Beleidsregel van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 juli 2017, nr. MBO/1220983, houdende een hardheidsclausule voor de toepassing van het opleidingsbegrip in het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB (Beleidsregel hardheidsclausule toepassing opleidingsbegrip in het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 3b van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB;

Besluit:

Artikel 1. Hardheidsclausule

De examencommissie kan, mits goed onderbouwd en gedocumenteerd, een andere opleiding in de zin van artikel 3b, eerste lid, onderdeel a, van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB beschouwen als dezelfde opleiding indien onverkorte toepassing gelet op het belang dat het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB beoogt te beschermen zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 2. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij is geplaatst.

  • 2. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel hardheidsclausule toepassing opleidingsbegrip in het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

TOELICHTING

In een aantal gevallen leidt de onverkorte toepassing van artikel 3b van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB (Ekb WEB) tot een onbillijkheid van overwegende aard die niet met de doelstellingen van het besluit valt te rijmen. Een voorbeeld hiervan is een student die het rekenexamen heeft gemaakt, maar hiervoor een onvoldoende heeft gehaald. Zolang hij dezelfde opleiding blijft volgen, is dit geen probleem omdat de hoogte van het behaalde resultaat van het examen nog niet bepalend is voor het behalen van het diploma. Echter, wanneer hij overstapt naar een andere opleiding dan zal hij het examen over moeten doen. Op basis van artikel 3b van het Ekb WEB geldt namelijk dat een student alleen een vrijstelling kan worden verleend wanneer hij voor het rekenexamen in een hiervoor afgesloten opleiding (met of zonder diploma) ten minste een 6 heeft behaald. Dit heeft onder meer gevolgen voor een student die aan het einde van het studiejaar (vlak voor zijn geplande diplomering) afstroomt van een opleiding op niveau 3 naar een opleiding op niveau 2 of wordt overgeschreven van het basisdeel van het kwalificatiedossier naar het profieldeel. In beide gevallen is er dan namelijk formeel sprake van het afsluiten van de ene opleiding en het starten met een volgende. Als deze wijziging vlak voor het einde van het studiejaar plaatsvindt is het niet meer mogelijk de student een herkansing aan te bieden en moet de student wachten tot het eerste afnamemoment na de vakantie. Hierdoor lopen studenten onbedoeld studievertraging op. Voor dergelijke gevallen is deze beleidsregel bedoeld. Eerder is aan instellingen gecommuniceerd dat het begrip opleidingen wordt geoperationaliseerd door middel van de onderwijsovereenkomst. Als de student een nieuwe onderwijsovereenkomst krijgt, is er sprake van een nieuwe opleiding. Middels deze beleidsregel kunnen instellingen, als dat leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, van deze interpretatie afwijken.

De examencommissie kan op grond van deze beleidsregel door toepassing van de hardheidsclausule in artikel 1 van deze beleidsregel afwijken van de regels over het verlenen van een vrijstelling, mits goed onderbouwd en gedocumenteerd. Wanneer de nieuwe opleiding waar de student naar toe is overgeschreven in dit soort bijzondere gevallen kan worden aangemerkt als dezelfde in plaats van een andere opleiding, hoeft geen vrijstelling te worden verleend en kan het resultaat van het examen dat is gemaakt als onderdeel van de andere opleiding worden overgenomen. Daarmee kan worden voorkomen dat een student met een onbillijkheid van overwegende aard geconfronteerd wordt die niet te rechtvaardigen is gelet op het belang dat het betreffende besluit beoogt te dienen. Deze beleidsregel moet worden bezien in de context van een heroverweging van de vrijstellingsregels in het Ekb WEB, waarmee in de tweede helft van 2017 zal worden gestart.

Het gebruik van de formulering ‘onbillijkheid van overwegende aard’ komt overeen met de voorgeschreven formulering in de Aanwijzingen voor de regelgeving. Daarmee is ook de jurisprudentie in deze beleidsregel geïncorporeerd, waarin anti-hardheidsbepalingen en de vraag of sprake is van een onbillijkheid van overwegende aard een nadere duiding hebben gekregen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven