Besluit van 3 juli 2017 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het besluit van 21 april 2017 tot wijziging van het Besluit milieueffectrapportage in verband met de implementatie van de herziening van de mer-richtlijn, de uitvoering van het tweede amendement van het Verdrag van Espoo en het herstel van enkele implementatiegebreken

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 30 juni 2017, nr. IenM/BSK-2017/156358, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel II van het besluit van 21 april 2017 tot wijziging van het Besluit milieueffectrapportage in verband met de implementatie van de herziening van de mer-richtlijn, de uitvoering van het tweede amendement van het Verdrag van Espoo en het herstel van enkele implementatiegebreken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Het besluit van 21 april 2017 tot wijziging van het Besluit milieueffectrapportage in verband met de implementatie van de herziening van de mer-richtlijn, de uitvoering van het tweede amendement van het Verdrag van Espoo en het herstel van enkele implementatiegebreken treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het inwerkingtredingsbesluit wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel D, onder 1, dat in werking treedt met ingang van 1 september 2017.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 3 juli 2017

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de zesde juli 2017

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

NOTA VAN TOELICHTING

In artikel II van het besluit van 21 april 2017 tot wijziging van het Besluit milieueffectrapportage in verband met de implementatie van de herziening van de mer-richtlijn, de uitvoering van het tweede amendement van het Verdrag van Espoo en het herstel van enkele implementatiegebreken (hierna: het besluit) is opgenomen dat het besluit in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de diverse artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Met uitzondering van artikel I, onderdeel D, onder 1, van het besluit, treedt het besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het inwerkingtredingsbesluit is gepubliceerd.

Inmiddels heeft het minimum vereiste aantal verdragspartijen (30) de wijziging van het Verdrag van Espoo geratificeerd. Het tweede amendement van het Verdrag van Espoo wordt voor alle verdragspartijen van kracht 90 dagen nadat het minimum vereiste verdragspartijen de wijziging heeft geratificeerd. Met de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, onder 1, van het besluit met ingang van 1 september 2017, wordt enerzijds tijdig aan de verdragsverplichting voldaan en anderzijds vroegtijdig duidelijkheid gegeven over de datum van inwerkingtreding van de betreffende wijziging van het Besluit milieueffectrapportage.

De data van inwerkingtreding wijken af van de vaste verandermomenten, maar deze afwijkingen worden gerechtvaardigd doordat er sprake is van implementatie van een Europese richtlijn en het voldoen aan een verdragsbepaling.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven