Regeling van de Minister van Economische Zaken van 29 november 2015, nr. WJZ/15162354, tot wijziging van de Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015 in verband met het toevoegen van frequentiespectrum voor radiozendamateurs op secundaire basis en het doorhalen van de registratie bij niet voldoen door registratiehouders van de jaarlijkse vergoeding

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3.9 van de Telecommunicatiewet, alsmede de artikelen 3 tot en met 5 van het Frequentiebesluit 2013;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Een registratie kan door de Minister worden geweigerd voor zover een eerdere registratie is doorgehaald wegens overtreding van bij of krachtens de wet gestelde regels.

2. Het vierde lid, komt te luiden:

  • 4. De Minister haalt de registratie door op verzoek van de betrokkene of indien is vastgesteld dat de betrokkene niet langer gebruik maakt van de frequentieruimte. De Minister kan de registratie doorhalen indien de betrokkene de verschuldigde vergoeding voor de registratie niet heeft voldaan. De Minister bericht de betrokkene over de doorhaling.

B

In artikel 10, eerste lid, onder i, 4˚, wordt ‘P2D’ vervangen door: G2D.

C

In bijlage 1 wordt de tabel opgenomen na ‘Beperkingen en voorschriften als bedoeld in artikel 7, onder a en examenvereiste als bedoeld in artikel 4, tweede lid’ vervangen door:

Categorie registratie1

Toegestane zendvermogen in watt (PEP)2

Frequentiebanden in MHz

Primair of secundair gebruik (p/s)

Bijzondere bepalingen3

F

400

0,1357

0,1378

s

Alleen de klasse A1A.

100

0,472

0,479

s

Alleen A1A, F1A, G1A, J2A; contesten zijn niet toegestaan.

400

1,81

1,85

p

 

400

1,85

1,88

s

 

400

3,5

3,8

p

 

100

5,350

5,450

s

 

400

7,0

7,1

p

 

400

7,1

7,2

p

 

400

10,1

10,15

s

Alleen A1A, F1A, G1A, J2A; contesten zijn niet toegestaan.

400

10,14

10,15

s

Data, bandbreedte max, 500 Hz.

400

14,0

14,35

p

 

400

18,068

18,168

p

 

400

21,0

21,45

p

 

400

24,89

24,99

p

 

400

28,0

29,7

p

 

120

50,0

50,45

s

Alleen A1A en J3E.

30

50,0

50,45

s

 

30

50,45

52,0

s

Crossband- en duplexverbindingen zijn niet toegestaan.

50

70,0

70,5

s

Crossband- en duplexverbindingen zijn niet toegestaan.

400

144,0

146,0

p

 

400

430,0

436,0

p

 

400

436,0

440,0

s

 

120

1.240,0

1.300,0

s

 

120

2.320,0

2.400,0

s

 

120

2.400,0

2.450,0

s

Uitsluitend satellietverkeer (aarde naar ruimte).

120

3.400,0

3.410,0

s

 

120

5.650,0

5.850,0

s

 

120

10.000,0

10.500,0

s

 
 

120

24.000,0

24.050,0

p

 

120

24.050,0

24.250,0

s

 

120

47.000,0

47.200,0

p

 

120

75.500,0

76.000,0

p

 

120

76.000,0

77.500,0

s

 

120

77.500,0

78.000,0

p

 

120

78.000,0

81.500,0

s

 

120

122.250,0

123.000,0

s

 

120

134.000,0

136.000,0

p

 

120

136.000,0

141.000,0

s

 

120

241.000,0

248.000,0

s

 

120

248.000,0

250.000,0

p

 

N

25

7,050

7,1

p

 

25

14,0

14,25

p

 

25

28,0

29,7

p

 

25

144,0

146,0

p

 

25

430,0

436,0

p

 

25

436,0

440,0

s

 

1 Een registratie met volledige toegang wordt aangemerkt als F (full), terwijl een registratie met beperkte toegang wordt aangemerkt als N (novice). Ingevolge artikel 7 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 is het met goed gevolg afgelegd hebben van een examen voor de categorie F vereist voor volledige toegang van de voor radiozendamateurs beschikbare frequentieruimte, onder de eventuele in de tabel opgenomen beperkingen, en is het met goed gevolg afgelegd hebben van een examen voor de categorie N vereist voor toegang van de voor radiozendamateurs beschikbare frequentieruimte zoals opgenomen in de tabel onder N. Met het met goed gevolg afgelegd hebben van een examen voor de categorie F wordt gelijk gesteld een HAREC-certificaat, verstrekt door een andere administratie van de Conférence Européenne des Postes et des Télécommunications (CEPT), of een certificaat of ander document dat gelijkwaardig is aan een F-certificaat van een andere administratie die geen onderdeel uitmaakt van de CEPT en die is opgenomen in Annex 4 van CEPT Recommendation T/R 61-02. Met het met goed gevolg afgelegd hebben van een examen wordt voor de categorie N gelijk gesteld een certificaat of ander document dat gelijkwaardig is aan een N-certificaat, verstrekt door een andere administratie van de CEPT of een administratie die geen onderdeel uitmaakt van de CEPT en die is opgenomen in Annex 4 van ECC Recommendation (05) 06.

2 Zendvermogen: het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van het radiozendapparaat afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over één periode van de hoogfrequente uitgangswissel-spanning tijdens het maximum van de omhullende (Peak Envelope Power).

3 De gebruiker van een zelfgebouwd radiozendapparaat voorkomt dat een vermogen wordt geproduceerd dat de onderstaande limieten overschrijdt voor de onderdrukking van ongewenste hoogfrequente uitstralingen.

ARTIKEL II

De Examenregeling frequentiegebruik 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen c en d worden geletterd d en e.

2. Na onderdeel b wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c. een administratie die geen onderdeel uitmaakt van de Conférence Européenne des Postes et des Télécommunications en die is opgenomen in Annex 4 van ECC Recommendation (05) 06, aan hem een certificaat of ander document heeft verstrekt dat gelijkwaardig is aan een N-certificaat, voor het gebruik van frequentiebanden die in bijlage 1 van de Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015 zijn aangeduid met de categorie N;

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • f. een administratie die geen onderdeel uitmaakt van de Conférence Européenne des Postes et des Télécommunications en die is opgenomen in Annex 4 van CEPT Recommendation T/R 61-02, aan hem een certificaat of ander document heeft verstrekt dat gelijkwaardig is aan een F-certificaat, voor het gebruik van frequentiebanden die in bijlage 1 van de Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015 zijn aangeduid met de categorie F.

B

In artikel 9 wordt ‘artikel 7, onder a en b’ vervangen door ‘artikel 7, onder a, b en c’ en wordt ‘artikel 7, onder c en d’ vervangen door: artikel 7, onder d, e en f.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 29 november 2015

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Doel en aanleiding

Met deze wijziging van de Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015 wordt onder meer geregeld dat frequentiegebruik op secundaire basis wordt toegestaan voor radiozendamateurs in de frequentieband 5,350 – 5,450 MHz. Daarnaast wordt geregeld dat de registratie voor radiozendamateurs of voor maritiem gebruik kan worden doorgehaald bij het niet voldoen van de jaarlijkse vergoeding aan Agentschap Telecom. Voorts worden enkele andere wijzigingen doorgevoerd, waaronder een wijziging van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 in verband met internationale afspraken die zijn gemaakt voor de harmonisering van examencertificaten voor radiozendamateurs.

2. Regeldruk

Deze regeling heeft geen regeldrukeffecten.

3. Vaste verandermomenten

Deze regeling treedt in afwijking van de vaste verandermomenten in werking op de dag na publicatie in de Staatscourant, om zodoende deze regeling kort na het gewijzigde Nationaal Frequentieplan (NFP) 2014 in werking te laten treden. Deze wijziging is op 2 november 2015 in werking getreden. De reden hiervoor is dat in het gewijzigde NFP 2014 frequentiegebruik op secundaire basis voor de amateurdienst in de frequentieband 5,350 – 5,450 MHz is opgenomen en in de onderhavige regeling de voorwaarden zijn opgenomen waaronder het frequentiegebruik in deze band mag plaatsvinden. Voor de afwijking van het beleid inzake vaste verandermomenten wordt een beroep gedaan op de uitzonderingsgrond ‘aanmerkelijke ongewenste private of publieke voor- of nadelen’.

II. ARTIKELEN

Artikel I

Onderdeel A

Agentschap Telecom wordt grotendeels gefinancierd uit retributieve heffingen op grond van artikel 16.1 van de Telecommunicatiewet. Geconstateerd is dat behoudens registratiehouders, die een registratie van het gebruik van frequentieruimte hebben in de categorieën ‘maritiem’ en ‘radiozendamateurs’, alle partijen die bij het agentschap een dienst afnemen of waarvoor het agentschap werkzaamheden verricht de kosten daarvan dienen te vergoeden. Gelet op de vigerende kabinetslijn, neergelegd in het rapport ‘Maat houden’1, bestaan thans geen redenen om de door het agentschap gemaakte kosten die verband houden met haar werkzaamheden ten behoeve van deze registratiehouders niet door te berekenen. Nu er geen reden is voor een onderscheid bij de doorberekening van kosten tussen baathebbers, zullen er opnieuw vergoedingen voor gebruikers van frequentieruimte in de categorieën ‘maritiem’ en ‘radiozendamateurs’, vallend onder deze regeling, in de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2016 worden opgenomen. De registratiehouders dienen dus vanaf 2016 jaarlijks een vergoeding te voldoen voor de werkzaamheden die het agentschap voor deze groep baathebbers verricht in het kader van uitvoering en toezicht. Op het in rekening brengen van deze vergoeding is titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) inzake bestuursrechtelijke geldschulden van toepassing. Als sluitstuk op het in rekening brengen van deze vergoeding is het wenselijk dat er een mogelijkheid is om de registratie door te halen als de vergoeding niet wordt voldaan. Dit zal pas plaatsvinden nadat er een betalingsherinnering en daarna een voornemen tot doorhaling is verstuurd, conform de Awb-termijnen. Ten aanzien van vergunningen die op grond van de Telecommunicatiewet worden verleend, bestaat de mogelijkheid om tot intrekking over te gaan in geval van het niet betalen van de in rekening gebrachte vergoeding. Met deze wijziging vallen registratiehouders onder eenzelfde regime. Dit geldt tevens voor het kunnen weigeren van een registratie, indien een eerdere registratie is doorgehaald in verband met het overtreden van bij of krachtens de wet gestelde regels, waaronder het niet betalen van de in rekening gebrachte vergoeding.

Onderdeel B

Bij een eerdere wijziging is abusievelijk in artikel 10 eerste lid, onder i, nummer 4˚, P2D opgenomen in plaats van G2D. Door deze wijziging wordt dit hersteld.

Onderdeel C

In Bijlage 1 bij de Regeling gebruik van frequentieruimte met meldingsplicht 2015 wordt in de tabel Radiozendamateurs in de categorieregistratie F de frequentieband 0,501- 0,505 MHz verwijderd, aangezien de termijn dat deze frequentieband voor het in de tabel opgenomen doel gebruik mocht worden, te weten tot 1 januari 2013, reeds is verlopen. Ten aanzien van de frequentieband 0,472 – 0,479 MHz wordt de beperking ‘vanaf 1 januari 2013’ verwijderd.

Voorts wordt in de tabel op secundaire basis de amateurdienst in de frequentieband 5,350 – 5,450 MHz toegevoegd. Dit is gebaseerd op agendapunt 1.4 van de ‘World Radiocommunications Conference’ (WRC) van november 2015 en is afgestemd met de primaire gebruiker van die band, het ministerie van Defensie.

In de tabel is ook een nieuwe kolom opgenomen waarin de status van het frequentiegebruik wordt aangegeven, te weten primair of secundair, zoals deze in het NFP 2014 is toegewezen. Deze kolom wordt opgenomen ter completering van de voorschriften en beperkingen die gelden ten aanzien van het frequentiegebruik door radiozendamateurs.

Verder wordt voetnoot 1 bij de tabel gewijzigd. Deze voetnoot dient te verwijzen naar artikel 7 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008, aangezien deze bepaling artikel 14 van de Examenregeling frequentiegebruik heeft vervangen.

Artikel II

Onderdeel A

In artikel 7 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 worden de onderdelen c en f opgenomen in verband met internationale afspraken die zijn gemaakt voor de harmonisering van examencertificaten voor radiozendamateurs. Ook degene met een certificaat dat is uitgegeven door een administratie die geen onderdeel uitmaakt van de ‘Conférence Européenne des Postes et des Télécommunications’ (CEPT), maar die wel de CEPT ECC Recommendation (05) 06 voor N-certificaten en CEPT Recommendation T/R 61-02 voor F-certificaten heeft onderschreven en die is opgenomen in Annex 4 van deze respectievelijke aanbevelingen, heeft voldaan aan de voorwaarde dat de radiozendamateur met goed gevolg een examen moet hebben afgelegd.2

Onderdeel B

Artikel 9 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 wordt gewijzigd in verband met de wijziging van artikel 7 van dezelfde regeling.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

‘Maat houden’, Rapport van de interdepartementale werkgroep Herziening Maat houden van 11 april 2014. Zie ook de brief van het kabinet aan de Eerste Kamer ‘Kabinetsstandpunt inzake de doorberekening van handhavingskosten’ van 7 mei 2014 (Eerste Kamer 2014–2015, Bijlage bij Kamerstuk 34 000 XIII nr. I).

X Noot
2

Zie voor Annex 4 van de CEPT ECC Recommendation (05) 06 en Annex 4 van de CEPT Recommendation T/R 61-02: http://www.erodocdb.dk/. Deze annexen zijn ook te vinden via de website van Agentschap Telecom:

http://www.agentschaptelecom.nl/onderwerpen/radiozendamateurs/zendamateurs-en-uit-het-buitenland/voorschriften-buitenlandse.

Naar boven