Vergunning burgermedegebruik militaire luchthaven Leeuwarden ten behoeve van de Stichting Hawker Hunter Foundation, Ministerie van Defensie

22 november 2017

Nr. MLA/174/2017

De Minister van Defensie,

Handelende na overleg met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

Gelezen het verzoek van de Stichting Hawker Hunter Foundation van 1 november 2017;

Gelet op artikel 10.27 van de Wet luchtvaart;

Besluit:

Artikel 1

Aan de Stichting Hawker Hunter Foundation (SHHF) wordt ten behoeve van het uitvoeren van onderhouds-, trainings- en demonstratievluchten vergunning verleend om in afwijking van de verbodsbepaling van artikel 10.13, eerste lid, van de Wet luchtvaart onder haar verantwoordelijkheid historische burgerluchtvaartuigen op te doen stijgen van of te doen landen op de militaire luchthaven Leeuwarden als de luchthaven is opengesteld in overeenstemming met de regels die gelden voor openstelling voor militair luchtverkeer.

Artikel 2

  • 1. De vergunning geldt voor maximaal 40 vliegtuigbewegingen per jaar met burgerluchtvaartuigen, waarbij de vlucht een recreatief karakter heeft.

  • 2. De vergunning wordt verleend onder de voorwaarde dat de grenswaarde voor de maximaal toegelaten geluidsbelasting van de militaire luchthaven niet wordt overschreden.

Artikel 3

De SHHF registreert en verstrekt de gegevens inzake feitelijk uitgevoerde vliegtuigbewegingen door het verkeer onder haar verantwoordelijkheid op de in de Regeling registratie en verstrekking gegevens militaire luchthavens voorgeschreven wijze.

Artikel 4

  • 1. Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

  • 2. Deze beschikking vervalt met ingang van 1 januari 2020.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Defensie, voor deze, De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, J.P. Apon, Kolonel

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, DienstenCentrum Juridische Dienst-verlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

Op grond van artikel 10.13 van de Wet luchtvaart is het verboden om met een burgerluchtvaartuig op te stijgen van of te landen op een militaire luchthaven, zonder of in afwijking van een voor dat opstijgen of landen door Onze Minister van Defensie verleende vergunning voor (structureel) burgermedegebruik, vrijstelling (onder andere in het geval van algemeen maatschappelijk belang) of ontheffing (incidenteel medegebruik).

De Stichting Hawker Hunter Foundation (SHHF) opereert met twee Hawker Hunter jachtvliegtuigen vanaf de militaire luchthaven Leeuwarden en heeft als doel het in stand houden en exploiteren van Hawker Hunter jachtvliegtuigen. Deze jachtvliegtuigen waren tot 1968 in gebruik bij de Koninklijke Luchtmacht. De SHHF neemt namens de Koninklijke Luchtmacht deel aan luchtvaartvertoningen in binnen- en buitenland.

In onderhavig geval is aan de SHHF wederom een vergunning verleend voor structureel recreatief burgermedegebruik als bedoeld in artikel 10.27 van de Wet luchtvaart. Onder recreatief burgermedegebruik wordt in het gegeven geval tevens het uitvoeren van vluchten met historische luchtvaartuigen verstaan, waaronder het uitvoeren van vluchten met klassieke Hawker Hunter jachtvliegtuigen, in beheer bij de SHHF. Daar de SHHF reeds op grond van een vergunning medegebruik van de luchthaven maakte (laatstelijk bij beschikking van 12 juni 2013, nr. MLA/157/2013 (Stcrt. 2013, 16393), betreft het hier enkel het voortzetten van voornoemde vergunning. Er is geenszins sprake van nieuw gebruik van de militaire luchthaven Leeuwarden.

Kenmerkend voor structureel recreatief burgermedegebruik is dat het medegebruik zich afspeelt door tussenkomst van een rechtspersoon waaraan bepaalde rechten en plichten worden toegedeeld. Zo dient de SHHF, alsook de personen onder diens verantwoordelijkheid, binnen de voorwaarden, gesteld in deze beschikking en het Besluit militaire luchthavens, verplichtingen op het gebied van registratie en handhaving van het burgermedegebruik na te leven. Opgemerkt zij nog dat op de onderhavige vergunning niet de openstelling van de luchthaven die geldt voor recreatief burgerluchtverkeer, van toepassing is.

Ten aanzien van de geluidsbelasting is het volgende van belang. De grenswaarde voor de geluidsbelasting door het recreatieve burgerluchtverkeer dat medegebruik maakt van de militaire luchthaven Leeuwarden krijgt gestalte door een in het luchthavenbesluit vastgelegd maximum aantal vliegtuigbewegingen per gebruiksjaar. Het aantal vliegtuigbewegingen per jaar, met uitzondering van modelvliegen, bedraagt maximaal 6.000 per jaar. De limitering van 40 vliegtuigbewegingen in onderhavige beschikking is gebaseerd op de hoeveelheid vliegtuigbewegingen die door de SHHF in eerdere jaren is uitgevoerd. Met het jaarlijkse aantal van 40 vliegtuigbewegingen wordt de SHHF in staat geacht hetzelfde vliegprogramma uit te voeren als in eerdere jaren.

Naar boven