Besluit van 6 juli 2018, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 6 juni 2018 tot wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte in verband met een verdere modernisering van de Huurcommissie en met de introductie van een verhuurderbijdrage (Stb. 2018, 172)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 25 juni 2018, nr. 2018-0000301373;

Gelet op artikel II van de wet van 6 juni 2018 tot wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte in verband met een verdere modernisering van de Huurcommissie en met de introductie van een verhuurderbijdrage (Stb. 2018, 172);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • a. Artikel I, onderdelen I en K, van de wet van 6 juni 2018 tot wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte in verband met een verdere modernisering van de Huurcommissie en met de introductie van een verhuurderbijdrage (Stb. 2018, 172) treedt in werking met ingang van 7 augustus 2018.

  • b. Artikel I, onderdelen A tot en met H, J, Ja, en Ka tot en met N, van de wet van 6 juni 2018 tot wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte in verband met een verdere modernisering van de Huurcommissie en met de introductie van een verhuurderbijdrage (Stb. 2018, 172) treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 6 juli 2018

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Uitgegeven de eenendertigste juli 2018

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Onderdeel a

Artikel I, onderdelen I en K, van de wet van 6 juni 2018 tot wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte in verband met een verdere modernisering van de Huurcommissie en met de introductie van een verhuurderbijdrage (Stb. 2018, 172) treedt in werking met ingang van 7 augustus 2018. Dit betreft de introductie van de zogenoemde verhuurderbijdrage. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten. Met het oog op de inning van de verhuurderbijdrage over 2018 treden de betreffende bepalingen van de wet zo spoedig mogelijk in werking. Het wetsvoorstel is op 6 juni 2018 bekrachtigd. Vervolgens is hiervan op grond van artikel 7 van de Wet raadgevend referendum op 11 juni 2018 mededeling gedaan in de Staatscourant. Met de uiteindelijke inwerkingtredingsdatum is voorts rekening gehouden met de achtweken-termijn op grond van artikel 8 van de Wet raadgevend referendum.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven