Besluit van 11 september 2019, tot toekenning van het vaandelopschrift «Zuid-Afghanistan 2006-2010» aan het Regiment Genietroepen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 4 september 2019, nr. BS2019016440, directie juridische zaken, cluster wet- en regelgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Aan de opschriften in het vaandel van het Regiment Genietroepen wordt toegevoegd het opschrift «Zuid-Afghanistan 2006-2010» in verband met de geniesteun te velde, waaronder het opsporen van geïmproviseerde explosieven waarmee het regiment de weg baande.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 december 2019.

Onze Minister van Defensie is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 september 2019

Willem-Alexander

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Uitgegeven de achttiende oktober 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

De vaandels en standaarden van de Nederlandse krijgsmacht gaan terug tot de beginjaren van het Koninkrijk. Oorspronkelijk een veldteken en verzamelpunt in de strijd te land, is een vaandel of standaard heden ten dage vooral een symbool van saamhorigheid en van trouw van de eenheid aan de vorst. Een vaandel- of standaardopschrift kan worden toegekend indien de eenheid met ere heeft deelgenomen aan krijgsverrichtingen en zich op enig moment en/of op enige locatie heeft onderscheiden ten opzichte van andere eenheden. Bij de beoordeling worden in beschouwing genomen de aard en de wijze van het optreden, de samenstelling van het verband en de feiten en omstandigheden waaronder de strijd werd gevoerd. Hierbij wordt getoetst aan de criteria voor moedig, beleidvol en dapper optreden en aan de wettelijke grenzen van het optreden.

In het vaandel van het Regiment Genietroepen staan thans de wapenfeiten: «Veldtocht 1815», «Krijgsverrichtingen 1830-1831», «Citadel van Antwerpen 1832», «Rotterdam 1940» en «Java en Sumatra 1946-1949».

De gewapende aanval op de Verenigde Staten op 11 september 2001 was voor Nederland aanleiding om in het kader van collectieve zelfverdediging deel te nemen aan Operation Enduring Freedom (OEF). Vanaf januari 2002 nam Nederland deel aan International Security Assistance Force (ISAF) in Afghanistan, die vanaf augustus 2003 werd geleid door de NAVO. Het Bonn-akkoord uit 2001 en de Resoluties 1386 en volgende van de VN-Veiligheidsraad verschaften ISAF het mandaat om in Afghanistan «by all necessary means» veiligheid te brengen, de stabiliteit te bevorderen en de steun voor de Taliban en aanverwante groeperingen te verminderen. In 2006 besloot de Nederlandse regering tot een civiel-militaire bijdrage in de zuidelijke sector van ISAF. Hierbij werd nadrukkelijk de aandacht gevestigd op het opbouwkarakter van de missie. Dit bleek echter al vrij snel na aanvang een onderschatting te zijn. Geconfronteerd met tegenstanders die als zodanig vaak onherkenbaar waren, zich bevonden tussen de bevolking en bij uitblijvende successen in het reguliere gevecht in toenemende mate gebruik maakten van Improvised Explosive Devices (IED’s), veranderde het operationele concept van de Nederlandse bijdrage in de loop van de operatie.

De Nederlandse troepen traden op in samengestelde verbanden van gevechtseenheden, gevechtssteuneenheden en logistieke eenheden. De aard, omvang en intensiteit alsmede de wijze van optreden van de Nederlandse troepen waren in deze combinatie niet eerder voorgekomen. Dit betekent dat bij de meeste onderscheidende acties verschillende vaandel- of standaardvoerende eenheden betrokken waren.

Van 2002 tot 2010 zijn militairen van het Regiment Genietroepen ingezet in het kader van de Nederlandse bijdrage aan de International Security Assistance Force (ISAF) in Afghanistan. Daarvan was de inzet voor de Nederlands-Australische Task Force Uruzgan (TFU) in de periode 2006–2010 de meest intensieve. De genisten verzorgden onder meer als onderdeel van de Deployment Task Force (DTF) de opbouw en uitbouw van kampementen en posten, aanvankelijk onder primitieve omstandigheden en vijanddreiging. Daarnaast leverde het regiment in 2007 en 2008 tweemaal de kern van een Provincial Reconstruction Team (PRT) en op individuele basis maakten genisten deel uit van een Operational Mentoring and Liaison Team (OMLT) bij eenheden van het Afghaanse Nationale Leger (ANA).

Het Regiment Genietroepen onderscheidde zich in de periode 2006–2010 door het leveren van gevechtssteun aan de ISAF-troepen en bondgenoten in Zuid-Afghanistan. Vanwege de grote dreiging van IED’s hadden de genisten een grote rol bij het plannen, voorbereiden en uitvoeren van operaties. Eenheden van de TFU en special forces traden zelden zonder geniesteun op.

De genisten zorgden voor een juiste dreigingsanalyse van de routes en gaven advies over het opsporen van IED’s. Met het opsporen van deze explosieven, zowel op en langs land- en waterwegen als in quala’s, zijn slachtoffers voorkomen. In genoemde periode zijn circa 540 bermbommen gevonden. De genisten traden hierbij steeds op in de spits en baanden de weg. Het opsporen van IED’s was gevaarlijk en vergde concentratie en wilskracht om voorwaarts te gaan – iedere stap kon de laatste zijn. De mentale belasting was daardoor hoog. De schaarse geniecapaciteit zorgde voor een hoge werkdruk. Bij gelegenheid namen genisten zelf deel aan het gevecht en ruimden zelf explosieven op.

Sergeant der eerste klasse Martijn Rosier, soldaat der eerste klasse Jos ten Brinke en sergeant-majoor Mark Leijsen sneuvelden door IED-aanslagen. Sergeant Willem Dijkstra liet het leven buiten gevechtsomstandigheden. Aan veertien militairen van het Regiment Genietroepen is het Draaginsigne Gewonden toegekend. Aan vijf genisten zijn dapperheidsonderscheidingen verleend: twee Bronzen Kruizen en drie Kruizen van Verdienste. Tevens ontving een genist het Ereteken voor Verdienste in goud.

Gelet op het positieve advies van de Traditiecommissie Krijgsmacht wordt aan de opschriften in het vaandel van het Regiment Genietroepen toegevoegd het opschrift «Zuid-Afghanistan 2006-2010» in verband met de geniesteun te velde, waaronder het opsporen van geïmproviseerde explosieven waarmee het regiment de weg baande.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Naar boven