Beleidsregel ACM beoordeling doelmatige kosten van niet-reguliere uitbreidingsinvesteringen

Zaaknummer: 17.0094.66

De Autoriteit Consument en Markt

Gelet op artikelen 41b, vierde lid en 42d, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikelen 81b, tweede lid en 82, tiende lid, van de Gaswet, alsmede gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht,

Besluit:

EERSTE AFDELING. – ALGEMEEN

Artikel 1: Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a. E-wet:

de Elektriciteitswet 1998;

b. de Minister:

de Minister van Economische Zaken;

c. de ACM:

de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;

d. aanleg of uitbreiding van het net:

aanleg of uitbreiding van het net als bedoeld in artikel 1 van de Regeling melding aanleg- en uitbreidingsinvestering;

e. investering:

een investering als bedoeld in artikel 20d van de E-wet en artikel 39e van de Gaswet of een investering waarvan de Minister op grond van artikel 20e van de E-wet of artikel 39f van de Gaswet heeft vastgesteld dat deze noodzakelijk is;

f. kosten van een investering:

het totaal van operationele kosten, afschrijvingslasten en vermogenskosten;

g. operationele kosten:

de geprognosticeerde jaarlijkse kosten die de netbeheerder na ingebruikneming van de investering verwacht te maken en die voortvloeien uit het gebruik, beheer en onderhoud van die investering;

h. investeringsuitgaven:

het totaal van uitgaven ter vorming of verkrijging van de investering, welke na realisatie van de investering door de netbeheerder worden geactiveerd;

i. voornemen:

het voornemen tot het doen van een investering, zoals bedoeld in artikelen 20a, tweede lid, en 20e, eerste lid, van de E-wet of artikelen 39b, tweede lid en 39f, eerste lid, van de Gaswet;

j. kennisgeving:

bekendmaking aan de ACM dat een investering is gerealiseerd en geactiveerd;

k. globale beoordeling:

een beoordeling op de doelmatigheid van investeringen volgens de vierde afdeling;

l. integrale beoordeling:

een beoordeling op de doelmatigheid van investeringen volgens de vijfde afdeling;

m. tarief- of inkomstenvoorstel:

een voorstel als bedoeld in artikel 41b, eerste lid, van de E-wet, artikel 42d, eerste lid, van de E-wet, artikel 81b, eerste lid, van de Gaswet of artikel 82, derde lid, van de Gaswet;

n. overnamekosten:

het totaal van de verwervingskosten, de aanpassingskosten en de operationele kosten zoals bedoeld in artikel 41b, eerste lid, onder g, van de E-wet of artikel 81b, eerste lid, onder f, van de Gaswet;

o. verwervingskosten:

gemaakte kosten voor de verwerving van een bestaand net waarvoor nog niet eerder een netbeheerder was aangewezen door of met instemming van de Minister;

p. aanpassingskosten:

gemaakte kosten tot aanpassing van een verworven net waardoor aan de bij of krachtens de E-wet of Gaswet daaraan gestelde eisen wordt voldaan;

q. overname-inkomsten:

het totaal van de extra inkomsten die de netbeheerder krijgt als gevolg van de verwerving van een bestaand net waarvoor nog niet eerder een netbeheerder was aangewezen.

TWEEDE AFDELING. – KENNISGEVING REALISERING EN ACTIVERING INVESTERING

Artikel 2: Kennisgeving

  • a. De ACM stelt voor het doen van een kennisgeving een formulier met een invulinstructie beschikbaar.

  • b. De ACM betrekt de doelmatige kosten van een investering met toepassing van artikel 10 bij de vaststelling van de tarieven of toegestane inkomsten in een volgend jaar, indien de kennisgeving voorafgaand aan of uiterlijk bij de indiening van het tarief- of inkomstenvoorstel aan de ACM is gedaan.

DERDE AFDELING. – WIJZE VAN BEOORDELING VAN DE DOELMATIGHEID

Artikel 3: Criteria voor de doelmatigheidsbeoordeling

De ACM beoordeelt, door toepassing van de artikelen 4 tot en met 8, de investeringsuitgaven als doelmatig, indien en voor zover:

  • het doel van de investering is gerealiseerd, en

  • voldoende aannemelijk en voldoende onderbouwd is dat de investeringsuitgaven bijdragen aan de realisatie van het doel zoals vastgelegd in het voornemen, het definitieve inpassingsplan, het noodzaakbesluit van de Minister of een soortgelijk document.

Artikel 4: Doel van een investering

  • a. De ACM stelt bij de doelmatigheidsbeoordeling vast of het doel van een investering is gerealiseerd zoals vastgelegd in het voornemen, het definitieve inpassingsplan, het noodzaakbesluit van de Minister of een soortgelijk document.

  • b. Indien het doel van een investering niet is gerealiseerd, beoordeelt de ACM de kosten van de investering als niet doelmatig.

  • c. Indien het doel van een investering gedeeltelijk is gerealiseerd, beoordeelt de ACM ten hoogste de kosten die samenhangen met het gedeelte van de investeringsuitgaven dat heeft bijgedragen aan het gerealiseerde gedeelte van het doel als doelmatig.

  • d. Indien het doel van een investering geheel of gedeeltelijk is gerealiseerd, zet de ACM de beoordeling van de doelmatigheid voort volgens de vierde of vijfde afdeling.

Artikel 5: Globale of integrale beoordeling

  • a. De ACM beoordeelt de in artikel 3 genoemde criteria door middel van een integrale of globale beoordeling.

  • b. De ACM bepaalt de doelmatige kosten van een investering door toepassing van een integrale beoordeling van de investeringsuitgaven, tenzij de ACM oordeelt dat een globale beoordeling volstaat.

  • c. Bij de afweging welke beoordeling gebruikt wordt, houdt de ACM onder meer rekening met de omvang van de investering en met de vraag of en wanneer de investering in de reguleringssystematiek op doelmatigheid wordt beoordeeld, bijvoorbeeld op basis van een benchmarkonderzoek voor de landelijke netbeheerders of door maatstafregulering bij de regionale netbeheerders.

VIERDE AFDELING. – GLOBALE BEOORDELING

Artikel 6: Investeringsuitgaven in overeenstemming met begrote investeringsuitgaven

  • a. De ACM stelt vast of de investeringsuitgaven in overeenstemming zijn met de begrote investeringsuitgaven ten tijde van het voornemen, het definitieve inpassingsplan, het noodzaakbesluit van de Minister of een soortgelijk document.

  • b. Indien de investeringsuitgaven niet afwijken van de begrote investeringsuitgaven, neemt de ACM de investeringsuitgaven als basis voor de bepaling van de doelmatige kosten.

  • c. Indien de investeringsuitgaven afwijken van de begrote investeringsuitgaven bepaalt de ACM of dit aanleiding geeft om een onderzoek naar deze afwijking in te stellen. Indien de ACM hier geen aanleiding in ziet, neemt zij de investeringsuitgaven als basis voor de bepaling voor de doelmatige kosten. Indien de ACM wel een onderzoek naar de afwijking instelt en voor zover uit dit onderzoek blijkt dat de afwijkingen van de begroting verklaarbaar en aanvaardbaar zijn, neemt de ACM de investeringsuitgaven als basis voor de bepaling van de doelmatige kosten. Indien en voor zover uit het onderzoek niet blijkt dat de afwijkingen van de begroting verklaarbaar en aanvaardbaar zijn, neemt de ACM de begrote investeringsuitgaven, tot een maximum van de gerealiseerde investeringsuitgaven, als basis voor de bepaling van de doelmatige kosten die zij in aanmerking neemt bij het vaststellen van de transporttarieven of toegestane inkomsten.

  • d. Als onderdeel van het onderzoek als bedoeld onder c, kan de ACM besluiten om over te gaan tot een integrale beoordeling zoals bedoeld in de vijfde afdeling.

VIJFDE AFDELING. – INTEGRALE BEOORDELING

Artikel 7: Investeringsuitgaven in overeenstemming met contrabegroting

  • a. De ACM onderzoekt of de kosten van een investering doelmatig zijn door beoordeling van de investeringsuitgaven. De gerealiseerde investeringsuitgaven zijn daarbij het uitgangspunt.

  • b. De ACM zal voor dit onderzoek een contrabegroting op laten stellen. Deze contrabegroting kan zowel de gehele investering betreffen als beperkt blijven tot één of meer onderdelen (kostenposten) daarvan, en wordt als basis genomen voor de bepaling van de doelmatige kosten.

  • c. De ACM zal voor de gehele investering of per kostenpost de contrabegroting met de investeringsuitgaven van de netbeheerder vergelijken. Als er verschillen optreden tussen de kosten (voor de gehele investering of per kostenpost) in de contrabegroting en de kosten (voor de gehele investering of per kostenpost) in de investeringsuitgaven, zal de ACM beoordelen of de uitgaven die horen bij dit verschil doelmatig zijn.

  • d. Het onderzoek als bedoeld onder a, kan mede inhouden dat per kostenpost wordt beoordeeld of de uitgave van die kostenpost bijdraagt aan de realisatie van het doel zoals vastgelegd in het voornemen, het definitieve inpassingsplan, het noodzaakbesluit van de Minister of een soortgelijk document.

  • e. Het onderzoek als bedoeld onder a, kan mede inhouden een toets of de investering is gerealiseerd met toepassing van een deugdelijke externe aanbestedingsprocedure.

  • f. Indien een investering volledig of voor een deel is gerealiseerd zonder gebruik te maken van een externe aanbestedingsprocedure als bedoeld onder e, kan de ACM onderzoeken op welke gronden dat is gebeurd en welke interne procedures de netbeheerder in dat geval heeft toegepast om de doelmatigheid van de investeringsuitgaven te waarborgen.

ZESDE AFDELING. – ACTIVERINGEN NA INGEBRUIKNAME

Artikel 8: Beoordeling activeringen na ingebruikname

  • a. Indien activeringen na ingebruikname op het moment van de kennisgeving conform artikel 2 al geactiveerd zijn, geeft de netbeheerder deze activeringen aan en worden deze overeenkomstig artikel 6 of 7 op doelmatigheid beoordeeld.

  • b. Indien componenten van een investering pas geactiveerd worden na de kennisgeving conform artikel 2, geldt het volgende:

  • c. De netbeheerder zal bij de kennisgeving conform artikel 2 aangeven welke activeringen na ingebruikname nodig zijn, welk doel deze dienen en hoe hoog de verwachte uitgaven zijn. De ACM zal vervolgens controleren of laten controleren of deze schatting realistisch is en voldoende aannemelijk is dat deze uitgaven doelmatig zullen zijn.

  • d. Indien de schatting realistisch is, voldoende aannemelijk is dat deze uitgaven doelmatig zullen zijn, en de gerealiseerde uitgaven behorende bij deze geschatte activeringen na ingebruikname niet hoger zijn dan de schatting, zal de ACM de gerealiseerde uitgaven van deze activeringen, na ingebruikname, verwerken in de tarieven of toegestane inkomsten conform artikel 10.

  • e. Indien de schatting niet realistisch is of de verwachting is dat deze uitgaven niet doelmatig zullen zijn, zal de ACM de schatting laten aanpassen. Als de gerealiseerde uitgaven behorende bij deze geschatte activeringen na ingebruikname niet hoger zijn dan de aangepaste schatting, zal de ACM de gerealiseerde uitgaven van deze activeringen, na ingebruikname, verwerken in de tarieven of toegestane inkomsten conform artikel 10.

  • f. Indien de gerealiseerde uitgaven behorende bij deze geschatte activeringen na ingebruikname hoger zijn dan de schatting bedoeld in sub d of e, toont de netbeheerder aan waarom de hogere uitgaven gerechtvaardigd zijn. De ACM kan onderzoeken of de afwijkingen doelmatig zijn. Indien de ACM beoordeelt dat deze hogere uitgaven van activeringen, na ingebruikname, doelmatig zijn, zal de ACM deze verwerken in de tarieven of toegestane inkomsten conform artikel 10.

  • g. Lid a t/m f zijn niet van toepassing op eventueel te betalen claims van of op derden, waaronder schadevergoedingen en disputen, die samenhangen met de gerealiseerde uitbreidingsinvestering. Nadat de netbeheerder deze claims heeft betaald zal de ACM de uitgaven behorende bij deze claims in de tarieven of toegestane inkomsten verwerken conform artikel 10.

ZEVENDE AFDELING. – OVERNAME VAN NETTEN

Artikel 9: Beoordeling overnamekosten

  • a. De ACM beoordeelt de doelmatigheid van de overnamekosten door toepassing van een globale beoordeling, zoals bedoeld in de vierde afdeling, voor zover de ACM de volgende stukken uiterlijk bij het voorstel voor de tarieven als bedoeld in artikel 41b, eerste lid, van de E-wet en artikel 81b, eerste lid, van de Gaswet heeft ontvangen van de netbeheerder:

    • een overzicht van de overgenomen netten die binnen 12 maanden voorafgaand aan de maand van het tariefvoorstel in gebruik zijn genomen en waarvan de investeringen zijn gerealiseerd en geactiveerd, inclusief het aantal nieuwe afnemers per tariefcategorie;

    • een onderbouwing van de totstandkoming van de overnameprijs per overgenomen net, waarbij de uitspraak van een bevoegde rechter in het kader van het Besluit waardevaststelling netten voor elektriciteit en voor gastransport ook volstaat;

    • een toelichting op de overnamekosten per overgenomen net die gemaakt zijn met onderscheid naar de verwervingskosten, de aanpassingskosten en de operationele kosten;

    • een toelichting op de overname-inkomsten per overgenomen net die de netbeheerder zal krijgen uit hoofde van de overname van netten waar nog geen netbeheerder voor was aangewezen;

    • een voorstel tot correctie van de totale inkomsten uit hoofde van de overname van netten waar nog geen netbeheerder voor was aangewezen;

    • documenten ter onderbouwing van dit voorstel.

  • b. De ACM beoordeelt of de netbeheerder de doelmatigheid van de overnamekosten voldoende heeft onderbouwd en of hij voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat deze kosten voorvloeien uit de overname van het net. Indien de ACM dat noodzakelijk acht, kan zij de netbeheerder vragen om een beknopt rapport van een onafhankelijke partij waaruit blijkt dat de overnamekosten doelmatig zijn en/of om een verklaring van een accountant dat de kosten die worden vermeld daadwerkelijk zijn gemaakt.

ACHTSTE AFDELING. – TOEPASSING UITKOMSTEN DOELMATIGHEIDSBEOORDELING

Artikel 10: Doelmatige kosten verwerken in tarieven of inkomsten

  • a. Indien en voor zover de kosten van de investering op grond van de beoordeling als bedoeld in artikel 6, artikel 7, artikel 8 of artikel 9 van deze beleidsregel, als doelmatige kosten van de investering worden aangemerkt, neemt de ACM deze doelmatige kosten in aanmerking bij het vaststellen van de jaarlijkse transporttarieven of toegestane inkomsten.

  • b. Indien en voor zover de ACM de kosten als bedoeld onder a als niet doelmatig beoordeelt, neemt zij deze kosten niet in aanmerking bij het vaststellen van de tarieven of toegestane inkomsten.

  • c. Indien de kennisgeving van een investering tijdig is gedaan, maar de doelmatigheid van de gerealiseerde investeringsuitgaven tijdens de vaststelling van de tarieven of toegestane inkomsten nog niet bekend is, wordt voor deze kostenposten de gerealiseerde investeringsuitgaven in de tarieven of toegestane inkomsten verwerkt, zonder eventuele aftrek van inefficiënte kosten. Indien de ACM op een later moment vaststelt dat deze kostenposten geheel of gedeeltelijk niet doelmatig waren, wordt het verschil tussen de gerealiseerde investeringsuitgaven en het deel dat als doelmatig is beoordeeld in een volgend jaar bij het vaststellen van de transporttarieven of toegestane inkomsten gecorrigeerd.

NEGENDE AFDELING. – SLOTBEPALINGEN

Artikel 11: Intrekking

De ‘Beleidsregel ACM beoordeling doelmatige kosten van bijzondere investeringen’, zoals vastgesteld bij besluit van 27 december 2011 (Stcrt. 2011, 24039, laatst gewijzigd in Stcrt. 2014, 28357) wordt ingetrokken.

Artikel 12: Inwerkingtreding

  • a. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

  • b. Deze beleidsregel wordt met toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Artikel 13: Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel ACM beoordeling doelmatige kosten van niet-reguliere uitbreidingsinvesteringen.

Den Haag, 26 oktober 2017

De Autoriteit Consument en Markt, C.A. Fonteijn bestuursvoorzitter

F.J.H. Don bestuurslid

C.M.L. Hijmans van den Bergh bestuurslid

TOELICHTING

Algemeen

In 2011 is de ‘Beleidsregel NMa beoordeling doelmatige kosten van bijzondere investeringen’ vastgesteld.1 Deze beleidsregel is in 2013 en in 2014 gewijzigd.2 In 2016 is de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) door de Wet tijdig realiseren doelstellingen Energieakkoord3 op een aantal punten gewijzigd. Sindsdien kan er een netbeheerder van het net op zee worden aangewezen, die op basis van het ‘ontwikkelkader windenergie op zee’ een net op zee moet aanleggen en beheren. Artikel 20d van de E-wet is met deze wetswijziging uitgebreid naar investeringen ter uitvoering van het ontwikkelkader. Daarnaast zijn ook investeringen voor de ontsluiting van windparken die zijn opgenomen in een structuurvisie toegevoegd aan artikel 20d van de E-wet. Dit betekent dat de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) ook een beleidsregel moet opstellen om investeringen in het net op zee en investeringen voor de ontsluiting van windparken die zijn opgenomen in een structuurvisie op doelmatigheid te beoordelen. Zo wordt gewaarborgd dat de netbeheerders niet meer en niet minder dan de doelmatige kosten vergoed krijgen.

De ACM ziet in het voorgaande aanleiding om de beleidsregel te herzien. De beleidsregel wordt uitgebreid naar investeringen in het net op zee ter uitvoering van het ontwikkelkader en investeringen voor de ontsluiting van windparken die zijn opgenomen in een structuurvisie. Daarnaast wordt een aantal bepalingen verduidelijkt, worden verwijzingen aangepast en wordt de structuur verbeterd. Ook wordt het verschil tussen de globale en de integrale beoordeling verduidelijkt en wordt een bepaling over activeringen na ingebruikname toegevoegd. ACM licht hieronder kort de aanpassingen toe.

Artikelsgewijs

Titel

In de titel is de term ‘bijzondere investeringen’ vervangen door de term ‘niet-reguliere uitbreidingsinvesteringen’. De reden is dat bijzondere investeringen maar één vorm van niet-reguliere uitbreidingsinvesteringen zijn. De beleidsregel geldt niet alleen voor bijzondere investeringen, maar ook voor investeringen waarop de procedure als bedoeld in artikel 3.35, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is en voor de overname van netten waarvoor niet eerder een netbeheerder was aangewezen.

Artikel 1

In dit artikel is een aantal definities gewijzigd:

  • De definitie van de term ‘inpassingsplan’ is verwijderd; deze term werd verder niet gebruikt in de beleidsregel;

  • De term ‘Inkomstenvoorstel’ is toegevoegd voor de netbeheerder van het net op zee;

  • Bij de definitie van ‘globale beoordeling’ en ‘integrale beoordeling’ wordt nu verwezen naar de afdeling waar deze uitgelegd worden, niet meer naar beoordeling in de geldende reguleringssystematiek;

  • De definitie van de term ‘voornemen’ is gewijzigd: verwijzing naar E-wet en Gaswet toegevoegd;

  • De definitie van de term ‘overnamekosten’ is gewijzigd: verwijzing naar E-wet en Gaswet toegevoegd.

Artikel 2

Artikel 2 onder b is tekstueel gewijzigd. Bepaald wordt verder dat de kosten conform artikel 10 (nieuw) worden betrokken bij het vaststellen van de tarieven of toegestane inkomsten. Daarnaast is nu vastgelegd dat de kosten in ‘een volgend jaar’ betrokken worden in plaats van in het ‘eerstvolgende jaar’. Als de kennisgeving bij indiening van het tarieven- of inkomstenvoorstel geschiedt, zou het kunnen voorkomen dat de doelmatigheid van de gerealiseerde investeringsuitgaven nog niet bekend is op het moment dat het tarieven- of inkomstenbesluit voor het eerstvolgend jaar wordt vastgesteld.

De termen ‘toegestane inkomsten’ en ‘inkomstenvoorstel’ zijn toegevoegd voor de netbeheerder van het net op zee. Dit wordt consistent toegepast in de beleidsregel.

Artikel 3 (nieuw) – artikel 4 (oud)

Om herhaling te beperken, beschrijft de ACM in artikel 3 de criteria van de doelmatigheidsbeoordeling, namelijk of het doel van een investering is gerealiseerd en of de investeringsuitgaven bijdragen aan de realisatie van het doel zoals vastgelegd in het voornemen, het definitieve inpassingsplan, het noodzaakbesluit van de Minister of een soortgelijk document. De beoordeling van de operationele kosten is verwijderd, omdat er in de reguleringspraktijk een forfaitaire vergoeding wordt gehanteerd voor operationele kosten. In de vorige beleidsregel stonden de criteria beschreven in artikel 4 (oud) en artikel 8 (oud), telkens voor de globale en voor de integrale beoordeling.

Artikel 4 (nieuw) – artikel 5 (oud)

In artikel 4 staat nu beschreven hoe het doel van een investering wordt beoordeeld. Tekstueel is dit artikel niet aangepast, behalve de verwijzingen naar artikelen of afdelingen in de beleidsregel zelf.

Artikel 5 (nieuw) – artikel 3 (oud)

Het voormalige artikel 3 over de twee manieren van beoordeling – globale en integrale beoordeling – is verplaatst naar artikel 5. Anders dan in de vorige versie, wordt nu vastgelegd dat de integrale beoordeling de standaard beoordeling is.

Ook is opgenomen hoe de ACM bepaalt welke manier van beoordeling wordt toegepast. Bij de afweging wordt vanaf nu niet alleen rekening gehouden met de vraag of de investering in de geldende reguleringssystematiek wordt beoordeeld op doelmatigheid, maar ook onder meer met de omvang van de investering. Daarnaast is ter verduidelijking toegevoegd dat de beoordeling in de geldende reguleringssystematiek bijvoorbeeld geschiedt op basis van een benchmarkonderzoek voor de landelijke netbeheerders of door maatstafregulering bij de regionale netbeheerders.

Artikel 6 – gewijzigd

In de vorige versie van artikel 6 was bepaald dat nader onderzoek werd ingesteld indien de afwijking van de begroting groter was dan 10%. Nu wordt nader onderzoek ingesteld indien de gerealiseerde investeringsuitgaven afwijken van de begroting, en deze afwijking aanleiding geeft om een onderzoek naar deze afwijking in te stellen. Tijdens de beoordeling of nader onderzoek nodig is kan de ACM zo ook rekening houden met de omvang of complexiteit van een investering. Zo kan bij een kleine investering een afwijking van 10% bijvoorbeeld een gering absoluut geldbedrag inhouden, waardoor een nader onderzoek niet proportioneel is. Door het loslaten van de 10% drempel kan de ACM meer maatwerk leveren bij de afweging of nader onderzoek nodig is. Bovendien is de ongewenste prikkel die uitgaat van een harde grens van 10% hiermee weggenomen.

In onderdeel d van dit artikel (oud) werd bepaald dat de ACM als onderdeel van het onderzoek een contrabegroting kon opstellen of laten opstellen. Omdat de contrabegroting nu standaard onderdeel is van de integrale beoordeling (zie artikel 7 (nieuw)), en om het verschil scherp te houden, wordt nu bepaald dat de ACM kan overgaan tot een integrale beoordeling indien zij dit nodig acht.

Artikel 7 (oud) – vervallen

Artikel 7 (oud) over de beoordeling van de doelmatigheid van de operationele kosten komt te vervallen. De netbeheerders ontvangen in de reguleringspraktijk een forfaitaire vergoeding voor de operationele kosten.

Artikel 7 (nieuw) – artikel 9 (oud)

Het onderscheid tussen de globale en de integrale beoordeling is verduidelijkt. Bij de globale beoordeling wordt onderzocht of de investeringsuitgaven in overeenstemming zijn met de begroting van de netbeheerder, terwijl bij de integrale beoordeling wordt onderzocht of de gerealiseerde investeringsuitgaven in overeenstemming zijn met de contrabegroting. Daarom wordt nu standaard een contrabegroting opgesteld bij de integrale beoordeling. De contrabegroting wordt voor de gehele investering of voor één of meer onderdelen (kostenposten) opgesteld. Zo kan voor de gehele investering of per kostenpost onderzocht worden of de gerealiseerde uitgaven afwijken van de contrabegroting. Ook kan per kostenpost beoordeeld worden of de uitgave bijdraagt aan de realisatie van het doel zoals vastgelegd in het voornemen, het definitieve inpassingsplan, het noodzaakbesluit van de Minister of een soortgelijk document. Alleen kosten die bijdragen aan het doel worden vergoed, voor zover deze doelmatig zijn.

Het onderzoek als bedoeld in artikel 7 onder a kan mede inhouden of de investering is gerealiseerd met toepassing van een deugdelijke externe aanbestedingsprocedure. Indien een investering is gerealiseerd zonder gebruik te maken van een externe aanbestedingsprocedure, kan de ACM onderzoeken op welke gronden dat is gebeurd en welke interne procedures de netbeheerder in dat geval heeft toegepast om de doelmatigheid van de investeringsuitgaven te waarborgen. Dit is een tekstuele wijziging ten opzichte van de vorige versie, waar de formulering op ‘rechtmatige gronden’ (oud lid d) werd gebruikt. De reden voor deze aanpassing is dat de ACM niet beoordeelt of de beslissing van de netbeheerder conform de aanbestedingswet en andere wetten mocht, maar of de netbeheerder op goede gronden kon besluiten geen aanbesteding te doen en of de doelmatigheid ook zonder aanbesteding voldoende is gewaarborgd.

Artikel 8 (oud) – staat nu in artikel 3

Dit artikel bevatte een herhaling van hetgeen was geschreven in artikel 4 (oud). Omdat deze criteria voor zowel de globale als integrale beoordeling gelden, heeft de ACM ervoor gekozen om deze bepaling te verplaatsen naar de algemene tweede afdeling (artikel 3). Ook hier geldt weer dat de doelmatigheid van de operationele kosten niet meer wordt beoordeeld.

Artikel 8 (nieuw) – toegevoegd

Dit artikel over de activeringen na ingebruikname is nieuw ten opzichte van de vorige versie van de beleidsregel. Dit artikel introduceert een prikkel voor de netbeheerder om ook activeringen na ingebruikname doelmatig uit te voeren. Activeringen die wel na ingebruikname zijn geactiveerd, maar vóór de kennisgeving, worden volgens artikel 6 of 7 op doelmatigheid beoordeeld. Van alle nog te verwachten activeringen na ingebruikname geeft de netbeheerder bij de kennisgeving een schatting op. De ACM beoordeelt of deze schatting realistisch is. Nadat de activeringen zijn gerealiseerd onderzoekt de ACM of de realisaties afwijken van de schatting. Is dat het geval, dan verklaart de netbeheerder gemotiveerd de verschillen. De ACM kan beoordelen of de afwijkende kosten doelmatig zijn.

Dit vorige geldt niet voor na ingebruikname te betalen claims van of op derden, waaronder schadevergoedingen en disputen, die samenhangen met de gerealiseerde uitbreidingsinvestering. Nadat deze claims betaald zijn, worden deze in de tarieven of toegestane inkomsten vergoed.

Artikel 9 (nieuw) – artikel 11 (oud)

Dit artikel over de overname van netten blijft grotendeels ongewijzigd. Enkel is toegevoegd dat als onderbouwing van de totstandkoming van de overnameprijs onder meer de uitspraak van een bevoegde rechter in het kader van het Besluit waardevaststelling netten voor elektriciteit en voor gastransport volstaat.

Artikel 10 (oud)

Dit artikel is nu geïntegreerd in artikel 10 (nieuw), in de algemene afdeling over verwerking in de tarieven of toegestane inkomsten.

Artikel 10 (nieuw) – gedeeltelijk artikel 10 (oud)

In dit artikel zijn alle bepalingen opgenomen die regelen hoe de al dan niet doelmatige kosten worden meegenomen in de tarieven of toegestane inkomsten. Hierbij geldt dat de kosten van een investering die volgens de globale of integrale beoordeling doelmatig zijn bevonden worden verwerkt in de tarieven of toegestane inkomsten in een lopende reguleringsperiode, dus zolang de doelmatigheid van de investering niet op een andere manier in de reguleringssystematiek is betrokken. Niet doelmatige kosten worden niet vergoed in de tarieven of toegestane inkomsten in de lopende reguleringsperiode. Dit betekent dat de uitkomst van de doelmatigheidsbeoordeling in beginsel betrekking heeft op een lopende reguleringsperiode, dus tot de doelmatigheid van een investering op een andere manier in de reguleringssystematiek wordt betrokken, bijvoorbeeld op basis van een benchmarkonderzoek bij de landelijke netbeheerders of door maatstafregulering bij de regionale netbeheerders.

Artikel 11 (nieuw)

Met het vaststellen van de aangepaste beleidsregel wordt de ‘Beleidsregel ACM beoordeling doelmatige kosten van bijzondere investeringen’ ingetrokken.

Artikel 12 (nieuw) – artikel 13 (oud)

Artikel 12 onder a over inwerkingtreding is aangepast.

Artikel 13 (nieuw) – artikel 12 (oud)

Omdat de titel van de beleidsregel is aangepast van ‘bijzondere investeringen’ naar ‘niet-reguliere investeringen’ is ook de citeertitel aangepast.


X Noot
3

Wet van 23 maart 2016 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (tijdig realiseren doelstellingen Energieakkoord), Stbl. 2016, 116.

Naar boven