Besluit van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 november 2012, VGP/3137031, houdende Wijziging van de Regeling heroïnebehandeling in verband met aanpassing van de specifieke uitkeringen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2, eerste lid, van de Regeling heroïnebehandeling komt als volgt te luiden:

  • 1. De Minister kan ten behoeve van de jaren 2013 en 2014 aan de volgende gemeenten een specifieke uitkering van ten hoogste het bij de desbetreffende gemeente genoemde bedrag verstrekken voor de werkelijke kosten van het exploiteren van het bij de desbetreffende gemeente genoemde aantal behandeleenheden met in totaal ten hoogste het bij de desbetreffende gemeente genoemde aantal behandelplaatsen:

    Naam gemeente

    aantal behandel-eenheden

    maximum aantal behandel-plaatsen

    maximale uitkering 2013

    maximale uitkering 2014

    Amsterdam

    2

    145

    € 2.470.000

    € 2.310.000

    Apeldoorn

    1

    30

    € 600.000

    € 670.000

    Arnhem

    1

    25

    € 510.000

    € 590.000

    Den Haag

    1

    75

    € 1.420.000

    € 1.180.000

    Deventer

    1

    25

    € 510.000

    € 590.000

    Eindhoven

    1

    25

    € 520.000

    € 590.000

    Enschede

    1

    30

    € 600.000

    € 670.000

    Groningen

    1

    50

    € 1.060.000

    € 930.000

    Heerlen

    1

    35

    € 765.000

    € 740.000

    's-Hertogenbosch

    1

    20

    € 425.000

    € 500.000

    Leeuwarden

    1

    25

    € 520.000

    € 590.000

    Maastricht

    1

    25

    € 510.000

    € 590.000

    Nijmegen

    1

    25

    € 515.000

    € 590.000

    Rotterdam

    2

    140

    € 2.400.000

    € 2.260.000

    Tilburg

    1

    20

    € 425.000

    € 500.000

    Utrecht

    1

    45

    € 940.000

    € 870.000

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn.

TOELICHTING

In de Regeling heroïnebehandeling zijn de uitkeringen aan gemeenten met een heroïnebehandeleenheid opgenomen. Gedurende de looptijd van die regeling is het aantal gemeenten, behandeleenheden en behandelplaatsen geleidelijk toegenomen. In die periode heeft de heroïnebehandeling zich ontwikkeld van enkele experimenten naar voorzieningen waarvan de omvang en aard inmiddels zijn uitgekristalliseerd. Tegen deze achtergrond is in 2012 de huidige, historisch gegroeide verdeling van het beschikbare budget opnieuw bezien. Daarbij is gebleken dat de historisch gegroeide verdeling onevenwichtig was. Naar aanleiding daarvan is een model ontwikkeld dat beter rekening houdt met de verschillen in schaalgrootte van de behandeleenheden. Uitgangspunt van het nieuwe verdeelmodel is een basisbedrag van € 500.000 voor een behandeleenheid met 20 plaatsen. Daarboven neemt de specifieke uitkering per plaats af naarmate het aantal plaatsen per behandeleenheid toeneemt. Zoals aangekondigd in mijn besluit van 9 december 2011 (Stcrt. 2011, 22961), vormt dit nieuwe verdeelmodel met ingang van 2013 de basis voor de verdeling van het beschikbare budget. Daarbij wordt een overgangsperiode van twee jaren in acht genomen. Bij de bedragen voor het jaar 2013 is al rekening gehouden met de jaarlijkse aanpassing in verband met de ontwikkeling van het prijspeil en de arbeidsvoorwaarden door uit te gaan van het totaal van de specifieke uitkeringen voor 2012 inclusief die jaarlijkse aanpassing.

Volgens het huidige beleid worden uitkeringen verleend ter hoogte van de maximumbedragen die in de regeling staan. Daarmee correspondeert een bepaalde capaciteit aan behandelplaatsen. Uit de jaarlijkse bezettingsoverzichten is echter gebleken dat in enkele gemeenten de laatste jaren sprake is van onderbezetting. Gelet op de afname van het aantal heroïneverslaafden is de verwachting dat deze trend zich voortzet. Het ligt dan ook in de rede om het beleid aan te passen, zodat met ingang van 2014 bij de verlening van de uitkering rekening gehouden wordt met structurele onderbezetting. De uitkering kan als gevolg daarvan lager worden dan het maximumbedrag dat is opgenomen in de regeling. Binnen de randvoorwaarden voor deze regeling wat betreft totaal aantal bekostigde behandelplaatsen en het daarvoor beschikbare budget is het overigens ook niet uitgesloten dat in het uitzonderlijke geval dat de beschikbare capaciteit structureel ontoereikend is enige uitbreiding mogelijk wordt en in verband daarmee de uitkering aan een gemeente verhoogd kan worden.

Dit beleid zal verder worden uitgewerkt aan de hand van de bezettingsoverzichten over de periode juli 2012 tot juli 2013, die de gemeenten in augustus 2013 beschikbaar stellen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn.

Naar boven