Besluit van 20 april 2021 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 24 maart 2021 tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het inroepen van een bedenktijd door het bestuur van een beursvennootschap (Stb. 2021, 185)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Rechtsbescherming, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Financiën, van 16 april 2021, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 3289916;

Gelet op artikel II van de Wet van 24 maart 2021 tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het inroepen van een bedenktijd door het bestuur van een beursvennootschap (Stb. 2021, 185);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 24 maart 2021 (Stb. 2021, 185) tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het inroepen van een bedenktijd door het bestuur van een beursvennootschap treedt in werking met ingang van 1 mei 2021.

Onze Minister voor Rechtsbescherming is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 april 2021

Willem-Alexander

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Uitgegeven de negenentwintigste april 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit zorgt voor de inwerkingtreding van de wettelijke bedenktijd voor beursvennootschappen. Gelet op de huidige economische situatie waarbij bepaalde vennootschappen onder druk kunnen komen te staan, is het nodig om de bedenktijd op korte termijn in te voeren. Juist in deze tijd, waarin de Nederlandse economie onder druk staat, is het van belang dat het bestuur van een beursvennootschap in het geval van een (vijandige) overname of druk van (activistische) aandeelhouders voldoende tijd en rust kan nemen voor de inventarisatie en weging van belangen van de onderneming en haar stakeholders, voor een zorgvuldige beleidsbepaling. Daarom wordt afgeweken van de vaste verandermomenten. Er wordt gekozen voor inwerkingtreding per 1 mei 2021, een moment dat al na de stemmingen in de Eerste Kamer, op 23 maart 2021, is aangekondigd door middel van een persbericht.1

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker

Naar boven