Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 23 februari 2018, nr. IENW/BSK-2018/18394, tot wijziging van het besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 21 januari 2013, nr. IENM/BSK 2013/6117, tot goedkeuring van de examenreglementen en examenprogramma’s voor de binnenvaart 2013, in verband met de goedkeuring van het examenreglement en het examenprogramma Praktijkexamen schipper rondvaartboot beperkt vaargebied

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 7.6, derde lid, van de Binnenvaartregeling;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Het Besluit goedkeuring examenreglementen en examenprogramma´s voor de binnenvaart 2013 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt na ´onderdeel h.´, onder vervanging van de punt aan het eind door een puntkomma, onderdeel i. toegevoegd, luidende:

i. Praktijkexamen schipper rondvaartboot beperkt vaargebied.

B

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

Aan het eind van bijlage I wordt na het ‘Praktijkexamen matroos´ het Praktijkexamen schipper rondvaartboot beperkt vaargebied toegevoegd, luidende:

Praktijkexamen schipper rondvaartboot beperkt vaargebied

Examenreglement

Zie algemeen examenreglement CCV op de website van CBR.

Examenprogramma

Het CBR verstrekt de Verklaring praktijkexamen Schipper rondvaartboot beperkt vaargebied, als bedoeld in art. 7.6, lid 2, sub b van de Binnenvaartregeling, aan kandidaten die met goed gevolg het praktijkexamentraject Schipper rondvaartboot beperkt vaargebied hebben afgerond.

Het examentraject bestaat uit een viertal praktijktoetsen. De praktijktoetsen 1, 2 en 3 van het praktijkexamen worden namens het CBR afgenomen door een erkend opleidingsinstituut. De vierde en afsluitende praktijktoets wordt afgenomen door het CBR. Het praktijkexamentraject kent een instapeis van minimaal 90 vaardagen en duurt daarna ook nog minimaal 90 vaardagen. Tussen twee afname momenten zijn steeds minimaal 30 vaardagen gelegen.

Voor het behalen van de Verklaring praktijkexamen Schipper rondvaartboot beperkt vaargebied moet de kandidaat voor alle vier de praktijktoetsen zijn geslaagd, een goedgekeurd portfolio hebben en 180 dagen vaartijd kunnen aantonen.

Voor iedere praktijktoets is een toetsmatrijs vastgesteld. De toetsmatrijs bestaat uit competenties/eindtermen, die aangeven waar een kandidaat aan moet voldoen. Tevens staan de cesuur en de vorm van de toetsen in de toetsmatrijs.

De toetsmatrijzen zijn terug te vinden op de website van het CBR.

Het portfolio moet voldoen aan het format van het CBR. Dit vaste format staat op de website van het CBR.

De praktijktoetsen 1, 2 en 3 worden namens het CBR afgenomen door een door het CBR erkend opleidingsinstituut, dat staat vermeld op de website van het CBR.

Praktijktoets 4 wordt afgenomen door twee CBR-examinatoren met nautische kennis, waarvan ten minste een examinator specifieke kennis van de rondvaartbranche bezit.

Het praktijkexamentraject start op de dag dat een kandidaat zich aanmeldt bij één van de erkende opleidingsinstituten, die praktijktoets 1 tot en met 3 afneemt.

Voorafgaand aan de praktijktoetsen 2, 3 en 4, moeten een aantal portfolio opdrachten worden uitgevoerd. Alle portfolio opdrachten moeten met een voldoende zijn afgesloten om aan de betreffende praktijktoets te kunnen deelnemen. De resultaten van de praktijktoetsen zijn geldig voor een termijn van twee jaar na de examendatum.

Een kandidaat die slaagt voor praktijktoets 1 en minimaal 90 dagen vaartijd kan aantonen kan voor de duur van het praktijkexamentraject de functie Lichtmatroos aanvragen in zijn dienstboekje.

Een herkansing van een praktijktoets kan niet eerder plaatsvinden dan wanneer de onderdelen waar de kandidaat voor is gezakt opnieuw zijn aangetoond in het portfolio en er opnieuw 30 vaardagen zijn gemaakt.

Aanvullende toelatingseisen praktijkexamentraject

De kandidaat moet bij de aanvang van het praktijkexamentraject minimaal 21 jaar oud zijn.

De kandidaat moet bij de aanvang van het praktijkexamentraject in het bezit zijn van een Klein Vaarbewijs en tenminste een marifooncertificaat.

De kandidaat moet bij de aanvang van, en gedurende het praktijkexamentraject een schriftelijke overeenkomst hebben met een officieel erkend leerbedrijf voor het invullen van zijn portfolio.

Aanvullende toelatingseisen praktijktoetsen

De kandidaat moet minimaal het volgende aantal vaardagen hebben opgebouwd voordat hij deel mag nemen aan een praktijktoets:

Praktijktoets 1: minimaal 90 dagen aangetoond met een gestempeld dienstboekje;

Praktijktoets 4: minimaal 180 dagen, waarvan minimaal 90 vaardagen zijn opgebouwd tijdens het praktijkexamentraject, aangetoond met een vaartijdverklaring van de Stichting Afvalstoffen en Vaardocumenten Binnenvaart;

De kandidaat moet per praktijktoets een door de assessor goedgekeurd portfolio hebben. Alleen assessoren van organisaties, die op de website van het CBR vermeld staan, mogen deze beoordelen.

Voor praktijktoets 2, 3 en 4 geldt dat de kandidaat voor de daaraan voorafgaande praktijktoetsen is geslaagd.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2018.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Namens deze, De directeur Maritieme Zaken B.C.M. Gijsbers

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag, waarop dit bekend is gemaakt, een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van de Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20906, 2500 EX Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waar tegen het bezwaarschrift zich richt;

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

TOELICHTING

Met ingang van 1 december 2017 is in de Binnenvaartregeling de mogelijkheid opgenomen om het praktijkexamen schipper rondvaartboot beperkt vaargebied af te leggen. Door middel van onderhavig besluit wordt het examenreglement en het examenprogramma voor dat praktijkexamen opgenomen in het Besluit goedkeuring examenreglementen en examenprogramma´s voor de binnenvaart 2013, en daarmee overeenkomstig artikel 7.6, derde lid, van de Binnenvaartregeling, goedgekeurd.

Het examenreglement is het algemeen examenreglement van de Contactcommissie Vakbekwaamheid dat is te vinden op de website van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Namens deze, De directeur Maritieme Zaken B.C.M. Gijsbers

Naar boven