Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 20 maart 2017, nr. WJZ/17025542, houdende wijziging Beschikking bestrijding bacterievuur 1984 in verband met wijziging bufferzones

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van het Besluit bestrijding bacterievuur 1983;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bij de Beschikking bestrijding bacterievuur 1984 wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 20 maart 2017

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

BIJLAGE BIJ DE ARTIKELEN 3, TWEEDE LID, ONDERDEEL B, EN 4 VAN DE BESCHIKKING BESTRIJDING BACTERIEVUUR 1984

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Met deze regeling wordt de Beschikking bestrijding bacterievuur 1984 (verder: beschikking) gewijzigd. De reden van deze wijziging is dat in een aantal bufferzones, die in deze beschikking als zodanig zijn aangewezen, de begrenzing van het gebied wordt aangepast. Tevens zijn binnen diverse bufferzones uitzonderingsgebieden voor meidoorn aangewezen.

Achtergrond van de aanwijzing van buffergebieden en uitzonderingsgebieden

In de Europese Unie zijn gebieden aangewezen die vrij zijn van bacterievuur en beschermd moeten worden tegen dit schadelijk organisme. In Nederland komt bacterievuur voor.

Ten behoeve van de export van boomkwekerijproducten zijn daarom in Nederland bufferzones ingesteld waar het verboden is, anders dan in het kader van bedrijfsmatige teelt, waardplanten van bacterievuur te telen. Bovendien wordt aan de bedrijfsmatige teelt van waardplanten van bacterievuur bijzondere bescherming gegeven door gerichte opsporing en bestrijding van de bacterie Erwinia amylovora (Burrill) Winslow et al., die de veroorzaker is van bacterievuur. Waardplanten van bacterievuur, geteeld in bufferzones die gedurende minimaal twee jaren als bufferzone zijn aangewezen, mogen, op grond van Richtlijn 2000/29/EG, worden bestemd voor export naar beschermde gebieden in andere lidstaten van de Europese Unie indien geen bacterievuur is aangetroffen op het teeltbedrijf en in de directe omgeving.

De meidoorn is een voor bacterievuur zeer gevoelige waardplant. De meidoorn heeft echter ook een ecologische en landschappelijke functie in het buitengebied. In gebieden binnen de bufferzone waar de meidoorn een landschappelijk bepalende rol speelt, is een uitzondering gemaakt van het verbod voor niet-bedrijfsmatige teelt van het opplanten, bewaren en vervoeren van planten van de meidoorn (Crataegus).

Aanpassing bufferzones

In overleg met belanghebbenden is in deze regeling de nieuwe begrenzing van diverse bufferzones en uitzonderingsgebieden voor meidoorn vastgesteld.

Het gaat om de bufferzones Opheusden, Lichtenvoorde, Zundert, Udenhout/ Sint Oedenrode, Uden, Boxmeer /Venray en Nederweert/Tegelen. De bufferzone Udenhout/Sint Oedenrode is uitgebreid en de bufferzones Uden en Boxmeer/Venray zijn uitgebreid en samengevoegd.

De uitzonderingsgebieden, waar de meidoorn een landschappelijk bepalende rol speelt, zijn zo gekozen dat de meidoorn landschappelijk, ecologisch dan wel cultuurhistorisch tot zijn recht komt.

De bufferzones Meeden, Noordoostpolder, Flevoland, Boskoop en Bergeijk zijn ongewijzigd. Wel is in de legenda van de kaarten van deze bufferzones, zoals ook bij de andere bufferzones het geval is, de toelichting aangepast aan de vigerende wetgeving.

2. Regeldruk

Deze wijzigingsregeling heeft geen effect op de regeldruk.

3. Inwerkingtreding

Deze gebiedsaanwijzing treedt in werking met ingang van 1 april 2017. Daarmee wordt gehandeld in lijn met de uitgangspunten van vaste verandermomenten voor regelgeving (Kamerstukken II 2007/08, 29 515, nrs. 243 en 309). De publicatietermijn van 2 maanden voor 1 april was niet haalbaar omdat op dat moment de kaarten niet gereed waren. Spoedige duidelijkheid over de gebieden is echter wenselijk.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven