Ontheffing minimum vlieghoogte oefengebied Veluwe (EVM-oefening Defensie Helikopter Commando)

3 mei 2016

Nr. MLA/064/2016

De Minister van Defensie,

Gelezen het verzoek van de commandant van het Defensie Helikopter Commando van 15 april 2016;

Gelet op artikel 19, derde lid, van het Besluit luchtverkeer 2014;

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Ten behoeve van een evasive maneuver(EVM)-oefening van het Defensie Helikopter Commando in week 19 wordt ontheffing verleend van de minimum VFR-vlieghoogte, bedoeld in paragraaf SERA.5005, onderdeel (f), van verordening (EU) nr. 923/2012, binnen het oefengebied Veluwe, begrensd door de volgende coördinaten:

    52°04'15.32"N 005°44'30.12"E – 52°04'22.00"N 005°52'43.00"E -52°02'44.00"N 005°51'59.00"E – 52°01'30.31"N 005°44'45.28"E – terug naar 52°04'15.32"N 005°44'30.12"E (zie afbeelding).

  • 2. De ontheffing, bedoeld in het eerste lid, is van kracht op de volgende dagen en tijden:

    maandag 9 mei 2016 van 09:30 uur tot 14:30 uur lokale tijd;

    dinsdag 10 mei 2016 van 13:00 uur tot 18:00 uur lokale tijd en van 22:00 uur tot woensdag 11 mei 2016, 00:30 uur lokale tijd;

    woensdag 11 mei 2016 van 22:00 uur tot donderdag 12 mei 2016, 00:30 uur lokale tijd;

    donderdag 12 mei 2016 van 11:00 uur tot 18:00 uur lokale tijd en van 20:00 uur tot vrijdag 13 mei 2016, 00:30 uur lokale tijd.

    Oefengebied Veluwe

    Oefengebied Veluwe

Artikel 2

Binnen het oefengebied Veluwe bedraagt de toegestane minimum vlieghoogte 100 voet of incidenteel zoveel lager als in verband met de opdracht noodzakelijk is. Binnen het oefengebied gelden voorts de volgende regels:

  • a. laagvliegen is alleen toegestaan voor helikopters van het Commando Luchtstrijdkrachten die deelnemen aan de EVM-oefening;

  • b. vluchten worden uitgevoerd conform zichtvliegvoorschriften;

  • c. aaneengesloten bebouwing, ziekenhuizen, sanatoria en dergelijke worden vermeden;

  • d. de ontheffing van de minimum vlieghoogte geldt alleen voor die delen van de vlucht die voor het doel van de vlucht noodzakelijk zijn.

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 9 mei 2016 en vervalt met ingang van 14 mei 2016.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en zal tevens bekend worden gemaakt door middel van een NOTAM.

De Minister van Defensie, voor deze: De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, S.H.P.M. Pellemans, Kolonel-vlieger

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, Dienstencentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

In de periode van maandag 9 mei 2016 tot en met vrijdag 13 mei 2016 vindt boven en in de onmiddellijke omgeving van de Veluwe een zogenaamde evasive maneuver-oefening plaats. Tijdens deze oefening worden complexe en realistische scenario’s beoefend, waarbij het onvermijdelijk is dat er tijdens delen van de vlucht onder de geldende minimum vlieghoogtes moet worden geopereerd.

In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat militaire helikopters boven gebieden met aaneengesloten bebouwing, industrie- en havengebieden daaronder begrepen dan wel boven mensenverzamelingen een hoogte van ten minste 210 meter (700 voet) boven de hoogste hindernis gelegen binnen een afstand van 600 meter van het luchtvaartuig dienen aan te houden en elders ten minste 50 meter (150 voet) boven grond of water. In het kader van deze oefening kan in de aangewezen oefengebieden zo laag worden gevlogen als voor het doel van de vlucht noodzakelijk is. Dit betekent dat niet continu laag wordt gevlogen.

Naar boven