Besluit van 21 november 2015 tot wijziging van het Reglement rijbewijzen in verband met de intrekking van de mogelijkheid onder bepaalde voorwaarden toe te staan dat zware elektrische voertuigen bestemd voor goederenvervoer met rijbewijs B worden bestuurd

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 5 oktober 2015, nr. IenM/BSK-2015/189130, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 4, lid 4, onder b en d, van richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEG L 403) en artikel 118, tweede lid, Wegenverkeerswet 1994;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 4 november 2015, No.W14.15.0348/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 16 november 2015, nr. IenM/BSK-2015/221312, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 15, vijfde lid, van het Reglement rijbewijzen komt te luiden:

  • 5. In afwijking van het eerste lid, onderdeel k, onder I, wordt onder de rijbewijscategorie B mede begrepen het samenstel van een motorrijtuig van die categorie en een door dat motorrijtuig voortbewogen aanhangwagen of oplegger waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 750 kg, waarbij de toegestane maximum massa van het samenstel van trekkend motorrijtuig en aanhangwagen of oplegger meer bedraagt dan 3.500 kg, maar niet meer bedraagt dan 4.250 kg en het rijbewijs van de bestuurder is voorzien van een bij ministeriële regeling vastgestelde codering waaruit blijkt dat de houder is geslaagd voor het examen dat de bevoegdheid geeft tot het besturen van zo'n samenstel.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 21 november 2015

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de zevende december 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

NOTA VAN TOELICHTING

Inleiding

Onderhavige wijziging schrapt in artikel 15, vijfde lid, die onderdelen waarin was voorzien dat elektrische voertuigen, bestemd voor het vervoer van goederen, met een toegestane maximummassa (tmm) van meer dan 3.500 kg, maar minder dan 7.500 kg, met een rijbewijs B mogen worden bestuurd.

Toelichting

In september 2009 heeft het ministerie van Infrastructuur en Milieu de Europese Commissie verzocht toestemming te verlenen om bovengenoemde elektrische voertuigen uit te sluiten van de toepassing van artikel 3 van de toen geldende Richtlijn 91/439/EEG in het kader van het Nederlandse plan van aanpak elektrische voertuigen. In dat kader zou een aantal praktische tests (pilots) en demonstratieprojecten met elektrische en hybride voertuigen worden uitgevoerd, met name met elektrisch aangedreven bestelwagens voor stadsdistributie. Door het extra gewicht van het accupakket zou in veel gevallen de tmm van 3.500 kg worden overschreden, waardoor voor dergelijke voertuigen eigenlijk een rijbewijs C (1) is vereist. Dat zou het rijden met dergelijke voertuigen bedrijfseconomisch minder rendabel maken, waardoor de realisering van de doelstellingen van het actieplan in gevaar zou worden gebracht.

Met haar besluit van 31 maart 2010 heeft de Commissie ingestemd met het verzoek en onder bepaalde voorwaarden vrijstelling verleend voor een periode van 5 jaar.

Op basis hiervan was in artikel 15, vijfde lid, de mogelijkheid opgenomen om toe te staan dat voertuigen, die worden aangedreven met een (hybride) elektrische motor en een tmm hebben van meer dan 3.500 maar minder dan 7.500 kg, en bestemd zijn voor het vervoer van goederen worde bestuurd met rijbewijs B in plaats van rijbewijs C.

De betreffende pilots zijn inmiddels beëindigd en hebben kennis en ervaring opgeleverd voor de verdere ontwikkeling en uitrol van elektrisch rijden. De markt voor elektrisch aangedreven voertuigen heeft de afgelopen vijf jaar een forse ontwikkeling doorgemaakt en naar verwachting wordt deze trend voortgezet. Een van de conclusies van de pilots is dat elektrisch aangedreven voertuigen bij specifieke inzet – zoals distributie – aan de gewenste functionaliteiten kunnen voldoen.

Met het beëindigen van de pilots is het kader van deze regeling komen te vervallen en dient ook de wettelijke basis te vervallen. Met de aanpassing van artikel 15, vijfde lid, is de wettelijke basis ingetrokken en is de regelgeving in lijn gebracht met richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEG L 403). Op grond van artikel II gebeurt dit met ingang van 1 januari 2016. Met deze datum wordt aan de betrokkenen een redelijke termijn gegeven om zich hierop voor te bereiden. Conform het verzoek van de Commissie zal binnen zes maanden een eindverslag over de toepassing, inclusief de veiligheidsaspecten, worden uitgebracht.

Administratieve lasten en nalevingskosten

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

De doelgroep van de regeling bestaat uit chauffeurs van motorrijtuigen met een elektrische of hybride motor die een tmm van 3.500 tot 7.500 kg hebben die in het kader van de pilot voor de door de Commissie aangegeven duur van 5 jaar deze motorrijtuigen mochten besturen met een rijbewijs B. Het betreft hier een beperkte groep bestuurders van een beperkt aantal motorrijtuigen. Volgens de informatie van de Dienst Wegverkeer gaat het om 43 motorrijtuigen. Omdat naar verwachting deze motorrijtuigen zullen worden bestuurd door meerdere bestuurders, is voor de berekening van de administratieve lasten uitgegaan van 2,5 bestuurders per motorrijtuig (derhalve in totaal 107 bestuurders. Door de beëindiging van de vrijstelling hebben zij voor het besturen van dergelijke motorrijtuigen rijbewijs C1 of C nodig. Voor de chauffeurs die slechts in het bezit van rijbewijs B zijn, betekent dit dat zij het rijbewijs C1 of C moeten gaan halen. Hieraan zijn eenmalige en structurele kosten verbonden.

Administratieve lasten

Voor de betrokken bestuurders zal de wijziging leiden tot de kosten die verbonden zijn aan het elektronisch aanvragen, invullen en opsturen van de eigen verklaring (16 minuten en € 28,–). . Voor de doelgroep komen deze activiteiten neer op 107 x 16 minuten (=1.712 minuten) en 107 x € 28,– (= € 2.996,–). Omdat de rijbewijscategorieën C en C1 5 jaar geldig zijn, betekent dit dat deze kosten en het genoemde tijdsbeslag elke 5 jaar terugkeren bij de verlenging van het rijbewijs. De jaarlijkse administratieve lasten komen derhalve neer op (1.712 : 5 =) 342 minuten en € (2996 : 5 =) € 599,–.

Nalevingskosten

Los van de hierboven aangegeven administratieve lasten is er nog sprake van kosten verbonden aan de aanvraag, opleiding en de examinering voor de categorie C1 of C. Voor de aanvraag van het rijbewijs is een pasfoto nodig (30 minuten en € 5,–). Vervolgens zal betrokkene conform de reguliere procedure om een rijbewijs aan te vragen twee maal naar het gemeentehuis moeten, namelijk om het C of C1-rijbewijs aan te vragen respectievelijk af te halen (2x 60 minuten). In dit tijdsbeslag is ook opgenomen het invullen van het aanvraagformulier aan de balie van het gemeenteloket. Het overleggen van een legitimatiebewijs wordt niet aangemerkt als administratieve last. De kosten van het rijbewijs bedragen € 39,–.

Voor het behalen van een rijbewijs C of C1 is ook een medische keuring noodzakelijk. Het tijdsbeslag en de kosten van een keuring door een bedrijfsarts of een gecertificeerde Arbo-arts die daarmee gemoeid zijn bedragen respectievelijk 90 minuten en € 60,–.

De kosten van het behalen van rijbewijs C1 of C zijn sterk afhankelijk van het aantal theorie- en praktijklessen dat een kandidaat nodig heeft als voorbereiding op het examen.

Aangezien de doelgroep van deze regeling bestaat uit chauffeurs die al rijervaring hebben opgedaan in de zwaardere motorrijtuigen dan motorrijtuigen van de rijbewijscategorie B, zullen zij naar verwachting minder dan het gemiddelde aantal lessen nodig hebben om te slagen voor het examen.

Complete pakketten, inclusief theorie- en praktijklessen en theorie- en praktijkexamens, worden aangeboden vanaf € 2.000,–.

Op grond van de Wegenverkeerswet 1994 dienen beroepschauffeurs in het goederenvervoer over de weg te beschikken over het getuigschrift vakbekwaamheid (code 95). Cursussen vakbekwaamheid, inclusief toetsen, worden aangeboden voor € 700,–. Ook hier betreft het eenmalige kosten.

Om het rijbewijs C of C1 met code 95 te halen moeten 3 theorie-examens worden afgelegd (RV1 (light), V2 en V3) en een praktijkexamen (C of C1). Deze examens worden in de regel voorbereid door middel van cursussen, toetsen en het volgen van praktijklessen. Uitgaande van een voorbereidingstijd van 40 uur per theorie-examen inclusief eventueel benodigde reistijd brengt dat het tijdsbeslag voor de theorie-examens op 120 uur. Als voorbereiding op het praktijkexamen wordt uitgegaan van 12 praktijklessen en 3 praktische toetsen. Inclusief de daarvoor benodigde reistijd brengt dat het totale tijdsbeslag op 30 uur. Dit brengt het totale tijdsbeslag voor vakbekwaamheid op 150 uur.

De totale opleidingskosten en tijdsbeslag (rijbewijs C of C1, inclusief vakbekwaamheid) komen derhalve neer op respectievelijk 107 x € 2.700,– is € 28.890 en 107 x 150 uur is 16. 050 uur.

Het betreft hier nalevingskosten en tijdsbeslag die eenmalig zijn (kosten en tijdsbeslag die verbonden zijn aan het behalen van het rijbewijs) en kosten en tijdsbeslag die in verband met de beperkte geldigheidsduur van het rijbewijs eens per 5 jaar terugkomen (kosten en tijdsbeslag van de aanvraag van het rijbewijs, inclusief pasfoto en medische keuring).

Voor beroepschauffeurs bestaat een verplichte nascholing. De nascholing bedraagt minimaal 35 uur per tijdvak van 5 jaar met ten minste één praktijktraining. Basispakketten nascholing worden aangeboden voor € 700. Het tijdsbeslag wordt geschat op 47 uur, inclusief 5 x 2 x 60 minuten reistijd voor klassikaal onderricht en 2 x 60 minuten reistijd voor de praktijktraining.

Dat brengt de totale nascholingskosten en totale tijdsbeslag op (107 x € 700 = ) € 74.900,– en (107 x 47 uur = ) 5.029 uur.

De kosten van nascholing zijn structurele kosten die neerkomen op € 14.980,– gemiddeld per jaar. Het tijdsbeslag bedraagt gemiddeld 1.006 uur per jaar.

Ten slotte moet nog rekening worden gehouden met de administratieve lasten voortvloeiend uit het zich op de hoogte stellen van nieuwe regelgeving. Omdat de regering voornemens is samen met de sector een gerichte voorlichtingscampagne op te zetten, zal hiervoor slechts een geringe tijdsduur nodig zijn. Deze wordt geschat op 5 minuten per bestuurder. Totaal komt het daarmee op: 107 x 5 minuten = 535 minuten.

Samengevat komt het neer op het volgende:

Administratieve lasten

 

structureel

op jaarbasis

per vijf jaar

 

minuten

minuten

eigen verklaring

2.996,– : 5 = € 599,–

1.712 : 5 = 342 minuten

28 x 107 = € 2.996,–

16 x 107 = 1.712 min.

         

eenmalig

       

kennisneming nieuwe regelgeving

 

5 x 107 = 535 minuten (= 89 uur)

   
   

Nalevingskosten

       

eenmalig

       

opleiding en examinering rijbewijs, incl. vakbekwaamheid

2.700 x 107 = € 288.900,–

(150 x 60=) 9.000 x 107 = 963.000 minuten (16.000 uur)

   
         

structureel

       

Aanvraag en afhalen rijbewijs incl. pasfoto

4.708 : 5 = € 942,–

16.050: 5= 3.210 minuten (= 53,5 uur)

(39 + 5 =) 44 x 107 = € 4.708,–

(30 + 120 =) 150 x 107 = 16.050 minuten (= 265 uur)

Medische keuring

6.420 : 5 = € 1.284,–

9.630 : 5 = 1.926 minuten (= 32 uur)

60 x 107 = € 6.420,–

90 x 107 = 9.630 minuten (= 165 uur)

nascholing vakbekwaamheid

74.900 : 5 = € 14.980,–

301.740 : 5 = 60.148 minuten (= 1.002 uur)

700 x 107 = € 74.900,–

2.820 x 107 = 301.740 minuten (= 5.030 uur)

totaal (structureel)

€ 306.106,–

327.420 : 5 = 65.284 minuten (= 1.087,5 uur)

€ 86.028,–

327.420 minuten (= 5.560 uur)

Advisering

Met de onderhavige wijziging wordt het Reglement rijbewijzen in lijn gebracht met richtlijn 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs gebracht. Wel is rekening gehouden met het schriftelijk verzoek van de branche-organisaties om de vrijstellingsregeling niet vóór 1 januari 2016 te beëindigen, zodat de betrokken bedrijven voldoende tijd krijgen zich voor te bereiden op het feit dat voor het besturen van genoemde motorrijtuigen weer het rijbewijs C1 of C verplicht is.

De redactionele opmerkingen van de Afdeling advisering van de Raad van State zijn verwerkt.

Communicatie

Over de invoering van deze wijziging heeft al communicatie met de branche-organisaties plaatsgevonden. Het is immers van groot belang dat de betrokken bedrijven op tijd geïnformeerd worden over de datum waarop de vrijstellingsregeling wordt beëindigd, zodat zij voldoende tijd hebben zich daar op voor te bereiden. De bedrijven die voertuigen in het kentekenregister hebben laten registreren die onder de reikwijdte van de regeling vallen zijn op individuele basis geïnformeerd.

Daarnaast wordt over de intrekking van de regeling gecommuniceerd met de politie en het OM.

Inwerkingtreding

Inwerkingtreding zal plaatsvinden met ingang 1 januari 2016.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven