BWL 2010.26.V4

3

0,03

D 1.1.15

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch

     

D 1.1.15.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser

BWL 2006.14.V7

3

0,10

D 1.1.15.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2006.15.V8

3

0,21

D 1.1.15.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2007.01.V8

3

0,10

D 1.1.15.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4; BWL 2010.02.V6

3

0,10

D 1.1.15.5

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie

BWL 2011.07.V5

3

0,10

D 1.1.15.6

gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter

BWL 2011.08.V5

3

0,07

D 1.1.16

biologisch luchtwassysteem 85% emissiereductie

BWL 2012.07.V5

3

0,10

D 1.1.17

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2013.08.V3

3

0,07

3. De rijen met Rav-codes D 1.2.10 tot en met D 1.2.100 komen te luiden:

D 1.2.10

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2004.01.V7; BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2008.01.V6; BWL 2008.02.V6; BWL 2008.03.V6; BWL 2008.04.V6; BWL 2008.05.V6; BWL 2008.12.V6; BWL 2009.13.V6; BWL 2009.20.V5; BWL 2009.21.V4; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2011.12.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

2,5

D 1.2.11

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2004.02.V6; BWL 2005.01.V8; BWL 2006.04.V5; BWL 2006.05.V6; BWL 2008.06.V7; BWL 2008.07.V5; BWL 2009.01.V6; BWL 2010.25.V4; BWL 2011.14.V5; BWL 2014.01.V4

3

2,5

D 1.2.12

koeldeksysteem (150% koeloppervlak)

BWL 2010.15.V1

 

2,4

D 1.2.13

mestpan onder kraamhok

BWL 2006.08.V1

 

2,9

D 1.2.14

mestpan met water- en mestkanaal onder kraamhok

BWL 2010.07.V1

 

2,9

D 1.2.15

chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie

BWL 2007.05.V7; BWL 2008.08.V6; BWL 2008.09.V6; BWL 2010.26.V4

3

0,42

D 1.2.16

waterkanaal in combinatie met een afgescheiden mestkanaal of mestbak

BWL 2004.07.V1

 

2,9

D 1.2.17

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch

     

D 1.2.17.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser

BWL 2006.14.V7

3

1,3

D 1.2.17.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2006.15.V8

3

2,5

D 1.2.17.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2007.01.V8

3

1,3

D 1.2.17.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4; BWL 2010.02.V6

3

1,3

D 1.2.17.5

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie

BWL 2011.07.V5

3

1,3

D 1.2.17.6

gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter

BWL 2011.08.V5

3

0,83

D 1.2.18

biologisch luchtwassysteem 85% emissiereductie

BWL 2012.07.V5

3

1,3

D 1.2.19

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2013.08.V3

3

0,83

D 1.2.20

Mestpan met mestkanaal met koelsysteem en waterkanaal onder het kraamhok

BWL 2018.01

 

1,3

D 1.2.100

overige huisvestingssystemen

   

8,3

4. De rijen met Rav-codes D 1.3.6 en D 1.3.7 komen te luiden:

D 1.3.6

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (bij individuele en groepshuisvesting)

BWL 2004.01.V7; BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2008.01.V6; BWL 2008.02.V6; BWL 2008.03.V6; BWL 2008.04.V6; BWL 2008.05.V6; BWL 2008.12.V6; BWL 2009.13.V6; BWL 2009.20.V5; BWL 2009.21.V4; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2011.12.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

1,3

D 1.3.7

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (bij individuele en groepshuisvesting)

BWL 2004.02.V6; BWL 2005.01.V8; BWL 2006.04.V5; BWL 2006.05.V6; BWL 2008.06.V7; BWL 2008.07.V5; BWL 2009.01.V6; BWL 2010.25.V4; BWL 2011.14.V5; BWL 2014.01.V4

3

1,3

5. De rijen met Rav-codes D 1.3.11 tot en met D 1.3.14 komen te luiden:

D 1.3.11

chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie bij individuele en groepshuisvesting

BWL 2007.05.V7; BWL 2008.08.V6; BWL 2008.09.V6; BWL 2010.26.V4

3

0,21

D 1.3.12

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch

     

D 1.3.12.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser

BWL 2006.14.V7

3

0,63

D 1.3.12.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2006.15.V8

3

1,3

D 1.3.12.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2007.01.V8

3

0,63

D 1.3.12.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4; BWL 2010.02.V6

3

0,63

D 1.3.12.5

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie

BWL 2011.07.V5

3

0,63

D 1.3.12.6

gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter

BWL 2011.08.V5

3

0,42

D 1.3.13

biologisch luchtwassysteem 85% emissiereductie

BWL 2012.07.V5

3

0,63

D 1.3.14

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2013.08.V3

3

0,42

G

Onderdeel D 2, diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder, komt te luiden:

D 2

diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder

     

D 2.1

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2004.01.V7;

BWL 2006.02.V6;

BWL 2007.03.V8;

BWL 2008.01.V6;

BWL 2008.02.V6;

BWL 2008.03.V6;

BWL 2008.04.V6;

BWL 2008.05.V6;

BWL 2008.12.V6;

BWL 2009.13.V6;

BWL 2009.20.V5;

BWL 2009.21.V4;

BWL 2010.27.V6;

BWL 2010.28.V6;

BWL 2011.11.V5;

BWL 2011.12.V5;

BWL 2013.02.V4;

BWL 2015.04.V4

3

1,7

D 2.2

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2004.02.V6;

BWL 2005.01.V8;

BWL 2006.04.V5;

BWL 2006.05.V6;

BWL 2008.06.V7;

BWL 2008.07.V5;

BWL 2009.01.V6;

BWL 2010.25.V4;

BWL 2011.14.V5;

BWL 2014.01.V4

3

1,7

D 2.3

chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie

BWL 2007.05.V7;

BWL 2008.08.V6;

BWL 2008.09.V6;

BWL 2010.26.V4

3

0,28

D 2.4

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch

     

D 2.4.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser

BWL 2006.14.V7

3

0,83

D 2.4.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2006.15.V8

3

1,7

D 2.4.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2007.01.V8

3

0,83

D 2.4.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser

BWL 2007.02.V6;

BWL 2009.12.V4;

BWL 2010.02.V6

3

0,83

D 2.4.5

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie

BWL 2011.07.V5

3

0,83

D 2.4.6

gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter

BWL 2011.08.V5

3

0,55

D 2.5

biologisch luchtwassysteem 85% emissiereductie

BWL 2012.07.V5

3

0,83

D 2.6

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2013.08.V3

3

0,55

D 2.100

overige huisvestingssystemen

   

5,5

H

Onderdeel D 3, diercategorie vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking, wordt als volgt gewijzigd:

1. De rijen met Rav-codes D 3.2.8 en D 3.2.9 komen te luiden:

D 3.2.8

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2004.01.V7; BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2008.01.V6; BWL 2008.02.V6; BWL 2008.03.V6; BWL 2008.04.V6; BWL 2008.05.V6; BWL 2008.12.V6; BWL 2009.13.V6; BWL 2009.20.V5; BWL 2009.21.V4; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2011.12.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3; 5

0,9

D 3.2.9

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2004.02.V6; BWL 2005.01.V8; BWL 2006.04.V5; BWL 2006.05.V6; BWL 2008.06.V7; BWL 2008.07.V5; BWL 2009.01.V6; BWL 2010.25.V4; BWL 2011.14.V5; BWL 2014.01.V4

3; 5

0,9

2. De rijen met Rav-codes D 3.2.14 tot en met D 3.2.18 komen te luiden:

D 3.2.14

chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie

BWL 2007.05.V7; BWL 2008.08.V6; BWL 2008.09.V6; BWL 2010.26.V4

3; 5

0,15

D 3.2.15

luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch

     

D 3.2.15.1

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser

BWL 2006.14.V7

3; 5

0,45

D 3.2.15.2

gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2006.15.V8

3; 5

0,9

D 3.2.15.3

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter

BWL 2007.01.V8

3; 5

0,45

D 3.2.15.4

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4; BWL 2010.02.V6

3; 5

0,45

D 3.2.15.5

gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie

BWL 2011.07.V5

3; 5

0,45

D 3.2.15.6

gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter

BWL 2011.08.V5

3; 5

0,3

D 3.2.16

gescheiden afvoer van mest en urine door middel van een V-vormige mestband in het mestkanaal met metalen driekant roosters op het mestkanaal

BWL 2008.11.V1

5

1,1

D 3.2.17

biologisch luchtwassysteem 85% emissiereductie

BWL 2012.07.V5

3; 5

0,45

D 3.2.18

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2013.08.V3

3; 5

0,3

3. In de rij met Rav-code D 3.3.2 komt de tweede kolom te luiden: overige huisvestingssystemen scharrel vleesvarkens.

I

Onderdeel E 1, diercategorie opfokhennen en hanen van legrassen; jonger dan 18 weken, wordt als volgt gewijzigd:

1. De rijen met Rav-codes E 1.9 en E 1.10 komen te luiden:

E 1.9

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2008.08.V6; BWL 2007.05.V7; BWL 2013.08.V3

3

0,017

E 1.10

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2009.13.V6; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

0,051

2. De rij met Rav-code E 1.13 komt te luiden:

E 1.13

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2005.01.V8; BWL 2008.06.V7; BWL 2014.01.V4

3

0,051

J

Onderdeel E 2, diercategorie legkippen en (groot-) ouderdieren van legrassen, wordt als volgt gewijzigd:

1. De rij met Rav-code E 2.10 komt te luiden:

E 2.10

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2008.08.V6; BWL 2007.05.V7; BWL 2013.08.V3

3

0,032

2. De rij met Rav-code E 2.13 komt te luiden:

E 2.13

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2009.13.V6; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

0,095

3. De rij met Rav-code E 2.15 komt te luiden:

E 2.15

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2005.01.V8; BWL 2008.06.V7; BWL 2014.01.V4

3

0,095

K

Onderdeel E 3, diercategorie (groot-)ouderdieren van vleeskuikens in opfok; jonger dan 19 weken, wordt als volgt gewijzigd:

1. De rijen met Rav-codes E 3.1 tot en met E 3.3 komen te luiden:

E 3.1

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2008.08.V6; BWL 2007.05.V7; BWL 2013.08.V3

3

0,025

E 3.2

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2009.13.V6; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

0,075

E 3.3

stal met mixluchtventilatie

BWL 2005.10.V6

11

0,114

2. De rij met Rav-code E 3.6 komt te luiden:

E 3.6

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2005.01.V8; BWL 2008.06.V7; BWL 2014.01.V4

3

0,075

3. De rij met Rav-code E 3.9 komt te luiden:

E 3.9

Stal met buizenverwarming

BWL 2017.01.V2

 

0,044

L

Onderdeel E 4, diercategorie (groot-)ouderdieren van vleeskuikens, wordt als volgt gewijzigd:

1. De rijen met Rav-codes E 4.6 en E 4.7 komen te luiden:

E 4.6

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2008.08.V6; BWL 2007.05.V7; BWL 2013.08.V3

3

0,058

E 4.7

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2009.13.V6; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

0,174

2. De rij met Rav-code E 4.10 komt te luiden:

E 4.10

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2005.01.V8; BWL 2008.06.V7; BWL 2014.01.V4

3

0,174

M

Onderdeel E 5, diercategorie vleeskuikens, wordt als volgt gewijzigd:

1. De rij met Rav-code E 5.4 komt te luiden:

E 5.4

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2008.08.V6; BWL 2007.05.V7; BWL 2013.08.V3

3

0,007

2. De rijen met Rav-code E 5.6 en E 5.7 komen te luiden:

E 5.6

stal met mixluchtventilatie

BWL 2005.10.V6

11

0,031

E 5.7

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2009.13.V6; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

0,020

3. In de rij met Rav-code E 5.9.1.1.4 wordt in de derde kolom ‘BWL 2009.15’ vervangen door ‘BWL 2009.15.V1’.

4. In de rij met Rav-code E 5.9.1.1.6 vervalt in de vierde kolom ’11;’.

5. In de rij met Rav-code E 5.9.1.2.4 wordt in de derde kolom ‘BWL 2009.16’ vervangen door ‘BWL 2009.16.V1’.

6. In de rij met Rav-code E 5.9.1.2.6 vervalt in de vierde kolom ’11;’.

7. De rij met Rav-code E 5.13 komt te luiden:

E 5.13

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2005.01.V8; BWL 2008.06.V7; BWL 2014.01.V4

3

0,020

8. De rij met Rav-code E 5.15 komt te luiden:

E 5.15

Stal met buizenverwarming

BWL 2017.01.V2

 

0,012

N

Onderdeel E 7, additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof en ammoniak, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de rij met Rav-code E 7.2 wordt in de derde kolom ‘BWL 2009.18’ vervangen door ‘BWL 2009.18.V1’.

2. De rij met Rav-code E 7.11 komt te luiden:

E 7.11

warmtewisselaar; 37% emissiereductie fijn stof

BWL 2017.03.V1

22

0

3. Na de rij met Rav-code E 7.11 wordt een regel toegevoegd, luidende:

E 7.12

warmtewisselaar met stoffilters;

50% emissiereductie fijnstof

BWL 2018.05

22

0

O

Onderdeel F 1, diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok; tot 6 weken, wordt als volgt gewijzigd:

1. De rijen met Rav-codes F 1.1 en F 1.2 komen te luiden:

F 1.1

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2008.08.V6; BWL 2007.05.V7; BWL 2013.08.V3

3

0,02

F 1.2

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2009.13.V6; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

0,05

2. De rij met Rav-code F 1.5 komt te luiden:

F 1.5

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2005.01.V8; BWL 2008.06.V7; BWL 2014.01.V4

3

0,05

3. Na de rij met Rav-code F 1.7 een regel ingevoegd, luidende:

F 1.8

stal met buizenverwarming

BWL 2017.01.V2

 

0,03

P

Onderdeel F 2, diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok; van 6 tot 30 weken, wordt als volgt gewijzigd:

1. De rijen met Rav-codes F 2.1 en F 2.2 komen te luiden:

F 2.1

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2008.08.V6; BWL 2007.05.V7; BWL 2013.08.V3

3

0,05

F 2.2

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2009.13.V6; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

0,14

2. De rij met Rav-code F 2.5 komt te luiden:

F 2.5

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2005.01.V8; BWL 2008.06.V7; BWL 2014.01.V4

3

0,14

Q

Onderdeel F 3, diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen van 30 weken en ouder, wordt als volgt gewijzigd:

1. De rijen met Rav-codes F 3.1 en F 3.2 komen te luiden:

F 3.1

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2008.08.V6; BWL 2007.05.V7; BWL 2013.08.V3

3

0,06

F 3.2

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2009.13.V6; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

0,18

2. De rij met Rav-code F 3.4 komt te luiden:

F 3.4

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2005.01.V8; BWL 2008.06.V7; BWL 2014.01.V4

3

0,18

R

Onderdeel F 4, diercategorie vleeskalkoenen, wordt als volgt gewijzigd:

1. De rij met Rav-code F 4.2 komt te luiden:

F 4.2

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2008.08.V6; BWL 2007.05.V7; BWL 2013.08.V3

3; 9

0,07

2. De rij met Rav-code F 4.4 komt te luiden:

F 4.4

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2009.13.V6; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

0,20

3. De rij met Rav-code F 4.7 komt te luiden:

F 4.7

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2005.01.V8; BWL 2008.06.V7; BWL 2014.01.V4

3

0,20

S

Onderdeel F 6, additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof, wordt als volgt gewijzigd:

1. De rij met Rav-code F 6.7 komt te luiden:

F 6.7

warmtewisselaar; 37% emissiereductie fijnstof

BWL 2017.03.V1

22

0

2. Na de rij met Rav-code F 6.7 wordt een regel toegevoegd, luidende:

F 6.8

warmtewisselaar;

50% emissiereductie fijnstof)

BWL 2018.05

22

0

T

In onderdeel G 1, diercategorie ouderdieren van vleeseenden tot 24 maanden, komen de rijen met Rav-codes G 1.1 tot en met G 1.3 te luiden:

G 1.1

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2008.08.V6; BWL 2007.05.V7; BWL 2013.08.V3

3

0,032

G 1.2

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2009.13.V6; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

0,096

G 1.3

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2005.01.V8; BWL 2008.06.V7; BWL 2014.01.V4

3

0,096

U

In onderdeel G 2, diercategorie vleeseenden, komen de rijen met Rav-codes G 2.1.1 tot en met G 2.1.3 te luiden:

G 2.1.1

chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2008.08.V6; BWL 2007.05.V7; BWL 2013.08.V3

3

0,021

G 2.1.2

biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2009.13.V6; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

0,063

G 2.1.3

chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2005.01.V8; BWL 2008.06.V7; BWL 2014.01.V4

3

0,063

V

Onderdeel G 4, additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof, wordt als volgt gewijzigd:

1. De rij met Rav-code G 4.6 komt te luiden:

G 4.6

warmtewisselaar; 37% emissiereductie fijn stof

BWL 2017.03.V1

22

0

2. Na de rij met Rav-code G 4.6 wordt een regel toegevoegd, luidende:

G 4.7

warmtewisselaar;

50% emissiereductie fijnstof

BWL 2018.05

22

0

W

In onderdeel I 1, diercategorie voedster inclusief 0,15 ram en bijbehorende jongen tot speenleeftijd, komen de rijen met Rav-factoren I 1.2 tot en met I 1.4 te luiden:

I 1.2

mechanisch geventileerde stal met een biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2009.13.V6; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

0,36

I 1.3

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2005.01.V8; BWL 2008.06.V7; BWL 2014.01.V4

3

0,36

I 1.4

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2008.08.V6; BWL 2007.05.V7; BWL 2013.08.V3

3

0,12

X

In onderdeel I 2, diercategorie vlees- en opfokkonijnen tot dekleeftijd, komen de rijen met Rav-codes I 2.2 tot en met I 2.4 te luiden:

I 2.2

mechanisch geventileerde stal met een biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2006.02.V6; BWL 2007.03.V8; BWL 2009.13.V6; BWL 2010.27.V6; BWL 2010.28.V6; BWL 2011.11.V5; BWL 2013.02.V4; BWL 2015.04.V4

3

0,06

I 2.3

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie

BWL 2005.01.V8; BWL 2008.06.V7; BWL 2014.01.V4

3

0,06

I 2.4

mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie

BWL 2008.08.V6; BWL 2007.05.V7; BWL 2013.08.V3

3

0,02

Y

Hoofdcategorie K: paarden, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de rij met Rav-code K 1 komt de tekst in de tweede kolom te luiden: diercategorie volwassen paarden (3 jaar en ouder).

2. In de rij met Rav-code K 2 komt de tekst in de tweede kolom te luiden: diercategorie paarden in opfok (jonger dan 3 jaar).

3. In de rij met Rav-code K 3 komt de tekst in de tweede kolom te luiden: diercategorie volwassen pony's (3 jaar en ouder).

4. In de rij met Rav-code K 4 komt de tekst in de tweede kolom te luiden: diercategorie pony's in opfok (jonger dan 3 jaar).

Z

Eindnoot 11 onderaan bijlage 1 komt te luiden:

Bij een huisvestingssysteem bij de hoofdcategorie kippen waar een overdekte uitloop aanwezig is, geldt de emissiefactor voor het huisvestingssysteem inclusief uitloop als de oppervlakte van de uitloop geen deel uitmaakt van het op grond van het Besluit houders van dieren vereiste leefoppervlak.

Aa

In eindnoot 28 onderaan bijlage 1 wordt de zinsnede ‘waarvoor vergunning is verleend voordat de wijziging van de regeling in werking is getreden’ vervangen door ‘waarvoor vergunning is verleend, of, als geen vergunning nodig is, die zijn toegepast voor de datum waarop de eindnoot op het huisvestingssysteem van toepassing is verklaard’.

ARTIKEL II

De Regeling geurhinder en veehouderij wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

Voor een veehouderij waarvoor geen omgevingsvergunning is vereist, wordt de geurbelasting die de veehouderij veroorzaakt vanwege dierenverblijven waarin een huisvestingssysteem dat begint met een van de navolgende BWL-codes wordt toegepast, tot 1 juli 2019 berekend met de geuremissiefactor voor de betreffende diercategorie zoals die luidde onmiddellijk vóór de datum van inwerkingtreding van de Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 17 juli 2018 tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij en de Regeling geurhinder en veehouderij (wijzigingen rendement geur voor bepaalde luchtwassystemen en periodieke actualisatie emissiefactoren voor ammoniak en geur) (Stcrt. 2018, 39679), indien vóór 1 mei 2018 reeds een aanvang is gemaakt met het oprichten of veranderen van de veehouderij:

  • a. BWL 2006.14

  • b. BWL 2006.15

  • c. BWL 2007.01

  • d. BWL 2007.02

  • e. BWL 2009.12

  • f. BWL 2010.02

  • g. BWL 2011.07

  • h. BWL 2011.08

  • i. BWL 2012.07.

B

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel A4, diercategorie vleeskalveren tot circa 8 maanden, komt als volgt te luiden:

A 4

diercategorie vleeskalveren tot circa 8 maanden

     

emissiearme en overige huisvesting

   

35,6

chemisch luchtwassysteem 30% geurreductie

   

24,9

biologisch luchtwassysteem 45% geurreductie

   

19,6

gecombineerd luchtwassysteem 30% geurreductie

BWL 2006.14.V7;

BWL 2006.15.V8;

BWL 2007.01.V8

 

24,9

gecombineerd luchtwassysteem 45% geurreductie

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4;

BWL 2010.02.V6; BWL 2011.07.V5; BWL 2011.08.V5;

BWL 2012.07.V5

 

19,6

2. Onderdeel C1, diercategorie geiten ouder dan 1 jaar, komt als volgt te luiden:

C 1

diercategorie geiten ouder dan 1 jaar

     

emissiearme en overige huisvesting

   

18,8

mechanisch geventileerde gesloten stal (BWL 2017.07.V1) met een chemisch luchtwassysteem 30% geurreductie

   

13,4

mechanisch geventileerde gesloten stal (BWL 2017.07.V1) met een biologisch luchtwassysteem 45% geurreductie

 

6

10,8

mechanisch geventileerde gesloten stal (BWL 2017.07.V1) met een gecombineerd luchtwassysteem 30% geurreductie

BWL 2006.14.V7;

BWL 2006.15.V8;

BWL 2007.01.V8

6

13,4

mechanisch geventileerde gesloten stal (BWL 2017.07.V1) met een gecombineerd luchtwassysteem 45% geurreductie

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4;

BWL 2010.02.V6; BWL 2011.07.V5; BWL 2011.08.V5;

BWL 2012.07.V5

6

10,8

3. Onderdeel C 2, diercategorie opfokgeiten van 61 dagen tot en met één jaar, komt als volgt te luiden:

C 2

diercategorie opfokgeiten van 61 dagen tot en met één jaar

     

emissiearme en overige huisvesting

   

11,3

mechanisch geventileerde gesloten stal (BWL 2017.07.V1) met een chemisch luchtwassysteem 30% geurreductie

 

6

8,1

mechanisch geventileerde gesloten stal (BWL 2017.07.V1) met een biologisch luchtwassysteem 45% geurreductie

 

6

6,5

mechanisch geventileerde gesloten stal (BWL 2017.07.V1) met een gecombineerd luchtwassysteem 30% geurreductie

BWL 2006.14.V7;

BWL 2006.15.V8;

BWL 2007.01.V8

6

8,1

mechanisch geventileerde gesloten stal (BWL 2017.07.V1) met een gecombineerd luchtwassysteem 45% geurreductie

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4

BWL 2010.02.V6; BWL 2011.07.V5; BWL 2011.08.V5;

BWL 2012.07.V5

6

6,5

4. Onderdeel C 3, diercategorie opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen, komt als volgt te luiden:

C 3

diercategorie opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen

     

emissiearme en overige huisvesting

   

5,7

mechanisch geventileerde gesloten stal (BWL 2017.07.V1) met een chemisch luchtwassysteem 30% geurreductie

 

6

4,1

mechanisch geventileerde gesloten stal (BWL 2017.07.V1) met een biologisch luchtwassysteem 45% geurreductie

 

6

3,3

mechanisch geventileerde gesloten stal (BWL 2017.07.V1) met een gecombineerd luchtwassysteem 30% geurreductie

BWL 2006.14.V7;

BWL 2006.15.V8;

BWL 2007.01.V8

6

4,1

mechanisch geventileerde gesloten stal (BWL 2017.07.V1) met een gecombineerd luchtwassysteem 45% geurreductie

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4;

BWL 2010.02.V6; BWL 2011.07.V5; BWL 2011.08.V5;

BWL 2012.07.V5

6

3,3

5. Onderdeel D 1.1, diercategorie biggenopfok (gespeende biggen), komt als volgt te luiden:

D 1.1

diercategorie biggenopfok (gespeende biggen)

     

emissiearme huisvesting (a.e. ≤0,3 kg per dierplaats per jaar)

 

4

5,4

luchtwassysteem in combinatie met emissiearme huisvesting (a.e. ≤0,3 kg per dierplaats per jaar):

 

4

 
 

chemisch luchtwassysteem 30% geurreductie

   

3,8

 

biologisch luchtwassysteem 45% geurreductie

   

3,0

 

gecombineerd luchtwassysteem 30% geurreductie

BWL 2006.14.V7;

BWL 2006.15.V8;

BWL 2007.01.V8

 

3,8

 

gecombineerd luchtwassysteem 45% geurreductie

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4;

BWL 2010.02.V6; BWL 2011.07.V5; BWL 2011.08.V5;

BWL 2012.07.V5

 

3,0

overige huisvesting

   

7,8

luchtwassysteem in combinatie met overige huisvesting:

     
 

chemisch luchtwassysteem 30% geurreductie

   

5,5

 

biologisch luchtwassysteem 45% geurreductie

   

4,3

 

gecombineerd luchtwassysteem 30% geurreductie

BWL 2006.14.V7;

BWL 2006.15.V8;

BWL 2007.01.V8

 

5,5

 

gecombineerd luchtwassysteem 45% geurreductie

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4;

BWL 2010.02.V6; BWL 2011.07.V5; BWL 2011.08.V5;

BWL 2012.07.V5

 

4,3

6. Onderdeel D 1.2, diercategorie kraamzeugen (incl. biggen tot spenen), komt als volgt te luiden:

D 1.2

diercategorie kraamzeugen (incl. biggen tot spenen)

     

emissiearme en overige huisvesting

   

27,9

chemisch luchtwassysteem 30% geurreductie

   

19,5

biologisch luchtwassysteem 45% geurreductie

   

15,3

gecombineerd luchtwassysteem 30% geurreductie

BWL 2006.14.V7;

BWL 2006.15.V8;

BWL 2007.01.V8

 

19,5

gecombineerd luchtwassysteem 45% geurreductie

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4;

BWL 2010.02.V6; BWL 2011.07.V5; BWL 2011.08.V5;

BWL 2012.07.V5

 

15,3

7. Onderdeel D 1.3, diercategorie guste en dragende zeugen, komt als volgt te luiden:

D 1.3

diercategorie guste en dragende zeugen

     

emissiearme en overige huisvesting

   

18,7

chemisch luchtwassysteem 30% geurreductie

   

13,1

biologisch luchtwassysteem 45% geurreductie

   

10,3

gecombineerd luchtwassysteem 30% geurreductie

BWL 2006.14.V7;

BWL 2006.15.V8;

BWL 2007.01.V8

 

13,1

gecombineerd luchtwassysteem 45% geurreductie

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4;

BWL 2010.02.V6; BWL 2011.07.V5; BWL 2011.08.V5;

BWL 2012.07.V5

 

10,3

8. Onderdeel D 2, diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder, komt als volgt te luiden:

D 2

diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder

     

emissiearme en overige huisvesting

   

18,7

chemisch luchtwassysteem 30% geurreductie

   

13,1

biologisch luchtwassysteem 45% geurreductie

   

10,3

gecombineerd luchtwassysteem 30% geurreductie

BWL 2006.14.V7;

BWL 2006.15.V8;

BWL 2007.01.V8

 

13,1

gecombineerd luchtwassysteem 45% geurreductie

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4;

BWL 2010.02.V6; BWL 2011.07.V5; BWL 2011.08.V5;

BWL 2012.07.V5

 

10,3

9. Onderdeel D 3, diercategorie vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking, komt als volgt te luiden:

D 3

diercategorie vleesvarkens, opfokberen van circa 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van circa 25 kg tot eerste dekking

 

5

 

emissiearme huisvesting (a.e. ≤1,6 kg per dierplaats per jaar)

 

4

17,9

luchtwassysteem in combinatie met emissiearme huisvesting (a.e. ≤1,6 kg per dierplaats per jaar) in combinatie met:

 

4

 
 

chemisch luchtwassysteem 30% geurreductie

   

12,5

 

biologisch luchtwassysteem 45% geurreductie

   

9,8

 

gecombineerd luchtwassysteem 30% geurreductie

BWL 2006.14.V7;

BWL 2006.15.V8;

BWL 2007.01.V8

 

12,5

 

gecombineerd luchtwassysteem 45% geurreductie

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4;

BWL 2010.02.V6; BWL 2011.07.V5; BWL 2011.08.V5;

BWL 2012.07.V5

 

9,8

overige huisvesting

   

23

Luchtwassysteem in combinatie met overige huisvesting:

     
 

chemisch luchtwassysteem 30% geurreductie

   

16,1

 

biologisch luchtwassysteem 45% geurreductie

   

12,7

 

gecombineerd luchtwassysteem 30% geurreductie

BWL 2006.14.V7;

BWL 2006.15.V8;

BWL 2007.01.V8

 

16,1

 

gecombineerd luchtwassysteem 45% geurreductie

BWL 2007.02.V6; BWL 2009.12.V4;

BWL 2010.02.V6; BWL 2011.07.V5; BWL 2011.08.V5;

BWL 2012.07.V5

 

12,7

10. In hoofdcategorie E: kippen, wordt in de rijen met huisvestingssysteem chemisch luchtwassysteem 40% geurreductie ‘BWL 2007.05.V6’ gewijzigd in ‘BWL 2007.05.V7’.

11. In hoofdcategorie F: kalkoenen, wordt in de rijen met huisvestingssysteem chemisch luchtwassysteem 40% geurreductie ‘BWL 2007.05.V6’ gewijzigd in ‘BWL 2007.05.V7’.

12. In hoofdcategorie G: eenden, wordt in de rijen met huisvestingssysteem chemisch luchtwassysteem 40% geurreductie ‘BWL 2007.05.V6’ gewijzigd in ‘BWL 2007.05.V7’.

13. In hoofdcategorie J: parelhoenders wordt in de rij met huisvestingssysteem chemisch luchtwassysteem 40% geurreductie ‘BWL 2007.05.V6’ gewijzigd in ‘BWL 2007.05.V7’.

14. Onder aan de bijlage wordt na eindnoot 5 een eindnoot toegevoegd, luidende:

6. Bij de diercategorie geiten is bij het bepalen van het emissiereductiepercentage voor luchtwassystemen rekening gehouden met leklucht.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-Van der Meer

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

Deze regeling wijzigt bijlage 1 bij de Regeling ammoniak en veehouderij (hierna: Rav) en bijlage 1 bij de Regeling geurhinder en veehouderij (hierna ook: Rgv). In de Rgv zelf is daarnaast een overgangsbepaling opgenomen die verband houdt met de wijziging van bijlage 1 bij de Rgv. De Rav is een ministeriële regeling die regels bevat voor de uitvoering van de Wet ammoniak en veehouderij (hierna: Wav). De Rgv is een ministeriële regeling die regels bevat voor de uitvoering van de Wet geurhinder en veehouderij.

In bijlage 1 bij de Rav zijn emissiefactoren opgenomen voor de berekening van de ammoniakemissie door veehouderijen. De emissiefactoren zijn gekoppeld aan huisvestingssystemen per diercategorie. De emissiefactoren worden gebruikt voor de beoordeling of huisvestingssystemen in dierenverblijven voldoen aan de maximale emissiewaarden in het Besluit emissiearme huisvesting (hierna: Behv). Deze beoordeling vindt op grond van de Wav plaats in het kader van de behandeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning milieu op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: omgevingsvergunning milieu) voor de oprichting of verandering van een veehouderij of in het kader van de naleving van de algemene regels op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) voor het houden van dieren. De emissiefactoren uit de Rav worden daarnaast gebruikt bij het berekenen van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden op grond van de Wet natuurbescherming.

Bijlage 1 bij de Rgv bevat een lijst met (groepen van) huisvestingssystemen met bijbehorende emissiefactoren aan de hand waarvan de geuremissie en geurbelasting vanuit dierenverblijven worden berekend. De geuremissiefactoren worden gebruikt bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning milieu voor de oprichting of verandering van een veehouderij en voor de naleving van de algemene regels uit het Activiteitenbesluit voor het houden van dieren.

De wijzigingen in deze regeling zijn tweeledig. In de eerste plaats zijn de emissiefactoren voor geur van alle gecombineerde luchtwassystemen en één biologisch luchtwassysteem verhoogd. Dit is gedaan naar aanleiding van recent uitgevoerd onderzoek naar de effectiviteit van luchtwassystemen in de praktijk.

In de tweede plaats zijn wijzigingen doorgevoerd in het kader van de reguliere halfjaarlijkse actualisatie van emissiefactoren naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen. De wijzigingen worden hierna nader toegelicht.

2. Inhoud van de regeling

Wijzigingen emissiefactoren geur voor luchtwassystemen

De aanleiding voor de wijziging van de geuremissiefactoren in de Rgv is gelegen in de resultaten van recent uitgevoerd onderzoek door Wageningen University & Research (hierna: WUR) naar de reductiepercentages van luchtwassystemen in de praktijk1. Dit onderzoek werd uitgevoerd naar aanleiding van het tussenadvies van de bestuurlijke werkgroep evaluatie geurhinder uit 20152, waarin twijfels werden geuit over de prestaties van luchtwassers. Uit het onderzoek van de WUR is de conclusie getrokken dat, in tegenstelling tot de gemeten enkelvoudige luchtwassystemen, de geurreductie van de gecombineerde luchtwassystemen in de praktijk veel lager is dan waar in de Rgv van wordt uitgegaan. De in de Rgv opgenomen reductiepercentages voor gecombineerde luchtwassystemen zijn gebaseerd op in Duitsland geteste gecombineerde luchtwassystemen en op Duitse laboratoriummetingen. Die metingen zijn, net als de metingen in Nederland, uitgevoerd volgens de Europese norm voor geurmeting. In de uitvoering van de metingen volgens deze norm door Nederlandse en Duitse laboratoria zijn er echter grote verschillen gebleken. De metingen door Nederlandse laboratoria gaven veel hogere geurconcentraties te zien dan de metingen door Duitse laboratoria. Deze verschillen tussen meetlaboratoria kunnen leiden tot verschillen in de geurrendementen. Naast het verschil in metingen geeft het onderzoek een aantal andere mogelijke oorzaken aan van de lagere geurverwijdering door de desbetreffende luchtwassystemen, zoals het ontwerp van de luchtwassystemen, niet uitgevoerd onderhoud of onvoldoende procesbewaking en -sturing. Tenslotte zouden verschillen tussen de in dit onderzoek gevonden rendementen voor gecombineerde luchtwassystemen en de emissiereducties volgens de Rgv kunnen samenhangen met de verschillen in de manier waarop in Nederland en Duitsland stalventilatiesystemen en luchtwassystemen worden gedimensioneerd. Het is op dit moment nog niet duidelijk of en in hoeverre deze mogelijke oorzaken bijdragen aan de verlaagde geurrendementen. In de Kamerbrief van 3 april jl. is aangekondigd dat met de WUR in overleg getreden wordt om te bezien wat op korte termijn kan bijdragen aan een betere werking van gecombineerde luchtwassystemen.

Gezien de door de WUR gemeten geurrendementen en de aanname van de WUR dat gecombineerde luchtwassystemen wat betreft het werkingsprincipe vergelijkbaar zijn met enkelvoudige luchtwassystemen, is besloten de geurreductiepercentages van gecombineerde luchtwassystemen voorlopig gelijk te stellen aan die van enkelvoudige luchtwassystemen. Het geurreductiepercentage van de gecombineerde luchtwassystemen in de Rgv is daarmee gezet op het niveau dat (momenteel) aantoonbaar minimaal in de praktijk kan worden gehaald. Hiermee wordt voorkomen dat bij nieuwvestiging of uitbreiding van veehouderijen de geuremissie wordt berekend met te lage geuremissiefactoren en omwonenden van (nieuwe) veehouderijen kunnen worden blootgesteld aan een te hoge geurbelasting. Een te hoge geurbelasting zou voor omwonenden langdurig tot een slechter woonklimaat kunnen leiden. Veehouderijen die eenmaal zijn opgericht, kunnen immers worden voortgezet in overeenstemming met hun vergunning of de algemene regels van het Activiteitenbesluit, zonder dat zij verplicht zijn hun geuremissie te verminderen.

Wanneer op een gegeven moment overtuigend en met waarborgen omkleed wordt aangetoond dat bepaalde luchtwassystemen beter kunnen presteren dan de huidige rendementen, kan de Rgv daarop worden aangepast.

De emissiefactoren van de luchtwassystemen die zijn verhoogd, zijn weergegeven in de onderstaande tabel. Omdat voor het rendement van het biologisch luchtwassysteem met 70% geurreductie (BWL 2012.07.V5) dezelfde overwegingen gelden als voor de gecombineerde luchtwassystemen is ook van dit systeem het rendement aangepast. In de tabel zijn de reductiepercentages van de systemen van vóór deze wijziging en de nieuwe reductiepercentages genoemd. Hierbij is aangesloten op de reductiepercentages voor geur van de reeds opgenomen enkelvoudige luchtwassystemen in bijlage 1 van de Rgv. Aan de hand van de nieuwe reductiepercentages zijn de emissiefactoren bij alle van toepassing zijnde diercategorieën herberekend en opnieuw vastgesteld. De wijziging heeft gevolgen voor de diercategorieën vleeskalveren en varkens, te weten biggen, zeugen, vleesvarkens en dekberen.

BWL

Type

Reductie%

voor wijziging

Reductie% na wijziging

BWL 2006.14

Chem

70%

30%

BWL 2006.15

Chem

80%

30%

BWL 2007.01

Chem

75%

30%

BWL 2007.02

Bio

75%

45%

BWL 2009.12

Bio

85%

45%

BWL 2010.02

Bio

75%

45%

BWL 2011.07

Bio

75%

45%

BWL 2011.08

Bio/Chem

75%

45%

BWL 2012.07

Bio

70%

45%

Wijzigingen reguliere actualisatie emissiefactoren

In het kader van de reguliere actualisatie naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen zijn in bijlage 1 bij de Rgv alle luchtwassystemen voor de diercategorie geiten toegevoegd. Hierdoor hebben alle systeembeschrijvingen voor luchtwassystemen (in de Rgv en Rav) een hoger versienummer gekregen. De reductiepercentages voor geur voor de diercategorie geiten zijn gebaseerd op de reductiepercentages voor varkens, maar zijn gecorrigeerd voor 5% lekverlies van ongereinigde stallucht bij geitenstallen. Dit vanwege de grotere openingen bij geitenstallen.

Daarnaast is bijlage 1 bij de Rav op onderdelen aangepast. In hoofdlijnen gaat het om de volgende wijzigingen:

Ten eerste zijn nieuwe huisvestingssystemen beschikbaar gekomen voor de diercategorieën melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar (A 1), vleeskalveren tot circa 8 maanden (A 4), kraamzeugen (incl. biggen tot spenen) (D 1.2) en ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok (F 1).

Ten tweede is bij de diercategorie melk- en kalfkoeien (A 1) voor twee systemen een definitieve emissiefactor vastgesteld. De definitieve emissiefactor is bepaald op basis van de opgeleverde meetrapporten van de proefstallen.

Ten derde is van vier huisvestingssystemen bij de diercategorie melk- en kalfkoeien A 1 de voorlopige emissiefactor (eindnoot 19) ingetrokken en vervangen door eindnoot 28 (het huisvestingssysteem kan in nieuwe situaties niet meer worden toegepast). Omdat de meetrapporten van de ammoniakemissie niet binnen de geldende termijn zijn opgeleverd, kan geen definitieve emissiefactor voor ammoniak worden vastgesteld en zijn de systemen niet langer voor nieuwbouw beschikbaar.

Ten vierde is in bijlage 1 bij de Rav een aantal systeembeschrijvingen en een voetnoot aangepast op verzoek van de fabrikanten, omdat hiermee de manier van het gebruik van het systeem wordt verduidelijkt.

Tot slot is van de huisvestingssystemen waarin luchtwassystemen worden toegepast het BWL-versienummer aangepast. Dit vanwege de aanpassing van de emissiefactoren voor geur, maar ook omdat luchtwassystemen nu voor geurreductie bij geiten kunnen worden ingezet. Op dit punt is de beschrijving van het huisvestingssysteem in de BWL aangepast.

De wijzigingen zijn in het artikelsgewijze deel nader toegelicht.

3. Overgangsrecht

Voor veehouderijen die vallen onder het Activiteitenbesluit en daarom geen omgevingsvergunning milieu (maar mogelijk wel een omgevingsvergunning beperkte milieutoets als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo; hierna: OBM) nodig hebben is overgangsrecht opgenomen. Anders dan bij bedrijven waarvoor een omgevingsvergunning milieu verplicht is gesteld, wordt voor deze veehouderijen niet voorafgaand aan de oprichting of verandering getoetst of zij voldoen aan de geldende geurnorm. Deze veehouderijen moeten pas na afloop van de oprichting of verandering aan de geurnormen van het Activiteitenbesluit voldoen. Dit kan betekenen dat een bedrijf na oprichting of verandering van een veehouderij ermee geconfronteerd kan worden dat de verandering helemaal geen doorgang kan vinden of dat minder dieren kunnen worden gehouden dan het aantal waarvan voor de oprichting of verandering werd uitgegaan. Een veehouderij die valt onder het Activiteitenbesluit heeft als gevolg hiervan op het moment van wijzigen van de emissiefactoren voor geur mogelijk al grote investeringen gedaan (stal gebouwd, luchtwasser geplaatst). Om te voorkomen dat deze investeringen voor niets zijn gedaan is in de Rgv overgangsrecht opgenomen. In het overgangsrecht is aangesloten bij het moment van oprichting of verandering, omdat dit het moment is dat de investeringskosten in ieder geval zijn gemaakt en de oprichting of verandering van de veehouderij dan al in een concreet stadium is (anders dan het hebben van een plan tot oprichting of uitbreiding). Met het oprichten of veranderen van een veehouderij is daadwerkelijk een aanvang gemaakt als rechtmatig is begonnen met de nodige bouwwerkzaamheden ten behoeve van de oprichting of verandering.

Voor vergunningplichtige bedrijven is geen overgangsrecht opgenomen. Voor deze bedrijven wordt ervan uitgegaan dat voordat een omgevingsvergunning milieu is verleend niet al grote investeringen zijn gedaan (zoals het bouwen van een stal of het plaatsen van een luchtwasser).

Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting bij artikel II, onder A.

4. Gevolgen

Administratieve lasten

Deze regeling bevat geen meldings-, registratie- of onderzoeksverplichtingen en leidt daarom niet tot een verhoging van administratieve lasten bij bedrijven.

Effecten voor het bedrijfsleven

Het wijzigen van de emissiefactoren voor geur en voor ammoniak heeft geen nadelige gevolgen voor bestaande situaties. Voor vergunningplichtige veehouderijen geldt dat zij mogen blijven handelen in overeenstemming met hun vergunning. Voor veehouderijen die onder het Activiteitenbesluit vallen geldt dat zolang de inrichting niet wordt veranderd de oude emissiefactoren blijven gelden.

Voor nieuwe situaties heeft de wijziging van de emissiefactoren de onderstaande gevolgen.

Door het verhogen van de emissiefactoren voor geur bij huisvestingssystemen waar een gecombineerd luchtwassysteem of het hiervoor genoemde biologische luchtwassysteem is toegepast, zijn er in de toekomst mogelijk minder uitbreidingsmogelijkheden voor veehouderijen met dergelijke luchtwassystemen. Het gaat hierbij om varkenshouderijen en vleeskalverenhouderijen omdat daar deze luchtwassystemen worden toegepast. De vermindering van uitbreidingsmogelijkheden geldt zowel voor bedrijven die deze luchtwassystemen al toepassen als bedrijven die deze in de toekomst willen toepassen. Bedrijven die deze luchtwassystemen toepassen, krijgen bij een toekomstige aanvraag voor een wijziging van de veehouderij te maken met een hogere berekende geurbelasting van de bestaande inrichting. Wanneer hierdoor de geurnorm (bijna) wordt overschreden, zullen meer maatregelen genomen moeten worden om de geurbelasting naar beneden te brengen, wil uitbreiden (in gelijke omvang) nog mogelijk zijn. Daarbij geldt dat uitbreidingen voor bedrijven waarvan de geurbelasting de geurnorm overschrijdt alleen maar mogelijk zijn met toepassing van de zogenaamde 50% regel. Op grond daarvan mag de helft van de geurwinst die door geurreducerende maatregelen wordt bereikt door de veehouder gebruikt worden om meer dieren te houden. Voor bedrijven waarvan de geurbelasting onder de geurnorm blijft, mag 100% van de geurwinst die door geurreducerende maatregelen wordt bereikt weer gebruikt worden om extra dieren te houden. Het is nu moeilijker om de geurbelasting te reduceren, omdat de technieken met de hoogste reductie, met deze wijziging van de Rgv een lager reductiepercentage hebben gekregen dat gelijk is aan andere luchtwassystemen. Er zijn momenteel nog geen alternatieve technieken beschikbaar met een groter geurreducerend rendement. Alternatieve technieken met een lager geurreducerend rendement zijn te vinden in bijlage 1 bij de Rgv.

In situaties waarin al een omgevingsvergunning milieu is aangevraagd voor een uitbreiding in dieren, maar deze vergunning nog niet is verleend, kan de wijziging van emissiefactoren gevolgen hebben. Deze gewijzigde emissiefactoren voor geur gelden namelijk als er een omgevingsvergunning milieu voor een nieuw huisvestingssysteem of een uitbreiding van een bestaand huisvestingssysteem is aangevraagd, maar nog niet is verleend. Bij het nemen van een besluit op de aanvraag moet de geurbelasting van de gehele veehouderij berekend worden met de nieuwe emissiefactoren. Wanneer hierdoor de geldende geurnormen van de Wet geurhinder en veehouderij worden overschreden, kan dit leiden tot een afwijzing van de aanvraag. Voor de kosten voor de aanvraag om een omgevingsvergunning milieu wordt uitgegaan van een gemiddeld bedrag van € 3.253 (gebaseerd op categorie Landbouw en veeteelt), inclusief alle administratieve lasten. Dit kengetal is ontleend aan het bedrag dat voor de aanvraag op grond van de Wet milieubeheer werd berekend in het rapport ‘Nulmeting administratieve lasten bedrijven 2007 Ministerie van VROM (Regiegroep Regeldruk, 31 juli 2008)’. Deze kosten zullen mede vanwege een verdergaande digitalisering middels het Omgevingsloket Online (OLO) ook in 2018 nog actueel zijn.

Wanneer de aanvraag wordt afgewezen, kan het zijn dat de aanvrager de kosten voor het indienen van een aanvraag en andere investeringskosten voor niets heeft gemaakt of dat extra kosten moeten worden gemaakt voor het wijzigen van de aanvraag en de plannen.

Voor veehouderijen die vallen onder het Activiteitenbesluit en daarom geen omgevingsvergunning milieu nodig hebben (maar eventueel wel een OBM) is overgangsrecht opgenomen. Met het opgenomen overgangsrecht wordt voorkomen dat voor die bedrijven die al een aanvang hebben gemaakt met de oprichting of verandering van een veehouderij op het moment dat bekend werd dat de emissiefactoren voor geur voor de genoemde luchtwassystemen zouden worden aangepast, de investeringen in o.a. gebouwen, gebouwinrichting en de luchtwassystemen (deels) moeten worden teruggedraaid.

Informatie van omgevingsdiensten wijst voor heel Nederland in de richting van ongeveer 200 à 225 lopende vergunningprocedures waarbij een gecombineerd luchtwassysteem een rol speelt. Bij ongeveer 80% hiervan zal sprake zijn van een situatie waarbij de norm wordt overschreden en aanvullende maatregelen nodig zijn. Het is niet mogelijk om een inschatting van de kosten van deze maatregelen te maken. Deze zullen per situatie verschillend zijn. Verder is de indicatie van omgevingsdiensten dat er tussen de 20 en 60 bedrijven zijn die onder het Activiteitenbesluit en daarmee ook onder het overgangsrecht zullen vallen.

De wijzigingen in het kader van de reguliere actualisatie van de emissiefactoren voor ammoniak leiden niet tot extra nalevingskosten voor bedrijven. Doordat met deze wijziging nieuwe huisvestingssystemen in de Rav zijn opgenomen, krijgen veehouders meer mogelijkheden om te kiezen tussen huisvestingssystemen en daarmee te voldoen aan de emissiewaarden voor ammoniak, waarbij de kosten van de verschillende mogelijkheden variëren. Hetzelfde geldt voor het opnemen van alle luchtwassystemen voor geiten in de Rgv in het kader van de reguliere actualisatie van deze regeling.

Lasten voor de overheid

Er is mogelijk sprake van een stijging van de bestuurlijke lasten voor gemeenten en provincies die optreden als bevoegd gezag. Vanwege het actualiseren van de emissiefactoren kan het zijn dat bij lopende procedures voor de aanvraag van een omgevingsvergunning milieu voor de oprichting of verandering van een veehouderij, de geurbelasting of ammoniakemissie opnieuw berekend moeten worden.

Effecten voor het milieu

De gevolgen van de wijziging van de Rgv en de Rav voor het milieu zijn neutraal tot positief.

De wijziging van de emissiefactoren voor gecombineerde luchtwassystemen en één biologisch luchtwassysteem in bijlage 1 van de Rgv heeft tot gevolg dat voor veehouderijen bij de beoordeling van een nieuwe of een veranderde situatie met bestaande of te plaatsen luchtwassystemen als hiervoor genoemd met een lager geurreductiepercentage wordt gerekend. De wijziging voorkomt daardoor dat er meer situaties ontstaan waar de geurbelasting in de praktijk feitelijk hoger is dan vooraf berekend, wat een te hoge geurbelasting zal voorkomen.

Door de nieuwe emissiefactoren op het moment van publicatie van deze regeling direct van toepassing te laten zijn op vergunningplichtige situaties worden vanaf dat moment duizenden mensen beschermd tegen een te hoge geurbelasting.

Door het toevoegen van betere emissiebeperkende huisvestingssystemen aan bijlage 1 bij de Rav, zijn er ruimere mogelijkheden om ammoniakemissies te beperken. Systemen waarvan het ammoniakreducerend effect niet is onderbouwd met metingen zijn afgevoerd van bijlage 1 bij de Rav. Hierdoor bestaat er in geval van nieuwbouw geen onzekerheid over de daadwerkelijke ammoniakemissie van deze huisvestingssystemen. Het opnemen van alle luchtwassystemen voor geiten in bijlage 1 bij de Rgv heeft tot gevolg dat er meer mogelijkheden zijn om de geuremissie van geiten te beperken.

5. Consultatie

De verschillende meetrapporten, beschrijvingen van huisvestingssystemen en andere gegevens die de basis vormen voor de gewijzigde emissiefactoren in bijlage 1 bij de Rav zijn in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat door deskundigen van de Technische adviespool van RVO op volledigheid en juistheid beoordeeld. Zij hebben aan het ministerie advies uitgebracht over de te hanteren emissiefactoren en uitvoeringseisen voor de verschillende huisvestingssystemen in de Rav. Dit geldt ook voor de aanpassingen van systeembeschrijvingen in de Rgv, die gelijk zijn aan de beschrijvingen in de Rav. Voor het aanpassen van de emissiefactoren in de Rgv worden de bevindingen uit het genoemde onderzoek van de WUR gevolgd.

Op 1 juni 2018 heeft het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) geadviseerd over de gevolgen van de regeling voor de regeldruk. Naar het oordeel van het college zijn nut en noodzaak van aanpassingen in de regelgeving onderbouwd. Het ATR heeft verder geadviseerd de onderbouwing van de regeling op een aantal punten te verbeteren:

  • Het college adviseert in de toelichting aandacht te besteden aan de door de WUR genoemde mogelijke andere oorzaken voor de lagere geurreducties van gecombineerde luchtwassystemen en aan overwogen (minder belastende) maatregelen om de ervaren problemen aan te pakken. In paragraaf 2 is aandacht besteed aan mogelijke andere oorzaken voor de lagere geurreducties en toegelicht waarom is gekozen voor het verhogen van de emissiefactoren.

  • Het college adviseert in de toelichting te verduidelijken op welke wijze bedrijven met plannen voor uitbreiding of nieuwvestiging in de nieuwe situatie kunnen voldoen aan de bepalingen met betrekking tot geur en adviseert daarbij ook expliciet aandacht te besteden aan nieuwe technologische mogelijkheden. In reactie hierop wordt opgemerkt dat door een combinatie van technieken er soms oplossingen zijn. Ondernemers kunnen zelf het beste bepalen hoe ze met wijzigingen van emissiefactoren om moeten gaan, aangezien iedere bedrijfssituatie uniek is.

  • Nieuwe technieken met bijbehorende emissiefactor worden vermeld in de Rgv en de Rav, zie daarvoor de site van Infomil (https://www.infomil.nl/onderwerpen/landbouw/).

  • Nieuwe technieken die nog niet in de bijlage bij de Rgv en de Rav zijn opgenomen, kunnen als ze aan bepaalde eisen voldoen, toegelaten worden. Hiervoor kan contact worden opgenomen met RVO.nl (rav@rvo.nl).

  • Het college adviseert de inwerkingtredingsdatum zodanig te bepalen dat sprake is van werkbare en uitvoerbare regelgeving en vraagt daarbij aandacht voor lopende vergunningprocedures. Naar aanleiding van dit advies is de toelichting aangevuld met informatie over lopende vergunningprocedures.

  • Het college adviseert de regeldrukeffecten in kaart te brengen conform de Rijksbrede methodiek voor de analyse van regeldrukgevolgen. In reactie hierop wordt opgemerkt dat de gevolgen van de wijziging van de emissiefactoren sterk situatie afhankelijk zijn. Deze hangen samen met de concrete geursituatie en de bedrijfsomstandigheden per locatie. Bedrijven maken een individuele en bedrijfseconomische afweging of en hoe ze onder de gegeven randvoorwaarden (waaronder emissiefactoren) een bedrijfsactiviteit willen starten of uitbreiden. Het is niet mogelijk om generiek een berekening te maken van de eventuele meerkosten die bedrijven zouden hebben bij een uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten.

Internetconsultatie

Door middel van internetconsultatie is aan eenieder de gelegenheid geboden om te reageren op een concept van deze regeling. Op de internetconsultatie zijn 181 reacties binnengekomen, waarvan 86 openbaar. Daarnaast zijn bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat schriftelijke reacties binnengekomen. In totaal gaat het om 450 unieke reacties. Het aantal reacties is een benadering, omdat gebleken is dat meerdere personen een (gelijkluidende) reactie hebben ingediend. Ruim 85% van de ontvangen reacties is ingediend door of namens bedrijven in de varkensveehouderij. Circa 80% hiervan zijn eensluidende reacties. Daarnaast zijn reacties ontvangen van luchtwasserleveranciers, adviesbureaus voor vergunningverlening, bewoners- en milieuorganisaties, omwonenden van veehouderijen, overheden en overheidsorganisaties. De inhoud van de reacties is betrokken bij de regeling. Gelet op het aantal ontvangen reacties is het niet mogelijk om in deze toelichting inhoudelijk in te gaan op de individuele inspraakreacties, maar wordt slechts in hoofdlijnen weergegeven wat de aard van de reacties was en in hoeverre deze tot aanpassingen van de regeling hebben geleid.

De varkenshouders en diverse branche-organisaties van de veehouderij (Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV), Nederlandse Melkveehouders Vakbond, LTO) brengen naar voren dat bij het onderzoek van de WUR meerdere kanttekeningen kunnen worden geplaatst en zijn van mening dat dit niet ten grondslag kan worden gelegd aan de wijziging van de emissiefactoren. Zij vinden de wijziging voorbarig. Zij zijn van mening dat gecombineerde luchtwassystemen, mits goed uitgevoerd en onderhouden, het rendement kunnen behalen wat ze moeten halen, en wijzen erop dat er volgens hen in de praktijk genoeg meetresultaten beschikbaar zijn waaruit zou blijken dat de rendementen wél worden gehaald. Zij wijzen op grote nadelige gevolgen voor de (varkens)veehouderij en benadrukken dat zij ervan overtuigd zijn dat de oplossing bestaat uit ervoor te zorgen dat de rendementen worden gehaald, en niet in het verhogen van de emissiefactoren.

Een luchtwasserleverancier is van mening dat luchtwassystemen uitstekend werken voor ammoniak, mits deze goed worden onderhouden en de richtlijnen worden opgevolgd. Luchtwasserleveranciers en adviesbureaus voor vergunningverlening zijn van mening dat de voorgestelde wijziging van de emissiefactoren voorbarig is en dat in eerste instantie gekeken zou moeten worden of een goede werking van de luchtwassystemen gegarandeerd kan worden door een betere controle en handhaving.

In reactie hierop is nader overleg gevoerd met de POV, luchtwasserfabrikanten en adviesbureaus. De POV heeft hierbij toegezegd met een plan van aanpak te zullen komen dat het mogelijk moet maken om tot differentiatie van rendementen van verschillende luchtwassystemen in de Rgv te kunnen komen. Het waarborgen van de rendementen is daarbij een belangrijk aandachtspunt.

Van de zijde van de overheid en overheidsorganisaties zijn reacties ontvangen van de provincie Noord-Brabant en de Kopgroep Transitie Landbouw AFC, drie omgevingsdiensten, twee gemeenten, alsmede een regionale uitvoeringsdienst. De provincie Noord-Brabant en Kopgroep Transitie Landbouw AFC geven aan het voornemen tot aanpassing van de emissiefactoren te steunen en pleiten ervoor snel duidelijkheid te verschaffen voor gemeenten, omwonenden en ondernemers. Zij kunnen zich erin vinden dat slechts overgangsrecht is opgenomen voor veehouderijen waarvoor geen omgevingsvergunning milieu is vereist. De provincie Noord-Brabant en gemeentelijke uitvoeringsdienst wijzen erop dat om misverstanden te voorkomen in de toelichting verduidelijkt moet worden welke inrichtingen wel of niet onder de overgangsregeling vallen, en hoe het bevoegd gezag moet omgaan met reeds vergunde inrichtingen waar gecombineerde luchtwassystemen zijn vergund. Zij vragen aandacht voor bestaande situaties.

De reacties van overheden en overheidsorganisaties ondersteunen de regeling. In reactie op de opmerkingen over het overgangsrecht is in de toelichting verduidelijkt dat het overgangsrecht alleen geldt voor bedrijven waarvoor geen omgevingsvergunning milieu als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo is vereist. Dit zijn de bedrijven die onder het Activiteitenbesluit vallen, maar die in de meeste gevallen wel een OBM nodig hebben.

Daarnaast zijn reacties ontvangen van drie bewonersorganisaties (waaronder burgerwerkgroep Max5odeur mede namens ruim veertig lokale groepen en organisaties alsmede de Vereniging Westend en omwonenden in Oisterwijk) de Brabantse Milieufederatie en een aantal particuliere omwonenden.

Deze partijen geven aan dat het wat hen betreft al langer duidelijk is dat gecombineerde luchtwassystemen onvoldoende presteren en dat het onderzoeksrapport bevestigt wat al jaren wordt ervaren, namelijk meer geuroverlast door gecombineerde luchtwassystemen. Omwonenden stellen dat gezondheid en woongenot hierdoor worden geschaad. De partijen zijn van mening dat de nieuwe emissiefactoren zo snel mogelijk moeten worden ingevoerd en dat het overgangsrecht moet worden beperkt tot situaties die onder het Activiteitenbesluit vallen. Zij geven aan dat de rijksoverheid een grote verantwoordelijkheid draagt voor de bestaande situaties en vragen om een plan van aanpak.

In de brief aan de Kamer van 3 april jl.3 worden de ernst en de impact van de resultaten van het onderzoek onderkend. Er worden in deze brief daarom diverse maatregelen aangekondigd. Een daarvan is de instelling van een commissie die onderzoekt welke maatregelen op korte termijn mogelijk zijn ten behoeve van omwonenden in gebieden waar de geurnorm wordt overschreden. Inmiddels is hiervoor een opdracht aan de commissie Geurhinder Veehouderij verstrekt4. Omwonenden, veehouders, gemeenten en andere belanghebbenden zullen worden betrokken bij de uitvoering van de opdracht. Tevens is de Commissie gevraagd om een bijdrage te leveren aan een robuust geurbeleid op de langere termijn.

Verschillende partijen hebben daarnaast gewezen op enkele onvolkomenheden in de voorgestelde aanpassingen van de Rav en Rgv. Deze zijn hersteld.

Ook wordt van diverse kanten gepleit voor een snellere wijziging van de Rav en Rgv zodat nieuwe technieken ook sneller in de praktijk kunnen worden toegepast. Daarnaast wordt aangegeven dat de regelmatige wijziging van de systeembeschrijvingen voor onduidelijkheden zorgt bij vergunningverlening en handhaving en dat een betere informatievoorziening over de wijziging van de systeembeschrijvingen nodig is. Deze signalen worden betrokken bij toekomstige wijzigingen van de Rav en Rgv.

Door verschillende partijen is daarnaast gepleit voor aanpassing van de zogeheten 50% regeling. Deze regeling is vastgelegd in de Wet geurhinder en veehouderij en valt buiten het bestek van deze regeling.

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Wijzigingen van bijlage 1 bij de Rav als gevolg van de aangepaste emissiefactoren voor geur voor gecombineerde luchtwassystemen en een biologisch luchtwassysteem

In de BWL beschrijving voor een huisvestingssysteem zijn de geur- en ammoniakreductie van het huisvestingssysteem beschreven en de diercategorieën waarvoor het huisvestingssysteem mag worden toegepast. Naar aanleiding van de wijzigingen van de emissiefactoren voor geur zijn in bijlage 1 bij de Rav voor de huisvestingssystemen met een luchtwassysteem de versienummers aangepast.

Wijzigingen in het kader van de reguliere actualisatie
Melk- kalfkoeien ouder dan 2 jaar (A1)

Met de wijziging onder 1 zijn de voorlopige emissiefactoren voor BWL 2010.32 (Rav-code A 1.11), BWL 2010.33 (Rav-code A 1.12), BWL 2010.36 (Rav-code A 1.15), BWL 2012.01 (Rav-code A 1.16) en BWL 2012.02 (Rav-code A 1.17) komen te vervallen. Volgens de Beleidsregels voorlopige emissiefactoren bij de Rav moet binnen uiterlijk 5 jaar een definitieve emissiefactor worden vastgesteld. Wanneer binnen deze 5 jaar geen meetrapporten voor ammoniakemissies zijn opgeleverd, kan geen definitieve factor worden vastgesteld. Voor de hier genoemde huisvestingssystemen zijn niet tijdig goedgekeurde meetrapporten voor ammoniakemissies ingediend. Aan de systemen is nu een eindnoot 28 toegekend, zodat deze in nieuwbouwsituaties niet meer mogen worden toegepast.

Met de wijzigingen onder 2 en 4 is voor BWL 2012.05 ‘ligboxenstal met roostervloer met hellende groeven of hellend gelegd, voorzien van afdichtkleppen in de roosterspleten en met mestschuif’ (Rav-code A 1.19) en BWL 2014.02 ‘ligboxenstal met roostervloer met hellende groeven of hellend gelegd, voorzien van afdichtkleppen in de roosterspleten, met mestschuif en vernevelsysteem’ (Rav-code A 1.27) op basis van de ingediende meetrapporten van de proefstallen een definitieve emissiefactor vastgesteld.

Met de wijziging onder 3 is in de systeembeschrijving van het huisvestingssysteem BWL 2013.04.V3 ‘ligboxenstal met geprofileerde vloerplaten met sterk hellende langssleuven met urine-afvoergat en hellende dwarsgroeven, aaneengesloten gelegd of gescheiden door mestafstorten voorzien van emissiereductiekleppen, met mestschuif’ (Rav-code A 1.23) een aanpassing aangebracht zodat vloerplaten van minimaal 85 cm en maximaal 120 cm breed kunnen worden toegepast in de loopgangen.

Met de wijziging onder 5 is voor het huisvestingssysteem BWL 2018.02 ‘ligboxenstal met sleufvloer met dichte hellende vloer met geprofileerde rubber tegels, met mestschuif’ (Rav-code A 1.31) een voorlopige emissiefactor opgenomen in de Rav. In de betonnen vloer zijn uitsparingen aangebracht waarin geprofileerde rubber tegels worden geklemd. De ammoniakreductie wordt behaald door primaire scheiding van mest en urine en beperking van de uitwisseling van kelderlucht en stallucht.

Ook voor het huisvestingssysteem BWL 2018.03 ‘ligboxenstal met vlakke betonnen vloerplaten met sleuven, voorzien van profiel met 1% hellende groeven richting een centrale giergoot met giergaten en mestverwijdering’ (Rav-code A 1.32) is een voorlopige emissiefactor opgenomen in de Rav. Dit systeem onderscheidt zich van de bestaande emissiearme huisvestingssystemen door de toepassing een geprofileerde vlakke vloer met een centrale giergoot. Het systeem is toepasbaar bij bestaande stallen, maar is door de voorlopige emissiefactor (9,1 kg NH3/dierplaats per jaar) niet toepasbaar in nieuwe situaties, omdat niet wordt voldaan aan de maximale emissiewaarde die geldt voor deze diercategorie.

In de rij met Rav-code A 4.8 is een nieuw emissiearm huisvestingssysteem ‘stal met roostervloer voorzien van een bolle rubber toplaag en afdichtflappen in de roosterspleten’ (BWL 2018.04) opgenomen met een voorlopige emissiefactor. Het nieuwe huisvestingssysteem voor vleeskalveren is gebaseerd op het overeenkomstige systeem voor melkkoeien (Rav-code A 1.9). De uitvoering van de roosters met afdichtflappen is vergelijkbaar. Alleen de mestschuif wordt niet toegepast bij de vleeskalveren.

Vleeskalveren tot circa 8 maanden, geiten en varkens

In de rijen met Rav-codes A 4.5.5, C 1.1.4.5, C 2.1.4.5, C 3.1.4.5, D 1.1.15.5, D 1.2.17.5, D 1.3.12.5, D 2.4.5, D 3.2.15.5 zijn in de tabellen met BWL 2011.07 ‘mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie’ de eisen voor zuurgraad en geleidbaarheid van het waswater in de eerste biologische wasser uit de beschrijving gehaald. Gelet op de specifieke route van het (was)water bij dit luchtwassysteem is het niet nodig om de zuurgraad en geleidbaarheid van het waswater in de eerste biologische wasser te controleren. Dit luchtwassysteem is gemeten met alleen een controle op de zuurgraad en geleidbaarheid van het waswater in de tweede biologische wasser.

Geiten (C)

Luchtwassystemen kunnen nu voor geurreductie ook bij hoofdcategorie C ‘Geiten’ worden toegepast. Voor deze categorie zijn emissiefactoren voor geur opgenomen in bijlage 1 bij de Rgv. Omdat in de beschrijving van het huisvestingssysteem in de BWL steeds wordt beschreven voor welke diercategorie het huisvestingssysteem mag worden toegepast, leidt dit ertoe dat van alle huisvestingssytemen die voor geiten beschikbaar zijn gekomen in bijlage 1 bij de Rav het versienummer van de BWL is aangepast. De nieuwe versie van de beschrijving van het huisvestingssysteem bevat nu ook de categorie geiten.

Daarnaast was in de systeembeschrijving BWL 2017.07.V1 in de tabel bij bijlage 3 een reductiepercentage van 30% opgenomen voor fijnstof. Dit moet echter 35% zijn. De getallen in de tabel van de systeembeschrijving zijn hier op aangepast. Er is een nieuw BWL versienummer aan de stalbeschrijving toegekend. De versienummers in de Rav zijn hiermee in lijn gebracht. Er zijn geen gevolgen voor de ammoniakreductie.

Kraamzeugen (D 1.2)

In de diercategorie kraamzeugen is in de rij met Rav-code D 1.2.20 voor het huisvestingssysteem BWL 2018.01 ‘Mestpan met mestkanaal met koelsysteem en waterkanaal onder het kraamhok’ op basis van een afleiding een emissiefactor vastgesteld. In het nieuwe systeem wordt de mestpan uit BWL 2010.07 van een koelsysteem voorzien. Door de mest in de mestpannen te koelen vindt een extra reductie van de ammoniakemissie plaats.

Kippen (E)

Bij de rijen met Rav-codes E 3.3 en E 5.6 is met betrekking tot BWL 2005.10.V6 ‘Stal met mixluchtventilatie’ (Rav-codes E 3.3 en E 5.6) de eis voor de capaciteit van de mixluchtventilatoren voor vleeskuikens weer toegevoegd.

Bij de rij met Rav-code E 7.2 is met betrekking tot BWL 2009.18.V1 (Rav-code E 7.2) die BWL aangepast in lijn met eindnoot 15, zodat duidelijk is bij welke huisvestingssystemen de techniek kan worden toegepast.

Bij de rijen met Rav-codes E 5.9.1.1.6, E 5.9.1.2.6 en E 5.15 is het huisvestingssysteem BWL 2017.01 niet toe te passen in combinatie met uitloopsystemen, zodat de eindnoot 11 bij die Rav-codes is verwijderd.

De emissiefactor voor het huisvestingssysteem BWL 2017.01 ‘stal met buizenverwarming’ voor de diercategorie opfok vleeskuikenouderdieren (Rav-code E 3.9) is aangepast naar 0,044 kg NH3/dierplaats/jaar zijn. Deze waarde volgt uit de systematiek van de beslisboom in bijlage 2 van uit het WLR-rapport 1015.

Kippen (E), kalkoenen (F) en eenden (G)

Voor de diercategorieën en kippen (E), kalkoenen (F) en eenden (G) is bij BWL 2017.03 ‘warmtewisselaar met stoffilters; 37% emissiereductie fijn stof’ bij de Rav-codes E 7.11, F 6.7 en G 4.6 eindnoot 22 toegevoegd. Deze was abusievelijk niet opgenomen bij de vorige wijziging van de Rav. In de stalbeschrijving zijn nu de varianten met en zonder stoffilter beschreven. Deze wijziging heeft geen effect op de ammoniakreductie, alleen op de fijnstofreductie.

Bij de Rav-codes E 7.12, F 6.8 en G 4.7 is BWL 2018.05 ‘warmtewisselaar met stoffilters; 50% emissiereductie fijnstof’ opgenomen. Bij het toepassen van filters met een verwijderingsrendement van 99% voor fijnstof bij een warmtewisselaar neemt het reductiepercentage op stalniveau toe. Voor pluimveebedrijven gelegen in vooral pluimveedichte gebieden met op korte afstand van elkaar vooral andere pluimveebedrijven is de emissie van fijn stof relatief hoog. Voor ontwikkelingsmogelijkheden van deze bedrijven, is het gewenst extra reductie mogelijk te maken. Om die reden is BWL 2018.05 toegevoegd.

Kalkoenen (F)

In de rij met Rav-code F 1.8 is het systeem BWL 2017.01.V2 ‘stal met buizenverwarming’ beschikbaar gekomen voor de diercategorie ‘Ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok; tot 6 weken’. Vanwege vergelijkbare huisvestingsomstandigheden is nu de afleiding van een emissiefactor gehonoreerd. Het is niet verantwoord om voor alle categorieën binnen de kalkoensector de emissiefactor voor ammoniak voor het systeem met buizenverwarming af te leiden. Het risico dat de emissie voor andere huisvestingssystemen binnen de sector hoger zal zijn is wezenlijk aanwezig. Daarom is de toepassing van dit systeem beperkt tot deze ene categorie.

Eindnoten bij bijlage 1 bij de Rav

Eindnoot 11 is aangepast. Door de link met het vereiste leefoppervlak in het Besluit houders van dieren wordt duidelijk wanneer de emissiefactor van het systeem in de stal ook behoort bij de bijbehorende uitloop en daarmee de uitloop niet emissiearm moet worden uitgevoerd. Wanneer de oppervlakte van de uitloop wel deel uitmaakt van het leefoppervlak, moeten stal en uitloop samen voldoen aan de eisen van het emissiearme huisvestingssysteem. Die eisen staan beschreven in de stalbeschrijving.

Eindnoot 28 is aangepast. Hiermee wordt expliciet duidelijk gemaakt hoe de eindnoot voor bedrijven die onder het Activiteitenbesluit vallen, geïnterpreteerd moet worden.

Herstel van enkele gebreken van redactionele aard in bijlage 1 bij de Rav

In de rij met Rav-code D 1.2.19 was bij BWL 2013.08 abusievelijk het verkeerde versienummer (V3) vermeld. Dat is met de wijziging onder 2 hersteld.

Ten aanzien van de rijen met Rav-codes D 3.3.2, K1, K2, K3 en K4 zijn in de kolom ‘Huisvestingssysteem per categorie’ bij het aanpassen van de tabel bij de vorige wijziging abusievelijk een aantal eindnoten blijven staan in de omschrijving van het huisvestingssysteem. Deze zijn nu verwijderd.

Bij de rijen met de Rav-codes E 5.9.1.1.4 en E 5.9.1.2.4 is bij het aanpassen van de benaming van enkele huisvestingssystemen het versienummer bij de bijbehorende BWL abusievelijk niet gewijzigd. Dat is nu hersteld.

Artikel II, onder A

Het in dit artikel opgenomen overgangsrecht ziet op veehouderijen waarop de artikelen 3.115 tot en met 3.121 van het Activiteitenbesluit wat betreft het aspect geur en het houden van landbouwhuisdieren in dierenverblijven, van toepassing zijn. Dit betreffen veehouderijen waarvoor de vergunningplicht van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo niet geldt en die vallen onder het Activiteitenbesluit. In de Wet geurhinder en veehouderij is het begrip omgevingsvergunning gedefinieerd als ‘omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo’. Deze begripsbepaling is ook van toepassing op de Rgv zodat deze bedrijven in artikel 2a van de Rgv worden aangeduid als ‘veehouderij waarvoor geen omgevingsvergunning is vereist’. Deze veehouderijen hebben in de praktijk wel altijd een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo nodig.

Het overgangsrecht heeft gevolgen voor veehouderijen waarvoor geen omgevingsvergunning milieu vereist is en die onmiddellijk vóór inwerkingtreding van deze regeling mogelijkheden hadden tot oprichting of uitbreiding van een veehouderij en waarin één of meerdere van de genoemde luchtwassystemen wordt toegepast. Met het overgangsrecht is beoogd te voorkomen, dat deze mogelijkheden na inwerkingtreding van de nieuwe emissiefactoren worden beperkt, in die gevallen dat met de oprichting of verandering van de veehouderij reeds een aanvang is gemaakt voor de internetconsultatie van deze regeling op 1 mei 2018. De internetconsulatie is het moment waarop het voornemen tot aanpassing van de emissiefactoren openbaar is gemaakt, zodat veehouders hiervan op de hoogte konden zijn. Wanneer vóór internetconsultatie een aanvang is gemaakt met het oprichten of veranderen van een veehouderij waarin minstens één van de hiervoor genoemde luchtwassystemen wordt toegepast, gelden na realisatie van de oprichting of verandering de emissiefactoren voor deze luchtwassystemen, zoals die onmiddellijk voor de inwerkingtreding van deze regeling golden. Wanneer op een later moment wederom een nieuwe verandering van de veehouderij plaatsvindt, gelden wel de nieuwe emissiefactoren.

Met het oprichten of veranderen van een veehouderij is daadwerkelijk een aanvang gemaakt als is begonnen met de nodige bouwwerkzaamheden ten behoeve van de oprichting of verandering. De aanvang van de oprichting of verandering van een veehouderij kan onder meer bestaan uit het bouwkundig aanpassen van de stal of de bouw van een nieuwe stal. Het overgangsrecht ziet logischerwijs alleen op de rechtmatige aanvang van de oprichting of verandering van een veehouderij. Als voor de bouwwerkzaamheden een omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo vereist is, dan moet de ondernemer vanzelfsprekend over deze vergunning beschikken voordat hij een aanvang kan maken met de bouwwerkzaamheden.

Tenminste vier weken voor de oprichting of verandering van de veehouderij moet wanneer het gaat om een inrichting type B in de zin van het Activiteitenbesluit ook een melding als bedoeld in artikel 1.10, eerste lid, van het Activiteitenbesluit zijn gedaan. Is voor de activiteit zowel een melding onder het Activiteitenbesluit vereist als een omgevingsvergunning voor het bouwen (of een andere omgevingsvergunning), dan dient de melding op grond van artikel 8.41a, eerste lid, van de Wet milieubeheer op zijn laatst tegelijk te zijn gedaan met de indiening van de aanvraag om de omgevingsvergunning. Indien een oprichting of verandering niet tijdig is gemeld, kan daarop worden gehandhaafd.

De duur van het overgangsrecht is beperkt tot 1 juli 2019. Hiermee wordt aan bedrijven de gelegenheid geboden om de oprichting of verandering van een veehouderij te voltooien en wordt tegelijkertijd voorkomen dat omwonenden onnodig lang geconfronteerd kunnen worden met nieuwe gevallen met een hogere geurbelasting vanwege de toepassing van de oude emissiefactoren.

Artikel II, onder B

Wijzigingen van bijlage 1 bij de Rav als gevolg van de aangepaste emissiefactoren voor geur voor gecombineerde luchtwassystemen en een biologisch luchtwassysteem

In de BWL beschrijving voor een huisvestingssysteem zijn de geur- en ammoniakreductie van het huisvestingssysteem beschreven en de diercategorieën waarvoor het huisvestingssysteem mag worden toegepast. Naar aanleiding van de wijzigingen van de emissiefactoren voor geur zijn in bijlage 1 bij de Rav voor de huisvestingssystemen met BWL 2006.14, BWL 2006.15, BWL 2007.01, BWL 2007.02, BWL 2009.12, BWL 2010.02, BWL 2011.07, BWL 2011.08 en BWL 2012.07 de versienummers aangepast. De nieuwe versie van de beschrijving van het huisvestingssysteem bevat het nieuwe reductiepercentage voor geur.

Wijzigingen in het kader van de reguliere actualisatie
Geiten (C)

Luchtwassystemen kunnen nu voor geurreductie ook bij de hoofdcategorie C ‘Geiten’ worden toegepast. Voor deze categorie zijn emissiefactoren voor geur opgenomen in bijlage 1 bij de Rgv. De reductiepercentages volgen de reductiepercentages van dezelfde wassers voor varkens (minus een berekende correctie voor leklucht), waarvoor eindnoot 6 is toegevoegd.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Een snelle invoering van de gewijzigde emissiefactoren voor geur is van groot belang voor het milieu en voorkomt dat omwonenden aan een hogere geurbelasting worden blootgesteld dan in de vergunning of bij de naleving van het Activiteitenbesluit voor een veehouderij is berekend. De betrokken marktpartijen en veehouders hebben daarnaast baat bij een snelle inwerkingtreding van de nieuw toegelaten innovatieve technieken in huisvestingssystemen. Er is afgezien van een minimum invoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding van de regeling, op grond van de afwijkingsmogelijkheid dat dit, gelet op de doelgroep, aanmerkelijke ongewenste private of publieke voor- of nadelen voorkomt.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-Van der Meer


X Noot
1

Rapport 1081, Melse et.al. ‘Evaluatie geurverwijdering door luchtwassystemen bij stallen. Deel 1: Oriënterend onderzoek naar werking gecombineerde luchtwassers en verschillen tussen geurlaboratoria’, Wageningen, maart 2018.

Rapport 1082, Melse et.al. ‘Evaluatie geurverwijdering door luchtwassystemen bij stallen. Deel 2: Steekproef rendement luchtwassers in de praktijk’, Wageningen, maart 2018.

X Noot
2

Kamerstukken II 2015/16, 29 383 en 29 973, nr. 244.

X Noot
3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, 29 383, nr. 295.

X Noot
4

Tweede Kamer, vergaderjaar 2017–2018, 29 383, nr. 302.

Naar boven