Gemeente Den Haag, verkeersbesluit: Plantenoord, tussen Het Oord en het Zonneoord (instellen partieel eenrichtingsverkeer)

Logo 's-Gravenhage

[BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DEN HAAG,

gelezen het op 29 juli 2016 ingekomen verzoek van de heer M. Huisert van het Ingenieursbureau

Den Haag, ingediend namens de heer R. Sipkema van DSB/Opdrachtgeving, tot het nemen van een

verkeersbesluit voor instellen van partieel eenrichtingsverkeer op de Plantenoord, tussen Het Oord

en het Zonneoord;

gelezen de op 19 oktober 2016 ontvangen brief van de Politie Den Haag, Dienst Regionale

Operationele Samenwerking, Afdeling Infrastructuur, Team Verkeer, kenmerk 2016/-;

overwegende,

dat in het kader van Groot Onderhoud Elementen het Plantenoord tussen het Oord en het Zonneoord

opnieuw wordt bestraat en de mogelijkheid bestaat verkeerskundige verbeteringen door te voeren;

dat het Plantenoord, waar aanvankelijk verkeer in twee richtingen was bedacht met eenzijdig parkeren,

doorgaans wordt gebruikt om aan beide zijde van de weg te parkeren waardoor de effectieve breedte

dusdanig is afgenomen dat verkeer in twee richtingen niet meer mogelijk is;

dat, mede om de parkeerdruk niet verder te verhogen in de straat/wijk, het uit oogpunt van onder meer

verkeersveiligheid wenselijk is partieel eenrichtingsverkeer (eenrichtingsverkeer met uitzondering van

fietsers en bromfietsers) in te stellen op het Plantenoord tussen het Oord en het Zonneoord en daarbij

het verkeer toe te staan van het Oord in de richting van het Zonneoord;

dat gezien het gestelde in artikel 21 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het

wegverkeer juncto artikel 2 Wegenverkeerswet kan worden opgemerkt dat met het nemen

van de onderhavige verkeersmaatregel(en) het volgende wordt nagestreefd:

het verzekeren van de veiligheid op de weg;het instandhouden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;het zo veel mogelijk waarborgen van de vrijheid/doorstroming van het verkeer;dat het voornemen om deze verkeersmaatregel(en) in te stellen op de voorgeschreven wijze is gepubliceerd en gedurende een periode van vier weken ter inzage heeft gelegen teneindebelanghebbenden in de gelegenheid te stellen een zienswijze daarop kenbaar te maken; dat geen reactie is ingekomen; dat ten aanzien van de onderhavige verkeersmaatregel(en) het overleg als bedoeld in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer heeft plaatsgevonden; dat het betreffende weggedeelte in beheer is bij de gemeente Den Haag en is gelegen binnen de bebouwde kom van die gemeente; gelet op de mandaatregeling van burgemeester en wethouders van Den Haag en het daarop gebaseerde ondermandaatbesluit; gelet op artikel 18 eerste lid onder d van de Wegenverkeerswet 1994, juncto artikel 1, artikel 4eerste lid, artikel 12 onder a en b, artikel 18, artikel 21 en 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (Stb. 460, 1990); BESLUITEN:  door het plaatsen van borden volgens model C02 en C03 van Bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459, 1990), met onderborden volgens model OB 54, partieel eenrichtingsverkeer (eenrichtingsverkeer met uitzondering van fietsers en bromfietsers) in te stellen op Plantenoord, tussen Het Oord en het Zonneoord, (van Het Oord in de richting van het Zonneoord), dit zoals aangegeven op de hierna genoemde situatietekening;  dat als gevolg van de bovenomschreven verkeersmaatregelen alle eerder genomen verkeers-maatregelen/-verkeersbesluiten die hierop betrekking hebben, worden ingetrokken (en de daarmee samenhangende verkeerstekens worden verwijderd) en wel voor zover het gestelde daarin direct betrekking heeft op hetgeen thans opnieuw wordt geregeld;   dat bovengenoemde maatregel(en) gelden op de wijze als aangegeven op de bij dit besluit behorende en daar onlosmakelijk deel van uitmakende situatietekening, die kan worden ingezien bij de Dienst Stadsbeheer, Handhavingsorganisatie/Vergunningen en Handhaving, Loudonstraat 95, Den Haag;    

Naar boven