Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 31 januari 2016, nr. IB/882759, tot wijziging van de Subsidieregeling Vios po en vo

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 70 van de Wet op het primair onderwijs, 71 van de Wet op de expertisecentra en 74 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling Vios po en vo wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift wordt ‘Mandaat Europees Platform’ vervangen door: Mandaat EP-Nuffic.

2. ‘De directeur van de Stichting Europees Platform – internationaliseren in onderwijs’ wordt vervangen door: De directeur van de Stichting EP-Nuffic.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, onderdeel d, wordt vervangen door:

  • d. Curriculum:

    Invoering van vvto, tto, Elos – grensverleggend onderwijs, International Primary Curriculum of soortgelijk internationaliserend onderwijsconcept in het schoolcurriculum; invoering van Engels, Duits of Frans als deelvoertaal in het primair onderwijs met een maximum van 15% van de onderwijstijd; samenwerking en afstemming in het kader van internationalisering tussen onderwijsinstellingen uit verschillende onderwijslagen ten behoeve van doorlopende leerlijnen.

2. In het derde lid wordt ‘op 1 september 2016’ vervangen door: voor 1 augustus 2017.

C

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4. Subsidieplafonds

  • 1. Het subsidieplafond voor het schooljaar 2014–2015 bedraagt € 2.250.000 en voor de schooljaren 2015–2016 en 2016–2017 onderscheidenlijk € 1.500.000.

  • 2. Naast het subsidieplafond als bedoeld in het eerste lid geldt voor het onderwijs op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving voor de schooljaren 2014–2015, 2015–2016 en 2016–2017 een subsidieplafond van jaarlijks € 4.000 voor de lerarenopleidingen en € 74.000 voor het groen vmbo bij Agrarische Opleidings Centra (AOC’s) en bij de afdelingen groen van desbetreffende scholengemeenschappen.

D

Artikel 5, tweede en derde lid, komen te luiden:

  • 2. Aanvragen die betrekking hebben op het schooljaar 2016–2017 kunnen worden ingediend tot 1 april 2017, met dien verstande dat aanvragen die voor 15 april 2016 worden ingediend worden geacht te zijn ingediend op 14 april 2016. Mochten alle voor 15 april 2016 ingediende aanvragen tezamen het beschikbare budget te boven gaan, dan kan de Minister nadere regels stellen.

  • 3. Een aanvraag wordt voorafgaand aan de te subsidiëren activiteit ingediend met gebruikmaking van het toepasselijke aanvraagformulier zoals gepubliceerd op de website van EP-Nuffic (www.epnuffic.nl).

E

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘binnen 2 maanden’ vervangen door: binnen 13 weken.

2. In het derde lid wordt ‘Voorts wordt subsidie slechts verleend indien’ vervangen door: Voorts wordt subsidie slechts verstrekt indien.

3. In het derde lid wordt onderdeel j vervangen door:

  • j. bij vvto gestreefd wordt naar het behalen van het kwaliteitskeurmerk vvto en de school dit toelicht in het activiteitenverslag.

F

Artikel 7 onderdeel d. komt te luiden:

  • d. Curriculum

    Als bedoeld in artikel 3 lid 2 onderdeel d.

G

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9. Besteding en verantwoording

  • 1. Indien de subsidie minder dan € 25.000 bedraagt, wordt de subsidie vastgesteld en verstrekt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag. De minister betaalt het subsidiebedrag ineens. Indien de activiteiten volledig zijn uitgevoerd en aan alle verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt. De verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. De subsidieontvanger toont op verzoek van de minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

  • 2. Indien de subsidie € 25.000 of meer bedraagt, wordt de subsidie vastgesteld en verstrekt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag. De minister betaalt het subsidiebedrag ineens. Indien de activiteiten volledig zijn uitgevoerd en aan alle verplichtingen is voldaan, kan het niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt. De verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs met model G1. De subsidieontvanger toont op verzoek van de minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

H

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘het Europees Platform te Haarlem’ vervangen door: EP-Nuffic.

2. In het derde lid wordt ‘het Europees Platform (www.europeesplatform.nl)’ vervangen door: EP-Nuffic (www.epnuffic.nl).

I

In artikel 12, tweede lid, wordt ‘met ingang van 1 januari 2017’ vervangen door: met ingang van 1 januari 2018.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

TOELICHTING

Algemeen

De Subsidieregeling Vios po en vo vervalt per 1 januari 2017. Voor de toekomstige invulling van internationalisering in het po en vo zijn twee adviezen van bijzonder belang, namelijk ‘Ons onderwijs2032, Eindadvies’ van Platform 2032 (verschenen op 23 januari 2016) en ‘Internationaliseringsagenda 2015-2020’ van de Onderwijsraad (verschijnt naar verwachting in het tweede kwartaal van 2016). De vervaldatum van de Subsidieregeling Vios laat te weinig tijd om de adviezen voldoende te benutten bij het opstellen van opvolgend instrumentarium. Daarom wordt de regeling verlengd tot 1 januari 2018. Tevens wordt de regeling geactualiseerd en op onderdelen gewijzigd om toezeggingen aan de Tweede Kamer gestand te doen:

  • Europees Platform wordt EP-Nuffic. Dit is een noodzakelijke wijziging i.v.m. de fusie van Europees Platform en Nuffic per 1 januari 2015.

  • Conform toezegging aan de Tweede Kamer wordt ruimte gemaakt voor ondersteuning van activiteiten rondom de invoering van Engels, Duits of Frans als deelvoertaal in het primair onderwijs, mits er ook wordt gestreefd naar het behalen van het kwaliteitskeurmerk.

  • Aanvragen hoeven niet langer minimaal twee maanden voordat de activiteit aanvangt te zijn ingediend. Dit was een onnodige drempel.

  • Het stimuleren van de doorlopende leerlijn door ook mobiliteit te stimuleren tussen onderwijsinstellingen uit verschillende onderwijslagen. Dit betreft actualisering en sluit aan bij de kans die de fusie tot EP-Nuffic biedt op het samenbrengen van internationalisering binnen de verschillende onderwijslagen.

Administratieve lasten

Aan de wijziging van de Subsidieregeling Vios po en vo zijn geen administratieve lasten verbonden.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie. Hiermee wordt aangesloten bij de systematiek van de huidige regeling, op grond waarvan scholen gedurende het hele jaar aanvragen kunnen indienen.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A, D en G (artikelen 2, 5, derde lid, en 10)

Deze wijzigingen betreffen de wijziging van Europees Platform in EP-Nuffic.

Artikel I, onderdeel B (artikel 3)

Door de aanpassing van lid 2, onderdeel d, worden twee nieuwe activiteiten subsidiabel:

  • 1. De invoering van Engels, Duits of Frans als deelvoertaal in het primair onderwijs met een maximum van 15% van de onderwijstijd.

  • 2. Samenwerking en afstemming in het kader van internationalisering tussen onderwijsinstellingen uit verschillende onderwijslagen ten behoeve van doorlopende leerlijnen.

Met de toevoeging onder 1 wordt een toezegging aan de Tweede Kamer gestand gedaan. De toevoeging onder 2 sluit aan bij de kans die de fusie tot EP-Nuffic biedt op het samenbrengen van internationalisering binnen de verschillende onderwijslagen.

Artikel I, onderdeel C (artikel 4)

Dit artikel is gewijzigd in verband met het subsidieplafond voor het schooljaar 2016-2017.

Aanvragen hoeven niet langer minimaal twee maanden voordat de activiteit aanvangt, te zijn ingediend. De termijn is een onnodige drempel voor scholen.

De regeling geldt voor bepaalde tijd. In het schooljaar 2016-2017 is er € 1.500.000 beschikbaar. Daarenboven is een bedrag beschikbaar van € 78.000 ten behoeve van leerlingen- en lerarenmobiliteit in het groene onderwijs.

Vanuit het ‘groene onderwijs’ kan in beginsel worden ingetekend op alle verschillende activiteiten die onder de regeling vallen. Echter de grenzen van € 74.000 en € 4.000 mogen niet worden overschreden.

De verdeling van deze bedragen over de genoemde activiteiten is evenals in 2015-2016 als volgt:

Onderdeel

Verdeling

Leerlingenmobiliteit

€ 580.000

Lerarenmobiliteit

€ 250.000

Stages

€ 100.000

Curriculum

€ 545.000

Nieuwe initiatieven

€ 25.000

Totaal

€ 1.500.000

Vo groen

€ 74.000

Lerarenopleidingen groen

€ 4.000

Het totale jaarlijkse budget wordt op de volgende wijze over de onderwijssectoren verdeeld:

45% voor primair onderwijs, 50% voor voortgezet onderwijs en 5% voor lerarenopleiding. Afhankelijk van de omvang en kwaliteit van de aanvragen is het mogelijk om met een maximum van 10% te schuiven tussen de onderwijssectoren.

Het budget voor het groene onderwijs staat vast; EP-Nuffic dient zich aan dit subsidieplafond te houden.

Artikel I, onderdeel D (artikel 5, tweede lid)

Met deze aanpassing zijn de data omtrent de subsidieaanvraag aangepast aan de verlenging van de regeling.

Artikel I, onderdeel E (artikel 6)

De termijn van artikel 6 eerste lid wordt gewijzigd in verband met de aanpassing van artikel 9. Bij vvto wordt slechts subsidie verleend, indien de ontvanger streeft naar het behalen van het kwaliteitskeurmerk vvto en de ontvanger dit toelicht in het activiteitenverslag. Daarbij wordt de eis verwijderd dat bij vvto alle kinderen van de school deel moeten nemen aan de activiteit. Hiermee wordt een toezegging aan de Tweede Kamer gestand gedaan.

Artikel I, onderdeel F (artikel 9)

Deze wijziging was noodzakelijk in verband met een wijziging van de Regeling OCW-subsidies.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker

Naar boven