Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 16 november 2012, nr. 313723 houdende indexering van de griffierechten van de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Regeling indexering griffierechten burgerlijke zaken 2013)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 2 van de Wet griffierechten burgerlijke zaken;

Besluit:

ARTIKEL I

De in de Wet griffierechten burgerlijke zaken genoemde bedragen worden als volgt gewijzigd:

A

In artikel 17, eerste lid, wordt ‘€ 566’ vervangen door: € 581.

B

In artikel 19, eerste lid, wordt ‘€ 338’ vervangen door: € 346.

C

In artikel 21, eerste lid, wordt «€ 18» vervangen door: € 19.

D

In artikel 22, eerste lid, wordt ‘€ 114’ vervangen door: € 117.

E

In artikel 23, eerste lid, wordt ‘ € 171’ vervangen door: € 176.

F

In artikel 23, tweede lid, wordt ‘€ 18’ vervangen door: € 19.

G

In artikel 23, derde lid, wordt ‘€ 18’ vervangen door: € 19.

H

De als bijlage bij de wet gevoegde tabel betreffende griffierechten bij de rechtbank, de gerechtshoven en de Hoge Raad komt te luiden:

Aard c.q. hoogte van de vordering of het verzoek

Griffierecht voor rechtspersonen

Griffierecht voor natuurlijke personen

Griffierecht voor on- en min vermogenden

Griffierechten bij een kamer voor kantonzaken van de rechtbank

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:

– van onbepaalde waarde of

– met een beloop van niet meer dan € 500 in hoofdsom

€ 112

€ 75

€ 75

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 500 en niet meer dan € 12 500 in hoofdsom.

€ 448

€ 213

€ 75

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 12 500 in hoofdsom.

€ 896

€ 448

€ 75

Griffierechten bij een kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de rechtbank

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek van onbepaalde waarde

€ 589

€ 274

€ 75

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 25 000 en niet meer dan € 100 000 in hoofdsom

€ 1 836

€ 842

€ 75

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100 000 in hoofdsom

€ 3 715

€ 1 474

€ 75

Griffierechten bij de Gerechtshoven

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:

– van onbepaalde waarde of

– met een beloop van niet meer € 12 500 in hoofdsom

€ 683

€ 299

€ 299

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 12 500 en niet meer dan € 100 000 in hoofdsom

 € 1 862

 € 683

 € 299

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100 000 in hoofdsom

€ 4 961

€ 1 553

€ 299

Griffierechten bij de Hoge Raad

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek:

– van onbepaalde waarde of

– met een beloop van niet meer € 12 500 in hoofdsom

€ 747

€ 309

€ 309

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 12 500 en niet meer dan € 100 000 in hoofdsom

 € 2 481

 € 747

 € 309

Zaken met betrekking tot een vordering, dan wel een verzoek met een beloop van meer dan € 100 000 in hoofdsom

€ 6 204

€ 1 862

€ 309

ARTIKEL II

Ten aanzien van de griffierechten die verschuldigd zijn geworden vóór de datum van inwerkingtreding van deze regeling of die rechtsgeldig zijn aangezegd op grond van de artikelen 111, tweede lid, onder k of 276, tweede lid, Rv voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling, blijft het griffierecht zoals het vóór die datum gold, van toepassing.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

ARTIKEL IV

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling indexering griffierechten burgerlijke zaken 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 16 november 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

TOELICHTING

De Wet griffierechten burgerlijke zaken (hierna: Wgbz) is per 1 november 2010 in werking getreden (Staatsblad 2010, 715). In artikel 2 Wgbz is bepaald dat de bedragen die in de wet en in de bij de wet behorende bijlage zijn genoemd, jaarlijks met ingang van 1 januari bij ministeriële regeling kunnen worden gewijzigd voor zover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft. Deze regeling strekt ertoe de griffierechten op grond van dit artikel te indexeren. De griffierechten worden geïndexeerd met het percentage waarmee de consumentenprijsindex sinds de vorige indexering (vanaf 31 juli 2011) tot en met 31 juli 2012 is gestegen. Volgens berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedragen de consumentenprijsindexcijfers totalen (alle huishoudens) sinds de vorige indexering (juli 2011): 109,23 en voor juli 2012: 112,09. Gedurende de periode van 31 augustus 2011 tot en met 31 juli 2012 is de consumentenprijsindex derhalve met 2,6% gestegen (112,09:109,23×100=2,6%).

Derhalve worden in deze regeling de bedragen in de Wgbz en de daarbij behorende tabel met 2,6% verhoogd. De bedragen die op deze wijze worden verkregen worden rekenkundig afgerond op hele euro’s.

In de terminologie van de tabel van artikel I onderdeel H zijn ook twee wijzigingen doorgevoerd die voortvloeien uit de Wet herziening gerechtelijke kaart (Stb. 2012, nr. 313) die op 1 januari 2013 in werking treedt. De sectoren bij de rechtbanken komen te vervallen, zodat voortaan niet meer gesproken wordt van de sector kanton bij de rechtbank, maar van een kamer voor kantonzaken. Ook de sector civiel komt als aanduiding te vervallen. Om het onderscheid in verschuldigd griffierecht bij de kantonrechter en bij de rechtbank voor overige civiele zaken duidelijk te maken, wordt deze laatste aangeduid als een kamer voor andere zaken dan kantonzaken.

Artikel II van deze regeling voorziet in een overgangsregeling ten aanzien van de griffierechten die verschuldigd zijn geworden vóór de datum van inwerkingtreding van deze regeling of die rechtsgeldig zijn aangezegd op grond van de artikelen 111, tweede lid, onder k of 276, tweede lid, Rv voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling. Op deze gevallen is het griffierecht van toepassing zoals dat gold voor de inwerkingtreding van deze regeling.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten.

Naar boven