Beleidsregel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 oktober 2017, 2017-0000168481, tot wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving, alsmede een wijziging daarvan, in verband met het corrigeren van enige onjuistheden

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 14, vijftiende lid, 33, eerste en tweede lid, en 34 van de Arbeidsomstandighedenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage behorend bij de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving wordt als volgt gewijzigd:

A

Het onderdeel ‘Tarieflijst bestuurlijke boete Arbeidsomstandighedenwetgeving’ wordt als volgt gewijzigd:

1. Na ‘b. de betreffende voorschriften en verboden niet naleeft (zie artikel 9.3, tweede lid, Arbobesluit).’ wordt een passage ingevoegd, luidende:

** Ten aanzien van de artikelen, artikelleden of onderdelen van artikelleden waar een dubbele asterisk (**) achter het boetenormbedrag is geplaatst, wordt een eventuele boete opgelegd aan de bedrijfsarts.

*** Ten aanzien van de artikelen, artikelleden of onderdelen van artikelleden waar een driedubbele asterisk (***) achter het boetenormbedrag is geplaatst, wordt een eventuele boete opgelegd aan de bedrijfsarts of de deskundige personen, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbowet.

2. In de leeswijzer wordt na ‘en of op grond van dit artikel tevens een werknemersboete kan worden opgelegd’ ingevoegd: dan wel een boete aan de bedrijfsarts of de bedrijfsarts of de deskundige personen, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbowet, wordt opgelegd.

3. De tabel, onderdeel Arbowet, wordt als volgt gewijzigd:

a. Bij artikel 13, zevende lid, onderdeel b, vervalt in de kolom Artikel: 13.

b. Artikel 14, tweede lid, onderdeel j, komt te luiden:

j

3

**

OO

c. Artikel 14, derde lid, eerste zin, komt te luiden:

3

eerste zin

1

***

OO

4. In de tabel, onderdeel Arbobesluit, wordt bij artikel 4.16 in de kolom Type overtreding ‘OO’ vervangen door: OO/ZO (lid 3⁵² en 4⁵³).

B

Na het onderdeel ‘Werknemersverplichtingen’, inhoudende ‘In deze bijlage zijn alle overtredingen waar ook een werknemer verplichtingen heeft tot naleving van de betreffende bepaling of tot het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, gemarkeerd door middel van een asterisk (*).’, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Verplichtingen voor de bedrijfsarts en verplichtingen voor de bedrijfsarts en de deskundige personen, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbowet

In deze bijlage zijn alle artikelen, artikelleden of onderdelen van artikelleden ten aanzien waarvan een bedrijfsarts of een bedrijfsarts en deskundige personen als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbowet verplicht zijn tot naleving gemarkeerd door middel van een dubbele asterisk (**) respectievelijk een driedubbele asterisk (***).

ARTIKEL II

Artikel II, tweede lid, van de Beleidsregel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 augustus 2017 tot wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met een wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit inzake versterking van de betrokkenheid van werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie in het bedrijf of de inrichting en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts (Stcrt. 2017, 46342) komt te luiden:

• 2. Artikel I, onderdeel B, onder 2, onder b, regels artikel 14, lid 4, eerste en tweede zin, en 4, treedt in werking op het tijdstip waarop de Beleidsregel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 oktober 2017 tot wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving, alsmede een wijziging daarvan, in verband met het corrigeren van enige onjuistheden (Stcrt. 2017, 62935) in werking treedt.

ARTIKEL III

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 oktober 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: De directeur-generaal Werk G.J. Buitendijk

TOELICHTING

Deze beleidsregel corrigeert enige onjuistheden in de Beleidsregel boeteoplegging arbeidsomstandighedenwetgeving.

Artikel I, onderdelen A, onder 1 en 2, en B

Volledigheidshalve zijn in de bijlage behorend bij de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving de passages die dienen ter toelichting op de tarieflijst verduidelijkt. Vermeld is dat ten aanzien van de in de tabel opgenomen artikelen, artikelleden of onderdelen van artikelleden waar een dubbele asterisk (**) achter het boetenormbedrag is geplaatst, een eventuele boete wordt opgelegd aan de bedrijfsarts. Ten aanzien van de artikelen, artikelleden of onderdelen van artikelleden in de tabel waar een driedubbele asterisk (***) achter het boetenormbedrag is geplaatst, wordt een eventuele boete opgelegd aan de bedrijfsarts of de deskundige personen, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbowet.

Artikel I, onderdeel A, onder 3, onder a

In de tabel was per abuis artikel 13 tweemaal in de kolom Artikel opgenomen. Dit is hersteld.

Artikel I, onderdeel A, onder 3, onder b en c

Met artikel I, onderdeel B, onder 2, onder b, van de Beleidsregel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 augustus 2017 tot wijziging van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidsomstandighedenwetgeving in verband met een wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit inzake versterking van de betrokkenheid van werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie in het bedrijf of de inrichting en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts (Stcrt. 2017, 46342) is in de tarieflijst bij artikel 14, tweede lid, onderdeel j, van de Arbowet, achter het boetenormbedrag een driedubbele asterisk (***) geplaatst. Dit is echter niet juist, aangezien artikel 14, tweede lid, onderdeel j, van de Arbowet enkel tot de bedrijfsarts en niet tot de deskundige personen als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbowet is gericht. Artikel I, onderdeel A, onder 3, onder b, vervangt de driedubbele asterisk (***) door een dubbele asterisk (**). Tevens wordt in de tarieflijst bij artikel 14, derde lid, eerste zin, de achter het boetenormbedrag opgenomen aanduiding ‘**/***’ vervangen door ‘***’, aangezien de aanduiding ‘**/***’ dubbelop is.

Artikel I, onderdeel A, onder 4

De in de tarieflijst opgenomen regels met betrekking tot de artikelen 4.3 en 4.16 van het Arbobesluit zijn middels de Beleidsregel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 augustus 2017 (Stcrt. 2017, 46342) redactioneel aangepast in verband met een recente wijziging van die artikelen (uitbreiding met een vijfde lid; Stb. 2017, 248). Per abuis zijn daarbij in de kolom Type overtreding de twee bij artikel 4.16 opgenomen zware overtredingen (lid 3 en lid 4) vervallen. Artikel I, onderdeel A, onder 4, herstelt dit.

Artikel II

Bij de inwerkingtreding per 1 juli 2017 van recente wijzigingen van de Arbowet (Stb. 2017, 22) en het Arbobesluit (Stb. 2017, 255) in verband met onder andere de versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts kunnen bestaande schriftelijke afspraken van werkgevers met arbodienstverleners onvolledig zijn wat betreft de nieuwe wettelijke verplichtingen. Voor de aanpassing van de lopende afspraken geldt daarom, op grond van artikel 45 van de Arbowet, een overgangstermijn van één jaar. Nieuwe schriftelijke afspraken moeten vanaf 1 juli 2017 wel direct aan alle wettelijke verplichtingen voldoen. Artikel II van de Beleidsregel van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 augustus 2017 (Stcrt. 2017, 46342) beoogde dit te regelen. De formulering was echter zodanig dat de overgangstermijn feitelijk van toepassing is op alle schriftelijke afspraken (oud en nieuw). Artikel II herstelt deze omissie met ingang van de dag van inwerkingtreding van onderhavige beleidsregel. Uiteraard worden geen boeten opgelegd aan werkgevers die gebruik maken van het overgangsrecht.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: De directeur-generaal Werk G.J. Buitendijk